6
Caroline duwde met haar koude neus tegen Anna’s wang en ze werd wakker. Ze had dorst en voelde zich een beetje wazig maar gelukkig.
‘Hallo lieverd,’ zei ze terwijl ze in haar ogen wreef en gaapte. ‘Sorry dat ik me verslapen heb.’ Ze hees zich uit de slaapzak. Ze liep naar de achterdeur om Caroline naar buiten te laten, haar mooie vloer bewonderend.
‘Als hij eenmaal behandeld is, wordt hij helemaal prachtig,’ vertelde ze Caroline. Ze schonk een glas water in en staarde naar het kleine overgroeide binnenplaatsje. ‘Ik heb een heerlijke avond gehad. Rob viel best mee toen ik hem eenmaal een beetje beter leerde kennen, dus je zat er niet helemaal naast toen je hem zo aardig vond.’ Ze zette water op en herinnerde zich ineens iets. ‘O god! De brief! Hij is helemaal niet aardig; hij is de inspecteur van de monumentenzorg! Argh!’
Ze rende naar de voordeur om te kijken of de post al was gekomen. Dat was zo. Tussen een stapel rotzooi voor de vorige eigenaren zat een lange witte envelop. Hij zag er erg officieel uit en ze wilde hem niet openmaken. Met het openmaken van post was ze altijd al een lafaard geweest.
Eerst een kop thee. Een paar minuten uitstel zou toch niets uitmaken.
Na alle reclame was de brief aan de beurt. Er stond niet veel in; ze werd alleen gevraagd zo snel mogelijk contact op te nemen met het kantoor en een afspraak te maken om bij hen langs te komen. Maar evengoed werd ze er een beetje misselijk van. Ze maakte en dronk nog een kop thee en belde daarna haar zus.
Anna vroeg niet graag om hulp – ze had zo geworsteld om onder de deken van haar zusters advies vandaan te komen – maar deze keer had ze het gevoel dat ze met iemand moest overleggen en Laura was daarvoor de voor de hand liggende keuze. Voor één keer weerhield Laura zich van haar eeuwige ‘ik zei het toch’.
‘Je kunt vast met terugwerkende kracht om toestemming vragen,’ zei Laura, ‘ik ga ervan uit dat dat ook voor gebouwen van de monumentenlijst geldt. Ik wist trouwens niet dat jouw huis een monument was.’ Ze was onder de indruk.
‘Het zou het leven een stuk makkelijker maken als het niet zo was, dan kon ik gewoon doen wat ik zelf wilde.’ Anna zweeg even. ‘Als ik Caroline niet had genomen had ik die vreselijke man nooit ontmoet en was hij nooit in mijn huis geweest.’
‘Dan had je hem misschien via Chloe ontmoet,’ zei Laura wijselijk.
‘Maar dan was hij nog niet in mijn huis geweest!’
‘Misschien wel! Misschien had je hem wel aardig gevonden en voor een kop koffie uitgenodigd!’
Anna wilde dit net gaan ontkennen toen ze zich realiseerde dat ze dan over Max moest vertellen. Ze had het Laura nooit verteld en nu was niet het moment om haar daarover in te lichten. ‘Hoe dan ook, ik heb Caroline nu en zou niet meer zonder haar willen.’ Ze zuchtte.
‘Maak je niet te veel zorgen, lieverd,’ stelde haar zus haar gerust. ‘Neem je plannen mee en laat ze zien wat je van plan bent te doen. Ik weet zeker dat ze het goed zullen vinden.’
‘Denk je? Ik heb een aantal aardig gedetailleerde tekeningen.’
‘En jouw tekeningen zijn altijd prachtig!’ vulde Laura aan. ‘Trouwens, ik wilde jou net zelf al bellen, maar was je me voor. Ik kreeg een mailtje voor je!’
‘Wat? Hoe kan dat nou?’
‘Van je opleiding. Ze organiseren een reünie en ze hebben je via mij opgespoord. Omdat ik mijn eigen naam heb gehouden voor mijn werk, denk ik. Maar je moet het ze laten weten als je komt. Ze organiseren iets in Londen. Al best snel, geloof ik. Wanneer koop je trouwens zelf een computer? Ze zijn niet zo heel duur.’
