22.
Eens in de zoveel tijd kwam de zenderredactie bij
elkaar. Van elke omroep zit daar een vertegenwoordiger in. Zij
evalueerden alle programma’s en brachten dan advies uit aan de
zendercoördinator. Deze keer werd Stenders Vroeg tegen het
licht gehouden en het oordeel was vernietigend. Net toen wij vonden
dat we de weg naar boven hadden gevonden, kraakte onze ochtendshow
in zijn voegen. Werkelijk niemand vond er iets aan. Alle omroepen
gaven Paul van der Lugt het advies om het programma om zeep te
helpen. Met uitzondering van de VPRO, de EO (godbetere het ja) en
de eigen club de Vara.
BNN had ook meteen een oplossing klaar: Ruud de Wild. Dat vond
iedereen een geweldig idee. Pikant detail was dat Ruud al eerder
tegen mij gezegd had dat je nooit Edwin Evers moest opvolgen, maar
iemand anders de kastanjes uit het vuur moest laten halen. Die
sukkel bleek ik te zijn. Nu kon hij mij dus lachend opvolgen. Nóg
pikanter was dat Ruud dezelfde manager had als ik. De eerder
beschreven Willem de Bois. Voor hem was het dus ook een duivels
dilemma. Wiens belang moest hij nou vertegenwoordigen?
Ineens realiseerde ik me dat hij een paar weken eerder terloops had
geïnformeerd naar mijn welzijn in de ochtend. Ik snapte de context
ineens. Gelukkig vertelde ik hem toen dat ik het redelijk goed naar
mijn zin had en dat ik het programma met de dag voelde groeien. Hij
noemde dit later de grootste spagaat uit zijn loopbaan. De ene dag
had hij de Rob Stenders-pet op, de andere dag droeg hij het
omgedraaide baseballpetje van De Wild. Hij was bovendien ook nog
een van de bestuursleden van BNN en dat maakte zijn positie er niet
bepaald makkelijker op.
Paul van der Lugt nodigde mij uit voor een gesprek. De luchtige
toon die ik van hem gewend was, liet hij op een paar geforceerde
grapjes na achterwege. Hij kwam snel ter zake: ‘Rob, er is bij de
zenderredactie geen draagvlak meer voor Stenders Vroeg, ik
weet niet of ik je programma kan redden. Ik zal er nog onderzoek
naar laten doen, maar veel meer kan ik er niet van maken.
Vanzelfsprekend zullen we een ander plekkie voor jou en je vrienden
in de programmering vinden. Je haatte die ochtend toch? Is dat geen
geluk bij een ongeluk dan?’
Ik was niet in staat om hem recht in zijn bek uit te lachen om zijn
zojuist tentoongespreide opportunisme. Daarvoor zat ik even te
stuk. Harm van Dijk maakte ook een verslagen indruk. Die had het
allemaal redelijk onverwachts over hem heen
gekregen bij die beroemde vergadering.
‘Rob, voor wat het waard is, de Vara is wél tevreden over jullie
programma, dus wij gaan keihard vechten om het te behouden.’ Dat
bood het team en mijzelf wel troost.
Waar wij allemaal kapot van waren, was de reactie van onze
collega’s. Ze waren het allemaal eens met de genadeloze kritiek op
Stenders Vroeg en dat hadden ze vrijwel allemaal achter onze
rug ook laten weten. Waarom heeft niemand behalve Wim Rigter ons er
ooit op aangesproken? Alleen Henk Westbroek bleef gelukkig gewoon
met ons communiceren, dit soort heisa ging sowieso geheel aan zijn
aandacht voorbij. Die had grotere dingen te doen in het leven. Hij
was druk bezig met Leefbaar Nederland.
We leken verder wel melaatsen. Eerst dacht ik weer wat overgevoelig
voor dat sentiment te zijn, maar het bleek een gedeelde emotie. Het
was Margreet, Fred, onze producer Susan Eerting en Harm ook
opgevallen. Kennelijk was het not done om in onze omgeving
gezien te worden.
Fred was al snel weer bij zijn letterlijke positieven: ‘Bob, vanaf
nu zijn we een eiland, we knokken voor onze enclave, we lachen
vriendelijk naar onze collega’s en laat ze verder allemaal maar
kapot vallen. Wij vieren vanaf nu ons eigen feestje.’
Ik trok me op aan Freds strijdplan en die weg zijn we ook gaan
volgen. Wel had ik grote behoefte aan een gesprek met De Wild die
ik zag als een vriend op afstand. Op zijn minst als een
strijdmakker. Na een poging of vijftig had ik bingo: ‘Hé Ruud, ff
straight, wil jij in de ochtend?’ Hij ontkende direct: ‘Nee, Bob,’
zoals ik inmiddels door zowat iedereen genoemd werd. ‘Ze hebben me
inderdaad gevraagd en er ligt vanuit BNN en de zenderredactie grote
druk op, maar ik heb er niet zoveel oren naar. Zeker niet als jij
het naar je zin hebt daar.’
Dat vond ik prettig om te horen. Ik kon me niet voorstellen dat er
andere kandidaten naast Ruud in de running waren voor de ochtend.
Giel Beelen werd toen nog door iedereen gezien als veel te
gevaarlijk voor zo’n show.
Helemaal zeker weten doe ik het niet, maar naar verluidt vroegen
Willem en Ruud zo ongelofelijk veel geld voor een ochtendprogramma
dat het voor publieke budgetten niet te verantwoorden was. Wellicht
hun manier om de druk te omzeilen en nee te kunnen zeggen.
