5
Chloe’s dinertje wierp een aangenaam licht over de hectische week die eraan voorafging. Ze was vastbesloten voor die avond haar imago van ‘meid-met-boor’ van zich af te schudden en er mooi en vrouwelijk uit te zien. Ze zou ervoor zorgen dat ze de avond ervoor bij Chloe in bad kon, aangezien het te druk zou zijn in de badkamer om dat op de avond zelf te doen. Ze zou een metamorfose ondergaan!
Maar voordat ze in paniek kon raken over de staat van haar nagels had ze nog veel te doen. Maandagochtend vroeg kocht ze meteen een heel mooie helderblauwe sliphalsband-met-lijn-combinatie. Omdat hij van zacht touw gemaakt was, zag het er niet uit alsof het Caroline pijn zou doen als ze eraan zou trekken, en iedereen was het erover eens dat ze er alleen maar mooier op werd. Ze testte hem ’s avonds samen met Chloe’s zoontjes in het park uit terwijl Chloe het avondeten bereidde.
‘Ze vindt hem mooi,’ zei Bruno.
‘Ze kan het ons niet zeggen als het niet zo is,’ zei Tom wijs.
‘Ik denk dat we het dan wel zouden merken,’ zei Anna om de vrede te bewaren.
Ze had ook een goede week met het huis. Chloe had een elektricien aanbevolen die op woensdag langskwam om de bedrading te controleren.
Toen ze de deur voor hem opende, bleek hij zo jong en gespierd dat Anna vermoedde dat Chloe haar probeerde te koppelen. Chloe was in bepaalde opzichten net Laura, en dit was typisch iets wat Laura zou doen.
‘Hoi, ik ben Colin, de elektricien,’ zei dit plaatje in gescheurde spijkerbroek en strak t-shirt. ‘Mijn vader heeft me gestuurd.’
‘Je vader?’
Hij knikte. ‘Met hem heb je telefonisch gesproken, maar hij moest nog een klus in Miserden afmaken dus vroeg hij of ik wilde gaan. We werken samen,’ voegde hij eraan toe, waarschijnlijk omdat hij Anna’s wantrouwen bemerkte. ‘Ik ben gekwalificeerd.’
Anna deed de deur nu helemaal open. ‘Het spijt me. Ik verwachtte gewoon een oudere man. Chloe – die woont hiernaast – zei dat ze een geweldig goede elektricien kende en...’ Ze stokte. Ze had willen zeggen dat Chloe het wel gezegd zou hebben als de geweldig goede elektricien ook nog eens superknap was. Nu wist ze even niet meer wat ze moest zeggen. ‘Ik weet niet, ik dacht gewoon dat-ie...’
‘Ik werk nog niet zo lang met mijn vader samen,’ zei Colin geruststellend. ‘Nou, zal ik even kijken wat er moet gebeuren?’
Later deelde hij tot Anna’s enorme opluchting mee: ‘Dit is allemaal vrij recent aangelegd. Ik controleer het allemaal even, maar het lijkt erop dat degene die het gedaan heeft wist wat-ie deed.’
‘Nou, dat komt mooi uit. Ik dacht al dat het goed zat, maar hoewel ik er wel wát vanaf weet, ben ik niet helemaal op de hoogte van de nieuwste stroomregels.’
‘Stroomregels? Ha, wat een goeie! Een mooie grap voor een elektricien.’
Anna glimlachte omdat hij zo aardig was, niet omdat ze het zo’n goeie woordspeling vond. ‘Wil je koffie? Of thee? Ik heb koekjes. Speciaal gekocht.’
‘Thee graag. Mooi optrekje wel. Nu nog een beetje rommelig, maar het wordt vast heel mooi. En straks kun je de vloerplanken terugleggen.’
‘Ik hoop het. De vorige eigenaren hebben ze er allemaal uit getrokken en ik vond ze tegen de schutting. Ik hoop dat ze niet al te rot zijn.’