‘Londen,’ negeerde Anna Laura’s vraag. Haar hart sneller ging kloppen van hoop. ‘Ik weet niet of ik Caroline wel alleen kan laten en zomaar naar Londen kan gaan.’
‘Zal ik het mailtje voorlezen?’ Laura las het op en het eindigde met: ‘We hebben veel van onze leraren ook uitgenodigd, onder wie een aantal gastdocenten; Max Gordon, Eric State en anderen.’
Het vocht trok weg uit Anna’s mond. Het horen van zijn naam alleen was al genoeg om haar het hoofd op hol te brengen. ‘Eh, het zou wel leuk zijn om iedereen weer te zien.’ Ze probeerde heel gewoon te klinken.
‘Misschien kan Chloe op de hond passen? Of als dat niet gaat, kan ik misschien daarheen komen en blijven slapen? Je blijft die nacht zeker in Londen?’
‘Ik denk het. Ik heb er nog niet echt over na kunnen denken natuurlijk.’
‘Ik kan wel komen en het weekend in jouw huis logeren om op de hond passen,’ bood Laura aan.
‘Is het op een zaterdag?’
‘Natuurlijk.’
Anna aarzelde. ‘Dat kan ik niet van je vragen, Laura. Dit huis is ook nog niet klaar voor gasten.’
‘Ik ben geen gast, ik ben je zus! En ik ben wel wat gewend qua bouwputten.’
‘Het is heel lief aangeboden,’ zei Anna. ‘Ik zoek het even uit en kijk even wat Chloe zegt en zo.’
‘Het lijkt me leuk om weer eens een weekendje zonder de jongens te hebben.’
Anna hoorde de weemoed in de stem van haar zus. ‘Je kunt toch evengoed komen?’
‘Nee, ik kan niet verantwoorden dat ik iedereen in de steek laat tenzij het om een barmhartige missie gaat.’
Ze kletsten nog even door tot een van Anna’s neefjes het gesprek voor hen beëindigde door de stekker van de telefoon uit het stopcontact te trekken. Daarna maakte Anna de vloer schoon zodat ze hem kon gaan lakken.
Het was Anna gelukt om de dag nadat ze naar het kantoor had gebeld al een afspraak met Rob Hunter te krijgen, dus trok ze dinsdag dezelfde spijkerbroek aan als ze naar het etentje had gedragen en haar minst gehavende trui; eentje zonder enorme gaten onder de armen of waarvan de onderkant van de mouw niet loshing. Ze rolde haar plannen in haar tekeningenkoker en bracht Caroline bij Chloe zodat ze samen ontbijtprogramma’s konden kijken. Daarna stapte ze op haar fiets en ging naar de stad. Al fietsend dacht ze aan haar schitterende vloer die nu beschermd werd door drie lagen lak en eruitzag als een ijsbaan.
Het gebouw was imposant. Ze zocht een plekje voor haar fiets en zette hem op slot. Met haar plannen onder haar arm liep Anna zenuwachtig het trapje op. Ze zweette licht, van de zenuwen en het fietsen, maar ze was vastberaden zich niet te laten koeioneren door bureaucratie, en dan vooral niet door die hondenlul.
‘Kom binnen en ga zitten,’ zei hij toen hij uiteindelijk de deur opendeed. Hij glimlachte. ‘Het spijt me dat ik je dit aandoe.’
Anna liep zijn kantoor binnen en ging in de stoel recht tegenover zijn bureau zitten. ‘Waarom doe je het dan?’ Ze glimlachte niet terug. Ze was niet van plan het hem te vergeven.
‘Het is mijn werk. Maar ik vind het echt heel vervelend.’ Onder normale omstandigheden zou ze om zijn berouw hebben kunnen glimlachen, maar dit was niet normaal.
‘Je bent onder valse voorwendselen in mijn huis geweest om me te bespioneren,’ beschuldigde ze hem voordat ze zich herinnerde dat ze van plan was zich rustig en professioneel te gedragen.
