3
Deze dag gaat sneller bergafwaarts dan een skiër in Aspen, dacht Valerie terwijl ze haastig naar de straat liep. De juniwarmte omhulde haar als een plastic zak en vulde haar neusgaten, waardoor het pijn deed om adem te halen. Toen ze eindelijk het portier van een nog altijd stationair draaiende, zilverkleurige, recent model sportwagen bereikte, gleden de zweetdruppeltjes al van haar voorhoofd en wees de pony waar ze tien minuten lang minutieus aan had zitten kammen al weer in weerbarstige toefjes alle kanten op. Ik word gek van die klamheid, dacht ze. Moeizaam ademde ze in terwijl ze naar het portier liep en op het raampje tikte.
De bestuurder keek haar van achter twee brillenglazen aan en glimlachte. De glimlach had eerder iets aarzelends dan vreugdevols. Meer O god, hoe moet ik dit aanpakken? dan Jee, wat leuk je weer te zien. Volkomen normaal, gezien de situatie, vond ze, hoewel er niets normaal aan was.
‘Je hoeft hier heus niet te blijven wachten, hoor,’ kwam ze al meteen ter zake terwijl het raampje langzaam omlaaggleed.
‘Geen probleem,’ was het zachte antwoord. ‘Ik heb de airco aan.’
‘Goeie manier om de accu leeg te trekken.’
‘Ik zit prima zo, echt, dank je.’
‘Ik neem aan dat Evan je heeft gevraagd hem hier te treffen?’
‘Hij zei dat het wat later zou worden en dat het tijd zou schelen als ik hem gewoon bij jouw huis opwachtte.’
Val knikte. ‘Goed. Nou, dan kun je net zo goed binnenkomen. Het kan wel even duren.’
‘Ik weet zeker dat hij er elk moment kan zijn.’
Met een blik van Hou je me voor de gek? keek Val haar even aan.
De nieuwe verloofde van haar aanstaande ex zuchtte diep. Een zucht die vertelde: Je hebt waarschijnlijk wel gelijk. ‘Je hoeft echt geen moeite te doen, hoor.’
‘Weet ik,’ beaamde Val. Waarom dóé ik dit, vroeg ze zich af terwijl Jennifer het portier opende. Lange blote benen priemden naar buiten, brandweerrode teennagels koekeloerden uit haar gênant hoge plateausandalen. De laatste keer dat ik die benen heb gezien waren ze om de nek van mijn man geslagen, dacht ze. ‘Je weet de weg,’ kon ze niet nalaten eraan toe te voegen terwijl ze met haar rechterhand wees naar de strakke woning van glas en steen, iets verderop.
Met de rug van een paar vingers veegde ze het zweet van haar bovenlip, onderwijl vaststellend dat Jennifer, ondanks de klamme hitte, er in haar gele T-shirt en witte shorts onuitstaanbaar fris bij liep, als het spreekwoordelijke madeliefje. Val merkte dat ze het loopje van haar plaatsvervangster aandachtig bestudeerde. Waarom lukt mij dat niet, vroeg ze zich af, betreurend dat ze zich de kunst van de subtiele heupwieg nooit had kunnen eigen maken. Ze was überhaupt weinig subtiel, moest ze toegeven.
‘Jij loopt niet gewoon,’ had haar vriendin Melissa haar ooit uitgelegd, ‘jij beent.’
‘“Huppelen” is, denk ik, een betere beschrijving,’ had haar vriend James haar daarop snel verbeterd.
‘Ik huppel?’
‘Als een pasgeboren veulen,’ vond hij.
‘Ik loop als een paard?’
‘Heel charmant,’ had Melissa haar verzekerd.
Charmant. Yeah, right, dacht ze nu, haar impulsieve daad van onbaatzuchtigheid al meteen betreurend terwijl ze toekeek hoe Jennifer gracieus de vijf treden naar de voordeur besteeg. Hoe kan ze zich überhaupt bewegen op die torenhoge plateaus, vroeg ze zich af, en in gedachten zag ze haar in de Adirondacks al struikelen over een grote zwerfkei en pardoes Shadow Creek in tuimelen. Het beeld ontlokte haar een glimlach en vervolgens een frons. Daar gaat je onbaatzuchtigheid.
