25
De daaropvolgende dagen liet Anna eerst de honden uit en ging dan ’s middags verder met Robs huis. Ze wachtte op een belletje van Robs zus met een uitnodiging, maar dat bleef uit. Ze probeerde niet neerslachtig te worden door tegen zichzelf te zeggen dat dat haar meer tijd voor haar werk gaf. Ze wenste bijna dat ze precies wist in welk huis van dat schitterende dorp zijn zus woonde, dan was ze misschien gewoon zonder uitnodiging langsgegaan. Dat ze het adres niet wist maakte dit onmogelijk en ze zag er niets in om op willekeurige deuren te kloppen op zoek naar Rob.
Misschien was het niet erg geweest als ze het meteen gedaan had. Nu was er te veel tijd overheen gegaan om dat te doen. Dan zou het lijken alsof ze wanhopig was om Rob te zien. Ze was wanhopig, maar ze wilde niet dat hij of zijn zus dat wist.
Ze legde al haar zorgzaamheid in het huis. Het werd haar passie, belangrijker voor haar dan wat dan ook. Ze was nooit zo geestdriftig over iets geweest, zelfs niet over haar eigen huisje. Op haar tekentafel lagen nu meerdere plattegronden, ruwe schetsen, verschillende verdiepingen, schetsen van details die hij misschien leuk zou vinden. Ze had alle nog aanwezige stukken architraaf zorgvuldig nagetekend zodat ze als dat nodig was als sjabloon gebruikt konden worden. Ze had zelfs de overgebleven vloertegels nagetekend opdat ze in precies hetzelfde complexe patroon konden worden nagemaakt. Ze zou zelf liever voor iets eenvoudigers gaan, maar het was zijn huis en ze wilde hem alle mogelijke opties bieden. Naslagwerken met details uit de juiste periode stapelden zich op haar bureau op. Dat had ze niet in de opslag gezet – misschien had ze instinctief geweten dat ze het nodig zou hebben. Ze kon niet weten welk van de periodes die in het huis terug te vinden waren Robs favoriet was en daarom maakte ze ontwerpen voor alle drie.
Zonder op de tijd te letten werkte ze tot diep in de nacht door en verviel in haar oude ritme van chocola en vluchtige maaltijden eten. Ze zag Chloe nauwelijks, maar zij had het gelukkig ook druk met verschillende zomeractiviteiten van school en de crèche.
Op de vierde dag dwong ze zichzelf om een raming van de kosten te maken. Zonder dat er een aannemer naar de locatie en de tekeningen had gekeken kon het alleen maar een ruwe schatting zijn, maar zelfs met de meest optimistische berekening leek het erop dat het ongeveer net zoveel zou gaan kosten als een klein nieuwbouwproject.
Het zou veel goedkoper zijn om de overblijfselen te slopen en een nieuw huis te bouwen. Het leek uiterst deprimerend, maar tegenwoordig kon een huis zo gemaakt worden dat het eruitzag alsof het historisch was. Aangezien Anna in haar opleiding alleen een inleiding architectuur had gedaan zou Rob een gediplomeerd architect nodig hebben, maar alles was mogelijk. Zeker omdat zij volledig bereid was de koop van haar nieuwe huis af te zeggen en al haar geld in dat van Rob te steken. Toen realiseerde ze zich dat hij dat waarschijnlijk niet zou accepteren en daar zou hij dan misschien ook wel gelijk in hebben.
Er zat niets anders op, ze moest met een aannemer overleggen. Rob had haar een naam gegeven toen hij dacht dat ze meer hulp nodig zou hebben dan alleen Eric. Ze zou hem bellen en met hem bij het huis afspreken. Ze moest ook een bouwkundig ingenieur hebben. En misschien Eric, die ze nu kende en vertrouwde, voor extra kennis. Ze hoopte dat ze dat voor niets zouden doen omdat ze Rob een warm hart toedroegen.
Hoewel ze volledig toegewijd was aan Robs huis, voelde ze zich toch een beetje gekwetst dat hij haar niet had gevraagd hem te komen opzoeken. Ze kon zijn zus daar niet echt de schuld van geven want die had duidelijk gezegd dat ze langs mocht komen. Misschien wilde Rob niet dat ze hem zag als hij niet op zijn best was.
Of misschien wilde hij haar gewoon niet zien. Misschien had ze zich alle spanning tussen hen alleen maar ingebeeld. Of misschien kwam het alleen maar van haar kant? Had hij haar gewoon gezoend omdat het een mooie zomerdag was en ze een vrouw was en alleen maar een, zo besefte ze nu, heel blote jurk droeg. Misschien was zij de enige geweest die al die vonken had gevoeld.
Vastberaden schoof ze die negatieve gevoelens van zich af. Ze had zich in Max vergist, maar niet in Rob, daar was ze zeker van. Ze stortte zich op haar plannen en pleegde de telefoontjes. Het kostte wat moeite en onderhandeling, maar uiteindelijk had ze een tijd gevonden waarop iedereen op de locatie kon zijn.