‘Zijn ze aan weer en wind blootgesteld?’
‘Nee, iemand heeft er een stuk zeil overheen gelegd. Als jij zo weg bent kijk ik er even naar.’
Colin stond erop ze samen met haar te bekijken. ‘Ze zijn nog goed,’ zei hij.
‘Daar lijkt het wel op,’ stemde ze aangenaam verrast in. ‘De onderkant van die ene daar is een beetje gaan rotten, maar dat los ik wel op.’
‘Ik ken wel een goeie timmerman. Het lijkt er wel op dat je er een nodig zult hebben,’ zei Colin.
Anna glimlachte weer. ‘Ik hoop het meeste zelf te doen, maar als ik toch hulp nodig heb, weet ik je te vinden.’
Toen hij weg was en Caroline weer uit Anna’s slaapzak tevoorschijn was gekomen, begon ze aan de vloerplanken. Ze haalde de gipsplaten weg en legde de planken ervoor in de plaats. Ze was niet van plan geweest ze echt te leggen, ze wilde gewoon kijken waar ze pasten en of ze er allemaal waren, maar tegen de tijd dat ze geen licht meer had en ze niet meer verder kon werken lag zo’n beetje de helft al op z’n plaats.
‘Het schuren wordt het moeilijkst,’ vertelde Anna Caroline toen ze haar geroosterde brood met kaas at en de hond de korsten voerde, wat vast niet werd goedgekeurd door het handboek van de Greyhound Trust. ‘Zo’n machine is loeizwaar. Ik zal Chloe moeten vragen of ze met me meegaat naar de winkel. Dat is echt zwaar werk. Net als de vloerplanken terugleggen. Jeetje, ik kan wel een bad gebruiken!’ Maar hoewel Chloe zeer gul was met haar warme water wilde Anna niet te vrijpostig zijn, dus poetste ze gewoon maar haar tanden en waste haar voeten.
‘Als ik nou ook nog mijn haar kon wassen,’ zei ze tegen Caroline, die haar luistervaardigheid aan het ontwikkelen was, ‘zou ik me pas echt schoon voelen.’
Op donderdag zette Chloe Anna onderweg naar de supermarkt af bij de doe-het-zelfzaak en haalde haar na de boodschappen weer op. Er waren twee stevige mannen voor nodig om de machine in de achterbak van Chloe’s auto te krijgen maar Anna was ervan overtuigd dat zij en Chloe hem er zelf weer uit en over het pad zouden kunnen tillen.
‘We kunnen altijd nog iemand anders vragen,’ zei Chloe toen ze wegreden.
‘Dat zal niet nodig zijn. Laura en ik hebben ontdekt dat er niets is wat twee vastberaden vrouwen niet kunnen als ze het maar graag genoeg willen.’
‘Puh,’ protesteerde Chloe. Ze stond minder afwijzend tegenover het lenen van spierkracht als dat nodig was dan Anna. ‘En ondertussen breken we onze rug.’
Ze kregen de machine zonder al te veel moeite Anna’s huis in.
‘Weet je zeker dat je met dat monster om kunt gaan?’ vroeg Chloe.
‘Natuurlijk!’ lachte Anna. ‘Ga jij nu maar je melbatoastjes of wat dan ook klaarmaken. Ik red me wel.’
‘Lieve schat, melbatoast is zó jaren zeventig! Maar als je zeker weet dat je je redt, ga ik wel. Het koken is niet zoveel werk, het schoonmaken daarentegen...’
De machine was ongelooflijk zwaar in het gebruik, maar het wegschuren van eeuwen vuil was enorm bevredigend. Voor Caroline was het niets, dus legde Anna haar bed in het kleine tuintje zodat ze de ergste lading stof zou vermijden. Gelukkig was het een zonnige, warme dag en hoefde ze niet al te lang buiten te blijven.
