22
Met haar ogen dicht maar klaarwakker lag Nikki in bed, luisterend naar een onder de douche zingende Kenny en in gedachten de gebeurtenissen van de nacht weer belevend, toen ze opeens getik op haar raam hoorde. In eerste instantie deed ze het geluid af als de laatste oprispingen van het onweer, hulpeloze takken die door een vijandige wind werden gegeseld en tegen het glas krasten in een zinloze poging om een schuilplaats te vinden. Hier is geen schuilplaats, dacht ze met een glimlach terwijl ze nog heerlijk nagenoot van de laatste verwoede inspanningen van hun laatste slachtoffers. Alleen hadden ze in die gevallen wanhopig geprobeerd om juist buiten te komen, en niet binnen. Toch, de resultaten waren dezelfde geweest. Er was geen ontsnappen aan geweest. Geen enkele genade.
Nikki hield ervan om de details van elke moord nog eens na te lopen, om hun strikte volgorde van gebeurtenissen weer te beleven en daarbij goed op te letten dat ze niets vergat: de eerste voorbereiding of ‘meet-and-greet’, zoals Kenny het graag noemde; het aangename, onschuldige gesprekje dat daar steevast op volgde; de lichte argwaan die langzaam in zo’n gesprekje kroop en die geleidelijk aan plaatsmaakte voor angst, waarna de angst oploste in paniek terwijl de wrede werkelijkheid het sprookje verving en messen korte metten maakten met een nog lang en gelukkig leven.
Nikki was nooit zo dol geweest op sprookjes. Het beeld van een mooie prinses in een ragfijne avondjapon vond ze weerzinwekkend. Ze had altijd een rothekel gehad aan die domme, zeurderige Assepoester en zag veel liever haar gemene stiefzusters; ze had de Boze Koningin altijd toegejuicht, niet die zouteloze Sneeuwwitje. En Doornroosje, die een eeuw wachtte totdat haar knappe prins haar vond en redde, had ze verafschuwd.
Ook had ze weinig geloof gehad in de Tandenfee, Koekiemonster of zelfs de Kerstman, ondanks haar ouders’ pogingen om haar ervan te overtuigen dat ze echt waren. ‘Kijk eens wat de Kerstman heeft gebracht!’ kon ze haar moeder nog steeds elke kerstochtend bijna manisch enthousiast horen gillen terwijl ze met de nieuwste barbiepop voor haar neus zwaaide. God, wat had ze die belachelijke poppen gehaat, met hun excentrieke outfits en reusachtige plastic borsten. Ze had een behoorlijk lange tijd gedaan alsof ze erdoor werd betoverd, maar daarna had ze hun designerkleding kapotgescheurd, hun glanzend blonde haar afgeknipt en uiteindelijk die domme hoofden er gewoon helemaal af gerukt. ‘O nee. Kijk nou toch wat er met die arme barbie is gebeurd,’ jammerde haar moeder dan onvermijdelijk, alsof de meelijwekkende toestand van de pop een daad van God was.
Gelukkig bezat haar moeder een geweldig talent om dat wat voor de hand lag niet te zien.
In tegenstelling tot haar oma.
‘Misschien moet je haar eens meenemen naar iemand,’ had ze haar oma meerdere malen horen fluisteren tegen haar moeder, en hoe ouder ze werd, hoe vaker ze dit irritante refrein herhaalde. ‘Er is iets niet helemaal in orde met haar.’
‘Doe niet zo gek. Er is helemaal niks mis met haar,’ protesteerde haar moeder dan.
‘Ik weet het niet, hoor. Dat gedoe met die moedervlek…’
‘Kun je die stomme moedervlek niet eens vergeten, zeg? In godsnaam, ze was nog maar een kind.’
‘En die vreselijke dingen die ze over je vader verzon?’
‘Hier hebben we het al… hoeveel keer wel niet over gehad. Het was een ongelukkig misverstand. De school vult hun hoofd met kletspraat over wat goed aanraken is en wat slecht aanraken. Ze raakte in de war, meer niet.’
‘Ik zeg je, ze is anders dan andere kinderen. Ik krijg mijn vinger er niet achter, maar ik weet gewoon dat er iets… aan scheelt.’
‘Je vergist je,’ zei haar moeder.
Maar Nikki wist dat haar oma gelijk had. En dat ze steeds zorgvuldiger te werk zou moeten gaan. Ze leerde de gezichten van mensen te doorgronden en hun reacties te peilen, en emoties te simuleren die kennelijk van haar werden verwacht. Emoties die andere meisjes zich op een natuurlijke manier eigen maakten. Emoties die zij gewoon niet had.