Het was een werkelijk prachtige zomerochtend toen Anna op weg ging voor haar afspraak. Er waren elf drukke dagen voorbijgegaan sinds ze Rob in het ziekenhuis had gezien. Ze had de gekrenktheid opzijgezet dat noch Rob noch zijn zus haar had uitgenodigd en benutte elke seconde van haar tijd.
Ze had extra aandacht aan haar uiterlijk besteed om zich zelfverzekerd te voelen en ervoor te zorgen dat ze er niet meer uitzag als de studente die ze voor haar gevoel af en toe nog was. Het was belangrijk om een goede, professionele indruk te maken op deze mensen. Zelfs nu nog volgden veel mannen niet graag bevelen van vrouwen op. Niet dat ze vandaag bevelen zou geven natuurlijk. Vandaag wilde ze alleen met hen van gedachten wisselen. Ze had meerdere kopieën van haar plannen in haar tekenkoker, zodat ze ze mee konden nemen om erover na te denken. Ze was vol optimisme en hoop.
Het was een prachtige plek voor een huis, dacht ze, zoals ze elke keer had gedaan dat ze het zag. Ze parkeerde haar Volvo rustig naast de twee andere auto’s die er al stonden, hoewel ze op haar horloge zag dat ze zelf vroeg was.
Ze begroette Eric vrolijk. De twee andere mannen, die samen waren gekomen, waren vreemden voor haar. Ze leken aardig. Met hen allebei had ze vrij lang gepraat voordat ze de afspraak gemaakt had, dus ze had het gevoel dat ze ze al een beetje kende.
‘Ik ben Arthur Baynes,’ zei de een. Dat was de aannemer. ‘Ik ken Rob Hunter een beetje. Vreselijk wat er met zijn huis gebeurd is. Jij bent zeker Anna, de binnenhuisarchitect?’
Anna knikte en liet haar hand door hem fijnknijpen.
‘Dit is Phil Meadows, de bouwkundig ingenieur. Je hebt hem aan de telefoon gehad.’ Hoewel hij niet dezelfde man was die haar eigen huisje een gezondheidsattest had gegeven, zag hij er zowel vriendelijk als voldoende professioneel uit.
En tot Anna’s opluchting maakte geen van beiden opmerkingen over binnenhuisarchitecten en sierkussentjes. Ze leken bereid haar als medeprofessional te zien. Ze was er zo aan gewend om als opgehemelde etaleur te worden behandeld dat ze mensen gemakkelijk op andere gedachten kon brengen, maar het was fijn dat dat even niet nodig was.
Nu iedereen aan elkaar was voorgesteld, liepen ze samen over het terrein terwijl ze de schade en Anna’s potentiële plannen bespraken. Ze zat op haar knieën om een paar tekeningen op een vlakke steen uit te rollen toen ze een auto hoorde. Een landrover met een caravan erachter rolde langzaam het parkeergedeelte op.
Het voelde alsof ze alles in slowmotion zag gebeuren. De landrover kwam tot stilstand en Rob stapte eruit, zichtbaar geïrriteerd dat de weg werd versperd door de drie auto’s die er al stonden. Anna wilde op hem toelopen om alles aan hem uit te leggen, maar haar tekeningen rolden op en dreigden weg te waaien. Arthur, de aannemer, bereikte Rob als eerste terwijl ze hijgend achter hem aan rende met de plannen onder haar arm.
‘Ze heeft geweldige plannen voor je huis, Rob. Phil heeft ook al goed rondgekeken, en Eric,’ hoorde ze Arthur zeggen.
‘Wat?’ Rob stond perplex en zag Anna toen. ‘Hoi Anna!’ Hoewel hij bleek zag en een beetje somber, leek hij blij haar te zien.
Ze was door het dolle heen. Ze had niet verwacht hem te zien maar nu hij er was konden ze samen alles bekijken. Ze kon hem tegelijk met de anderen haar plannen uit de doeken doen.
‘Het kan zo geweldig worden!’ zei ze. ‘Ik heb een heleboel tekeningen gemaakt en Arthur en Phil Meadows, de bouwkundig ingenieur, maar dat wist je al...’ Ze stopte, zich ervan bewust dat Rob was gestopt met glimlachen.
‘Anna, wat is hier gaande?’ vroeg hij. Hij negeerde de drie mannen die allemaal vragend naar hen keken.
Ze voelde zich plotseling onverklaarbaar schuldig. ‘Helemaal niets, ik dacht alleen...’
‘Wat dacht je?’ vroeg hij zacht.
‘Dat het een goed idee was om iedereen op locatie uit te nodigen.’ Ze likte haar lippen en probeerde niet te laten zien hoe ontdaan ze was.
‘Iedereen op locatie uit te nodigen? Bij mijn huis? Waarom? Is dat een projectontwikkelaar? Werk je voor hen?’
Het verontrustte Anna dat hij de situatie zo verkeerd inschatte. ‘Nee, ik werk voor niemand. Ik heb hen hierheen gehaald omdat het weinig zin heeft om plannen te maken...’
Er verscheen een boze blik op Robs gezicht en alle kleur trok weg uit het hare. ‘Dus jíj bent de projectontwikkelaar, Anna?’
‘Doe nou niet zo!’ piepte ze.
‘Hoe dan?’