Jennifer duwde de voordeur open, betrad de van klimaatregeling voorziene woning, maar waagde zich geen stap verder dan de grijs met goud bespikkelde marmeren vestibule.
Val gebaarde naar de woonkamer, links. ‘Maak het je gemakkelijk,’ zei ze, lichtelijk in haar nopjes bij het zien van Jennifers tegenzin.
‘Misschien dat ik toch beter even buiten kan wachten,’ zei Jennifer, zonder een stap te zetten.
‘Doe niet zo gek. Ik eet je niet op, hoor.’
Jennifer knikte, hoewel ze bepaald niet overtuigd leek.
‘Trek in wat ijsthee?’
‘Nee, dank je.’
‘Zeker weten? Ik wel, hoor.’
‘Waarom doe je zo aardig tegen me?’
Val haalde haar schouders op. Waarom dééd ze zo aardig? ‘Ik heb het maar over een glas ijsthee. Graag of niet.’
‘Nou, goed dan. Klinkt prima. Als het echt geen moeite is…’
‘Geen énkele moeite.’ Ze ging de jonge vrouw voor naar de pas opgeknapte woonkamer en leidde haar naar de nieuwe paarsfluwelen bank achter het glas-in-loodraam. ‘Zoals je wel ziet heb ik de boel sinds je laatste bezoek wat veranderd.’ Het klonk terloops, vriendelijk zelfs. Val kon zien dat Jennifer twijfelde of ze het op een lopen moest zetten of zich gewoon moest ontspannen. Tja… Wie weet had ze de jonge vrouw binnengelaten om haar te zien zweten. Dit kon wel eens leuk worden. ‘Ben zo terug.’
Brianne wachtte haar in de keuken op. ‘Waar ben je mee bézig?’ siste ze.
‘Even wat ijsthee pakken voor onze gast.’
‘Heb je je verstand verloren?’
‘Waarschijnlijk. Heb jij je spullen al gepakt?’
Briannes schouders zakten nog verder omlaag terwijl ze zuchtend haar ogen naar het plafond opsloeg. ‘Wat is je plan? Puntjes scoren bij pa?’
‘Doe niet zo raar.’ Lijkt het daar soms op, vroeg ze zich af.
‘Ík doe niet raar,’ reageerde Brianne alvorens de keuken uit te benen.
‘En kleed je aan!’ riep Val haar na. Oké, waar was ik gebleven? ‘O ja, ik ga voor de lieftallige Jennifer even wat ijsthee pakken.’
Jennifer was inderdaad lieftallig, moest ze toegeven. Helemaal niet sletterig. Ze was lang, slank, met grote borsten, slanke heupen en een benijdenswaardige taille. Haar donkerblonde haar viel als een cascade van chique, gelaagde golven langs haar hartvormige gezichtje. Grote blauwe ogen, hoge, geprononceerde jukbeenderen, verleidelijke volle lippen. En aan haar benen kwam geen einde.
Tot aan het plafond, dacht Val, terwijl ze ze in gedachten het hoofd van haar echtgenoot weer zag flankeren.
‘Shit,’ vloekte ze zacht terwijl ze het beeld verdrong en haar eigen spiegelbeeld in het donkere glas van de magnetron meed. Zo zag ik er vroeger ook uit. Min of meer dan, moest ze toegeven, terwijl ze uit een kastje twee glazen pakte en ze met ijsthee vulde. Met haar een meter zevenenzestighalf was ze redelijk lang, hoewel waarschijnlijk nog zo’n vijf centimeter kleiner dan Jennifer. En ze was altijd al slank geweest, hoewel ze misschien vijf kilo meer torste dan de jongere vrouw, die dan wel weer het voordeel had dat ze tien jaar jonger was. Ze hadden min of meer dezelfde kleur haar, hoewel het hare donkerder en krulliger was, en dus ook kroeziger. En haar ogen waren kleiner en minder blauw. En in ontspannen toestand had haar mond ook niet die natuurlijke, verleidelijke pruil. Haar eigen lippen waren dunner, gewoner.
‘Ik wil mijn lippen laten doen,’ had Brianne al aangekondigd, waarop Val zich had afgevraagd wie haar dat allemaal aanpraatte.