‘Dat is niet waar. Ik was binnen vanwege Caroline. Hoe gaat het trouwens met haar?’
‘Prima. Ze is bij Chloe.’
‘En ben je al met haar naar de dierenarts geweest?’
‘Nee! Kunnen we nu ter zake komen?’ Ze wist dat ze niet zo boos moest doen maar kon het niet laten, ze voelde zich zo op het verkeerde been gezet. Toen ze het huis voor het eerst zag had ze zich meteen moeten realiseren dat wat ermee gebeurd was waarschijnlijk niet volgens de regels was gegaan, maar de potentie, het uitzicht en de prijs hadden haar verblind.
‘Oké.’ Hij keek in zijn papieren en toen weer naar haar. ‘Ik heb je huis natuurlijk al gezien. Ik weet wat voor schennis... Sorry?’
‘Ik dacht even dat je stennis wilde zeggen,’ zei Anna, die dacht dat ze maar beter haar mond open kon trekken voordat die zichzelf voor altijd dicht zou lassen.
‘Ik ben me ervan bewust dat jij het niet ontweid...’
Er ontsnapte een onderdrukt gejammer door Anna’s stevig dichtgeklemde lippen.
‘Neem me niet kwalijk. Ben ik vanmorgen vergeten mijn gebit in te doen?’
Anna weigerde een lach te laten ontsnappen. ‘Nee,’ zei ze ernstig. ‘Ik begreep alleen niet wat je zei.’
‘Ontweien? Ik bedoel de ingewanden, het hart en de longen uit je huis rukken.’
‘O. Niets al te emotioneels dus.’
Hij keek haar niet-begrijpend en een beetje bedrukt aan. ‘Ik ben bang dat alles teruggeplaatst zal moeten worden.’
‘Nou, ik heb de vloerplanken dus al teruggelegd.’
‘En de trap?’
‘Nou nee! Ik heb de vloer pas vorige week gedaan! En heb je enig idee hoe moeilijk het is om...’
‘Een trap te maken? Nou, de meubelmaker zal de trap van je buren moeten namaken.’
‘Ik heb mijn tekeningen bij me, van de trap die ik wil maken. Hij is heel smaakvol en zal heel mooi staan.’
Hij schudde het hoofd. ‘Hij moet zoveel mogelijk lijken op het exemplaar dat eruit is gehaald. Je zult natuurlijk nieuw hout moeten gebruiken, maar goed.’
Nu voelde ze een lichte roes van superioriteit. ‘Niet per se,’ zei ze, haar zelfvoldaanheid verbergend. ‘Ik hoop gerecycled hout te gebruiken.’
‘Het is onwaarschijnlijk dat je planken kunt krijgen die breed genoeg zijn. Die treden zijn bovenaan heel breed.’
Anna knikte neutraal.
‘En ik ben bang dat plannen die je mogelijk voor patiodeuren naar de tuin had ook niet door kunnen gaan.’
‘Ik wilde openslaande tuindeuren maken. Veel smaakvoller.’
‘Het spijt me, Anna, dat is slechts een kwestie van semantiek. Dat is de leer van de betekenissen van woorden...’ legde hij uit, in een poging haar mee te laten lachen. Toen dat geen succes bleek, ging hij verder. ‘We willen gewoon dat het huis teruggebracht wordt naar hoe het was. Dit is een heel speciale rij huizen en het is essentieel dat we ze zoveel mogelijk in originele staat houden.’
Anna ademde langzaam in en uit om denktijd te winnen. Het was jammer dat ze zo’n slechte start met deze man had gemaakt, het daarna weer goed was gekomen en toen weer helemaal verkeerd ging. Ze kon niet reageren op zijn humor, ook al was hij best grappig. Ze was te gespannen omdat hij te veel macht had. Ze probeerde te glimlachen.
‘Wat willen jullie dan dat ik maak?’ Ze probeerde niet prikkelbaar te klinken, maar vreesde dat dat niet was gelukt.
‘Een gewoon venster met uitzicht op de achtertuin, zodat je een oogje in het zeil kunt houden als de kinderen in het roet van de askuil spelen.’
