18
‘Dit zijn de lekkerste croissantjes die ik ooit buiten Frankrijk heb gegeten,’ zei Anna. Ze was nog steeds moe. ‘En ik kan me niet herinneren wanneer er voor het laatst iemand sinaasappels voor me heeft geperst.’
‘Jammer dat je alweer weg moet,’ zei Max. ‘We hadden een expositie kunnen bezoeken, en daarna lunchen, op de rivier misschien.’
Anna zuchtte. ‘Dat zou super zijn geweest, maar helaas kan ik mijn hond niet veel langer onder Chloe’s hoede laten. Volgende keer,’ voegde ze eraan toe omdat ze niet wilde dat hij dacht dat ze blij was hem te ontvluchten, ‘kan ik mijn zus en zwager vragen op te passen. Dan kan ik langer blijven.’
‘Tenzij je het tegen die tijd verkocht hebt. Julian ziet het helemaal zitten.’
‘Nou, dat is goed nieuws.’ Anna keek op haar horloge. ‘Ik moet nu echt gaan anders mis ik de metro.’
‘Ik kom met je mee naar beneden en regel een taxi.’
Het druiste tegen Anna’s gevoel in om een taxi te nemen terwijl ze er met de metro ook heel goed kon komen, maar ze had haast.
‘Dat moet lukken, mop,’ zei de taxichauffeur toen ze hem vroeg of ze de trein van tien uur nog zou redden. ‘Het valt mee met de drukte vanmorgen. Ik zie het wel zitten.’
Anna piekerde over de haast waarmee ze bij haar geliefde weg wilde komen. Hij was zo attent geweest, zo bedreven, ze zou het bijna teder noemen, maar voor haar was de aarde niet gestopt met draaien. En het had toch de verwezenlijking van al haar dromen moeten zijn? Het kwam waarschijnlijk doordat ze er al zo lang van droomde dat het alleen maar een teleurstelling kon zijn. Of misschien kwam het doordat ze steeds als ze haar ogen even dichtdeed onderdelen van haar trap voor zich zag. Ze had veel te lang op haar knieën zitten schuren en kon hem niet uit haar hoofd krijgen. De vorige keer dat ze terugkwam uit Londen had ze zonder de trein over het spoor kunnen zweven. Deze keer was ze prikkelbaar en in de war.
De volgende keer dat Max en zij samen zouden zijn zou het vast beter zijn, dacht ze. Zonder echt iets te zien staarde ze uit het raam. De volgende keer zou ze er wel helemaal bij zijn.
Ze belde Chloe om te zeggen dat ze de trein van tien uur had gehaald. Het was fijn om de stem van haar vriendin te horen.
‘Ik had toch gezegd dat je ook best een latere kon nemen!’ zei Chloe. ‘We vinden het enig om voor Caroline te zorgen.’
‘Ik weet zeker dat zij het ook geweldig vindt.’ Anna dacht aan de tedere liefkozingen van kleine Harry.
‘En, hebben jullie...?’
‘Wat?’
‘Je weet wel!’
‘Daar zeg ik nu niets over!’ fluisterde Anna fel in de telefoon. ‘Ik zit in de trein, Chloe!’
‘Het maakt mensen tegenwoordig niks uit wat ze in de trein allemaal zeggen,’ zei Chloe smalend.
‘Nou, mij wel! Ik ben over minder dan een uur bij je. Dan vertel ik je alles.’
Zuchtend beëindigde Chloe het telefoontje. Meteen daarna ging Anna’s telefoon.
Toen Anna zag wie het was bedacht ze hoe leuk het was om iets van iemand te horen die niets van haar wilde. ‘Hallo Rob.’
‘Hoi! Bel ik gelegen?’ vroeg hij.
‘Ja hoor. Ik zit in de trein.’
‘O! Naar iets leuks geweest?’
‘Londen. Een galerie. Met Max,’ voegde ze er na een lichte aarzeling aan toe.
‘Ah.’ Hij was ook even stil. ‘Kun je zondag nog? De boerenkermis en de hondenshow?’
‘O, is dat aankomende zondag? Ja hoor, ik ben van de partij.’ Ze moest glimlachen bij de gedachte aan een hondenshow; iets totaal anders dan een chique vernissage, maar zoveel minder zenuwslopend! Max had iets gemompeld over dat hij binnenkort met haar op de thee zou gaan bij zijn moeder. Als dat deze zondag was, had ze een perfect excuus om niet te hoeven. ‘Weet je al wat we moeten doen?’
‘Lootjes of ijsjes verkopen, mijn zus weet het nog niet helemaal. Kennelijk zijn de bestuursleden dat nog aan het uitvechten.’
‘Nou, het maakt mij niet uit.’
