1
‘Brianne?’ riep Valerie beneden aan de trap. ‘Hoe gaat het daarboven?’
Geen reactie.
‘Brianne!’ riep ze nogmaals. ‘Het is bijna elf uur. Je vader kan elk moment hier zijn.’
Nog steeds geen reactie. Niet dat het Val verraste. Haar dochter gaf meestal pas bij de derde keer een kik.
‘Brianne,’ vroeg ze keurig voor de derde keer, ‘hoe ver ben je met pakken?’
Het geluid van een deur die openging, gestamp op de gang, een waas van halflang bruin haar, ranke benen en de schok van een kantachtig zwart stringetje en bijpassende push-upbeha, afgewisseld met stukken blote huid, en de vertrouwde aanblik van twee gebalde, ongedurige vuisten op een paar slanke heupen. ‘Ik had allang klaar kunnen zijn als jij me niet telkens stoort, ja!’ Haar stemgeluid tuimelde over het groene traptapijt naar beneden en de kracht van de terloopse minachting was bijna als een mokerslag in Valeries gezicht.
‘Je bent nog niet eens aangekleed,’ sputterde Valerie. ‘Je vader…’
‘… is niet op tijd,’ maakte haar dochter de zin af op het ongenegeerd overtuigde toontje waar zestienjarige meisjes patent op lijken te hebben. ‘Dat is-ie namelijk nooit.’
‘Het is een lange rit,’ wierp haar moeder tegen. ‘Hij zei dat hij er voor het avondeten wilde zijn.’
Maar boven aan de trap was Brianne al weer verdwenen. Een ogenblik later hoorde Valerie haar dochter de slaapkamerdeur met een knal dichtslaan. ‘Ze is nog niet eens aangekleed,’ fluisterde ze tegen de gebroken witte kamermuren. Wat betekende dat de weekendtas waarschijnlijk ook nog niet gepakt was. ‘Fijn. Heel fijn.’ Wat betekende dat ze haar bijna-ex en zijn nieuwe verloofde moest bezighouden totdat haar dochter zover was. Wat misschien in haar voordeel kon uitpakken, dacht ze, aangezien Evan de laatste tijd had laten doorschemeren dat het met de lieve Jennifer niet echt van een leien dakje ging en hij misschien wel de stomste fout van zijn leven had begaan door zijn eigen vrouw aan de kant te zetten.
Het zou niet de eerste keer zijn dat hij op een dergelijke manier de mist in ging, dacht ze terwijl ze naar de voordeur van haar moderne glas-en-bakstenen huis aan Park Slope in het modieuze Brooklyn liep, deze opende en links en rechts de straat aftuurde om te zien of Evan al kwam aangereden. Hij had haar al eens eerder laten zitten, toen hij een paar dagen voor hun bruiloft er met een van de bruidsmeisjes vandoor was gegaan. Zes weken later was hij terug, overlopend van gênante spijtbetuigingen en haar smekend om hem nog een kans te geven. Dat meisje betekende helemaal niets, had hij gezworen. Koudwatervrees, meer niet. ‘Zo stom zal ik niet meer zijn,’ had hij gezegd.
Maar dat was hij natuurlijk wel.
‘Jij bent echt helemaal de vrouw voor mij,’ waren zijn woorden geweest.
Maar dat was ze natuurlijk niet.
In de achttien jaar dat ze bij elkaar waren had ze op zijn minst een tiental affaires bevroed. Ze had het genegeerd, had zichzelf op de een of andere manier voorgehouden dat hij de waarheid sprak als hij weer eens belde dat het laat werd op kantoor of dat hij vanwege een dringende vergadering gedwongen was om hun lunchafspraak af te zeggen. Zelfs tegen bezorgde vriendinnen die haar vertelden dat ze Evan in een trendy restaurant in Manhattan hadden zien zitten terwijl hij zijn neus in de hals van een jonge brunette begroef, hield ze vol dat het allemaal niets om het lijf had. Je weet hoe hij is, had ze met een zelfverzekerd lachje gereageerd. Hij is gewoon een flirter. Stelt allemaal niets voor.
Ze had het al zo vaak gezegd dat ze het zelf bijna was gaan geloven.
Bijna.