Daar hoefde niet langer over te worden gespeculeerd. Het antwoord had zo-even plaatsgenomen op de paarsfluwelen bank. Om eerlijk te zijn had Jennifer waarschijnlijk geen enkele opmerking over Briannes lippen gemaakt. Was ook niet nodig. Ze hoefde alleen maar te glimlachen.
Of eigenlijk, dat ook niet eens.
‘Shit,’ vloekte ze weer, iets harder nu. Ze stopte haar groen-wit gestreepte bloes in haar strakke pantalon en schopte haar witte huis-tuin-en-keukenflatjes uit, daarmee een stel onopgesmukte teennagels onthullend die nodig moesten worden bijgeknipt. Voor haar geen brandweerrode nagellak. Ze kon zich zelfs niet eens meer herinneren wanneer ze voor het laatst bij de pedicure was geweest.
Daar ging verandering in komen. Melissa had een dagje wellnessen voorgesteld, als afsluiter van hun driedaagse verjaardagsverblijfje in de stad. Aanvankelijk gruwde ze van de gedachte een hele dag te worden gemasseerd, verwend en beschilderd terwijl ze anders lekker op Madison Avenue kon rondstekkeren, van het MoMA naar de Met, in de hoop nog één extra galerietje, nog één interessant winkeltje mee te pakken. Van stilzitten had ze nooit echt kunnen genieten.
‘De enige vrouw die me kan bijhouden,’ had Evan, ingenomen en trots, gezegd.
En toch had hij haar verruild voor een jonge vrouw die duidelijk geen enkel probleem had met stilzitten, waar dan ook. Of het nu in een sportauto was, pruttelend in de straat, of op de nieuwe paarsfluwelen bank van de aanstaande ex van haar verloofde.
Op zich indrukwekkend, concludeerde Val terwijl ze met twee glazen ijsthee weer in de woonkamer verscheen. ‘Ben alleen vergeten te vragen of je ook suiker wilt.’
‘Nee, dank je. Ik neem nooit suiker.’
‘Al zoet van jezelf?’
Weer een huivering die Val deed glimlachen. Ze reikte Jennifer haar ijsthee aan en nam plaats in een van de twee beige kuipstoeltjes tegenover de bank.
‘Je hebt de kamer echt leuk aangepakt,’ complimenteerde Jennifer haar, waarna ze van haar thee nipte en haar ogen wat doelloos heen en weer liet dwalen, om Val vooral maar niet te hoeven aankijken.
‘Ik ben zó blij dat het je goedkeuring kan wegdragen,’ reageerde Val direct. ‘Sorry. Dat flapte eruit.’
‘Geeft niet. Ik kan het wel begrijpen dat je me haat.’
‘Ik haat je helemaal niet.’ Tot haar verrassing realiseerde ze zich dat dit waar was.
‘We hebben je echt nooit willen kwetsen,’ was Jennifers zwakke excuus terwijl ze aandachtig de veelkleurige wervelpatronen van het zijden-wollen vloerkleed op de hardhouten vloer bekeek.
‘Het is alleen nooit tot je doorgedrongen dat als jij met mijn man aan het seksen bent in mijn eigen bed, dat ik overigens ook heb vervangen, dit voor mij wel eens kwetsend kan zijn,’ verklaarde Val, niet van zins Jennifer te laten wegkomen met een simpel, laat staan een zo schaamteloos geveinsd, excuusje.
Misschien haatte ze haar dus wel degelijk.
Jennifers ogen schoten schuldbewust naar haar schoot. Zwijgend nipte ze van haar ijsthee.
‘Sorry,’ zei Val opnieuw, met de gedachte dat één onoprecht excuus het andere waard is. ‘Dit is pijnlijk genoeg. Had ik niet moeten zeggen.’
‘Nee, je hebt gelijk. We waren egoïstisch.’
Nu was het aan Val om stil te vallen. ‘Oké…’ klonk het na een paar seconden. ‘Even iets anders… Die schoenen zijn misschien niet de beste keuze voor boswandelingen.’ Ze wees naar Jennifers voeten.
Jennifer lachte, misschien iets te luid. ‘O, ik heb sportschoenen in mijn koffer. En Evan heeft een paar stevige wandelschoenen voor me gekocht…’ Ze viel stil, kuchte even en nam weer een slokje van haar ijsthee.