‘Fijn. Kan ik je zondag rond elf uur oppikken? Dan kunnen we een hapje eten in de pub vóór de show.’
‘Ik moet ’s morgens echt nog even werken, maar als je er twaalf uur van kunt maken, kun je zien wat ik aan mijn huis heb gedaan.’
‘Dan wordt het twaalf uur. Het lijkt me leuk om je weer te zien.’
Anna glimlachte toen ze haar telefoon in haar tas liet vallen.
‘En?’ vroeg Chloe.
Anna gooide haar tas achter in de auto en schoof een paar kinderzitjes opzij.
‘Wat?’
‘Je weet wat ik bedoel!’ Chloe was uitgelaten. ‘Ik weet dat ik het niet hoor te vragen, maar ik wil het dolgraag weten.’
‘Wat wil je weten? Of ik een schilderij gekocht heb? Of Max’ appartement mooi is? Zeker, als je ervan houdt. Weet niet zeker of ik het wat vind.’
‘Dat niet! Hoewel je me dat erna mag vertellen, maar toe, vertel, besprongen Max en jij elkaar als konijntjes?’
‘Bij wijze van. Ik weet niet precies hoe konijnen het doen, maar...’
‘Ah... was het niet lekker?’ vroeg Chloe toen ze bij het station wegreden.
‘Het was niet slecht! Max is heel attent en zo. En hij had erg zijn best gedaan om het romantisch te maken. Hij had rozenblaadjes rond het bed gestrooid.’
‘Wat enig,’ zei Chloe vrolijk. Ze keek Anna vluchtig aan. ‘Ach, de eerste keer is het nooit heel geweldig.’
‘Nee,’ stemde Anna in. Ze zei maar niet dat er ook een tweede keer was geweest en dat die ook niet erg wereldschokkend was geweest. Ze veranderde van onderwerp. ‘Ik ga zondag met Rob naar een hondenshow.’
‘O, wat leuk!’ zei Chloe.
‘Waarom gaan Mike en jij en de jongens niet mee? Het wordt een echte gezinsdag. Een hondenshow! Leuk toch?’
‘Erg leuk,’ stemde Chloe in, ‘maar we hebben al iets anders.’
Om de een of andere reden geloofde Anna haar niet helemaal. ‘Wat dan?’
‘Lunch bij vrienden,’ zei Chloe vlug. ‘Heb je nog iets uit de stad nodig of gaan we rechtstreeks naar huis?’
‘Als we even langs de verfwinkel kunnen, ik wil wat staalkaarten halen.’
‘Hemel, je bent toch niet al in de afwerkfase?’
‘Niet echt nee, maar ik ben niet zo’n snelle beslisser.’
Anna had er verrassend veel zin in om Rob te zien. Dat kwam, bedacht ze, omdat ze haar huis wilde showen aan iemand die zou kunnen zien hoeveel werk ze erin gestopt had. Ze trok haar zwarte broek aan nadat ze erg haar best had gedaan om Carolines haren er met tape af te krijgen, waarop het beest er onmiddellijk weer nieuwe op achterliet.
Rob was stipt op tijd. Anna opende de deur met een glimlach en een verzoek aan Caroline om niet tegen hem op te springen. Rob nam Carolines verwelkomende pootjes met gelatenheid aan en beantwoordde de glimlach. Hij kwam niet meteen binnen maar gaf haar wel een zoen op de wang. Anna’s hart ging tekeer. Dit was de eerste keer dat naast Chloe en Mike iemand haar trap en haar afgelakte vloer zou zien.
‘Nou,’ zei hij. Hij was een tijdje stil. ‘Het is prachtig.’
Anna kon weer ademen. ‘Nou, kom binnen zodat je het goed kunt bekijken.’
‘Ik durf amper over de vloer te lopen.’ Hij zond haar een glimlach toe.
‘Maak je niet druk. Ik probeer geen meubels of zo te verplaatsen, maar het lijkt aardig sterk. Caroline er afhouden tijdens het drogen was een nachtmerrie.’
‘Hoe heb je dat gedaan?’
‘Ze was bij Chloe terwijl ik het spul aanbracht en daarna zijn we een flink stuk gaan wandelen. En toen we terugkwamen heb ik haar nog een tijdje bij Chloe gestald. De jongens zijn gek op haar.’
Hij stapte naar binnen en liep naar de trap. Anna’s ademhalingspatroon werd onderbroken terwijl hij hem inspecteerde, maar toen zei hij: ‘Echt prachtwerk, wat je hebt gedaan.’
Ze sloeg haar armen om hem heen. Rob beantwoordde haar omhelzing ietwat ongemakkelijk.