Ze deed net alsof ze van haar ouders hield terwijl ze eigenlijk slechts onverschilligheid voor hen voelde; ze veinsde belangstelling voor haar vriendinnetjes terwijl die haar in feite verveelden; ze maakte moeiteloos vrienden en keerde die zelfs nog slagvaardiger de rug toe door hen regelmatig te vervangen door anderen. Wat maakte het uit? De een was net zo goed als de ander. Iedereen was uitwisselbaar.
En toen haar opa een paar dagen voor haar dertiende verjaardag overleed en haar moeder het feestje afzegde waar Nikki zich wekenlang op had verheugd, had ze haar woede om haar opa’s onnadenkendheid begraven en was het haar zelfs gelukt om bij zijn begrafenis een paar indrukwekkende tranen te plengen. ‘Ze moet wel erg veel van hem hebben gehouden,’ had ze een van de rouwenden horen opmerken. En ze had steels geglimlacht. Goed gedaan, had ze zichzelf gecomplimenteerd.
Vervolgens had ze haar ogen opgeslagen naar waar haar oma, staand naast de open kist van haar opa, naar haar keek, en de glimlach op haar gezicht was bevroren en daarna langzaam vervaagd. Maar het kwaad was al geschied. Haar oma had in haar ziel gekeken. Zij kende de waarheid.
Ik weet gewoon dat er iets… aan scheelt.
Nou, wat er ook aan mij scheelt, ík heb er in elk geval geen last van, dacht Nikki nu, terwijl ze zich omdraaide in bed.
Haar opa was de eerste dode geweest die ze ooit had gezien. Ze herinnerde zich dat ze met een opzettelijk plechtig gezicht op zijn kist af stapte, haar handen trillend van wat een oppervlakkige waarnemer ongetwijfeld zou interpreteren als een mengeling van angst en verdriet, maar wat in werkelijkheid opwinding was. Ze had gestaard naar zijn bleke huid, zijn roodgemaakte wangen en zijn dunne lippen, die waren aangestipt met een niet erg flatteuze, somberkleurige lippenstift. Hij leek precies op zo’n wassen beeld in de beroemde musea van Madame Tussauds, was haar gedachte geweest. Zijn ogen waren gesloten, en ze had moeten vechten tegen de impuls om ze met haar vingers open te wrikken. Kijk me aan, opa! had ze willen schreeuwen terwijl haar blik afdaalde naar zijn donkerblauwe pak en ouderwetse brede, rood-donkerblauw gestreepte stropdas. Tot haar teleurstelling was haar opgevallen dat er geen zichtbare sporen waren van de hartaanval die zijn leven had geëist, en dus had ze haar ogen dichtgedaan en geprobeerd zich in te beelden dat zijn hart als een ballon tot tien keer zijn normale omvang opzwol en ten slotte als een handgranaat ontplofte. Dat zou ze maar wat graag hebben gezien, dacht ze. Ze zou er zelfs voor betaald hebben.
Ze had zich voorovergebogen, zogenaamd om hem vaarwel te kussen, maar in plaats daarvan waren haar lippen over het koude, grijze vlees van zijn wang naar zijn oor gegleden. ‘Rot maar in de hel,’ had ze gefluisterd, denkend aan haar verknalde verjaarspartijtje.
Ze vroeg zich af of ze nog cadeautjes zou ontvangen van de zogenaamde vriendinnen die ze had uitgenodigd; wekenlang hadden ze gezinspeeld op dat fantastische nieuwe parfum van Juicy Couture en de donkergroene trui met v-hals die ze in de etalage van Forever 21 had gezien. Waarschijnlijk zou ze nu slechts wat saaie oude kleren van de Gap krijgen, haar moeders lievelingswinkel, en een zootje nutteloze boeken van haar oma. Ze betwijfelde of ze dit jaar nog de moeite zouden doen voor een taart. Niet dat het haar iets kon schelen, net zomin als het haar iets deed dat ze haar vriendinnen teleurstelde of zelfs dat ze dertien werd. Waar zij van genoot was om in het middelpunt van alle belangstelling te staan, en nu was haar stomme opa als door de bliksem getroffen door een hartaanval en had hij haar het gras voor de voeten weggemaaid.