Bij het horen van de klank van zijn naam uit de mond van deze andere vrouw huiverde Val even. ‘Is dit je eerste trip naar de Adirondacks?’
‘Geloof het of niet, maar inderdaad.’
‘O, ik geloof het best, hoor.’
‘Wandelen in de natuur heeft me nooit getrokken. Of wat voor sport dan ook. Behalve tennis. Ik kan behoorlijk goed tennissen.’
Val knikte. Wat zag Evan in deze meid, vroeg ze zich af. Hij haatte tennis. Het was de enige sport die hij niet kon velen. ‘Tennis is voor lafaards,’ zei hij altijd.
‘Zelf was Evan nooit zo’n tennisser,’ legde ze uit. ‘Hij houdt meer van extreme sporten.’
‘Breek me de bek niet open,’ reageerde Jennifer met een lach, blij dat ze eindelijk op één lijn zaten. ‘Soms jaagt hij me de stuipen op het lijf. De risico’s die hij neemt: bungeejumpen, bergbeklimmen, heli-skiën. Nou… je weet wel.’
‘Zeker weten.’
‘Ik neem aan dat jij dat ook leuk vindt.’
‘Zeker weten,’ antwoordde Val opnieuw. Althans, dat vónd ik, voegde ze er in gedachten aan toe.
‘Ik zie mezelf toch echt niet uit een helikopter springen en dan een berg af skiën.’
Is dit een grap, vroeg Val zich af. ‘Nou, eh, het is dus niet zo dat je met je latten onder uit een heli springt…’ verduidelijkte ze.
‘Nee?’
‘Nee. De heli zet je af op de top van de berg en daarna ski je naar beneden.’
‘O, wat goed! Dat is echt een ontzettende opluchting!’ was Jennifers reactie, zonder een spoortje gêne. ‘Ik bedoel, het is nog steeds eng, maar minder heftig. Je ziet wel dat ik geen skiër ben.’
‘Dat zie ik.’
‘Ik hou niet van kou.’
‘Kan ik me voorstellen.’
‘Ik hou er niet van als ik geen vaste grond onder mijn voeten voel.’
In gedachten zag Val meteen weer Jennifers wriemelende voeten voor zich, hoog boven het hoofd van haar eigen man.
‘Als kind heb ik bij het schaatsen twee keer mijn pols gebroken,’ kletste Jennifer nerveus verder. ‘Rolschaatsen is al net zo erg. Toen ik het voor het eerst probeerde vloog meteen mijn arm uit de kom. En als ik alleen aan waterskiën dénk breekt het angstzweet me al uit. Ik ben niet echt een zwemmer.’
In gedachten zag Val haar weer over een rotsformatie tuimelen en Shadow Creek in plonzen.
Een keer, twee keer onderuit. ‘Volgens mij kun je het beter bij tennis houden,’ zei ze voordat Jennifer de wereld definitief vaarwel zou zeggen.
‘Ik denk het ook. En Evan krijgt nu les.’
‘O ja?’
‘Hij pakt het heel snel op.’
‘Hij pakt de meeste dingen snel op,’ zei Val met een glimlach. Aan Jennifers hertachtige blik en haar bevroren glimlach kon ze wel zien dat de arme vrouw niet helemaal wist hoe ze deze nieuwe steek onder water moest opvatten. ‘Ik heb begrepen dat je mijn man via het werk hebt leren kennen?’ ging ze op vriendelijke toon verder, alsof ze een kinderjuf wilde aannemen.
‘Ik wist toen helemaal niet dat hij getrouwd was,’ verduidelijkte ze snel.
‘De gouden ring aan zijn rechterhand was niet duidelijk genoeg?’
‘Hij droeg geen ring.’
‘Nee?’
Jennifer knikte. ‘We werkten samen aan een reclamecampagne voor zijn nieuwe hotel…’
‘Als de luxe u lokt…’ citeerde Val terwijl ze zich een eerste versie van de brochure herinnerde.
‘Ja. Een van de eerste slogans waar we mee stoeiden.’
‘Jullie stoeiden wel meer…’
Jennifer nam weer een slokje van haar ijsthee, maar liet het glas daarna snel op haar schoot zakken, alsof ze het vermoeden kreeg dat het gif bevatte.
