30
De volgende ochtend vroeg gingen ze op huis aan.
‘Weet je zeker dat je wilt rijden?’ vroeg Melissa.
‘Ja,’ glimlachte Val naar de drie inzittenden op de achterbank, en ze reikte naar haar dochter naast haar, die uit het zijraampje tuurde. Tranen biggelden gestaag over haar bleke wangen. Vanaf zo’n beetje het moment waarop ze haar min of meer bewusteloos in de kofferbak van Matthew Stablers auto hadden aangetroffen had ze aan één stuk door gehuild. ‘En jij, lieve schat. Hoe staat het ermee?’ Ook al had haar dochter het wonderbaarlijk genoeg zonder schrammen overleefd en had ze goddank niets van het bloedbad hoeven meemaken, het nieuws van Tylers dood en van hoe het haar naar alle waarschijnlijkheid zou zijn vergaan als haar moeder haar niet had gevonden, had een diepe wond geslagen. Ze had die nacht onrustig geslapen, met haar rug stevig tegen haar moeders buik terwijl ze haar moeders hand, die losjes op haar heup lag, krampachtig had vastgehouden. Toen de manager van het hotel eenmaal wist hoe heldhaftig Val en haar vrienden de monsters hadden overmeesterd die al zoveel mensen hadden afgeslacht, had hij direct klaargestaan voor de state police en had hij heel gastvrij de oorspronkelijk geboekte suite voor die nacht aangeboden.
Brianne voelde weer een nieuwe golf van tranen in haar ogen prikken. Ze had haar moeders bezorgdheid helemaal niet verdiend, vond ze. Als ze van meet af aan naar haar moeder had geluisterd, was dit alles nooit gebeurd. En zou Tyler nog leven.
‘Dit is niet jouw schuld,’ zei Val, alsof ze Briannes gedachten kon lezen. ‘Jij hebt hem niet vermoord.’
‘Door mijn schuld was hij in dat huis.’
‘In eerste instantie, misschien,’ wees Val haar er nog eens op. ‘Laten we niet vergeten wat Nikki tegen de politie heeft gezegd.’ Nikki had een volledige bekentenis afgelegd, met alle details van de gruwelijke moorden die ze samen met Matthew had gepleegd, en een volledige beschrijving van haar stoeipartij met Tyler, vlak voor diens dood. ‘Je hebt een inschattingsfout gemaakt,’ vertelde ze haar dochter. ‘Geloof me, schat, daar hebben we ons allemaal schuldig aan gemaakt.’
‘Hij verdiende het niet om te sterven, mam.’
‘Nee, dat is zo.’
Een snikje ontsnapte aan haar lippen. ‘Ik heb je verjaardag verprutst,’ jammerde ze als een kind van tien.
Met een mistroostige glimlach gaf Val een kneepje in haar dochters hand. Ze had geregeld dat Brianne, zodra ze weer thuis waren, bij een therapeut langs kon komen. Misschien dat ze zelf ook maar eens een afspraak moest maken. ‘Laten we het erop houden dat het dankzij jou een onvergetelijke verjaardag is geworden.’
‘Kun je wel zeggen,’ viel James haar bij.
‘Zitten jullie een beetje comfortabel, daar achterin?’ vroeg Val met een blik over haar schouder naar James, Melissa en Jennifer. Melissa knikte en James stak een duim omhoog. Jennifer keek op, glimlachte en herlas Evans boodschap van gisteravond nog eens. Die moest ze nu toch wel uit haar hoofd kennen, dacht Val, terwijl ze zich Jennifers teleurstelling volledig kon voorstellen. Het was immers iets wat ze zelf maar al te goed kende.
Met een blik in de achteruitkijkspiegel zag ze The Lodge aan Shadow Creek langzaam in de verte verdwijnen. Nog één bocht en alles zou slechts een herinnering zijn, eentje waarvan ze vurig hoopte dat die mettertijd zou vervagen. Zou het, vroeg ze zich af terwijl de gebeurtenissen van de vorige dag zich weer aan haar opdrongen, alsof alles zich opnieuw voltrok terwijl willekeurige flarden als discolampen voor haar ogen dansten. Flashback: rennend door de bossen; Briannes modderige schoen in haar hand; lopend naar het huisje; in de slaapkamer; een jongeman die in de deuropening stond.
Het ene moment werd een met bloed besmeurd kapmes op haar keel gezet; het volgende moment schoot ze een pistool leeg op de borst van een jongeman.
Matthew Stabler. Stilletjes vormden haar lippen zijn naam. De politie had hem weten te identificeren met behulp van het rijbewijs dat in de achterzak van zijn spijkerbroek zat, hoewel hij volgens zijn jonge handlanger deze naam zelden gebruikte.