Anna kon niets meer uitbrengen. De anderen stonden erbij als etalagepoppen en durfden zich er niet mee te bemoeien.
‘Hoe dan?’ herhaalde Rob, de opwinding was aan zijn stem te horen. Toen Anna hem alleen maar aan kon staren, werd hij boos. ‘Waar denk je verdomme mee bezig te zijn?’ tierde hij tegen haar. ‘Dit is mijn huis! Het is niet aan jou om er plannen voor te maken en mensen aan te stellen. Je zou hier zelfs helemaal niet moeten zijn! Dit is privéterrein!’
Ze trok haar tong van haar gehemelte. Ze had geen antwoorden. Het leek ineens allemaal zo dwaas, zo Don Quichotachtig, zo volkomen belachelijk. Ze kon niet zeggen dat ze het voor hem gedaan had omdat ze van hem hield, dat ze wilde dat zijn huis geen uitgebrand geraamte was maar een project, iets waar iets mee bereikt kon worden. Ze moest wel een volslagen idioot lijken.
‘Nou?’ brulde hij weer. ‘Wat heb je te zeggen?’
Arthur keek naar Anna. ‘Wist hij niet dat je dit deed?’ vroeg hij toen hij eindelijk zijn stem had teruggevonden.
‘Ik dacht dat hij je klant was,’ merkte Phil op. ‘Wat doen we hier als hij je niet aangesteld heeft?’
Eric, die haar beter kende dan de andere twee, bleef stil. Hij kende haar zelfs goed genoeg om te weten dat ze niets achterbaks van plan was geweest, maar hij had geen idee wat dan wel.
‘Dan gaan we maar,’ zei Arthur, en de drie mannen liepen snel naar hun auto’s en lieten Anna en Rob alleen.
Aangezien ze niet door een wonder gered zou worden, probeerde ze er het beste van te maken. ‘Ik probeerde alleen maar te helpen,’ wist ze uit te brengen. ‘Ik wilde dat er iets was waarmee je aan de slag kon als je terugkwam.’
‘O ja? En waarom dan wel? Omdat je er een goede investering in zag?’ zei hij beschuldigend. ‘Een kans die uitgebuit moest worden?’
‘Nee, ik vond het gewoon zo erg dat je huis was afgebrand...’
‘Dat je niet kon wachten om je team erop te zetten en de boel over te nemen? Hoe kon je in godsnaam denken dat ik mijn huis aan jou wil verkopen? Ik weet dat het momenteel niets waard is, maar het is van mij!’
‘Ik weet dat het van jou is...’ probeerde Anna weer.
‘En waarmee denk je dat ik zou moeten betalen voor al jouw vrolijke geplan?’ raasde hij.
‘Ik wilde je vragen of...’ Ze besefte dat niets wat ze zei door de sluier van zijn woede zou dringen. ‘Ach, laat ook maar.’
Ze draaide zich om en liep terug naar het stuk muur waar ze haar tekeningen, haar koker en haar notitieblok op had gelegd. Ze probeerde de tekeningen op te rollen maar kreeg het niet voor elkaar, dus liet ze ze maar liggen en liep met de koker richting haar auto. Praten had duidelijk geen zin.
‘Dus nu loop je gewoon weg?’ Hij beende achter haar aan. Vanuit haar ooghoek zag ze dat hij mank liep.
‘Nee!’ Het voelde heerlijk om hem tegen te kunnen spreken. ‘Ik loop niet weg! Ik rijd!’
Ze liep naar de auto en negeerde Arthur, Eric en Phil, die op het punt stonden om weg te rijden, maar nog even geboeid afwachtten. Ze hadden nu kennelijk door wat er aan de hand was. Ze haalde de autosleutel uit haar zak tevoorschijn en stak hem in het slot van haar Volvo.
‘Wat doe je?’ wilde Rob weten.
‘Waar lijkt het op?’ snauwde ze. ‘Ik stap in mijn auto!’
‘Maar jij rijdt helemaal geen auto!’
‘Jawel!’ Ze trok het portier open en hij legde een hand op haar arm om haar tegen te houden.
‘Sinds wanneer?’
‘Sinds ik voor mijn rijbewijs geslaagd ben.’
‘Maar je gaat altijd overal op de fiets heen!’
‘Niet meer. Laat me nu los!’
Hij bleef haar arm vasthouden. ‘Als je een auto hebt, waarom ben je dan niet bij me langs geweest?’ siste hij.
‘Omdat je me nooit gevraagd hebt!’ Anna begon steeds bozer te worden. Niet alleen had hij haar bedoelingen verkeerd begrepen, nu beschuldigde hij haar er ook nog van dat ze niks om hem gaf.
‘Je hoefde toch niet op een uitnodiging te wachten?’ zei hij met bevende stem. ‘Sinds wanneer moet je worden uitgenodigd voor ziekenbezoek?’
‘Volgens jou was je helemaal niet ziek! Je had alleen maar een verstuikte enkel!’
‘Ja zeg, je vergeet helemaal dat ik rook had ingeademd.’ Hij keek kwaad.
‘Je logeerde bij je zus! Het was háár huis, ik kon niet zomaar onaangekondigd binnen komen vallen. Bovendien wist ik helemaal niet waar ze woonde!’