‘Jij zult wel geen stofmasker op willen, hè liefje?’ vroeg Anna aan Caroline terwijl ze haar fluwelen oren streelde. ‘Al is het eigenlijk wel nodig.’
Donderdag ging voorbij. Anna was zo in beslag genomen door het perfectioneren van de vloer dat ze zich pas toen ze Mike hoorde thuiskomen – ze nam tenminste aan dat hij het was – realiseerde dat er weer een kans om te baden voorbij was gegaan. Ze kon het nu niet meer vragen.
‘Wat maakt het uit,’ zei Anna opgewekt tegen Caroline. Haar handen en armen trilden nog na van de schuurmachine al was ze al een tijdje geleden gestopt. ‘Ik kan er toch beter morgen een nemen, na de jongens, dan ben ik tenminste echt schoon. Dan stoor ik Chloe en Mike niet zo erg.’
Caroline luisterde hiernaar met een uitdrukking die zei dat haar baasje een enorme sufferd was maar wel erg lief. Anna was best blij met dit oordeel.
Ze was Chloe, Mike en de kinderen eeuwig dankbaar dat ze de schuurmachine vrijdagochtend voor haar naar de winkel terugbrachten. Ze hadden hem opgehaald toen Anna net Caroline aan het uitlaten was en hoewel ze het jammer vond dat ze een mogelijkheid om Mike vóór het etentje te ontmoeten was misgelopen, was ze opgelucht dat de machine haar kleine huis uit was.
Toen Caroline weer op haar plek lag pakte Anna haar eigen schuurmachine en begon aan de randen.
De dag vloog voorbij en nadat ze met de elektrische schuurmachine niets meer kon doen, haalde Anna schuurpapier en een schuurblok tevoorschijn. Ze kreeg er maar geen genoeg van. Elke keer dat ze eroverheen ging werd de vloer mooier.
Uiteindelijk drong de herkenningstune van The Archers haar in beslag genomen hersens binnen. ‘Mijn god! Het is al zeven uur geweest! Het dinertje! O Caroline, nu heb ik het echt verpest. Geen bad. Geen tijd. En ik heb er nog niet eens over nagedacht wat ik aan moet!’
Met de zenuwen van een aanstaande vader kookte Anna een steelpan vol water op haar kleine kookstel terwijl ze ook de ketel aanzette. Ze was niet helemaal in paniek en warm water was essentieel voor het wassen, maar ze voelde zich wel een beetje als een kip zonder kop omdat ze niet wist wat ze als eerste moest doen.
‘Ongelooflijk, Caroline.’ Ze goot water in de afwasteil die ze als wasbak gebruikte. ‘Ik heb hier de hele week naar uitgekeken en nu vergeet ik te gaan!’
Achteraf gezien was het misschien toch niet zo’n goed idee geweest om haar haren te wassen, maar het zat onder het stof en Anna was het soort vrouw dat vond dat schoon haar het allerbelangrijkste was. Dat ze nu met nat haar binnen zou komen was dan jammer.
‘Van haren wassen worden je handen tenminste ook schoon,’ zei ze toen ze haar nagels inspecteerde. Haar handen zagen er niet uit, maar daar kon ze niets aan doen.
Ze vond haar minst armoedige spijkerbroek, haar schoonste truitje en een lichtelijk gekreukt sjaaltje dat ze van Laura had gekregen. Het was niet bepaald haute couture, maar Chloe had haar verzekerd dat het eten ook geen haute cuisine zou zijn, dus ze hoopte dat ze ermee weg zou komen.
‘Ik heb dan misschien wel vreselijke handen en ietwat stoffige kleren,’ vertelde Anna Caroline terwijl ze haar instopte, ‘maar mijn haren zijn tenminste schoon en mijn vloer wordt schitterend!’
‘Degenen die het dichtst bij school wonen komen altijd te laat,’ zei een aantrekkelijke donkerharige vrouw toen Anna binnenkwam. Ze had Chloe’s huis nog nooit zo vol gezien en had bewondering voor de drastische meubelverplaatsing die plaats moest hebben gevonden om ruimte te maken voor zoveel mensen.