‘Vertel verder,’ maande Val haar. Ze had het hele verhaal in al zijn details nog nooit gehoord.
‘Het werd al laat,’ ging Jennifer gehoorzaam verder, ‘en Evan stelde voor om ergens wat te gaan eten.’
‘En jullie waren hongerig.’ Nu was het Vals beurt om het vloerkleed rond haar voeten aandachtig te bestuderen.
‘Aan tafel in het restaurant vertelde hij me dat hij zich heel erg tot me aangetrokken voelde en dat onze nauwe samenwerking wel eens een probleem kon worden. Ik zei hem dat ik hem ook heel leuk vond, dus wat was het probleem? Toen vertelde hij me dat hij getrouwd was. Hij wilde alles eerlijk en boven tafel houden.’
‘Behalve tegenover mij natuurlijk,’ stelde Val.
‘Misschien kunnen we het hier maar beter niet over hebben,’ aarzelde Jennifer terwijl ze opgelaten over haar schouder een blik door het woonkamerraam wierp, duidelijk hopend op een eerste teken van Evans Jaguar.
‘Misschien maar beter, ja,’ was Val het ermee eens. Hoe boeiend ook, ze wist al hoe het zou aflopen.
Maar niet met: … en ze leefden allemaal nog lang en gelukkig.
Althans, waar het haar aanging.
Behalve dan dat…
Het zal vreemd zijn, had Evan eerder die dag gezegd. Dat jij niet meekomt.
‘Er komt iemand aanrijden,’ zei Jennifer.
Val sprong overeind. ‘Evan?’
‘Nee. Twee mensen. Een man en een vrouw.’
Melissa en James, realiseerde ze zich nu terwijl ze de woonkamer uit beende. Ze had hen moeten bellen, moeten waarschuwen dat Evan wat later zou komen. ‘Hallo!’ groette ze het stel terwijl ze opendeed om haar twee beste – of eigenlijk, als ze héél eerlijk was – énige vrienden binnen te laten. Nadat Evan er met een van de bruidsmeisjes vandoor was gegaan hadden vriendinnen voor haar niet meer gehoeven. Maar Melissa had nooit ook maar een bedreiging gevormd, en James… tja, James was gewoon James.
‘Klaar om te beesten, feestvarken?’ vroeg Melissa, die met haar natuurlijke joie de vivre de kleine vestibule vulde. Melissa was zesenveertig, slechts een meter vijfenvijftig lang, en woog niet meer dan achtenveertig kilo, maar ze was een en al energie en vrolijkheid. Ze droeg haar steile zwarte haar tot langs haar kin, met dikke lokken die tot over haar dikke zwarte oversized bril reikten. Haar kleine ogen waren al net zo donker, haar lippen nooit zonder haar koraalrode lippenstift. Toen haar reisbureau, dat ze vijftien jaar geleden was begonnen, in zwaar weer terechtkwam had ze geen tijd verspild met tranen. Ze had de zaak simpelweg opgedoekt en had van haar jarenlange hobby van het verzamelen van oude namaakjuwelen vervolgens een florissante business gemaakt. Haar stukken waren vaak te bewonderen in de Vogue en andere modebladen, en werden regelmatig gefotografeerd terwijl ze in New York en LA de uitgemergelde lichamen van celebrity’s en bekende Amerikanen opsierden.
Melissa was altijd al een onverbeterlijke verzamelaarster geweest, die inmiddels allerlei collecties bezat, van antiek blikken speelgoed tot glazen borden uit de Depressie. Haar huis in Westchester puilde uit van de ooit zo populaire porseleinen poppen, oude fototoestellen en antieke gietijzeren spaarvarkens. Ook verzamelde ze echtgenoten; ze was inmiddels drie keer getrouwd en gescheiden, en één keer weduwe geworden. Sinds haar laatste ‘en beste’ echtgenoot drie jaar geleden aan kanker was overleden had ze gezworen dat ze enkel nog in het zwart gekleed zou gaan.
‘Je draagt toch al alleen maar zwart,’ had James gezegd.