‘Maar je bent er al eens geweest!’
‘Ik ben ook een keer in Buckingham Palace geweest, maar dat wil niet zeggen dat ik de weg ernaartoe weet of dat ik er zonder uitnodiging heen zou gaan!’ Ze dacht een paar seconden na. ‘En ik ben er helemaal niet geweest, alleen in de buurt.’
‘O.’ Hij zweeg even. ‘Ik heb mijn mobiele telefoon in de brand verloren. Ik had je nummer niet.’
‘O.’ Natuurlijk, nu wist ze het weer. Ze moest met tegenzin toegeven dat dat een behoorlijk goed excuus was om geen contact met haar te nemen, maar aan de andere kant had hij haar ook via Chloe te pakken kunnen krijgen.
Hij las haar gedachten. ‘Ik heb geprobeerd je via Chloe te vinden, maar ze staat niet in het telefoonboek,’ verdedigde hij.
Anna liet hem er niet zo makkelijk van afkomen. ‘O. Dus dat verklaart alles,’ zei ze. ‘Fijn. Nou, als je het niet erg vindt, ga ik nu.’ Ze wilde gewoon zo snel mogelijk weg.
Hoewel hij zijn hand van haar arm had gehaald, stond hij evengoed nog in de weg. ‘Maar dat is nog geen excuus voor dit alles!’ Hij gebaarde wild om zich heen.
‘Ik heb de brand niet aangestoken, Rob.’ Ze dwong zichzelf om kalm te blijven, maar ze was nu net zo woest. Hoe kon hij zo over haar denken? Hij had veel te heftig gereageerd en ze wilde niet meer bij hem in de buurt zijn. ‘Ik heb alleen maar geprobeerd wat plannen voor de herbouw te maken,’ ging ze verder. ‘Ik dacht dat je dat wel op prijs zou stellen. Jij denkt blijkbaar dat ik het voor mezelf deed!’ Ze rukte de kofferbak open en gooide haar spullen erin.
‘Wat moest ik dán denken?’ prevelde hij. ‘Je stampte met een zooi vakmannen over mijn terrein rond. Waar zou je anders mee bezig zijn?’ Met zijn armen over elkaar gevouwen daagde hij haar uit dit te ontkennen.
‘Als je denkt dat ik dat zou doen dan spijt me dat en heb je je net zo in mij vergist als me ik in jou heb vergist. Nou, godzijdank zijn we daarachter gekomen voordat we… sorry, voordat ík een vreselijke fout kon begaan.’ Ze keek hem aan, trillend van angst en ontzetting. ‘Maar goed dat ik gewend ben me in mannen te vergissen. Dat maakt de schok een stuk kleiner.’
Toen stapte ze in haar auto en startte hem. Doordat ze hem in de versnelling had laten staan schoot hij vooruit en moest Rob opzij springen. Toen reed ze hortend en stotend de open plek af. Ze was al uit het zicht verdwenen toen ze de versnellingen goed had en de auto weer soepel vooruitkwam.
Ze reed zo voorzichtig als ze kon tot ze ergens kon stoppen om een paar minuten diep adem te halen. Ze mocht niet huilen van zichzelf. Dat had helemaal geen zin. Nu moest ze naar huis zien te komen en alles op een praktische manier gaan overdenken. Er zat niets anders op.
Ze durfde niet bij Chloe langs te gaan. Van één druppeltje medeleven zou het broze vernislaagje van haar moed barsten. Ook was ze er nog niet klaar voor om toe te geven hoe dwaas ze was geweest. Hoe had ze al die plannen kunnen maken zonder Rob te raadplegen? Natuurlijk was hij woedend. Daar had hij alle recht op. Ze stond zichzelf één beverige zucht toe. Ze zou nooit iets gedaan hebben wat hij niet wilde als ze hem maar had kunnen zien. Als ze hem gesproken had, had ze hem subtiel kunnen vragen wat ze voor hem kon doen.
Geloofde ze zijn verhaal over dat hij haar niet kon bereiken? Eigenlijk wel. Nu zou het in ieder geval in haar voordeel werken. Ze kon contact met hem opnemen als ze Caroline op wilde halen, maar hij kon geen contact met haar opnemen. En zij was ook boos. Hij had geen recht om zo tegen haar te schreeuwen, om onmiddellijk maar het ergste aan te nemen; hij kende haar toch zeker goed genoeg om te weten dat ze nooit zoiets zou doen? Hij had haar met zoveel woede aangekeken dat ze had gedacht er echte haat in te zien.
Onbewust reed ze naar huis en ze realiseerde zich dat met zoveel dingen aan haar hoofd het rijden automatisch ging. Ze stapte de auto uit om het hek te sluiten hoewel dat eigenlijk niet echt hoefde aangezien Caroline hier niet was. Hoe kon ze zich zo vergist hebben in Robs gevoelens voor haar? Ze was verliefd op hem geworden, ze wilde hem en was bereid alles voor hem te doen. Maar hoe zag hij haar? Als een bemoeizieke gek? Nou, ze zou niet nog eens drie jaar verspillen aan een man. Dit keer zou ze verdergaan met haar leven. Ze opende haar deur en stapte de kleine, netjes geordende hal binnen.