‘Wat ontzettend fijn dat je het mooi vindt,’ zei ze bijna in tranen. ‘Ik heb zo hard gewerkt. Als jij het niet mooi had gevonden was mijn hart gebroken, denk ik.’ Ze zweeg en fronste even. Het noemen van haar hart was wel een beetje overdreven. Dat was tenslotte in goede handen bij Max. Ze waren nu beslist een stel ook al had ze zijn moeder nog niet officieel ontmoet.
Rob glimlachte lichtelijk geamuseerd naar haar. ‘Men raakt vaak emotioneel betrokken bij een project als dit.’
‘Ja. Sorry! Wil je nog meer zien?’
‘Ik wil wel even goed rondkijken. Dat scheelt later weer een officieel bezoek.’
‘Dat klinkt uiterst illegaal,’ zei Anna opgewekt. ‘Kom maar mee naar boven.’
Na een tijdje keek Rob op zijn horloge. ‘We kunnen maar beter gaan. Wat gebeurt er met Caroline?’
‘Mike en de jongens laten haar uit.’ Ze fronste. ‘Ik heb voorgesteld dat we wel met z’n allen naar de kermis konden gaan. Het leek me wel een leuk dagje uit voor het gezin, maar Chloe had het erover dat ze met vrienden zouden gaan lunchen.’
‘Nou, dat zou toch kunnen.’
‘Hm. Hoe dan ook, we hoeven ons niet terug te haasten voor Caroline.’
‘Kom op!’
De boerenkermis en de hondenshow van Turrellford waren aan de andere kant van de provincie, waar het minder heuvelachtig was en waar de dorpen rijker waren. Dat was te merken aan de perfect onderhouden stenen muurtjes, de clematis en de goed gesnoeide rozenstruiken die op het punt stonden te gaan bloeien.
‘Mijn zus is getrouwd met “iets op kantoor”,’ legde Rob geamuseerd en ietwat verexcuserend tegelijk uit. ‘Het zout der aarde: ik hou zielsveel van haar, maar ik zou niet dichter bij haar willen wonen dan nu het geval is.’
‘Ik zou graag wat dichter bij mijn zus wonen.’ Anna keek uit het raam naar het pittoreske landschap. ‘Ze is een echte steun en toeverlaat voor mij. Maar ik zou haar niet als buurvrouw hoeven. Chloe is al erg genoeg als surrogaatmoeder.’
‘En je eigen moeder?’
Anna draaide zich om om hem aan te kijken. ‘O, die leeft nog hoor, maar ze heeft een nieuwe man en mijn zus, Laura, vindt dat ze niet goed genoeg op me let. Maar waarom zou ze? Ik ben tenslotte volwassen.’
‘Ik zal voor mijn zus altijd haar kleine broertje blijven. Zo is het nu eenmaal,’ zei hij toen ze op hun bestemming aankwamen. ‘Goed, parkeren. Op dit veld blijkbaar.’ Hij volgde de zwaaiende armgebaren op van een jongeman in een geel jack die eindelijk met echte autotjes mocht spelen en zich duidelijk enorm vermaakte.
Nu ze de auto kwijt waren, sloten ze zich aan bij de mensenmassa die onderweg was naar het veld waar de meeste activiteiten plaatsvonden.
‘Het is druk,’ zei Anna verbaasd.
‘Er komen altijd veel mensen. Zoals je zult zien, zijn het niet alleen de tweedehuisbezitters en hun weekendgasten, maar zijn er ook plaatselijke bewoners.’
Anna had tussen de linnen jassen, felgekleurde corduroy broeken en bekakte accenten inderdaad een aantal platte petten en wat harig tweed opgemerkt. De Bodencatalogus was goed vertegenwoordigd, net als de catalogi van ouderwetse herenmodezaken die rode sokken, roze overhemden en heel dure gaatjesschoenen verkochten. Ze keek met stralende ogen van plezier naar Rob. Hij glimlachte terug en zei toen: ‘Laten we even snel langs de kraampjes gaan voordat we Cassie opzoeken. Er is altijd een geweldige tombola met fantastische prijzen, maar als we er niet op tijd zijn, kunnen we alleen nog maar een geurkaars winnen.’
‘Een geurkaars is een erg mooie prijs.’ Anna volgde hem door de menigte.
‘Maar niet zo mooi als een antiek verguld engeltje dat tweehonderd pond waard is.’
‘O, dat weet ik nog zo net niet, volgens mij past een engeltje helemaal niet in mijn huis,’ zei ze schrander.