Totdat ze op een middag, na zich een dagje over haar moeder te hebben ontfermd, moe en gedeprimeerd was thuisgekomen en hem in bed had aangetroffen met de jonge vrouw die hij onlangs had ingehuurd om een nieuwe reclamecampagne voor zijn keten van trendy hotels te bedenken. De welgevormde, gebruinde benen van het meisje doorkliefden de lucht boven zijn brede schouders terwijl ze beiden volledig opgingen in hun indrukwekkende gymnastische oefeningen, en Vals blinde vlek eens en voor altijd ruw werd weggepoetst.
Zelfs toen was het zíjn keus geweest om op te stappen.
Ik zou hem moeten haten, dacht ze.
Maar de afschuwelijke, onvergeeflijke waarheid was dat ze hem niet haatte. De afschuwelijke, onvergeeflijke waarheid was dat ze nog steeds van hem hield, dat ze bad dat hij tot inkeer zou komen, zoals die keer toen hij een paar dagen voor hun trouwdag ontrouw was geweest maar toch weer bij haar terug was gekomen.
Wat mankéért me?
Het is mijn eigen domme schuld, kastijdde ze zichzelf. Ik wist wat voor vlees ik in de kuip had toen ik met hem trouwde. Al vanaf het eerste moment dat ik hem in de lobby van dat Zwitserse chaletje zag zitten; gebruind en fit, omringd door adorerende ski-bimbo’s bij het laaiende haardvuur, wist ik dat hij niet te vertrouwen was. Uitgerekend het type dat ze de eenentwintig jaar van haar leven had geprobeerd zoveel mogelijk te mijden, het type van het grootse gebaar en kleine wreedheden, net zo charmant als hufterig. Omdat ze zelf door precies zo’n vader was opgevoed kende ze het type maar al te goed.
‘Heeft niets te betekenen,’ had ze haar vriendinnen verteld. Het waren precies dezelfde woorden als die van haar moeder geweest.
Tja, misschien had het voor mannen zoals haar vader, mannen zoals Evan, inderdaad niets te betekenen gehad, maar voor de vrouwen die van hen hielden betekende het alles.
En wat hadden al die zelfbeheersing en verdraagzaamheid haar opgeleverd?
Helemaal niets.
Ze werden hoe dan ook aan de kant gezet.
Na Evans vertrek hadden haar vriendinnen collectief een zucht van verlichting geslaakt. ‘Een randdebiel,’ had Melissa, haar hartsvriendin, verklaard. ‘Hij verdient jou gewoon niet,’ viel James, hun gezamenlijke vriend, haar bij. ‘Geloof me, je bent een stuk beter af.’
Haar moeder was te tipsy geweest om nog iets te kunnen uitbrengen.
Val zag de verschrikte blik op haar eerst nog glimlachende gezicht weer voor zich nadat haar vader had aangekondigd dat hij haar moeder ging verlaten voor een van zijn veel jongere veroveringen. ‘Stelt niks voor. Die komt wel terug,’ had haar moeder haar en haar jongere zus, Allison, verzekerd. Maar hij was niet meer teruggekeerd en uiteindelijk was hij hertrouwd en vader van nog eens twee kinderen geworden; twee meisjes die de plaats innamen van de dochters die hij zo soepel de rug had toegekeerd. Ondertussen was haar moeder van een opgewekte, innemende vrouw veranderd in een vreugdeloos, verbitterd oud wijf dat haar heil in de drank zocht. Is dat wat ze nu haar eigen dochter Brianne toewenste?
‘Brianne, zal ik je even komen helpen?’ riep ze terwijl ze de voordeur sloot om de drukkende juliwarmte buiten te houden en terugliep naar de trap. Ondertussen streek ze wat lichtbruine krullen, die tot aan haar kin reikten, van haar klamme voorhoofd en probeerde ze zorgelijke gedachten als deze te onderdrukken.
Bij de scheiding was Evan haar tegemoetgekomen in zo’n beetje alles wat ze wilde: het huis, de witte Lexus-suv, een royale alimentatie voor haar en haar kind. Al binnen enkele dagen nadat hij hun riante woning in Brooklyn had verlaten was hij in Jennifers appartementje in Manhattan ingetrokken, zonder dat het hem ook maar iets leek te deren.
Ik zou hem moeten haten, dacht ze opnieuw.