Maar niet hier, niet in de Cotswolds. Ze kon de koop van dat huis niet doorzetten. Hoe dol ze ook was op de omgeving, nu was het niets dan een herinnering aan hoe stom ze was geweest. Ze zou een huis kopen bij Laura in de buurt en ze zou Amberford uit haar hoofd zetten.
Ze liep naar de keuken en zette water op, meer om iets te doen te hebben dan omdat ze kokend water nodig had. Rob was een eikel, er was geen ander woord voor! Hoe kon hij denken dat ze van plan was achter zijn rug om zijn huis over te nemen? Hij had niets kunnen zeggen of doen om haar erger te kwetsen. Ze haatte hem! Van haar mocht hij zijn uitgebrande geraamte lekker houden.
Ze vergat het water, dat toch in een elektrische waterkoker zat, liep naar de woonkamer en ging zitten. Het was een warme dag, maar hoewel ze een fleecetrui droeg, had ze het vreselijk koud.
‘Je bent een watje geworden,’ berispte ze zichzelf. ‘Weet je nog hoe koud het eerst in je huis was?’
Terugdenken aan haar schattige kleine huisje dat nu door de elegante Julian werd bewoond, hielp niet echt. Nu ze veilig thuis was, voelde ze zich uitgeput en was alle woede weggevloeid.
Ze zat ineengedoken op de sofa en wilde helemaal niets meer, toen de telefoon ging.
‘Hoi Anna!’ Chloe klonk vreemd.
‘Hallo.’
‘Ik bel om te kijken hoe het met je is.’
‘Niet zo best, om eerlijk te zijn, maar Chloe’ – ze veranderde van toon zodat Chloe niet verder zou vragen – ‘is alles wel goed met jou? Je klinkt zo gespannen.’
‘Dat ben ik ook een beetje!’ Chloe ging zo zacht praten dat ze niet meer te verstaan was. ‘Ik eh...’
‘Wat? Praat eens wat harder, ik kan er geen woord van verstaan.’
‘Ik zit in de keuken! Rob is in de kamer. Hij wil weten of ik hem jouw telefoonnummer en adres mag geven. Hij is zijn mobiele telefoon, zijn adressenboek en alles door de brand kwijtgeraakt.’
Anna’s lippen werden gevoelloos. De gedachte Rob te zien bezorgde haar schokkerige rillingen. ‘O, Chloe, goed dat je hebt gebeld! Nee, je moet hem echt mijn gegevens niet geven! Ik wil hem echt niet spreken, nooit meer!’
‘Maar ik dacht dat jullie...’
‘Nou, dat heb je fout. Ik wil niets meer met hem te maken hebben.’
‘Maar Caroline dan?’ vroeg Chloe.
‘Dat regel ik wel. Ze is op het moment toch niet bij Rob, dus ik haal haar gewoon op.’
‘Maar ze kan niet naar je huurhuis!’
‘Nee, maar ik blijf hier ook niet. Chloe, ik moet je zoveel vertellen,’ zei Anna met een klein stemmetje.
Chloe slikte. ‘Ik probeer vanavond langs te komen,’ zei ze zo onduidelijk dat Anna het alleen kon verstaan omdat ze kon raden wat Chloe zou zeggen, trouwe vriendin die ze was.
‘Fijn, maar vertel Rob alsjeblieft niet waar ik ben! Ik wil hem echt echt echt niet zien.’
‘Weet je dat zeker?’
‘Ja! Ik smeek je, verraadt me niet!’
‘Natuurlijk verraad ik je niet! Ik probeer later vandaag langs te komen.’ En ze hing op.
Anna kreeg het warm en daarna meteen weer ijskoud. Ze zette de waterkoker nog een keer aan en vulde een kruik. Ze had het gevoel alsof ze griep kreeg.
Anna had haar dikke trui aan en klampte zich nog steeds aan de kruik vast toen haar vriendin arriveerde. Chloe droeg een mouwloos jurkje, waardoor Anna wist dat het eigenlijk vrij warm was, en had haar handen vol met patat met vis, een fles wodka en een tas vol boeken. ‘Troostleesvoer,’ zei Chloe, omdat dat het enige was wat uitleg behoefde.
‘Kom binnen,’ zei Anna. Ze ging Chloe voor naar de woonkamer die aan de ene kant een open keuken had. De rest was als zitkamer ingericht, met een sofa en stoelen. Ze keek vertwijfeld naar de patat met vis. ‘Ik weet niet of ik wel honger heb.’
‘Onzin! Wanneer heb je voor het laatst gegeten?’
Anna dacht na. ‘Weet ik niet.’ Misschien had ze ontbeten, maar het kon goed zijn dat ze daar niet aan gedacht had. Ze was zo opgewonden geweest over de afspraak met de aannemer die ze bij Robs huis geregeld had. Het leek alsof er sindsdien al hele lichtjaren waren verstreken.
‘Wat heb jij een geluk! Als ik me rot voel ga ik juist eten en dan word ik dik en voel ik me nog ellendiger.’