James, echter, hield van romige pasteltinten en was nooit getrouwd geweest. ‘Zelfs als ik geen homo was zou ik nooit trouwen,’ had hij al zo vaak gezegd. Hij was even groot als Valerie en woog net zo weinig als Melissa, althans dat beweerde hij. Hij teerde op koffie, fruit en rauwe vis. Zijn haar was een wortelkleurige zwabber, hoewel inmiddels minder zwabberig dan vroeger. Als danser had hij sinds zijn achttiende in alle grote Broadwaymusicals opgetreden, maar hij was op zijn vijfendertigste gestopt als gevolg van een enkelbreuk. De laatste jaren werkte hij voor Melissa en stroopte hij alle antiek- en verzamelaarsmarkten langs de Oostkust af om mooie oude broches, armbanden en halskettingen op de kop te tikken.
Val had Melissa leren kennen toen ze zo’n tien jaar geleden samen met Evan via haar reisbureau een reisje naar de Grand Canyon had geboekt. Val was meteen gecharmeerd geweest van Melissa’s nuchtere kijk op het leven. Dit was een vrouw die ze kon vertrouwen. Via Melissa had ze vervolgens James leren kennen. Beiden waren in dezelfde straat opgegroeid, en Melissa had op hem gepast toen hij nog klein was. Dankzij hen had Val het afgelopen jaar kunnen overleven zonder haar gezonde verstand helemaal te verliezen.
‘Wat is er?’ vroeg James zodra hij haar gezicht zag.
‘Niets.’
‘Laat me raden,’ zei Melissa, die al naar de woonkamer liep. ‘Evan komt wat later. O, mijn god…’ Als verstijfd bleef ze in de deuropening staan en ze staarde naar de jonge vrouw midden op de paarsfluwelen bank. ‘Ga me niet vertellen dat dit is wie ik denk dat ze is!’ fluisterde ze vanuit een mondhoek terwijl haar beringde vingers haar koraalrode lippen bedekten.
‘Is dat “de slet”?’ fluisterde James, met zijn kin op Vals schouder om zijn woorden te dempen.
‘Noem haar niet zo,’ zei Brianne, die nu achter het drietal verscheen en zich langs hen heen naar de woonkamer wurmde.
Val was opgelucht, zowel vanwege de plotselinge verschijning van haar dochter als vanwege het feit dat ze aangekleed was.
‘Hai, Jen,’ groette Brianne en ze liet zich naast de jonge vrouw op de bank ploffen.
Jennifer leek bijna in tranen uit te barsten, zo tastbaar was haar opluchting. ‘Je vader komt wat later.’
‘Dat heb ik gehoord, ja. Te gekke schoenen.’
‘Dank je. Die spijkerbroek van jou is ook echt super.’
Val voelde dat haar gezicht verstarde bij de aanblik van het gezellige onderonsje tussen haar dochter en de verloofde van haar man. ‘Dit zijn Melissa en James, twee vrienden van me,’ dwong ze de woorden uit haar mond. ‘Dit is Jennifer, Evans…’
‘Weten we,’ kapte James haar af. ‘Geweldige schoenen, zeg. Louboutins?’
‘Ja,’ antwoordde Jennifer. ‘Dat jij dat ziet, zeg.’
‘James is een schoenenfreak,’ legde Brianne uit en ze lachte. ‘Wat ben jij een cliché, zeg!’ liet ze hem weten, waarmee het haar lukte om de angel er toch nog uit te halen.
‘Zo meteen pak ik je terug,’ was zijn reactie.
De telefoon ging.
‘Mijn moeder, waarschijnlijk,’ zei Val, waarna ze zich excuseerde en de kamer verliet.
‘Mam zegt dat jullie kaartjes hebben voor Wicked, morgenavond,’ hoorde ze Brianne zeggen terwijl ze naar de keuken liep. ‘Hebben jullie die niet al een keer of dertien gezien?’
‘Achttien,’ verbeterde James haar op het moment dat Val de telefoon bereikte. ‘Ik streef naar eenentwintig, mijn geluksgetal.’
‘Clichééé!’ Briannes schaterlach vulde de kamer.
Val nam op. ‘Hallo?’
‘Hé daar,’ groette Evans stem.
Twee minuten later verscheen ze weer in de woonkamer. ‘Hou je vast, iedereen,’ deelde ze mee. ‘De plannen zijn veranderd.’