De bliksem, herhaalde ze stil, en ze dacht terug aan het onverwachte onweer van afgelopen nacht. Hoewel het niet kon tippen aan het onweer dat had gewoed op de avond dat zij en Kenny dit huisje hadden ontdekt, was het niettemin een prettige herinnering geweest aan de rotzooi die ze hadden getrapt. Ze was altijd al dol geweest op onweer, een groots drama: felle bliksemschichten, harde donderklappen, de huilende wind. Soms rende ze midden in het zwaarste onweer naar buiten en daagde ze de bliksem uit om haar te treffen. Dan voelde ze de regen gemeen haar gezicht geselen en ervoer ze een euforie die bijna seksueel was, een bevrijding die bijna net zo intens was als wanneer ze een mes op haar huid zette.
Er was niets nep aan die gevoelens, dat was wel zeker. Daar scheelde helemaal niets aan.
Maar haar oma had wat één ding betrof wel gelijk gehad; ze was anders dan andere mensen.
Ze was bijzonder.
Jammer dat Kenny haar niet altijd leek te waarderen, dacht ze, terwijl ze zijn spontane douche met een huivering hoorde stilvallen. Kenny was dol op douchen. Soms deed hij het wel vijf keer op een dag, soms in het holst van de nacht, zoals nu, wanneer hij te opgewonden was om in slaap te vallen. Hij was weer begonnen over dat ze het eens met z’n drieën moesten doen. ‘Ben ik niet genoeg voor je?’ had ze gevraagd.
‘Natuurlijk wel. Doe niet zo gek. Het lijkt me alleen wel leuk om eens te experimenteren, meer niet.’
‘Ik ben niet gek.’
‘Maar ook niet erg avontuurlijk.’ Hij was uit bed geklauterd en achter zijn erectie aan naar de badkamer gelopen. Even later had ze de douche horen kletteren.
Ze lag te wachten tot hij weer uit de badkamer zou verschijnen toen ze het getik op het raam hoorde. Geen boomtakken tegen het glas, drong het plotseling tot haar door. Ze opende haar ogen en draaide haar hoofd naar waar het geluid vandaan kwam. Het klonk meer als iemand die aanklopte.
Was dat mogelijk?
‘Kenny,’ fluisterde ze in de richting van de badkamer terwijl ze de dekens wegduwde en uit bed stapte. ‘Kenny, volgens mij is er iemand.’
De badkamerdeur ging open en daar stond Kenny, een spookverschijning in een wolk van damp, met een handdoek om zijn middel. Hij hield zijn hoofd schuin en luisterde terwijl het tikken harder werd. ‘Druk avondje,’ zei hij glimlachend. ‘Je kunt maar beter even gaan kijken wie dat is, denk ik.’
‘En als het de politie is?’
‘Dat handelen we wel af.’
Nikki greep Ellens oude, lichtblauwe badjas van het voeteneind van het bed om haar naakte lichaam te bedekken en liep naar het raam terwijl Kenny zich in de badkamer terugtrok. Voorzichtig duwde ze de kanten gordijnen iets opzij.
Eerst zag ze niets. Heel langzaam doemde er een gezicht op uit de duisternis, eerst twee ogen, die zich van opluchting opensperden, en daarna een mond die in een brede, dankbare grijns openbrak.
Wie hij ook mag zijn, hij is vreselijk blij om me te zien, dacht Nikki terwijl ze het raam openduwde om de jongeman binnen te laten. ‘Kun je omhoogklimmen?’ Kom erin, kom erin, zei de spin tegen de vlieg.
‘Goddank dat er iemand thuis is!’ riep hij uit terwijl hij over de rand omhoogklauterde en in haar wachtende armen viel, waardoor haar badjas even openviel en haar borsten onthulde. ‘Ik hoop dat ik je niet bang heb gemaakt,’ zei hij terwijl ze langzaam haar badjas weer dichttrok.
‘Zie ik er bang uit?’
Hij lachte even zenuwachtig. ‘Nee,’ erkende hij terwijl zijn ogen weer naar de voorkant van haar badjas afdwaalden.
Hij is lang en best wel leuk, op een verfomfaaide manier, vond ze. Misschien iets aan de magere kant. Niet veel ouder dan ik. Ik kan mezelf net zo goed even een pleziertje gunnen, dacht ze, wetend dat Kenny hen in de gaten hield terwijl ze de voorkant van haar badjas weer langzaam liet openvallen om de jongen nog een blik te gunnen. Hij keek niet weg.
‘Ik heet Tyler. Tyler Currington.’
‘Nikki.’ Ze schudde met haar haren, waardoor haar badjas zelfs nog verder openviel. ‘Er is een countryzanger die Billy Currington heet. Is dat soms familie van je?’
‘Nee, ik geloof van niet.’
‘Hij zingt over bier en zo. De meeste countrymuziek vind ik maar niets, maar hem vind ik wel goed.’