De man van de tombolakraam was flamboyant gekleed, energiek en ontzettend grappig. Hij verkocht Rob voor tien pond aan loten en overtuigde hem ervan dat dat een koopje was. Hij won geen geurkaars, maar een gordijnophouder die prima in Buckingham Palace zou passen. ‘Ik denk dat Cassie hem wel mooi vindt,’ zei hij nadat hij Anna’s blik van schok en vrees gezien had bij de gedachte dat ze hem een plaatsje in haar huis zou moeten geven. ‘We kunnen haar maar beter nu gaan zoeken voordat ze denkt dat we helemaal niet zijn komen opdagen.’
Zijn zus leek erg veel op hem. Ze was lang en mooi, droeg een linnen rok met rozen erop en een kasjmieren vest met een v-hals. Om haar nek hing een ongelooflijk mooie zilveren ketting. ‘Iets op kantoor’ gaf kennelijk mooie cadeaus.
‘Hoi Rob, en jij moet Anna zijn.’ Ze gaf hun beiden een zoen op de wang. ‘Ik ben Cassie. Fijn dat je er bent, Anna. Ik wil graag dat jullie ijs gaan verkopen. Dat is echt iets wat je met z’n tweeën moet doen.’
‘Ik ben dol op ijs,’ zei Anna.
‘Mooi. Jullie kunnen wel een schort lenen. Die hebben we hier nog ergens liggen. Anders komen jullie helemaal onder te zitten. Hier is de prijslijst.’ Ze was hier duidelijk goed in geoefend. ‘Het zijn maar één of twee bolletjes, dus niet al te moeilijk. Ik moet nu thee serveren in het huis.’ En ze haastte zich weg.
‘Het huis’ was een hemelsmooie Cotswoldpastorie, groot genoeg voor een aantal kapelaans en tientallen kinderen. Ze was maar net zichtbaar tussen een groep ceders door en zou zo in een kostuumdrama passen door haar tijdloze schoonheid.
‘Cassie en Marcus wonen niet hier, hoor,’ zei Rob. ‘Ze hebben iets kleiners vlak buiten het dorp.’
‘O, gelukkig,’ zei Anna gedachteloos.
‘Maar ze hebben wel een zwembad in hun huis,’ voegde hij eraan toe.
‘Ah!’
* * *
Rob regelde het geld en Anna het ijs. Het was moeilijk maar dankbaar werk om de scheppen helemaal rond te krijgen. Ze kletste met de kinderen terwijl ze hun de hoorntjes gaf en deed er hier en daar een beetje extra bij als ze vond dat ze afgezet werden.
‘Opschieten, er staat een rij,’ zei Rob toen Anna met liefde een perfecte bol uitschepte voor een klein meisje dat het duidelijk op prijs stelde. Ze had een puppy bij zich, een en al poten en tong en al met al ongeveer net zo groot als het kind.
‘We gaan voor Beste Kruising Geleid door een Kind,’ zei het meisje. ‘En mama helpt me.’
Aangezien de puppy in kwestie een hoop windhond in zich leek te hebben en uitermate druk was, dacht Anna dat dat maar goed was ook. ‘O, dat wil ik wel zien dan. Hoe laat moet je?’
‘Over een minuut of tien zegt mama.’ Het kleine meisje wees naar haar moeder die, gekleed in strakke broek met luipaardprint en een heel bloot topje, een van de vele aanwezige vrouwen was die als een mjammie mammie bestempeld konden worden.
Het kind had lang lichtblond haar dat voor de gelegenheid in de krul was gezet en de puppy had een lint om zijn nek. Anna weigerde wijselijk met Rob een weddenschap aan te gaan over hoe groot de kans was dat het lint lang genoeg zou blijven zitten om in de ring te zien te zijn. Hij was te lang en te zijdeachtig om te blijven zitten. Rob, meende ze, die gehoopt had tien penny van haar te winnen, was teleurgesteld.
‘Ik red het nu wel alleen,’ zei Rob toen ze aan alle aanwezigen ijs leken te hebben verkocht. ‘Ga jij maar even rondkijken. Het is een geweldig evenement.’
Dat was het, vond ook Anna; een mengelmoes van de immens rijken die op het touw leunden en naar de puppy’s keken, terwijl ze de verdienste of andere dingen van hun nieuwe stalmeisje bespraken, en de echte plattelanders met leren beenkappen, haar uit elke opening en het soort terriërs waardoor je medelijden met ratten kreeg. Iedereen liep vrolijk door elkaar en bewonderde elkaars honden. Deden al deze honden – de statige stropershonden, de volbloed labradors, springer- en fieldspaniëls, cocker- en cavalierspaniëls, die laatste net zo dom als ze mooi waren – allemaal ergens aan mee? Het was mogelijk. Een blik op het programma vertelde haar dat Veteranen, Kruisingen en Rashonden allemaal verschillende klassen hadden. Ze keek naar Beste Kruising Geleid door een Kind en zag haar ex-klant met de puppy die meehuppelde als een jong lammetje. Hij was heel braaf en gezien de hoge schattigheidsfactor vergeleken met de andere deelnemers, dacht Anna dat ze een goede kans maakten. Een puppy in een herderinnenpakje trippelde achter een klein meisje met vlechten aan, maar de meeste andere puppy’s hadden de leiding en trokken hun baasjes met stevige vaart de ring door. Zo nu en dan rende er een moeder de ring in om een kind te redden dat gevaar liep over het gras gezeuld te worden, maar grotendeels redden de kinderen zich. Vaders volgden het tafereel door de lens van een videocamera en trotse oma’s hielden baby’s vast en vroegen hun te kijken naar ‘Lulu en Andromeda, is ze niet braaf?’
