4.

Bij de Vara vonden ze me redelijk verdacht omdat ik zo lekker oppervlakkig en vlot kon lullen, en tot overmaat van ramp ook nog wel eens gepleit heb om de sublieme Rick Astleysong Never gonna give you up in onze alternatieve hitlijst De Verrukkelijke 15 te krijgen.
Gek werd ik van de bekrompenheid van het politiek correct moeten denken, spreken en draaien. Met name poppredikant Jan Douwe Kroeske en ik lagen nogal eens overhoop.
We waren onze relatie al heel slecht begonnen. Ik vond hem de enige matige dj van de Vara. Veel popliefhebbers dweepten nou juist met hem omdat hij niet zo’n schreeuwlelijk was. Zijn presentatie was altijd zeer informatief, goed voorbereid en hij had een groot hart voor beginnende bandjes. Die muziek van hem trok ik redelijk, al miste ik de afwisseling. Te verantwoord is bij mij vaak synoniem aan dodelijk saai. Verder geen enkel probleem, want hij zou mijn stijl ook wel afschuwelijk vinden. In de omgang vond ik hem aanvankelijk wel een geschikte gast. Hij had de ondankbare taak mij te begeleiden bij het nachtprogramma.
Wat hij zei boeide me totaal niet. Dat ging het ene oor in en het andere ogenblikkelijk weer uit. Zoals professor Kroeske wenste ik toch niet te worden. Na een maandje of vier nachtdienst kwam mijn evaluatie. Die geschiedde toentertijd enorm democratisch. Elke dj mocht wat van de nieuwelingen vinden. Die beoordelingen werden naar goede Vara-traditie keurig gerapporteerd en verspreid in de diverse open postvakjes. Ik zag overal ‘Evaluatie Rob Stenders’ in chocoladeletters liggen, behalve in mijn eigen postvakje. De verleiding was te groot om het postgeheim te respecteren. Ik ‘leende’ even het verslag van Peter Holland.
Daar stond open en bloot wat de meeste collega’s van me vonden. Dat was over het algemeen niet best. Een paar zagen nog wel wat toekomst in me, maar de meesten konden het slechts matig waarderen. Vooral Kroeske was zeer ongenuanceerd in zijn oordeel. Die vond het bar en bar slecht, niks beter dan een lokale piraat en zeker niet geschikt voor een klasseomroep als de Vara.
‘Eruit met die oppervlakkige blaag,’ luidde zijn ondubbelzinnige advies.
Leuk vond ik de heersende mening allerminst, maar die van Jan Douwe kon ik hebben. Ik snapte wel waarom hij geen fanclubdag voor mij zou organiseren. Iets wat gelaten begon ik ’s nachts aan mijn uitzending. Kroeske kwam nietsvermoedend binnen, groette me in mijn ogen net iets te uitbundig en ging wat zitten lezen. Ik voelde me wat opgelaten omdat ik illegaal dat verslag gelezen had, maar probeerde mijn werk er niet onder te laten lijden.
Na afloop kwam het ‘Twee Meter de Lucht in gevaarte’ mij met zoetgevooisde stem vertellen dat ik een groot talent was en een verrijking voor de Vara.
‘Pardon?’
Dat strookte op zijn zachtst gezegd niet helemaal met de beoordeling in het gewraakte verslag. Het leek me onvermijdelijk om mijn geheim direct te onthullen. Hij ging twee meter de grond in. Nadat hij van de schrik bekomen was, kreeg ik van hem een lesje in omroeppolitiek:
‘Kijk, we zijn op zoek naar een jonger geluid en dat vertegenwoordig jij. Er staan diverse collega’s op de nominatie om te verdwijnen, ten faveure van jou. Jij bent nieuw en komt er toch wel, dus ik heb me gewoon solidair verklaard met mijn collega’s die ik al jaren ken en die nu op de schopstoel zitten.’
Ik hoorde het allemaal verbouwereerd aan en stond vanaf dat moment nooit meer helemaal onbevangen in het wereldje.
Jan Douwe en ik bleven elkaar voorlopig regelmatig in de haren zitten. Hij was de keurmeester van de goede smaak en Robbie moest zich nogal eens verantwoorden voor zijn verachtelijke consumptiepop.
Zo draaide ik in het ochtendprogramma, dat ik overnam van Peter Holland, een keer The old calahan van BZN te draaien. Vond ik wel een geinig nummertje.
Jan Douwe was witheet: ‘Dit kan toch niet bij het kwaliteitsmerk Vara!’