‘Anna, schat!’ riep Chloe bij het fornuis vandaan. ‘Mike, heet haar welkom, geef haar een drankje en stel haar even aan de anderen voor!’
Mike maakte zichzelf bekend door op te staan uit de rij mensen die op een kleine sofa bij de haard opeengepropt zaten. Hij was lang en slungelig met een open, vriendelijk gezicht. Anna mocht hem meteen.
Hij stapte over een stel benen heen, sloeg zijn armen om haar heen en gaf haar een knuffel. ‘Ik heb zoveel over je gehoord dat ik het gevoel heb alsof ik je al ken. Wat wil je drinken? Rood of wit? En vertel me niet dat je iets fris wilt want je hoeft bepaald niet te rijden.’
Anna, nog buiten adem van haar haast om zich klaar te maken, gaf hem de fles rode wijn die ze had meegebracht. ‘Rood, graag.’
‘Wil jij een glas rode wijn voor Anna inschenken, Ted?’ vroeg Mike. ‘De fles staat naast je en op tafel staat wel een glas. Goed, nu het voorstellen.’
Toen ze eenmaal op adem was gekomen zag Anna dat er helemaal niet zo heel veel mensen waren, ze zaten alleen erg op elkaar gepropt.
‘Oké, van rechts naar links,’ zei Mike. ‘Dorothy, die zo onbeschoft deed omdat je wat aan de late kant was. Ted is haar man.’ Dorothy en Ted zwaaiden vriendelijk.
‘Wij zijn ook altijd laat,’ zei Dorothy, ‘dus ik ben altijd blij als we niet de laatsten zijn.’
‘Dit is Sue.’ Een mooie blonde vrouw knikte. ‘En Ivan, haar man. Hij komt uit Wales.’ Ivan had dik zwart krullend haar en zag eruit als een rugbyer. Hoewel het betekende dat hij over alle anderen heen moest stappen, stond hij ook op om haar te omhelzen.’
‘Je moet natuurlijk wel goed onthaald worden,’ zei hij.
Anna glimlachte. Iedereen was zo ontzettend aardig.
‘Mooi,’ zei Mike, ‘prop jezelf maar ergens tussen. Dan kun je je niet meer bewegen, maar dat hoeft ook niet tot het eten klaar is. God mag weten hoe lang dat nog duurt.’
Hij wierp een taxerende blik richting Chloe, die verwoed in een sauspan stond te roeren. Ze leek het niet te hebben gehoord, maar even later zei ze: ‘Als jij de jongens niet zo ontzettend druk had gemaakt, had ik dit al uren geleden in de oven kunnen krijgen. Je zou toch denken’ – ze richtte zich tot het gezelschap – ‘dat nu Sue het toetje en Dorothy het voorgerecht heeft meegenomen, ik wel een hoofdgerecht had moeten kunnen bereiden.’
‘Als je kinderen hebt valt dat nog niet mee,’ zei Dorothy meelevend. ‘We hebben al tijden geen mensen meer uitgenodigd. Het is gewoon veel te veel werk om het huis schoon te krijgen, de maaltijd klaar te maken en van de kinderen af te komen. Ik vergeet altijd dat ik ook nog voor hen moet koken.’
‘Dat is niks nieuws,’ zei haar man.
Dorothy gaf hem een por in de ribben.
‘Zo.’ Chloe klauterde over een stel benen heen tot ze op een klein driepotig krukje kon neerstrijken, de enige overgebleven zitplaats. ‘Die is in minder dan een halfuur bruin. De oven staat op z’n hoogst. We moesten zo ons voorgerecht maar eens gaan eten – ziet er verrukkelijk uit, Dor – en we wachten nog steeds op onze mysteryguest.’ Ze knipoogde naar Anna.