Hij had weer een grapje gemaakt, maar alleen zijn ogen glimlachten. Dat was verontrustend. ‘Ik heb geen kinderen,’ zei ze.
‘Maar je hebt wel een hond.’
‘Dat weet ik.’
‘Je moet met haar naar de dierenarts gaan voor controle. Dan kun je voorkomen dat eventuele problemen niet verergeren.
‘Dat weet ik ook.’
Hij zuchtte, alsof hij gehoopt had dat ze wat zou ontspannen. ‘En die binnenkennel? Dat is echt een goed idee. Helemaal als Chloe’s zoontjes op bezoek komen.’
‘Dat doen ze al regelmatig. En ze gaan heel goed met Caroline om...’
‘Ik kan je wel een kennel lenen. Ik breng hem wel een keer langs.’
‘En maak je dan meteen van de gelegenheid gebruik om te controleren wat er in mijn huis gaande is?’ Ze had de woorden al uitgesproken voordat ze erover nagedacht had. Anna besefte dat ze ontzettend onaardig deed. ‘Sorry. Dat had ik niet moeten zeggen. Je doet gewoon je werk. Ik ben gewoon zo bang dat...’
‘Je hoeft nergens bang voor te zijn. Over het algemeen hebben we het beste met iedereen voor.’ Hij zweeg even, zichtbaar opgelucht dat ze iets milder was geworden. ‘Zoals die andere mensen jouw huis hebben toegetakeld is echt verschrikkelijk.’
‘En hoe weet je dat ik het zelf niet was die alles eruit heeft gesloopt?’ Ze vergezelde haar poging om luchthartig te zijn met een glimlach.
Zijn glimlach was breder en oprechter dan de hare. ‘Intuïtie. Heel bruikbaar in mijn functie. Of functies.’
Nu voelde ze zich echt wat rustiger worden. ‘Wat wil je dat ik met de trap doe dan? Tekeningen maken en aan je laten zien?’
‘Dat is het beste. Je wilt geen fortuin uitgeven om hem te laten bouwen om vervolgens alles weer te moeten veranderen.’
Anna voelde haar stemming licht omslaan. ‘Hoe weet je dat ik geen fortuin heb?’
‘Zoals ik net al zei, intuïtie.’
Anna glimlachte tegen wil en dank. ‘Dan moest ik maar eens gaan beginnen met tekenen.’
‘Door wie laat je hem bouwen?’
Ze probeerde de vraag te ontwijken. ‘Dat heb ik nog niet besloten.’
‘Ik kan je wel wat mensen aanraden die eraan gewend zijn om volgens onze voorschriften te werken, maar dan moet je er wel snel bij zijn. Ze hebben een lange wachtlijst.’
‘Ik zei dat ik nog niet heb besloten...’
‘Ik zal je hun namen geven. En doe daar echt gauw iets mee.’
‘Is het niet onethisch om namen van timmerbedrijven aan mensen te geven? In jouw positie?’
‘Alleen als ik er steekpenningen voor zou krijgen.’
Anna voelde weer de neiging om te glimlachen, dus pakte ze snel haar tas en de koker met tekeningen die nu niet relevant meer waren en stond op. ‘Bedankt voor de hulp,’ zei ze formeel.
Rob Hunter kwam overeind en liep om zijn bureau heen om de deur voor haar open te doen. Anna was niet gewend dat deuren voor haar opengehouden werden en dit was al de tweede keer deze week dat hij het voor haar deed. ‘Ik zie je nog wel,’ zei hij.
‘Niet als ik jou eerst zie,’ mompelde Anna onhoorbaar, wetende dat het een cliché was en opgelucht dat ze zonder heibel door een bespreking met Rob Hunter was gekomen.
* * *
Toen Anna thuiskwam ging ze eerst langs Chloe, zogenaamd alleen om Caroline op te halen, maar eigenlijk met een andere reden.
‘Geef me een kop koffie en laat me je trap zien!’ verzuchtte Anna. Caroline kwam haar begroeten.
Meegaande vriendin als ze was zette Chloe het water op. ‘Waarom wil je mijn trap opmeten? En allebei? Of alleen die naar de eerste verdieping?’