‘Cool,’ reageerde Tyler. Als hij dit gesprek wat eigenaardig vond, gezien de omstandigheden, dan liet hij in elk geval niets merken. ‘Zijn je ouders thuis?’
‘Nee. Ik ben helemaal alleen.’
‘Je meent het.’
Ze glimlachte. Dit gaf haar zelfs een nog machtiger gevoel dan toen ze had geriskeerd door de bliksem getroffen te worden. Ze koesterde het. ‘Zeg ’s, wat doet een leuke jongen als jij op een nacht als deze buiten?’ Ze vond het vermakelijk dat hij helemaal leek te zijn vergeten waarom hij hier was.
Er verscheen een schaapachtige grijns op zijn gezicht, waarbij zijn ogen geen moment van de voorkant van haar badjas weken. ‘Dat is een lang verhaal.’
‘Zal ook best een goed verhaal zijn.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik reed mijn auto in een greppel. We gingen lopen, werden verrast door het onweer.’
Nikki liet haar blik behoedzaam weer naar het raam glijden. ‘We?’
‘Het meisje met wie ik was,’ zei hij. ‘Zomaar iemand,’ voegde hij er snel aan toe.
Nikki vroeg zich af of het meisje in kwestie verrast zou zijn als ze dit hoorde. ‘En waar is ze nu, deze “zomaar iemand”?’
‘In het bos. Nog geen kilometer van hier. Ze heeft haar enkel verstuikt, dus ze kon niet meer lopen.’
‘En dus heb je haar zomaar achtergelaten? In het bos? In haar eentje?’ Een man naar mijn hart, dacht ze. Deze nacht wordt almaar beter en beter. Ze keek even over Tylers schouder naar de badkamer, wetend dat Kenny elk woord opving. Vertel mij niet dat ik niet avontuurlijk ben, berispte ze hem zwijgend.
‘Het was haar idee dat ik hulp moest gaan zoeken,’ legde Tyler uit. ‘Als ik je telefoon even zou mogen gebruiken…’
‘Wat spijt me dat nou. Die doet het niet. Bij het laatste onweer viel de stroom uit, en er is nog niemand geweest om de boel te repareren.’
‘O,’ reageerde hij. Maar hij oogde niet teleurgesteld.
‘Misschien dat ik kan helpen?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Ik zou je kunnen helpen haar te dragen.’
‘Neuh. Je bent te klein.’
‘Ik ben sterker dan je denkt.’
‘Dat durf ik te wedden, ja.’
Een ogenblik staarden ze elkaar zwijgend aan.
‘Nou? Wat wordt het?’ vroeg ze eindelijk. ‘Wil je teruggaan en de jonkvrouw in nood redden?’
‘Eerlijk gezegd denk ik niet dat het me zou lukken. Ik ben gewoon zo waanzinnig moe.’ Zijn ogen speurden de kamer af en stopten bij het verfrommelde bed. ‘Dat ziet er uitnodigend uit.’
‘Je mag gerust even gaan liggen, hoor.’
‘Echt waar?’
‘Ik weet zeker dat je vriendinnetje het wel uithoudt tot de morgen.’
‘Ze is mijn vriendinnetje niet. Ik zei al dat ze…’
‘… zomaar iemand is. Ja, dat weet ik.’ Nikki strekte haar armen uit boven haar hoofd, schonk hem zo opnieuw een verleidelijke flits van haar borsten, liet haar armen zakken en sloeg ten slotte haar badjas om zich heen. ‘Je hebt het vast ijskoud in die natte kleren. Zou je het niet prettiger vinden om ze uit te trekken?’
De blik op zijn gezicht, iets tussen Zegt ze nu wat ik denk dat ze zegt? en Sodeju!, zei haar dat hij zijn geluk niet op kon. Bijna de hele nacht had hij in de stromende regen verdwaald door het bos rondgezworven en nu stuitte hij op de bergvariant van de boerendochter. Over mazzel gesproken!
Idioot, dacht Nikki, voor wie zijn gedachten zo helder als klinkende woorden waren. Heeft niemand je dan nooit verteld dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn dat meestal ook zo is? Maar toch, ze kon hem minstens even lekker laten genieten voordat hij de pijp uit ging. Wie weet zou Kenny zelfs meedoen. Niet bepaald het triootje dat hij in gedachten had, maar ach, als hij het mocht…
Tenminste, dat zei haar oma vroeger altijd.