Rob kwam bij haar staan toen ze naar de Hond met de Beste Kwispelstaart-wedstrijd stond te kijken die meteen na het kind met puppy-onderdeel kwam. Veel van de deelnemers waren dezelfde en Anna had goede hoop voor de stropershond wiens touwachtige staart al duidelijke blauwe plekken op het been van zijn petieterige africhter had aangebracht vóórdat hij op moest.
‘Al het ijs is op,’ zei Rob. ‘Ik zeg het pas tegen Cassie nadat ik de kans heb gehad om rond te kijken. Ik wil graag raden hoe hoog de fles whisky hangt.’
Anna draaide zich om. ‘Wat?’
‘Zie je dat?’ Hij wees. ‘Er hangt een whiskyfles aan een touw aan een boom. Nou, ik heb vorig jaar achter die stand gestaan en ik weet hoe hoog de tak is.’
‘Dat is vals spelen!’ protesteerde Anna, die hem achternaging naar de kraam.
‘Dat weet ik. Ik deel de prijs wel.’ Hij glimlachte en Anna lachte terug. Ze hoefde niet na te denken over wat ze zei als ze met Rob was. Met hem was het op de een of andere manier zo makkelijk, mogelijk omdat ze gewoon zichzelf kon zijn en niet het gevoel had dat ze met Max’ verfijnde en wereldwijze vrienden hoefde te concurreren.
Toen Rob zijn briefje met zijn gok had ingeleverd, nam hij Anna mee naar de snoepstal. ‘Jippie! Ze hebben weer fudge. Dat is echt super. Dat is het helemaal waard dat al je tanden ervan uit je mond vallen.’
‘Het is geen harde fudge,’ zei de verkoopvrouw beledigd. ‘Ik heb het zelf gemaakt.’
‘Het is heerlijk,’ zei Rob geruststellend. ‘Gewoon té lekker. Hier Anna, mond open.’
Toen hij een blokje fudge in haar mond legde kreeg ze een plotselinge flashback naar Max met de oester. In theorie waren oesters veel sexyer dan fudge, gezien hun reputatie als afrodisiacum, maar ze besloot dat ze fudge lekkerder vond.
‘Heerlijk! Ik koop wat voor Chloe.’ Ze haalde haar portemonnee tevoorschijn.
Ze namen allebei nog een stukje en zeiden daarna min of meer tegelijkertijd: ‘Tijd voor een kopje thee.’
Het was een traktatie; zelfgemaakt gebak en scones, verse thee. Anna en Rob namen hun versnaperingen mee naar een bankje onder een enorme ceder. ‘Ik zou eigenlijk een lange witte kanten jurk aan moeten hebben met een breedgerande hoed,’ zei Anna dromerig. ‘Zo ziet het er hier uit.’
‘Je ziet er nu ook prima uit, hoor,’ zei Rob. Hij had zijn ogen half dichtgeknepen tegen de zon en Anna wist niet of hij glimlachte of alleen maar de schittering afweerde. Hij had erg mooie wimpers, zag ze.
‘O jee, kijk nou wat we missen!’ riep hij plotseling uit.
‘Wat?’ Anna ging rechtop zitten en keek om zich heen.
‘Daar. Mijn lievelingsonderdeel. De beste Franse standjes!’
Anna staarde hem niet-begrijpend aan. ‘En wij moeten toekijken?’
Rob moest zo hard lachen dat hij even niet kon praten. Hij schudde alleen maar slapjes het hoofd. ‘Het zijn honden!’
‘Ja, en dat doen ze echt? Ik dacht dat ze het alleen op z’n hondjes deden.’
‘Honden waarvan de poten in een bepaalde stand staan; de Franse stand. Vaak bij corgi’s, sommige terriërs, honden die graven. Sorry dat ik zo lachte, maar dat je dat dacht was echt grappig.’
Anna vond het ook wel vrij grappig, maar was vastbesloten niet te lachen.