Anna haalde een hele volksstam actiehelden uit een stoel en liet zich erin zakken. Caroline liep met haar mee zodat Anna haar oren kon strelen.
‘Ik moet mijn trap precies hetzelfde als die van jullie maken,’ kondigde Anna met vermoeide stem aan. Ze keek naar waar de trap te zien was achter de half openstaande deur. De treden leken net taartpunten.
‘Mijn hemel,’ zei Chloe subtiel.
‘En dat moet van jouw goede vriend Rob Hunter,’ zei Anna verbolgen.
‘Waar heb je het in godsnaam over? Zal ik de melk opkloppen en een echte cappuccino maken?’
‘O, ja graag. En ik zeg ook geen nee tegen een chocoladebiscuitje.’
Chloe haalde de trommel tevoorschijn waar alle lekkernijen in verstopt zaten. ‘Wát zegt Rob nou dat je moet doen? Vrijdagavond ging goed, vind je ook niet? Rob vond je duidelijk heel leuk.’
‘Dat denk ik niet. Hij was best vriendelijk en spraakzaam maar dat was vast uit schuldgevoel. Hij wist dat hij op het punt stond mijn leven te vergallen.’
‘Wat vind je van hem?’ viste Chloe.
Anna dacht erover na. Ze had hem gemogen; hij maakte haar aan het lachen en ze had nog gedacht dat ze misschien vrienden zouden kunnen worden. Maar het feit dat hij bij de monumentenzorg werkte maakte het allemaal zo ingewikkeld.
‘Nou?’ drong Chloe aan.
‘Hij is wel aardig, alleen...’
‘Wat?’
‘Niks.’ Op een dag zou ze Chloe misschien over Max vertellen, maar niet nu. ‘Hoe dan ook, hij is degene die gezegd heeft dat ik mijn trap net zo als de jouwe moet maken. Op zoiets knap je wel af.’
‘O nee!’
Anna knikte omdat ze Chloe’s reactie volkomen gepast vond. Ze nam een slokje schuim met chocoladepoeder. ‘Ik heb eigenlijk het volste recht om een hekel aan hem te hebben; hij heeft zijn ene baan in het belang van zijn andere gebruikt, wat volgens mij immoreel en misschien zelfs illegaal is.’
‘Maar dat doe je niet?’ Nadat Chloe ervoor had gezorgd dat Anna het koekje kreeg dat ze wilde, pakte ze zelf ook. ‘Een hekel aan hem hebben, bedoel ik?’
‘Nou, nee, niet echt. Ik ben het met hem eens dat dit heel speciale huizen zijn...’
‘Heel kleine huizen.’
‘En dat ze op de juiste manier opgeknapt moeten worden. Ik ben er alleen een beetje huiverig voor.´
‘Ik heb enorm veel vertrouwen in je, Anna. Kijk eens naar wat je al gedaan hebt. Zelfs je zus zou trots op je zijn. De vloer is prachtig.’
‘Ja, die is wel goed gelukt, hè? Misschien bel ik mijn zus zo even. Als ik die dekselse trap echt ga maken, moet ik wel mijn planken hebben. O, waar zijn de jongens eigenlijk?’
‘Bruno en Tom spelen bij Alistair, een vriendje van Bruno van school. Harry doet een dutje. Ik vroeg me al af waarom je “deksels” zei.’
Anna dronk haar mok leeg. ‘Ontzettend bedankt, Chloe. Ik voel me weer als herboren. Je bent een geweldig goeie vriendin, ook al heb je me niet verteld dat Rob naar het etentje kwam.’
Chloe lachte en klopte op Anna’s arm. ‘Ja, nou ja, een goede vriendin die graag een en suite in haar zolderkamer wil,’ zei ze. ‘Als je even hebt…’
‘Ik doe het wel ter afwisseling van die verdomde trap. Kom Caroline, tijd om naar huis te gaan.’
Nadat ze Caroline een poosje door de tuin had laten struinen, belde Anna haar zus. Laura was blij te horen dat Anna vorderingen had gemaakt, maar ze was ook bezorgd. ‘Mijn god!’ zei ze. ‘Weet je zeker dat je het zelf kunt? Ik bedoel, een gewone trap is één ding, maar een wenteltrap is wel even wat anders!’