‘Zag ik jou niet laatst een tv-special van de Zangeres Zonder Naam presenteren? Wie was daar ook weer te gast, BZN toch? Wat mij betreft mag de zelfkastijding nu beginnen, hoor,’ pareerde ik fijntjes.
Kroeske en ik hebben jaren later onze nogal kinderachtige vetes samen weggelachen, maar toen was het bittere ernst.
Ik kon niet vermoeden dat mijn BZN-uitstapje op de, anders zo van muzikale lichtvoetigheid gespeende, Vara-dinsdag elders in Nederland juist zeer positief ontvangen werd.
De man naar wie ik al heel mijn leven ademloos luisterde en die ik reken tot een van de grootste dj’s ooit in dit land, lag in het ziekenhuis omdat zijn te dure sportauto er iets te hard met hem vandoor was gegaan. Vermoedelijk reed die auto ook op een iets te hoog alcoholpercentage maar dat zijn vuige insinuaties mijnerzijds.
Door zijn verplichte bedlegerigheid had hij wat tijd over om naar de radio te luisteren.
Kon hij toch nog een beetje werken, want ze waren bij Veronica stiekem op zoek naar een opvolger voor Adam Curry die naar Amerika zou vertrekken.
Niemand in Nederland wist dat nog en ook ik kon niet vermoeden dat ik zeer spoedig op de radio zijn troon op de vrijdagavond mocht bestijgen naast supertalent Jeroen van Inkel.
Lex Harding was de radiobaas bij Veronica en hij gaf na beluistering van mijn geleende ochtendprogramma zijn plaatsvervanger Ruud Hendriks opdracht mij te benaderen voor Stenders en Van Inkel.
Twee dagen later zat ik bij Ruud en hij vertelde me dat ze lang getwijfeld hadden. Want ik deed mijn vaste programma Verrukkelijke 15 wel aardig maar je kan zo moeilijk aan een lijstje horen of iemand een personality show kan dragen.
Wat bij Lex de doorslag had gegeven was de prettige sfeer van dat ochtendprogramma en dan met name… dat ik BZN bij de Vara had durven te draaien. Dat vond hij karakter hebben, aldus doorgeefluik Ruud Hendriks.
Harding zou later dat gedeelte van mijn karakter nog regelmatig vervloeken trouwens.
Naar het financiële gedeelte van zijn voorstel luisterde ik niet eens meer; al had ik geld moeten meebrengen, wie kan de lokroep van zijn onbereikbaar geachte jeugdliefde weerstaan? En dan nog wel op de in mijn oren allerbeste plek die er was op de Nederlandse radio: de Veronica-vrijdagavond waar de schatplichtigheid vanaf droop. Daar had Harding zelf gezeten bij de start van de legale VOO. De briljante Leo van der Goot had daar een programma gedaan dat ik op de piraat vaak letterlijk kopieerde. Woord voor woord en met precies dezelfde platen probeerde ik indruk te maken op de lokale luisteraars met eigenlijk alleen zijn idioom. De laatste paar jaren roerden de grote vernieuwers op het gebied van de popradio zich daar: Curry en Van Inkel.

Verrukkelijke 15-producer en latere Kink FM-baas Jan Hoogesteijn en ik liepen op vrijdagavond vaak quasinonchalant langs de studio waar dit spektakel zich afspeelde.
Met grote afgunst zagen we daar, tussen de pizzarestanten, een veredeld drumstel en ongelofelijk prettig ogende en gulzig kijkende dames, twee jongens waar de vonken vanaf vlogen. Zij hadden het begrepen. Ze maakten by far het meest opwindende radioprogramma dat ik sinds de Ad Bouman top 10 met Lex en Adje had gehoord.
Jan en ik waren nogal onafscheidelijk in die tijd en we kwamen er, alleen naar elkaar toe, zonder schroom voor uit dat we deze extravagante radiostijl met dito stoeipoezen op de bank ook wel een prettige oase vonden. Onze realiteitszin en een veel te introverte inborst zorgden ervoor dat we deze heimelijke wens snel in het sprookjesbos van de Efteling stalden.
Wij zouden het in zo’n showbizzomgeving niet redden.
En inderdaad, toen het zover was en ik mocht toetreden tot het elitekorps van de radio raakte ik licht in paniek. Ik kwam bij Veronica in no time natuurlijk al die helden uit mijn jeugd tegen.
Karakters die in mijn jongensboek figureerden en bijna mythische fantasiefiguren waren kwamen ineens tot leven en sterker nog, ik had nu zelf een bescheiden hoofdstuk gekregen in die geschiedschrijving. Lex Harding sprak gewoon tegen me en ik mocht ook nog een programma maken met de beste nieuwe aanwas van het radiogilde: Jeroen van Inkel.