‘En dacht je dan misschien dat de baasjes het voor moesten doen?’ zei hij.
‘Ja, en dan kijken wie het beter doen, de honden of de baasjes,’ liet Anna haar verbeelding de vrije loop.
‘En dan,’ – Rob kon amper nog praten – ‘krijgt het publiek een workshop van de winnaar.’
Anna kon het niet meer inhouden. Ze lachte tot ze er slap van werd.
Cassie vond hen voordat ze de laatste klodder jam van hun vingers hadden gelikt.
‘Net wie ik zocht!’ riep ze. ‘Smalls rent de hele tuin door en verzamelt de vieze vaat, maar ik heb niemand voor de afwas. Naar de keuken jullie!’
Rob keek aarzelend naar Anna. ‘Maar Anna heeft amper de tijd gehad om...’
Cassie griste Anna’s kopje weg voordat ze het neer kon zetten. ‘Je vindt het toch niet erg om afwashandschoenen aan te trekken?’ Ze glimlachte lieflijk, duidelijk gewend altijd haar zin te krijgen.
‘Natuurlijk niet! Het is goed hoor, Rob,’ zei Anna geruststellend. ‘We zijn hier om te helpen.’
Anna genoot vooral van het afwassen om de vrolijke opwinding die Robs aanwezigheid in de keuken veroorzaakte. Als de enige man was hij het doelwit van luchthartige pesterijtjes, die hij heel goedgehumeurd onderging. Het laatste kopje was eindelijk afgedroogd en in de plastic doos gestopt en de helpers maakten net de laatste kruimels van cakes en scones op, toen Anna haar mobiel hoorde.
‘O, sorry!’ zei ze tegen de ruimte in het algemeen en ze haalde hem uit haar tas die ze in een hoek had neergezet. Het was Mike.
‘Ik bel over Chloe,’ zei hij. ‘Ze ligt in het ziekenhuis.’
‘Mijn god!’ zei Anna, die op een stoel ging zitten en zich ineens misselijk voelde.
‘Wat is er?’ vroegen Rob en de rest van de keuken.
Anna schudde het hoofd en gebaarde dat ze stil moesten zijn.
‘Wat is er met haar?’ wilde ze weten.
‘Dat weten ze niet.’ Mike klonk alsof hij op het punt stond in tranen uit te barsten. ‘Ze heeft gewoon pijn, heel erge buikpijn. Kun je zo snel mogelijk hierheen komen om op de jongens te passen zodat ik naar Chloe kan? We hebben alle grootouders gebeld en een vriendin van Chloe, maar voor zes uur kan niemand hier zijn. Ik dacht dat jij misschien dichterbij was.’
‘Ja natuurlijk, ik kom meteen.’
‘Dank je, dank je, Anna. Ik zal het aan de anderen doorgeven.’ Anna hoorde de opluchting in zijn stem en wendde zich na het ophangen meteen tot Rob. ‘We moeten gaan, Chloe ligt in het ziekenhuis,’ zei ze met trillende stem.
‘Jezus, wat is er aan de hand...?’ vroeg hij.
‘Dat vertel ik in de auto wel, we moeten nu meteen gaan. Hoe lang duurt het tot we thuis zijn?’
‘Ongeveer veertig minuten, minder als we nergens achter komen te zitten.’ Hij was al onderweg naar de deur.
Rob reed met schrikbarende snelheid over de landwegen. Anna’s hart ging tekeer, haar medeleven was verdeeld over Chloe, haar zoontjes en Mike.
‘We zijn er nu in minder dan een halfuur.’ Rob keek strak naar de weg voor hem. Hoewel hij hard reed, wende de snelheid snel en Anna voelde zich volkomen veilig. Stel nou dat ze ergens met Max was geweest toen dat telefoontje kwam? Zou hij net als Rob gereageerd hebben? Ze kon hem al bijna horen zeggen: ‘Lieverd, het is maar een buurvrouw. Ze kan vast wel iemand anders vragen.’
Anna keek naar het voorbijkomende landschap en besloot dat het oneerlijk was om dat te veronderstellen. Max zou misschien net zo behulpzaam en heroïsch zijn geweest als Rob.
Anna rende de laan af terwijl Rob de auto parkeerde. Mike stond in de deuropening en wipte van de ene voet op de andere, buiten zichzelf van bezorgdheid.
‘Godzijdank, je bent er!’ zei hij. ‘Ik moet naar haar toe. Ik heb geprobeerd kalm te blijven voor de jongens maar dat valt niet mee.’
Anna raakte zijn arm aan. ‘Wat heb je tegen ze gezegd?’ vroeg ze.