Bovendien zou Kenny niet al te lang hoeven te wachten. Tylers vriendinnetje bevond zich nog geen kilometer verderop. Zodra ze klaar waren met sir Galahad hier zouden zij en Kenny zich over dat meisje kunnen ontfermen. Ze begaf zich dichter naar Tyler toe en begon aan de onderkant van zijn t-shirt te trekken.
‘Ik heb het inderdaad een beetje koud,’ zei hij.
‘Natuurlijk. Je bent helemaal drijf. We zouden niet willen dat je aan longontsteking doodgaat, of wel soms?’
Als reactie trok Tyler zijn natte t-shirt over zijn hoofd uit en hij wierp het op de vloer.
Hij was gespierder dan ze had vermoed, met strakke buikspieren en imponerende biceps. En hij had verrassend grote handen. Hij zou goed kunnen vechten, misschien zelfs een flinke uitdaging zijn voor Kenny. Hoewel je aan spiermassa weinig had als je in je nakie werd overrompeld.
Het volgende moment trok ze zijn rits omlaag, en ze was niet verbaasd dat hij helemaal geen ondergoed droeg. Hij stapte snel uit zijn spijkerbroek en schopte hem ongeduldig opzij. ‘Nu jij,’ zei hij.
Nikki gooide haar badjas open en liet hem van haar schouders glijden.
‘Wauw,’ reageerde Tyler.
‘Mooi?’
‘Heel mooi.’ Hij trok haar naar het bed en liet zijn handen zakken om haar billen te omvatten.
‘Dit had je vast niet verwacht toen je op mijn raam tikte, hè?’
‘Ik moet zeggen, dit overtreft mijn wildste dromen.’
‘Zeg me wat je fijn vindt,’ zei Nikki terwijl ze boven op hem klom en ze samen achterovervielen op het matras. ‘Zeg me wat je wilt. Ik doe alles wat je maar wilt.’ Met haar tong trok ze een streep van zijn borstkas naar zijn kruis.
‘Je doet het al,’ antwoordde hij op hese toon.
‘En dit?’ vroeg ze met een blik richting de badkamer terwijl ze hem in haar mond nam, wetend dat Kenny als aan de grond genageld toekeek.
‘Hou je me soms voor de gek?’
‘Heb je een kapotje?’
‘Wat?’
‘We moeten wel een kapotje gebruiken.’
‘Ik heb er een paar in mijn spijkerbroek,’ wist Tyler hijgend uit te brengen.
‘Beter even pakken.’
‘Goed.’
Nikki zag Kenny terug de badkamer in duiken terwijl Tyler in het donker naar zijn spijkerbroek tastte en even later triomfantelijk opstond met een condoom in zijn hand. Hij liep terug naar het bed toen hij plotseling bleef stilstaan. ‘Jezus, wat is dat voor een smerige lucht?’
Nikki snoof loom naar de lucht. ‘Geen idee. Ik vermoed dat er iets onder het huisje is gekropen om daar de pijp uit te gaan.’
‘Beetje een macabere gedachte.’
‘Dingen gaan nu eenmaal dood.’ Nikki keek nadrukkelijk naar Tylers slappe penis.
‘Niks aan de hand,’ zei Tyler, en zijn ogen volgden haar blik. ‘Ik werd even afgeleid. Ik weet zeker dat je hem nieuw leven kunt inblazen.’
‘Weet je wat ik lekker zou vinden?’ vroeg Nikki nu Tyler terug in bed wilde komen.
‘Zeg het maar,’ zei Tyler gretig.
‘Een kopje thee.’
‘Wat? Thee? Nu?’
‘Ik heb een heerlijke perzik-bosbessenthee. Het is een beetje een afrodisiacum.’
‘Wat is dat?’
‘Word je geil van. Kun je de hele nacht doorgaan.’
‘Echt?’
‘De beste die er is.’ Ze duwde zichzelf van het bed af, nam Tyler bij de hand en leidde hem de slaapkamer uit terwijl ze zich afvroeg of alle mannen zo dom waren. Het werd tijd om maar eens te beginnen, dacht ze toen ze de woonkamer betraden. Tyler Currington was zo mak als een lammetje.
‘Hier stinkt het zelfs nog erger,’ zei Tyler terwijl Nikki doelgericht naar de messen op het keukenblad liep en Kenny met het met bloedkorsten bedekte kapmes in de hand uit de slaapkamer verscheen. ‘En er ligt iets kleverigs op het hele tapijt. God, wat is dat? Misschien moet je even een lamp aandoen.’
Nikki knipte de schakelaar boven haar hoofd aan, waarbij haar lage kakelende lachje als een slang door hoog gras over het bloed op de vloer glibberde. ‘Om jou beter te kunnen zien, mijn liefste.’