Anna voelde zich ineens heel moe. Ze wilde niet dat er een man voor haar gezocht werd; ze had al een man, veilig opgesloten in haar hart.
‘Wie is het?’ wilden Dorothy en Sue weten.
‘Zeg! Als ik dat vertel is hij toch geen mysteryguest meer!’ lachte Chloe.
‘Kennen we hem?’ hield Sue vol.
‘Denk het niet. Hij is hier ook redelijk nieuw, vandaar dat ik hem aan Anna wilde voorstellen. Omdat ze dingen gemeen hebben.’
‘Niet noodzakelijk,’ zei Dorothy, waarmee ze Anna’s dankbaarheid verwierf.
‘Ach, dat komt wel goed.’ Chloe dronk haar glas leeg. ‘Zit er nog wijn in die fles?’
Anna had twee glazen rode wijn gedronken en begon de uitwerking al aardig te voelen tegen de tijd dat er op de deur geklopt werd en de mysteryguest verscheen.
‘Het spijt me zo,’ zei hij. ‘Ik moest tanken en ik kon het niet vinden. Hoewel dat eigenlijk niet had gemoeten, want ik ben hier eerder geweest.’ Eén blik de kamer rond deed hem plotseling zwijgen. ‘O, ben jij hier ook.’
Hij en Anna keken elkaar aan. Het duizelde Anna. Even leek hij net zo verward en verbaasd als zij en daarna grijnsde hij verontschuldigend. Anna deed haar best om terug te glimlachen. Rob Hunter! Hoe kon Chloe haar dit aandoen? En zonder waarschuwing nog wel! Waarom had ze het niet gezegd? Lekkere vriendin was ze. Anna vroeg zich af of ze het kon maken om op te staan en weg te lopen. Eigenlijk niet, besloot ze, en bovendien zat ze klem.
Gelukkig werd de aandacht van haar afgeleid terwijl flessen en bloemen werden afgegeven. Hij was kennelijk net zo verbaasd als zij, waardoor ze iets meer sympathie voor hem kreeg. Als ze gemerkt had dat hij had geweten dat ze er zou zijn, dan was ze weggegaan, ingeklemd of niet.
Omdat er geen andere zitplaatsen meer waren streek hij op de arm van de sofa neer en knipoogde verontschuldigend naar Anna. ‘Ik denk dat ik wel de laatste persoon ben die jij wilt zien.’
‘Hoezo dat?’ vroeg Sue.
‘We hebben elkaar al ontmoet,’ antwoordde Anna, niet omdat ze dat nou zo graag wilde, maar omdat iedereen naar haar keek en ze het gevoel had dat ze iets moest zeggen. Het zou een lange avond worden.
Chloe, die wist dat ze elkaar al ontmoet hadden, hield schuldig haar hoofd afgewend. Rob en Anna begonnen allebei tegelijkertijd te praten en stopten weer.
‘Ga je gang,’ zei hij galant.
Anna zuchtte. ‘Nou, ik was op de markt met mijn hond en toen knalde er een uitlaat. Ze rende weg en... Rob’ – hoewel ze hem in haar hoofd liever ‘hondenlul’ noemde – ‘redde haar.’
‘Dus hij is je held?’ vroeg Dorothy. ‘Hij heeft je hond van een aanrijding gered.’
‘Niet echt,’ zei Rob een beetje bedroefd.
‘Maar waarom niet?’ ging Dorothy verbijsterd verder. ‘Ik word ook altijd verliefd op mijn dierenarts!’
‘Ik denk dat Anna haar dierenarts nog niet ontmoet heeft,’ zei Rob ergerlijk. ‘En ik was waarschijnlijk een beetje te bazig en overheersend om verliefd op te worden.’
Anna’s gezicht liep nu pimpelpaars aan. ‘Ja, zeker weten.’ Anna wilde dat ze in de sofa kon smelten en verdwijnen.
Dorothy keek nog eens goed naar Rob en zuchtte diep. ‘Nou, ik begrijp er niks van.’