Behalve dan dat je niet zomaar kunt ophouden met van iemand te houden die je zo’n beetje je halve leven hebt bemind, enkel omdat hij je rot behandelt, zo had ze ontdekt. Hoe krom het misschien ook is. Toch was het niet eerlijk dat een vrouw die op de drempel van haar veertigste verjaardag stond nu als een tienermeisje dat de boot heeft gemist moest smachten naar een man die haar openlijk had bedrogen.
Hoewel hij niet zomaar een man was. Bijna twintig jaar lang was hij haar echtgenoot geweest, plus nu nog minstens een maand totdat de scheiding definitief was, ook al had hij zich al aan een ander gebonden. Hij was de liefde van haar leven, een man met wie ze de wereld meerdere malen had bereisd – heli-skiën in de Zwitserse Alpen, raften in Colorado, klimmen naar de top van de Kilimanjaro. ‘De enige vrouw die me kan bijhouden.’ Hoe vaak had hij dat niet gezegd
‘De enige vrouw van wie ik echt heb gehouden.’
Tijdens een wandeltocht door de Adirondacks was ze plots op haar knieën gevallen en had ze zowel zichzelf als hem verrast met een aanzoek. ‘Waarom ook niet!’ had hij met een schaterlach geantwoord. ‘Dat wordt een avontuur.’
En dat werd het zeker, dacht Val nu terwijl ze – tevergeefs – probeerde niet in nostalgie te vervallen. Die eerste jaren voordat Brianne werd geboren waren zo’n onstuimige roes geweest dat Evans keurende blikken daarin minder snel opvielen: ze verbeeldde het zich gewoon. En toen dat laatste onmogelijk het geval kon zijn, weet ze het deels aan zichzelf en dwong ze zich om zich meer van haar leuke kant te laten zien: begeerlijker, meer beschikbaar, meer… al die dingen die ze zo overduidelijk niet was, terwijl ze zichzelf ondertussen wijsmaakte dat ze zijn echte grote liefde was en dat hoe vaak of hoe ver hij ook afdwaalde, hij altijd bij haar zou terugkeren.
Want Evan was niet als haar vader.
En zij was niet als haar moeder.
Val zuchtte bij de gedachte. Tot haar ontzetting was het tot haar doorgedrongen dat ze in dezelfde val was getrapt als haar moeder, en ze was des te vastberadener om er anders mee om te gaan, het niet op te geven en tot in elke vezel voor haar man te vechten. Zelfs de zwangerschap had haar er niet van weerhouden om zich uit te leven in Evans liefde voor de combinatie van reizen en gevaar, en hem op de steilste hellingen, op weg naar de hoogste toppen, te volgen. Ze miste de eerste verjaardag van haar dochter om hem maar naar het Himalayagebergte te kunnen vergezellen; ze rechtvaardigde haar besluit met de redenering dat haar man op de eerste plaats kwam, dat voor een kind alle dagen eender waren en dat ze Briannes verjaardag wel zouden vieren zodra ze weer thuis waren. Ze schreef zelfs een stukje over hun reis, dat in het reiskatern van The New York Times verscheen.
Het was het begin van een onverwachte, en onverwacht geslaagde carrière, eentje waar een abrupt, zo niet onverwacht eind aan kwam op de dag dat Val wat eerder thuiskwam van een vermoeiende dag met haar moeder, en ze Evan in bed aantrof terwijl hij met de bevallige Jennifer in de weer was.
Het komt door mij, was toen haar conclusie geweest. Ik word nonchalant, zelfgenoegzaam. In de jaren dat Brianne zich van baby via kleuter tot klein meisje had ontwikkeld dat niet zonder haar moeder kon, had ze er steeds meer tegen opgezien om niet bij haar te kunnen zijn. Het avontuurlijke van het gevaar lokte lang niet meer zoals voorheen. Ze was nu een moeder. Ze had verantwoordelijkheden. Ze had zelfs een carrière. Het draaide niet meer alleen om haar.
Maar het had ook nooit echt om haar gedraaid, altijd om Evan.
Altijd om Evan. Zelfs nu.
Hoe kwam dat toch?