Anna had zichzelf tot dan toe niet echt gelukkig geprezen. Dit was een nieuwe invalshoek. ‘Chloe, het is zo fijn om je te zien!’ Ze omhelsde haar vriendin. ‘Nu moet je me vertellen waarom Rob bij je thuis was.’
‘Eerst eten,’ zei Chloe koppig. ‘Zet de oven aan, dan warmen we dit op terwijl we wat te drinken nemen. Of tenminste, terwijl ik kijk hoe jij wat te drinken neemt.’
Het duurde een paar minuten voordat Anna doorhad hoe de oven precies werkte. Er zaten een ventilator en een aantal verschillende knoppen op, en het kostte wat moeite om hete lucht te krijgen in plaats van alleen maar lucht.
‘Heb je iets om de wodka mee te mixen?’ vroeg Chloe.
Anna doorzocht de keukenkastjes en de koelkast. ‘Vlierbessenlikeur?’ zei ze uiteindelijk.
‘Ik had iets mee willen brengen maar we hadden geen tonic meer. Dan moet het maar met likeur.’
‘Ik denk dat ik het liever zonder wodka drink.’
‘Onzin! Heb je Bridget Jones niet gelezen? Er is maar één remedie tegen een gebroken hart en dat is wodka.’
‘Ik zal glazen zoeken,’ zei Anna gedwee. Ze vroeg zich af hoe Chloe wist waar ze aan leed. Ze had niets over haar hart gezegd.
Chloe begon kastdeurtjes in Anna’s keukentje open en dicht te doen. ‘Waar staan in hemelsnaam je borden? O, hier. We moeten ze voorverwarmen.’
‘Moet dat?’
Chloe knikte. ‘Ik weet dat het maar patat met vis is maar dat smaakt niet als ze niet warm zijn. Geef me de glazen eens?’ Ze schonk in beide glazen een beetje likeur.’
‘Weet je dit zeker?’ vroeg Anna. ‘We kunnen ook gekookt water drinken. Dat biedt veel meer troost.’
‘Watje!’ Chloe schonk een grote scheut wodka boven op de likeur.
‘En water dan?’
‘Er komt geen water bij kijken! Dit is echte alcohol, geen cocktail! Het zou wel lekkerder zijn met ijs...’ Ze keek vragend naar Anna, die het hoofd schudde. ‘Oké, geef eens een lepel?’ Chloe roerde de wodka door de likeur en gaf Anna daarna een glas.
Anna keek ernaar alsof er vergif in zat. ‘Maar jij moet rijden. Je kunt geen bijna pure wodka gaan drinken.’
‘Dat weet ik. Ik wil alleen proeven wat ik jou voorschotel. Neem een slok.’
Anna nam een slok. ‘Het is ongelooflijk zoet. Maar best lekker,’ zei ze er even later achteraan.
Chloe volgde haar voorbeeld. ‘Mmm,’ zei ze, en ze trok een apart gezicht. ‘Niet het lekkerste mixje dat ik ken, maar het is niet slecht.’
Toen Anna het gevoel kreeg dat Chloe klaar was om er rustig voor te gaan zitten vlijde ze zich op de armleuning van de sofa neer en zei: ‘Vertel nou eens wat Rob kwam doen. Ik kan echt niet zeggen hoe dankbaar ik ben dat je hem mijn adres niet hebt gegeven. Dat heb je toch niet gedaan, hè?’ voegde ze er angstvallig aan toe.
‘Natuurlijk niet! Maar maak je geen illusies. Hij weet ruwweg waar je woont, alleen niet in welk huis. Hij is via de Greyhound Trust aan mijn telefoonnummer gekomen. Hij kon zich wel voor de kop slaan dat hij daar niet eerder aan gedacht had.’
‘Ik weet niet wat hij van me wil. Ik wil hem in elk geval niet zien.’ Anna klampte een sierkussentje vast; eindelijk zag ze het nut van die dingen in.
‘Ik kreeg de indruk dat hij zijn verontschuldigingen aan wilde bieden. Hij zei dat hij een aantal vreselijke dingen had gezegd.’
‘Wat hij zei kan me niets schelen; wat hij dacht wel.’
‘En dat was?’ vroeg Chloe, die naar de keuken liep.
‘Dat ik plannen voor zijn huis – zijn afgebrande huis – maakte zodat ik het kon overnemen en het weer met winst kon verkopen. Weet je, Chlo, als hij dat van me denkt dan kent hij me echt niet.’
Chloe trok alle laatjes open op zoek naar bestek. ‘Het probleem is dat jullie elkaar een tijd niet gezien hebben. Zo ontstaan misverstanden. Hij wilde je heel graag zien toen hij bij zijn zus logeerde. Mensen reageren soms vreemd uit frustratie. Ah, gevonden.’ Ze zwaaide met wat messen en vorken en verdeelde porties vis en patat over twee borden.
Anna pakte een van de borden aan en zette het op haar schoot, in plaats van de kruik. ‘Als hij zo wanhopig was, waarom heeft hij dan niet beter zijn best gedaan?’ Anna begon zich weer op te winden.