Ze zag Nikki weer voor zich, in haar slecht zittende katoenen jurk terwijl ze haar beleefd een kop thee aanreikte. Ze kon de met kalmeringsmiddelen vermengde smaak nog steeds proeven, de mengeling van schaamte en opstandigheid in Nikki’s ogen nog steeds zien opflakkeren op het moment dat Matthew haar voor dom uitschold, de klap van Briannes schoen nog steeds horen nadat ze die naar het meisje haar voorhoofd had geworpen. En nog steeds voelde ze de afschuwelijke schokken door haar hele arm toen ze de trekker maar bleef overhalen.
Ze zag Nikki voor zich die, nog altijd versuft en bloedend, door de politie werd weggevoerd. Haar echte naam was Janet Richardson, hadden ze haar naderhand verteld. Het meisje was zeventien.
Ze vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat de eerste krantenkoppen verschenen, de eerste reporters zich bij haar op de stoep zouden verzamelen, en of Evan het nieuws al had vernomen.
Als op een teken begon haar mobiele telefoon in haar handtas te rinkelen. ‘Wat zeg je me daarvan? Hebben we eindelijk bereik. Kun jij even opnemen, schat?’ vroeg ze aan Brianne, die al meteen in haar moeders tas begon te wroeten. ‘Is het je vader?’
‘Is het Evan?’ vroeg Jennifer meteen.
‘Het is oma,’ antwoordde Brianne, niet bij machte om haar verwondering te verbergen.
Val nam de telefoon aan en bracht hem naar haar oor. ‘Mam?’
‘Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, schat,’ zei haar moeder trots.
Meteen werden haar ogen vochtig. Haar moeder had zowaar haar verjaardag onthouden. ‘Dank je,’ fluisterde ze.
‘Dus, hoe voelt het om veertig te zijn?’
Val lachte. ‘Behoorlijk goed.’
‘Voel je je anders?’
Ze knikte en liet haar tranen vrijelijk over haar wangen lopen. ‘Ja. Ik voel me heel anders.’
‘Je zult altijd mijn kleine meisje blijven.’
‘Een klein meisje dat haar moeder heel erg mist,’ reageerde Val nauwelijks verstaanbaar.
Het was haar moeder die haar had geleerd dat niet schieten altijd mis is; haar moeder die haar had aangemoedigd voor zichzelf op te komen, die haar ervan had verzekerd dat ze alles aankon als ze maar wilde. Immers, zij was het meisje dat vierenzeventig baantjes had gezwommen. Als ze inderdaad zo onverschrokken was, zoals Gary had beweerd, dan was ze dat grotendeels dankzij haar moeder.
En hoewel ze besefte dat ze haar moeder misschien niet kon redden – want uiteindelijk was dat aan haar moeder zelf – wenste ze haar niet langer zomaar op te geven.
Mannen waren notoir onbetrouwbaar, meende ze, denkend aan Evan. Mannen kwamen en gingen, en in gedachten zag ze Gary voor zich. Moeders waren er voor altijd.
Kon ze iets tegen haar moeder zeggen, of haar overhalen om de hulp in te schakelen die ze nodig had? En als ze dat weigerde, zou ze haar dan kunnen leren te accepteren wie ze was en hoe dan ook van haar kunnen houden? Het was zo gemakkelijk geweest om alleen medelijden te hebben met zichzelf, haar moeder gewoon te laten stikken en de andere kant op te kijken.
‘Ik hou van je, mam.’
‘Ik ook van jou, schat.’
Wanneer ze thuis was zou ze zo snel mogelijk de Anonieme Alcoholisten bellen.
Als een verjaardagscadeautje voor zichzelf.
Jennifer liet het briefje dat ze telkens had herlezen in haar schoot vallen. Ze sloot haar ogen, maar in gedachten zag ze nog altijd de nette handgeschreven boodschap voor zich die de receptioniste haar had overhandigd toen ze weer in het hotel waren. ‘Meneer Rowe heeft vanochtend vroeg gebeld,’ had ze uitgelegd. ‘Zei dat hij u op uw mobiele telefoon niet had kunnen bereiken en dat u waarschijnlijk wel bij ons zou informeren. Hij heeft me dit letterlijk gedicteerd, waarna ik het nog eens moest oplezen voor hem.’ Ze had geglimlacht toen ze Evans korte berichtje in haar hand duwde.