Als Anna de kans ertoe had gekregen had ze misschien uitgelegd dat ze al tot over haar oren verliefd op een ander was, maar dat moment ging verloren toen Mike haar te hulp schoot.
‘Nou, nu weten we hoe het zit,’ zei hij, ‘tijd om de glazen te vullen. Ted, wil jij zo vriendelijk zijn? Ik kan er niet bij.’
‘Ja, en dan is het tijd om te eten,’ zei Chloe, die nog steeds niet echt richting Anna durfde te kijken. ‘Ik heb nog niet bedacht waar iedereen moet zitten, want met acht vind ik dat altijd lastig.’
Anna wist zeker dat ze het met zoveel mensen wel zou kunnen vermijden om naast Rob Hunter te moeten zitten, maar haar zekerheid was misplaatst. Ze nam de laatste plek aan tafel en moest zich tussen hem en iemand anders wurmen. Ze keek vluchtig naar Chloe om te zien of ze de tafelschikking al net zo bekokstoofd had als Robs komst, maar realiseerde zich dat ze dat niet geregeld kon hebben.
‘Zo,’ zei Chloe toen iedereen zat te kijken naar de gerookte zalm met blini’s en crème fraîche op hun borden, ‘voordat we beginnen zal ik iedereen nog even aan Rob voorstellen. O shit!’ Ze sprong op. ‘Ik ben de garnering van de kaviaar vergeten!’
‘Het is eigenlijk snotolf,’ zei Dorothy. Chloe dook de keuken in.
‘Dan stel ik iedereen wel voor.’ Mike was duidelijk gewend aan de vergeetachtigheid van zijn vrouw.
Anna probeerde wat ruimte tussen haar arm en die van Rob Hunter te houden, maar dat was niet makkelijk. Het zat zo vol aan de tafel.
‘... en dit is Rob Hunter, die we via de windhondenorganisatie kennen.’
‘Ja, ik ben de herplaatsingsfunctionaris.’ Hij keek naar Anna, die hem negeerde. ‘Jammer genoeg,’ voegde hij eraan toe.
‘Dat kun je wel zeggen,’ mompelde Anna. Het verontrustte haar dat ze haar mond maar niet wist te houden.
‘En woon je hier al lang?’ vroeg Dorothy. Ze had Anna gelukkig niet gehoord. Dorothy nam de garnering aan van Chloe en begon het over de borden te verdelen.
‘Een paar jaar. Ik ben pas onlangs bij de Greyhound Trust betrokken geraakt.’
‘Waarom?’ vroeg Sue. Haar man gaf haar een por.
‘Doe niet zo nieuwsgierig...’ mompelde Ivan.
‘Nou, toen ik hierheen verhuisde vanuit Londen, was dat samen met iemand. Ze werkte in Londen en kwam wekelijks hierheen. En ik vond hier een nieuwe baan.’
‘En wat is er met je partner gebeurd?’ hield Sue vol.
‘Sue!’ Ivan schaamde zich rot voor zijn vrouw. ‘Laat maar, jongen, je hoeft geen antwoord te geven.’
‘Jawel,’ zeiden Chloe en Dorothy in koor.
‘Vrouwen ook altijd!’ klaagde Ivan. ‘Jullie laten een man niet eens eten voordat hij een hele rits vragen over zijn privéleven heeft beantwoord.’
Rob lachte. ‘Het geeft niet, ik overleef deze Spaanse inquisitie wel.’
Ivan trok een wenkbrauw op.
‘Ze bleef steeds vaker in Londen,’ ging Rob verder. ‘Ze hield niet zo van het landelijke leven. En al helemaal niet van honden.’
‘Hoe zijn jullie dan bij elkaar gekomen?’ vroeg Sue.
‘Laten we het ergens anders over hebben,’ zei Chloe. Nu ze alle informatie had die ze wilde hebben, wilde ze Rob wel uit de brand helpen. ‘Iemand nog wijn?’