Onrealistisch was het bedrag niet. Het was de commerciële
marktwaarde van De Wild. Radio was sinds Evers echt big business
geworden.
Ik ging ook nog de confrontatie aan met vele criticasters uit de
zenderredactie. Steeds meer kwam ik erachter dat ze het programma
afgeserveerd hadden op basis van één cd’tje.
Daar stond een willekeurige uitzending op, misschien wel een
slechte dag of zo. Ik begon expres te praten over vaste onderdelen
die elke dag terugkwamen en vrijwel niet één lid van de
zenderredactie had enig benul waar ik het over had. Alleen Koop
Geersing van de AVRO gaf mij de indruk wel eens vaker te luisteren,
dus nam ik zijn woorden aanzienlijk serieuzer. Dat zette voor mij
de kritiek van de rest enorm in perspectief, maar ik vond het
vermoedelijke verdwijnen van Stenders Vroeg daardoor nóg
onrechtvaardiger. Wel trok ik mij de meest voorkomende klachten
aan. Er moest meer structuur in onze chaos komen en ik moest weer
wat meer de ‘anchor’ van het programma zijn. Onbewust word
je lui van scherpe sidekicks.
Paul had ons laten onderzoeken en kwam met geweldig nieuws:
‘Robbie,’ zoals ik nu weer heette, ‘Robbie, uit onderzoek blijkt
dat je waanzinnig scoort bij onze luisteraars. Ze vinden het
programma te gek en geven het een ruime voldoende. Je hebt net zo’n
hoge score als Ruud. Die vinden ze ook te gek en de switch vinden
ze niet nodig, ze zijn heel tevreden met beide programma’s. En
bovendien scoren jullie allebei qua marktaandeel sky high,
dus we zouden wel gek zijn om te veranderen. Dit zijn cijfers
waarmee ik kan aankomen bij de zenderredactie! Misschien is er toch
weer perspectief, Bobbie.’
De storm ging langzaam liggen en vond rust in een glas water. De
collega’s wilden weer vrienden zijn, maar ik liet me niet meer zo
snel veroveren. Stenders Vroeg leefde nog, maar ik was een
heel stuk van mijn onvoorwaardelijke Radio 3 loyaliteit en
naïviteit kwijt. Ik werd (nog?) egoïstischer en deed met mijn team
waar we zin in hadden, overigens zonder de scoringsdrift te
verliezen. Extra Radio 3 inspanningen leverden we zelden meer,
alleen als wij het leuk vonden. Vanaf nu zou ik ook zakelijker
worden en vriendschappen op de werkvloer tot het minimum
bepreken.
Het programma bleef hoge marktaandelen halen, al was Edwin Evers
door de aanzienlijke uitbreiding van het zenderpark van 538 ons
inmiddels voorbij. Niemand nam daar echt aanstoot aan. Radio 538
was 3FM in de hele linie voorbij en dat werd ook als niet zo vreemd
ervaren. Zij waren veel meer beluisterbaar dan wij. Wij hadden meer
ambities in het draaien van ‘moeilijkere’ muziek. Marginaal wilden
we nooit worden, maar de grootste gemene deler plezieren was niet
meer voor ons weggelegd.
Stenders Vroeg was een onbedreigde nummer 2 en dat ontging
commerciële zenders ook niet.
Zelfs een type als Erik de Zwart, die mij toch altijd wat meewarig
had aangekeken, begon mij nu zelfs te verdenken van trekjes van
volwassenheid. Hij begon enige toenadering te
zoeken, want hij had wellicht binnenkort iets voor me. Erik was als
directeur medeverantwoordelijk voor het grote succes van 538 en die
had inmiddels zijn biezen gepakt naar de winkel van John de Mol.
Daar stond Radio Noordzee in de etalage. De Zwart vertelde me dat
Robert Jensen hoogstwaarschijnlijk zou verkassen naar het
radiostation van RTL, Yorin FM.
Het boterde niet tussen de twee ster-dj’s Gordon en Robert Jensen
en zij lieten beiden geen gelegenheid onbenut om dat te uiten.
Liefst op hun eigen zender natuurlijk. Dat werd door de roddelpers
in grote dank aanvaard en uitvergroot. De situatie was tamelijk
onhoudbaar geworden en als Jensen zou vertrekken naar Yorin was er
ruimte voor mij bij Noordzee FM van Erik.
Ik moest erg wennen aan het idee om ineens zo commercieel te gaan, maar had wel vertrouwen in de zakenman annex radiobaas Erik de Zwart. Als hij zei dat het kon dan moest dat toch niet zo’n probleem zijn. Die jongen had er bewezen verstand van. Hij vertelde me in exacte cijfers tot achter de komma dat de doelgroep die ik bereikte met Stenders Vroeg ideaal was voor elke commerciële zender. Boodschappers tussen de 20 en 35 met een uitloop tot 49 voelden zich thuis bij ons ochtendprogramma. Ik moest inwendig enorm lachen om dit gesprek. Hier zat de man die altijd op de radio met veel passie een beetje rommelde in de marge en die bleek nu ineens een grote waarde te vertegenwoordigen bij de perfecte doelgroep. Het was niet mijn eerste oriënterende gesprek bij een commerciële partij. Maanden eerder was ik al in gesprek geraakt met een andere partij: Yorin FM.