‘Dat mama heel erge buikpijn heeft – wat ze zelf hebben kunnen zien – maar dat de dokter haar beter zal maken. Dat lijkt genoeg voor ze maar ik weet niet of ze het echt snappen.’ Hij zag er aangeslagen uit.
‘We leggen het later wel uit.’ Rob was bij hen komen staan. ‘Wij vermaken ons wel.’
Anna wendde zich tot hem. ‘Je hoeft niet te blijven, Rob. Ik red het wel.’ Ze zei die woorden omdat ze vond dat dat moest, maar hoopte eigenlijk dat hij ze niet zou geloven.
‘Onzin,’ zei hij na een vlugge blik in haar ogen. ‘We doen dit samen.’
‘Ik ben jullie allebei vreselijk dankbaar,’ zei Mike. ‘Ik denk dat ik maar wat spullen bij elkaar ga zoeken voor Chloe.’ Hij probeerde te glimlachen. ‘Ze zal haar geboorteplan en het bandje met rustgevende muziek voor tijdens het baren wel niet nodig hebben, hè?’
‘Ik ga even vlug bij Caroline kijken en dan kom ik je helpen,’ zei Anna.
‘Ik blijf bij de jongens,’ zei Rob. ‘Ze zijn zeker nog een beetje te jong om te pokeren?’
Mike knikte. ‘Maar ze plukken je zo kaal, hoor.’
Als Mike nog grapjes kon maken was Chloe er misschien niet zo ernstig aan toe als ze gevreesd hadden, dacht Anna terwijl ze snel naar haar huis ging.
Toen Anna Caroline eten had gegeven rende ze meteen weer terug. ‘Hoi jongens! Het ziet ernaaruit dat wij even op jullie gaan passen,’ zei ze opgewekt.
De drie kleine jochies, die met grote angstige ogen naar Rob hadden zitten kijken, ontspanden toen ze Anna zagen. Ze mochten van haar altijd dingen doen die ze van hun moeder niet mochten en ze zou Caroline misschien ook wel halen. Harry kwam naar haar toe en sloeg zijn armen om haar benen. Ze tilde hem op en hij begroef zijn gezicht in haar nek.
‘Gaan we weer fudge maken?’ vroeg Bruno, die beter iets negatiefs tot iets positiefs kon ombouwen dan zijn broertjes.
Anna keek even naar Mike. Het fudgemaakvoorval was zoiets waardoor bezorgde ouders zich af gingen vragen of ze wel in staat was om op kinderen te passen. Hij haalde zijn schouders op en liep naar de trap.
Anna keek neer op drie verwachtingsvolle gezichtjes. ‘Misschien,’ zei ze, ‘maar dan moeten we daarna wel extra goed onze tanden poetsen.’ Omdat ze geluiden van open- en dichtgaande kasten hoorde zei ze daarna: ‘Ik ga even boven kijken of papa alles kan vinden. Laten jullie meneer Hunter – Rob – maar zien waar Slangen en ladders staat, dan kunnen we dat zo spelen.’
Terwijl ze de trap op ging hoorde ze iemand jammeren dat hij niet van slangen en ladders hield, veel te eng!
Mike had een kleine tas openstaan en leek zonder na te denken over het nut ervan dingen erin te stoppen.
‘Wat denk je dat er met haar is?’ Anna inspecteerde of er wel een nachthemd en wat ondergoed in de tas zat, maar kon geen van beide vinden. Ze viste er twee truien en een kluwen panty’s uit.
‘Ze wisten het nog niet zeker toen ik voor het laatst belde, maar het kan een niersteen zijn,’ antwoordde Mike. De angst klonk door in zijn stem.
‘O, dat klinkt niet al te erg!’ zei Anna zo opgewekt als ze kon. Ze vond een schoon nachthemd en pakte Chloe’s lichte katoenen stola van het haakje aan de deur. ‘Volgens mij doet dat vreselijke pijn maar ga je er niet dood aan.’
‘Weet je dat zeker?’ vroeg Mike.
‘Nou, niet helemaal, maar ik dacht het wel.’ Anna probeerde zorgeloos te klinken. Mike was zo bezorgd, en het was beangstigend om zo’n grote man wit van angst te zien. ‘Ik zoek nog even wat make-up voor Chloe. Ze zal woedend zijn als er een knappe jonge arts rondloopt en ze geen mascara heeft.’
Mike glimlachte van opluchting. ‘Dank je.’ Hij kneep pijnlijk dankbaar in haar arm. ‘Ik weet niet wat we zonder jou zouden moeten.’
Anna klopte op zijn hand. ‘Het is het minste wat ik kan doen na alles wat jullie voor mij gedaan hebben. Nou, ik hoop dat dit alles is wat ze nodig kan hebben. Vochtinbrengende crème, reinigingslotion, make-up, deodorant. En een flesje lavendelolie, dat is rustgevend.’ Ze keek even naar hem. ‘Dat kan jij wel gebruiken.’