‘Maar we weten nog niet waarom hij zich voor windhonden is gaan inzetten,’ protesteerde Sue.
‘Omdat ik dol op honden ben en iets voor de gemeenschap wilde doen,’ antwoordde Rob snel alsof hij het al heel vaak had gezegd.
‘Nou, dat weten we dan nu. Iemand nog wijn?’ herhaalde Chloe.
‘Ik heb echt genoeg gehad,’ Anna legde haar hand op haar glas.
‘Ah, toe nou,’ Rob haalde haar hand weg en schonk haar bij. ‘Ik heb mijn marteling doorstaan, nu jij de jouwe. Je hoeft toch niet naar huis te rijden,’ fluisterde hij.
Ondanks haar besluit hem te haten, ontsnapte er een giechel. ‘Ik denk dat ik al te veel op heb.’
‘Ik haal wel een kan water,’ zei Chloe. ‘Ik had mineraalwater willen kopen, maar dat ben ik vergeten.’
‘Stond zeker niet boven aan je lijstje?’ vroeg Ivan.
‘Nee, ik dacht aan jou, Ivan, dus heb ik alleen maar wijn gekocht.’ Chloe kon zijn geplaag makkelijk hebben.
‘En, Anna,’ vroeg Sue, ‘we hebben gehoord hoe Rob hier is terechtgekomen, maar wat is jouw verhaal?’
‘Nou, ik heb het huis hiernaast gekocht. Ik knap het op en hoop het dan weer te verkopen,’ antwoordde Anna.
‘O, en wat doe je voor werk?’ vroeg Ted.
‘Ik ben binnenhuisarchitect.’
‘Wat, net als Linda Barker?’ vroeg Sue.
‘Om eerlijk te zijn weet ik niet wat Linda Barker doet, maar het is meer dan kleuren en stoffen uitzoeken, hoewel dat er wel bij hoort,’ zei ze. ‘Je bent eigenlijk meer met afvoerpijpen bezig.’
Ze hoopte dat het gesprek hiermee ten einde zou zijn, maar het was een taai stel dat zelfs niet ontmoedigd raakte als je over riolen begon.
Er volgden nog een paar minuten ondervraging tot Chloe vond dat het wel genoeg was. ‘Tjee, ik denk dat zelfs ik nu wel doorheb dat Anna praktisch een architect is,’ zei ze. ‘Zullen we de borden verzamelen? Het hoofdgerecht zal nu wel bruin zijn.’
‘Je bent zeker blij dat het voorbij is?’ fluisterde Rob in haar oor terwijl hij haar bord aanpakte.
Anna grinnikte. ‘Best wel.’
‘Oké, iedereen!’ kondigde Chloe aan. Ze trok een grote schaal uit de oven. ‘Hier is het dan. Cannelloni gevuld met ricotta en spinazie. Ted, wil jij nog wat witte wijn uit de koelkast pakken? Je bent een engel! O, en de Parmezaanse kaas. Het zit er al op, maar voor het geval jullie nog meer willen. Mike! De salade.’
Met Chloe als gastvrouw kon een feest niet saai zijn en nu het vragenuurtje voorbij was begon Anna het echt naar haar zin te krijgen. Rob maakte van tijd tot tijd terloopse opmerkingen tegen haar waardoor ze het gevoel kreeg dat ze erbij hoorde. Aangezien iedereen oprecht in haar geïnteresseerd leek, was het niet moeilijk om te vertellen over wat ze deed.
Het toetje was smaakvol en chocoladeachtig, met slagroom en frambozen. Anna zat helemaal vol. Ze had zwaar lichamelijk werk verricht en niet echt goed geslapen door de harde grond en de nachtelijke zorg voor Caroline. Ze werd steeds slaperiger.
‘Ik breng Anna even naar huis,’ kondigde Rob aan. ‘Ze verandert voor onze ogen in een slaapmuis.’