‘Dat weet ik. Maar Rob Hunter, de man van de monumentenzorg zei dat het er toch echt zo een moet worden.’
‘Kun je niet in beroep? Je moet je niet door die mensen laten koeioneren, hoor.’
‘Ik weet niet of ik in beroep kan gaan, maar diep in mijn hart weet ik dat hij gelijk heeft.’
‘Jij ook altijd met je hart.’
Anna grinnikte. ‘Ik vroeg me af hoe ik aan mijn planken kon komen, Laura.’
‘Die uit de opslagplaats bedoel je? Grappig dat je dat vraagt, want de rekening kwam van de week en ik zat net te denken dat het schrikbarend duur is gezien het feit dat we die spullen helemaal niet gemist hebben. We moesten ze maar eens wegdoen.’
Anna voelde zich meteen schuldig. ‘Ik zal je een deel van de kosten voor de opslag betalen.’
‘Onzin,’ antwoordde Laura onwrikbaar, ‘maar als je je planken wilt en wij van de meeste spullen af willen, moeten we ze met een busje op gaan halen.’
‘Het is wel een hele reis.’
‘We doen het ook niet in één dag.’ Laura had er duidelijk al over nagedacht. ‘We blijven bij Sally slapen in Londen, rijden de volgende dag terug en zetten de planken onderweg bij jou af.’
‘Blijven jullie dan logeren?’ Anna probeerde niet te gealarmeerd te klinken door het vooruitzicht.
Laura lachte. ‘Maak je geen zorgen. Ik wil dolgraag kijken hoe het ervoor staat met je huis, maar één nacht op de grond slapen is wel genoeg voor me. Ik ben niet zo jong meer als ik was.’
‘En de jongens?’
‘Wills moeder vindt het vast wel goed als ze komen logeren, hoop ik. Ik ben zo ontzettend toe aan een nachtje weg! Je hebt echt geen idee!’
Anna besefte dat haar zus inderdaad nogal uitgeput klonk. ‘Laura, als je wilt dat ik een keer een weekend langskom zodat jullie weg kunnen, doe ik dat hoor.’
‘Schat, dat is heel lief van je, maar jij hebt op het ogenblik al genoeg op je bord. Ik bel Will om te zien hoe hij over het busje denkt.’
Als Laura eenmaal op gang was, deed iedereen wat zij wilde. Binnen vierentwintig uur had ze geregeld dat Will over een week vrij zou krijgen van zijn werk, haar zoons een weekendje bij hun grootouders konden logeren en ze voor een nachtje een slaapplaats in Londen hadden.
‘Die zus van jou is echt verbazingwekkend.’ Chloe keek toe terwijl Anna voor wat wel de negentiende keer leek haar trap opmat. ‘Ik kan echt niet wachten om haar te ontmoeten. Maar je mag haar alleen hier binnen laten komen als je me ver van tevoren waarschuwt.’
‘Je kunt een kopje koffie komen drinken als zij en Will er zijn,’ stelde Anna voor.
‘Is dat niet een beetje te veel voor Caroline? Als ik de jongens bij me heb?’
‘Nou, misschien wel. Daar moeten we even over nadenken. Nu moet ik eerst eens aan die tekeningen gaan beginnen. Ik wil iets hebben om aan Laura te kunnen laten zien.’
Tegen middernacht zat Anna nog steeds achter haar tekentafel met inspectielampen ter aanvulling op haar oude bureaulamp todat Carolines gejank onder aan de ladder haar dwong om te stoppen.
‘Arme schat,’ zei ze terwijl ze de oren van de hond aaide. ‘Je hebt zelfs verlatingsangst als ik thuis ben! Maar die tekeningen zijn heel moeilijk en ik heb nog nooit eerder een trap gemaakt. Het gaat heel lang duren, maar ik ga het doen, en het wordt prachtig.’ Daar zou Rob Hunter met zijn ‘ik kan wel wat mensen aanraden’ nog van opkijken, dacht ze vastberaden.