Val had zichzelf altijd als een sterke vrouw beschouwd. Ze klaagde niet en was geen huilebalk. Ze had haar leven goed in de hand, behalve in één opzicht: Evan. En misschien ook haar moeder. Oké, in twee opzichten dus. Maak daar maar drie van, concludeerde ze nu terwijl ze aan Brianne dacht. ‘Brianne!’ riep ze beneden aan de trap in een hernieuwde poging de stemmen in haar hoofd het zwijgen op te leggen. ‘Opschieten!’
De telefoon ging.
Waarschijnlijk mijn moeder om me een goede verjaardag te wensen, dacht ze terwijl ze vanuit de hal naar de roestvrijstalen keuken liep. Zou ze het zowaar nog weten dan? Val schudde haar hoofd. De kans was groter dat ze zou vragen of Val op weg naar Manhattan nog even wat flessen merlot langs kon brengen.
De zon had zich weer even tussen de zware regenwolken kunnen wurmen die het grootste deel van de week de hemel hadden bedekt, en scheen nu naar binnen door het hoge raam dat de gehele muur aan de westkant van de keuken innam. Ze hoopte dat de regen eindelijk was opgehouden. De Adirondacks waren ontegenzeglijk prachtig, maar wandelen in de regen was niet echt een pretje, en in tegenstelling tot Val was Brianne er nauwelijks voor te porren.
‘En waarom moet ik trouwens mee op zo’n domme wandeltrip?’ zeurde ze al wekenlang. ‘Ik ga veel liever met jou en je vrienden de stad in. Lekker winkelen, wat shows bekijken…’
‘Daar hebben we het al over gehad, schat. James en Melissa…’
‘… trakteren je op een weekendje Manhattan voor je verjaardag, ja dat weet ik. Big deal. Ik begrijp nog steeds niet waarom ik niet mee mag.’
‘Omdat je vader wil kamperen, met jou en…’
‘… de slet?’ maakte ze de zin liefjes af, benieuwd naar de reactie van haar moeder. ‘Kijk maar niet zo gechoqueerd, hoor. Het zijn jóúw woorden.’
Zwijgend nam Val zich voor om niet meer op deze manier naar Jennifer te verwijzen. In elk geval niet meer zolang haar dochter zich binnen gehoorafstand bevond. ‘Hallo?’ zei ze terwijl ze de telefoon opnam, anticiperend op de benevelde reactie van haar moeder.
‘Hé daar…’ klonk in plaats daarvan de stem van Evan. Precies zoals hij haar al bijna twintig jaar lang aan de telefoon had begroet. Achteloos maar intiem. Intiem maar achteloos.
Kortom, net als hun huwelijk.
‘Hé…’ zei ze hem na, bang om meer te zeggen. Ze zag haar aanstaande ex-man al voor zich, zittend achter het stuur van zijn nieuwe zwarte Jaguar, zijn zachte donkere haar dat voor zijn lichtblauwe ogen viel, de volle lippen die zich tot een gulle glimlach krulden; met de ene hand op het stuur en de andere die onder Jennifers rok gleed. ‘Is er iets?’ vroeg ze terwijl ze het beeld uit haar gedachten dwong.
Hij lachte. ‘Ben ik zo doorzichtig?’
Het hoort bij je charme, dacht ze, maar ze hield haar mond. ‘Je bent laat,’ zei ze in plaats daarvan.
‘Reken op een halfuurtje.’
Al meteen twijfelde ze aan zijn schatting. Een halfuur betekende in Evan-tijd doorgaans een uur. ‘Oké, ik geef het wel even door aan Brianne.’
‘Zeg haar maar dat er iets tussen is gekomen wat…’
‘… moet worden opgelost,’ maakte ze de zin voor hem af. Ze kende het script inmiddels uit haar hoofd.
‘Ik kom zo snel mogelijk.’
‘Ik zal het doorgeven.’
‘Het zal vreemd zijn,’ voegde hij eraan toe, waarbij zijn stem vervaagde tot een fluistering.
‘In welke zin?’
Een zucht. Daarna: ‘Dat jij niet meekomt. Dat we je verjaardag niet samen zullen vieren…’
Ze zweeg. Hoe kon ze ook maar een woord uitbrengen als hij haar naar lucht deed happen?
‘Val?’
‘Ik zal tegen Brianne zeggen dat je er over een halfuur bent.’ Voordat een van beiden nog iets kon zeggen hing ze op. Wat probeerde hij haar duidelijk te maken?
‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg Brianne opeens.