‘Omdat hij niet wist hoe. Je weet toch hoe mannen zijn.’ Chloe ging naast Anna op de sofa zitten met haar eigen maaltijd op schoot. ‘En hij bleef maar denken dat jij wel contact met hem op zou nemen en dat je mij zou vragen je naar hem toe te brengen. Hij wist dat jóúw mobiel tenslotte niet in een brand vernietigd was,’ zei ze ten slotte op redelijke toon.
‘Ik kon hem ook niet bepaald bereiken! Ik weet de achternaam van zijn zus niet, laat staan haar telefoonnummer. En het kan ook best zo zijn dat ze niet in het telefoonboek staat, net als jij.’ Anna haalde adem zodat ze haar tirade kon vervolgen. ‘En ook al ben ik een keer in haar dorp geweest, ik denk niet dat ik het zonder aanwijzingen terug had kunnen vinden. Het is volkomen onredelijk van hem om te verwachten dat ik contact met hem op zou nemen.’ Anna pakte met een woest gebaar een frietje. ‘Het is de schuld van die idiote zus van hem. Zij was degene die me vertelde dat zijn telefoon stuk was! Zij had ervoor moeten zorgen dat ze mijn nummer had voordat ze me het ziekenhuis uit joeg.’
Chloe nam een hap vis. ‘Ze moest voor haar jongere broer zorgen. Ze had haar handen vol.’
‘Doe toch niet zo ontzettend redelijk!’ Anna glimlachte bedroefd toen ze zichzelf hoorde.
‘Sorry,’ zei Chloe. ‘Dat hoort bij mijn sterrenbeeld. Heel irritant.’ Ze pakte een frietje en kauwde er bedachtzaam op. ‘Ik weet zeker dat jullie dit kunnen oplossen, Anna.’
Anna schudde hevig het hoofd. ‘Dat kunnen we niet, Chloe. Zeker weten. Je was er niet bij. Het was geen kibbelpartij van twee geliefden, hij heeft mijn karakter totaal verkeerd ingeschat. Hoe kon hij zo over me denken?’ Ze forceerde een glimlachje. ‘Ik heb tenminste een excuus dat ik me in hem heb vergist. Ik heb totaal geen inzicht wat mannen betreft. Denk maar aan Max.’
Chloe zette haar bord weg en stond op. Ze liep naar de keuken om iets te zoeken.
‘Ik heb geen ketchup, ben ik bang, als dat is wat je zoekt. Daar hou ik niet van,’ zei Anna.
‘Dat maakt niet uit, ik ook niet. De jongens wel. Ik heb liever mayonaise. Heb je dat?’
Anna knikte. ‘In de koelkast.’
‘Oké.’ Chloe kwam terug met de pot en ging weer op de sofa zitten. ‘Vertel me alles.’
‘Nee, jíj moet míj alles vertellen!’ verdedigde Anna.
‘Chronologisch gezien moet jij eerst, vind ik,’ drong Chloe aan.
‘Waar haal je al die lange woorden vandaan?’ zei Anna luchthartig, hoewel ze zich beslist niet zo voelde. Ze zag ertegen op om Chloe te vertellen dat ze naar Yorkshire zou verhuizen. Maar dat leek nou eenmaal de enige leefbare oplossing.
‘Vertel het nou maar! Waarom kwam Rob zo boos en overstuur bij mij langs? Wat heb je met hem gedaan?’
Anna zuchtte. ‘Ik weet niet waarom je denkt dat ik hem iets heb aangedaan, maar goed, het was niet mijn bedoeling. Hij had het gewoon helemaal bij het verkeerde eind en liet het me niet uitleggen.’
‘Wat niet?’
‘Nou, toen ik eenmaal een auto had, ben ik de honden uit gaan laten omdat Rob er niet was. Dat deed ik eigenlijk voor Caroline,’ legde ze uit. Ze stopte een frietje in haar mond.
‘En voor Rob,’ zei Chloe. ‘Je wist dat hij zich zorgen zou maken.’
‘Ja, maar hij wist niet dat ik een auto had, dus hij had zich evengoed wel zorgen gemaakt. Maar dat doet er niet toe.’
‘Oké, ga door.’
Anna voelde zich wat rustiger dankzij Chloe en het kalmerende drankje. Ze was weer een beetje bijgetankt. Misschien zou ze het beter begrijpen als ze alles aan Chloe uitlegde. ‘Nou, ik ging naar zijn huis toe, of wat er van over was althans. En ik ben plannen gaan maken om het te herbouwen, want dat is wat ik doe. Ik kon toch nog niet beginnen aan het huis dat ik ga kopen – ging kopen – omdat het nog niet van mij was.’
‘Dat zal wel een fortuin kosten,’ zei Chloe zakelijk.
‘O, beslist,’ stemde Anna in. ‘Veel goedkoper om het gewoon te slopen en opnieuw te beginnen. Maar ik denk niet dat Rob dat zou willen.’
Chloe knikte. ‘Ik ook niet.’