‘Het was zo verschrikkelijk om haar zoveel pijn te zien hebben. Erger dan toen ze de jongens kreeg. Toen wist ik tenminste waarom ze pijn had.’
‘Het komt vast goed, Mike,’ stelde ze hem gerust. ‘Ze is jong, ze is gezond, ze is fit. Ik weet zeker dat het niet al te erg kan zijn.’
‘Denk je dat echt?’
‘Ja! Ga nu maar gauw naar haar toe. Wij zorgen voor de jongens.’
Nadat Mike zijn zoons een knuffel had gegeven, zei hij: ‘Chloe’s vriendin Susannah probeert zo snel als ze kan te komen. Als het niet lukt dan wonen mijn ouders het dichtste bij. Ik probeer ze vanuit het ziekenhuis nog wel een keer te bellen. Ze zijn alleen wel een beetje streng, dus het zou heel fijn zijn als je de jongens klaar voor bed hebt. Ze hebben een niet-spatten-in-badbeleid.’
Anna knikte. ‘Dat wordt dus geen fudge maken.’
Mike glimlachte alsof hij in geen tijden geglimlacht had. ‘Het is zo’n opluchting dat je er bent, Anna. Ik beloof dat we het goedmaken.’
‘Dat is helemaal niet nodig! Ga jij nou maar naar Chloe en wens haar heel veel beterschap.’ En ze dreef hem richting de deur.
Toen Mike weg was, zei Anna: ‘Ik denk dat we nu Caroline wel kunnen halen.’ Hoewel ze had geprobeerd het voor Mike te verbergen, was ze ook heel bezorgd om Chloe. Ze beet op haar lip.
‘Oké.’ Rob, die Slangen en ladders heel competent had opgesteld, stond op en liep naar Anna. ‘Neem jij mijn pion maar, dan haal ik haar. Het is de rode. Ik ga niet zo heel goed.’ Hij legde een arm om haar schouder en kneep er zacht in. Hij mompelde: ‘Probeer je niet te veel zorgen te maken. Het is waarschijnlijk niks ergs, maar als dat wel zo is, is ze op de juiste plek.’
Ze wierp hem een dankbare blik toe voordat ze aan de tafel ging zitten. ‘Daarom wil jij Caroline halen, zeker? Ben ik aan de beurt?’ Ze gooide de dobbelsteen. ‘Oeps. Zo op de anaconda. Nu sta je er nog veel slechter voor, Rob.’
‘Ik vind Mens erger je niet! leuker,’ zei Tom. ‘Slangen zijn stom.’
Toen Rob terugkwam met Caroline werd het spel uitgesteld zodat de jongens haar in ruil voor een lik konden knuffelen. Toen werd ze op het haardkleed gelegd, zo ver mogelijk uit de weg als voor haar mogelijk was.
‘Ik ga even een vest halen hiernaast,’ zei Anna, ‘het is ineens een beetje koud geworden.’ Op de een of andere manier had ze het gevoel dat ze er niet zomaar een van Chloe kon pakken.
Ze besefte dat ze het koud van bezorgdheid had en vond een oud vest dat Laura had afgedankt omdat er een gat in de mouw zat. Hij was heerlijk warm, vond Anna.
Ze wilde net teruggaan toen haar telefoon ging. Het was Max.
‘Hé jij,’ zei hij. ‘Ik wilde vandaag nog langskomen, maar er kwam iets tussen.
‘Geeft niet, ik was er toch niet.’ Anna vergat hallo te zeggen. ‘En nu ligt mijn vriendin Chloe, over wie ik je verteld heb,’ ging ze snel verder, ‘in het ziekenhuis. Ik pas op haar zoontjes.’
‘O. Dat is heel aardig van je. Kon er verder niemand?’
‘Nee, op het moment niet. Ik vind het niet erg om te doen. Het zijn enige kinderen. Ik was even snel naar huis gegaan voor een vest. Nu is er... iemand anders bij ze.’
‘Kan die niet op ze passen dan?’
‘Nee! Ze kennen hem helemaal niet.’
‘Is het een hij? Hoe komt hij daar dan?’
Anna hoorde de opwinding in zijn stem maar besloot dat ze geen tijd of emotionele energie had om Rob te verklaren. ‘Die kwam toevallig langs. Hij neemt even waar tot ik er weer ben.’
‘O. Nou, bel me dan maar als je weer tijd hebt.’
Anna fronste toen ze de hoorn neerlegde. Ze wilde niet analyseren waarom ze niet blijer was geweest om van hem te horen, ze wilde zo snel ze kon terug naar het huis ernaast.