Met een ruk draaide Val zich om. Haar dochter stond voor haar, nog altijd slechts gekleed in haar ondergoed.
‘Is alles wel in orde?’ vroeg ze vervolgens. ‘Is er iets met oma?’
‘Wat? Hoe kom je daar nu weer bij?’
‘Omdat er duidelijk iets aan de hand is. Je staat al tien minuten als een standbeeld met je hand op de telefoon.’
‘Niet waar.’
‘Wel waar. Ik sta al de hele tijd naar je te kijken.’
Val wilde ertegenin gaan maar met een blik op haar horloge besefte ze dat haar dochter gelijk had. Wat betekende dit? Dat Evan inmiddels zelfs de tijd kon stilzetten? ‘Met je oma gaat het prima.’
Brianne haalde haar schouders op. ‘Dus, wie belde er dan?’
‘Je vader. Hij is…’
‘… niet langer jouw probleem, ma,’ herinnerde ze haar moeder eraan.
‘Hij komt wat later,’ ging Val verder, de onderbreking negerend.
‘Laat me raden. Er deed zich een probleempje voor…’
‘… dat opgelost moest worden,’ klonk het gelijktijdig uit de mond van moeder en dochter, waarna ze alle twee in de lach schoten, iets wat de laatste tijd steeds minder vaak gebeurde. In elk geval samen.
‘Hij is er over een halfuur,’ gaf ze door.
‘Yeah right.’
‘Ik zou me in elk geval maar gaan aankleden.’
Er werd aangebeld. Vals hoofd schoot in de richting van het geluid. Waren James en Melissa er al? Of Evan misschien? Ze wierp een blik naar haar reflectie in de zwarte ovenruit. Ik had beter mijn haar even kunnen wassen, dacht ze, en wat make-up op kunnen doen.
‘Je ziet er prima uit, hoor,’ zei Brianne alsof ze haar moeders gedachten kon lezen. ‘Bovendien is het Sasha maar.’
‘Wie?’
‘Sasha,’ herhaalde ze terwijl ze vanuit de keuken naar de voordeur liep, met haar ronde achterwerk als een perfecte cirkel die verticaal in twee prachtige partjes is opgedeeld.
Al sla je me dood, dacht ze terwijl ze haar dochter achternaliep. ‘Wie is Sasha?’
‘Mijn vriendin die bij Lululemon werkt. Je hebt haar een paar weken geleden nog ontmoet. Echt, ma. Je vergeet altijd wie mijn vriendinnen zijn.’
Val wilde protesteren, maar besefte dat Brianne gelijk had. Ze was het spoor van haar dochters vriendinnen inmiddels volkomen bijster. De lijst leek net zo vaak te veranderen als haar stemmingen. De ene dag was Kelly nog haar beste vriendin, de volgende dag was het Tanya, daarna Paulette, daarna Stacey, en dan nu weer deze Sasha die bij Lululemon werkte. Ze herinnerde zich vagelijk een knap meisje met lang blond haar, achter de kassa toen ze een paar weken geleden in Manhattan naar sportkleding op zoek waren. Waarom was ze hier? ‘Waarom is ze hier?’ hoorde ze zichzelf vragen.
‘Mijn BlackBerry terugbrengen.’
‘Wat moet ze met jouw BlackBerry?’
‘Die heb ik laatst in de winkel laten liggen.’
‘Wat had je dan in Manhattan te zoeken?’
‘Gewoon, wat dingetjes passen.’
‘En je hebt je BlackBerry laten liggen? Weet je wel hoe duur die dingen zijn? Je moet echt minder nonchalant worden.’
‘Wat is het probleem? Ik heb hem laten liggen, Sasha heeft hem gevonden. En nu is ze zo aardig om hem op weg naar haar werk even langs te komen brengen.’ Ze trok de voordeur open, waarmee ze een einde maakte aan de discussie.
Het eerste wat door Vals hoofd schoot toen ze Sasha zag, was dat het meisje mooier en ouder was dan ze zich herinnerde. Ze droeg een lichtgroen T-shirt en een strakke zwarte sportbroek. Beide kledingstukken benadrukten haar riante rondingen. Op z’n minst achttien, misschien wel tegen de twintig, schatte Val. Waarom zou ze bevriend willen zijn met een meisje dat net zestien was geworden?