‘Ik heb het nog niet fatsoenlijk kunnen begroten, maar het zal inderdaad heel duur worden,’ ging Anna verder. ‘Ook al staat er nog veel van het oude huis overeind. Hoe dan ook, ik had een aannemer, een bouwkundig ingenieur en Eric – ken je die nog? – uitgenodigd.’ De hele scène stond nog afschuwelijk scherp op haar netvlies. ‘Nou, toen kwam Rob aanrijden. Hij zag ons daar met z’n allen en ging uit zijn dak.’ Ze glimlachte droevig. ‘Nou ja, hij had natuurlijk geen dak meer...’ Anna nam nog een slok van haar drankje, dat ze vreemd genoeg steeds lekkerder begon te vinden.
‘Ga door!’ spoorde Chloe haar aan.
‘Hij dacht dat ik het als een investering zag. Ik weet gewoon niet hoe hij dat van me heeft kunnen denken. Het doet zo’n pijn! Iemands ongeluk uitbuiten is wel het laatste wat ik zou doen, en al helemaal als het om Rob gaat.’
‘Dus je geeft om hem?’
‘Ja,’ zuchtte Anna. ‘Of tenminste, eerst wel. Maar op het moment wil ik hem aan het spit hangen boven de vlammen die zijn huis hebben afgebrand, dus ik verwacht dat dat niet lang meer zo zal blijven. Maar goed, ik ga terug naar Yorkshire om dichter bij Laura te wonen. Ik kan niet hier blijven, waar zoveel van de huizen op de monumentenlijst staan of tussen beschermde huizen staan; we zouden elkaar constant tegenkomen.’
Chloe bracht een protesterend geluid voort en doopte een frietje in de mayonaise. ‘Maar als je om hem geeft,’ zei ze met volle mond, ‘vind ik dat je hem een kans moet geven om het uit te leggen.’
‘Wat valt er nog uit te leggen? Hij haat me!’ zei Anna dramatisch. ‘Hij denkt dat ik een compleet ander persoon ben dan ik ben!’
‘Ik weet zeker dat hij je niet haat,’ mompelde Chloe.
‘Dat doet hij wel! Let nou eens op! Hij kan toch niet zoiets van me denken als hij ook maar een beetje om me geeft?’
‘Ik kreeg niet de indruk dat hij je haatte toen hij bij mij langskwam omdat hij niets liever wilde dan je bereiken.’
‘Hoe dan ook, ik heb besloten om terug te gaan naar Yorkshire.’
Chloe, die haar drankje op het aanrecht had laten staan, nam een slokje van dat van Anna. ‘Maar Anna, je hebt net een nieuw huis gekocht.’
Anna schudde het hoofd. ‘De koop is nog niet rond. Ik kan er nog makkelijk onderuit.’
Chloe legde een hand op Anna’s arm. ‘Doe alsjeblieft geen overhaaste dingen. Je bent heel erg overstuur...’
‘Dat kun je wel zeggen ja.’
‘Waarom ga je niet gewoon een tijdje bij Laura logeren?’
‘Ik kan niet lang bij haar blijven met Caroline. Ik zal toch iets anders moeten zoeken waar ik kan wonen. En zoals we allebei weten valt het niet mee om te huren met een hond.’ Anna pakte haar kussen weer en sloeg haar armen eromheen.
Chloe zweeg even. ‘Ik kan me niet voorstellen dat het echt voorbij is tussen jullie. Jullie pasten zo goed bij elkaar.’
‘Dat dacht ik ook, maar ik dacht ook dat ik tot over mijn oren verliefd was op Max en dat was maar een bevlieging. Dit waarschijnlijk ook.’ Ze pakte het kussentje nog steviger vast. Ze had ontzettend veel medelijden met zichzelf.
‘Vast niet!’ zei Chloe geruststellend. ‘Ik weet zeker dat hij om je geeft. Waarom zou hij je zo graag willen spreken als hij niets voor je voelt?’
‘Hij haat me. Dat zijn ook gevoelens.’
‘Kom op, Anna,’ berispte Chloe. ‘Hij haat je niet. Weet je echt zeker dat ik hem niet mag vertellen waar je woont? Mag ik hem dan in ieder geval je telefoonnummer geven? Hij is echt in alle staten. Sinds hij mijn nummer heeft gevonden, heeft hij drie boodschappen op mijn antwoordapparaat achtergelaten en daarna is hij langsgekomen.’
Anna ging rechtop zitten. ‘Chloe, je moet me beloven dat je Rob echt niet vertelt waar ik ben of hem helpt om met me in contact te komen.’
Chloe keek naar haar vriendin en probeerde er met pure wilskracht voor te zorgen dat ze die woorden terug zou nemen.
‘Ik meen het, Chlo. Je bent zo’n goeie vriendin voor me geweest...’
‘En jij voor mij! Denk maar aan hoe jij en Rob de boel overnamen toen ik in het ziekenhuis lag... ’ Haar stem begaf het. ‘Ik kan het niet aanzien! En ik zal je nooit meer zien als je naar Yorkshire verhuist.’
‘Toe zeg! Ik heb hier het gebroken hart, niet jij. En je kunt toch langskomen?’
Chloe zuchtte diep. ‘Oké, dat weet ik ook wel. En ik zal beloven niets tegen Rob te zeggen als je zeker weet dat je dat wilt.’
‘Ik weet het zeker.’
Chloe sloeg haar armen om Anna heen en hield haar lange tijd vast.