‘Nou, ze hoeft niet ver,’ zei Mike. ‘Dan kun je daarna terugkomen voor een glaasje cognac.’
‘Geen cognac voor mij, maar een kopje koffie lijkt me lekker.’
‘Je hoeft me niet naar huis te brengen,’ Anna werd iets wakkerder van verontwaardiging. Wat moest hij van haar?
‘Jawel. Geloof me nou maar.’ Hij keek haar even angstvallig aan.
Toen ze gedag had gezegd en iedereen die erbij kon Anna had gezoend, baanden zij en Rob zich een weg naar het paadje. Het was een heldere nacht en de sterren schenen fel.
‘Ik ben dol op de sterren,’ Anna voelde zich ineens overmand door de rode wijn en de zachte avondlucht. ‘Ze zijn hier zoveel helderder dan in Londen.’
‘Minder lichtvervuiling,’ zei Rob. ‘Ik ben er ook dol op. Ehm,’ ging hij tot Anna’s opluchting vlug verder, ‘de reden waarom ik je naar huis wilde brengen was omdat ik je nog iets moet vertellen.’
‘O, wat?’ Anna rilde. Al haar bedwelmende romantische gevoelens over de sterren losten op.
‘Je krijgt morgen een brief.’
‘Hoe weet jij dat? Ben je helderziend of zo?’
‘Nee. Hij komt van mijn kantoor.’
‘Hoezo?’ Ze deed haar best zich te herinneren wat hij ook alweer deed, maar het leek erop dat ze alleen maar over zijn interesse in honden hadden gepraat.
‘Ik werk voor de monumentenzorg.’
‘En?’
‘En jouw huis staat op de monumentenlijst.’
‘Dat weet ik, maar hoe...’ Haar mond werd droog. Hij was haar hele huis doorgelopen toen hij het voor Caroline controleerde. Hij moest iets vreselijks opgemerkt hebben. Ze was plotseling klaarwakker.
Hij keek hoe de kwartjes als hagelstenen bij haar vielen. ‘En voor wat ermee gedaan is voordat jij het kocht was geen toestemming verleend,’ ging hij zacht verder. ‘Je zult langs moeten komen om je plannen te laten zien.’
Alle sympathie die ze vanavond voor hem had gekregen verdween weer. Niet alleen had deze man haar de les gelezen over hoe ze met haar hond omging, nu begon hij ook al over haar huis. Hij was niet alleen een hondenlul maar ook een monumentenlul.
‘Dat is... verschrikkelijk.’
‘Probeer je er niet te veel zorgen over te maken. Maar ik moest het je vertellen. Het zou een beetje een schok zijn als je straks het kantoor binnenloopt en je mij daar ineens ziet.’
‘Dit is gruwelijk. Ik weet niet wat ik moet zeggen.’ Rationeel gezien wist ze dat hij het voorzichtig probeerde te brengen, maar waarom had hij het in godsnaam niet eerder gezegd? Vond hij het leuk om mensen zo te laten schrikken?
‘Zeg maar niets. Ga gewoon naar bed en zet het uit je hoofd tot je de brief ontvangt. Je mag niets doen tot we je plannen hebben bekeken. Heb je je sleutel?’ voegde hij eraan toe.
Anna had een hekel aan het soort vrouwen dat mannen de deur voor hen liet openmaken, maar aangezien het in dit geval betekende dat ze niets hoefde te zeggen tegen de man in kwestie, gaf ze hem af.
‘Welterusten, Anna.’ Hij kuste haar op beide wangen terwijl ze de deur openhield en niet weg kon duiken. ‘Ik heb een heerlijke avond gehad. En het spijt me echt dat ik zowel de uitvoerder van de monumentenzorg als je herplaatsingsfunctionaris ben.’
Ze ging zonder iets te zeggen naar binnen, te boos en in de war om te spreken. Ze voelde zich zo verraden.