‘Kom binnen,’ zei Brianne terwijl ze de deur openhield. ‘Zo hé. Is dat jouw auto?’ Ze wees naar de feloranje Mustang uit 1964, die zo ver van de stoeprand geparkeerd stond dat het leek alsof het voertuig midden op de weg was achtergelaten.
‘Is-ie niet vet?’
‘Meer dan. Te gekke kleur,’ vond Brianne.
‘Misschien dat je hem iets meer langs de stoeprand moet parkeren?’ opperde Val.
‘Hij staat daar prima, hoor,’ reageerde Brianne. Daarna, met een overdreven zucht: ‘Je herinnert je vast mijn moeder nog wel…’
‘Hallo, Valerie,’ groette Sasha haar met een zwaai van haar lange blonde haar.
Val moest even op haar onderlip bijten om niet te reageren met: ‘Mevrouw Rowe graag, als je het niet erg vindt.’ Maar het schoot haar weer te binnen dat ze binnenkort geen mevrouw Rowe meer zou zijn, waarna een zelfs nog verontrustender gedachte zich aandiende: wie zou ze dán zijn? ‘Hallo Sasha. Leuk je weer te zien.’
‘Hoe bevallen de kleren die je laatst hebt gekocht? Zijn ze niet top?’
‘Ja, ze zijn…’
Maar Sasha had haar aandacht weer helemaal op Brianne gericht. ‘Zag iedereen er maar zo uit, zeg,’ zei ze. ‘Wat een te gek figuur heb jij.’
‘Nee hoor,’ protesteerde Brianne. ‘Er moet eigenlijk drie kilo van af.’
‘Wat?’ vroeg Val.
‘Plus dat ik ook mijn lippen wil laten doen.’
‘Jij gaat niets aan die lippen laten doen,’ waarschuwde Val haar op strengere toon dan ze had bedoeld. Hoe vaak had Melissa al niet gezegd dat je zulke mededelingen het beste kon negeren? ‘Wil je er soms uitzien als een vis?’ voegde ze eraan toe, niet in staat zichzelf in te houden.
‘Mijn lippen zijn te klein. Ze passen niet bij mijn neus, die ik trouwens ook laat doen,’ ging Brianne verder terwijl ze Sasha gebaarde naar boven te gaan.
‘Er mankeert helemaal niets aan je neus of je lippen!’ riep Val de twee na.
‘Mijn neus is te dik en mijn lippen zijn te dun. Ik ga naar de plastisch chirurg,’ herhaalde ze nog eens, zonder zich om te draaien.
Terwijl ze als verstijfd onder aan de trap bleef staan hoorde Val de slaapkamerdeur van haar dochter dichtslaan en vocht ze tegen de tranen. Wie praatte haar dochter dit soort idioterieën aan?
Waarschijnlijk die tante met wie ze de komende drie dagen in de Adirondacks ging kamperen.
Hoewel, kamperen. The Lodge in Shadow Creek beantwoordde nauwelijks aan het beeld van het rauwe buitenleven. Ze zuchtte en dacht terug aan de keren dat zij en Evan daar verbleven, de ochtend dat ze spontaan op de knieën was gevallen voor een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.
‘Het zal vreemd zijn,’ had Evan zo-even gezegd. ‘Dat jij niet meekomt. Dat we je verjaardag niet samen zullen vieren.’
Wat bedoelde hij nu werkelijk? Dat hij het liefst de tijd terug wilde draaien en zijn daden ongedaan wilde maken? Dat Val alleen maar dat ene woord hoefde uit te spreken en hij de lieve, sletterige Jennifer zou meedelen dat, helaas, het moment gekomen was om op te stappen? Dat hij van zijn vrouw hield? De enige vrouw van wie hij echt had gehouden? Dat hij zich niet kon voorstellen zonder haar naar Shadow Creek te gaan? Dat hij nooit meer zonder haar waar dan ook naartoe wilde? Dat hij het allerliefst weer thuis wilde komen?
‘Yeah, right,’ mompelde ze, haar dochters favoriete afkappertje imiterend. Gevolgd door: ‘God, wat ben je toch zielig.’ Maar toch kon het geen kwaad wat make-up op te doen en haar haren te kammen voordat Evan aanbelde, besloot ze terwijl ze naar boven liep.