Het spijt me heel erg, Jen, stond er te lezen. Ik kan me toch niet vrijmaken om bij jullie te zijn. Ik weet dat ons hele plan in het honderd is gelopen, en ik hoop maar dat het voor jou minder vervelend is geweest, maar ik beloof je dat ik het goed zal maken. Er zijn leukere dingen dan de klok rond doorwerken. Het goede nieuws is dat de deal bijna rond is. Ook vandaag moet ik bijna de hele dag weer vergaderen. Ik ben vastbesloten om alles in kannen en kruiken te krijgen, dus je zult mij niet kunnen bereiken. Ik zou zeggen, ontspan, geniet van de gezonde berglucht, en dan zie ik je later vanavond zodra je weer terug bent. Ik hou van je, Evan.
Jennifer schudde haar hoofd. Het goede nieuws, dacht ze terwijl ze stilletjes zijn woorden herhaalde, is dat je je niet hoeft los te rukken uit je belangrijke vergadering om het hele eind hiernaartoe te rijden om de gevonden lichaamsdelen van je dochter, je ex-vrouw en je verloofde te moeten identificeren, aangenomen dat je die van elkaar weet te onderscheiden. Het goede nieuws is dat we nog leven. En niet dankzij jou. Dát is het goede nieuws. En ik heb inmiddels genoeg gezonde berglucht binnengekregen voor een heel mensenleven, dank je. Ik wil gewoon naar huis.
Zodra ze thuis was zou ze haar zus bellen, nam ze zich voor. Kijken of ze samen een manier konden vinden om zo goed mogelijk voor hun vader te kunnen zorgen. Misschien onmogelijk, maar je kon nooit weten. Ze moest het op z’n minst proberen.
Ze reikte even naar voren om Val een geruststellend schouderklopje te geven. ‘Zeg maar wanneer ik het even over moet nemen, hoor.’
‘Dank je. Gaat prima,’ glimlachte Val in de binnenspiegel.
Jennifer glimlachte terug. ‘Ik weet het.’
Vlak na drieën kwamen ze aan in Manhattan.
‘Nog een paar straten verder,’ gidste Jennifer. Even later sloeg Val rechts af, en daarna nog eens. ‘Kijk, dat gebouw daar.’ Ze wees naar een wit bakstenen gebouw van veertien verdiepingen aan de zuidwesthoek van de straat met bomen aan weerszijden. Een geüniformeerde portier stond buiten voor de ingang. ‘Oost west, thuis best.’
‘Mam,’ zei Brianne terwijl Val naar Jennifers onmogelijk lange benen keek die uit de auto zwaaiden en zich die voor het eerst niet langer meteen aan weerskanten van Evans hoofd voorstelde. ‘Kijk, daar.’ Ze wees naar de overkant van de straat, waar een feloranje Mustang minstens een meter van het trottoir geparkeerd stond. ‘Is dat niet Sasha’s auto?’
‘Shit,’ vloekte Val binnensmonds. Terwijl Jennifer haar weekendtas uit de kofferbak plukte vielen de stukjes van een vertrouwde puzzel op hun plek. ‘Jennifer, wacht!’ riep Val terwijl ze zelf snel uitstapte. Lul die je bent, vloekte ze in gedachten terwijl haar blik langs de witte muren van het gebouw omhoogschoot. Zelfingenomen, egocentrisch, leugenachtig lulhannesje dat je bent. Je kunt het dus niet laten, hè?
‘Is er iets?’
Val zocht naar een smoes om te voorkomen dat Jennifer haar appartement zou betreden, een smoes om haar te beschermen, haar te sparen. Zijn de wonderen dan nooit de wereld uit, vroeg ze zich af.
‘Wat is er?’
‘Het schiet me net te binnen dat je auto nog bij mij voor de deur staat.’
‘Laat maar. Ik kan hem morgen wel komen ophalen. Geen probleem.’ Tegelijkertijd gleed haar blik naar Sasha’s oranje auto aan de overkant van de straat. ‘Heb ik die auto laatst ook al niet gezien?’
Val hield de adem in.
‘Die is toch van Briannes vriendin? Die mooie blonde die bij Lululemon werkt?’ Er viel een lange stilte nu de woorden langzaam tot haar doordrongen. ‘O, god.’
‘Misschien is het toch niet de hare,’ reageerde Val snel.
‘Túúrlijk. Het barst hier van de oranje Mustangs.’
‘Zelfs al is het de hare, dan hoeft dat nog niet…’
‘Nou en of.’ Jennifers ogen glinsterden van tranen die op de loer lagen. ‘Ach ja. Hoe zeg je dat ook alweer? Wie kaatst kan de bal verwachten? Mijn verdiende loon, zullen we maar zeggen.’
‘Nee,’ reageerde Val met klem. ‘Jij verdient zoveel meer. Wij allebei.’ In gedachten hoorde ze Evans verleidelijke woordjes weer door de telefoon, de sluwe hints en vage toespelingen. Had het iets betekend of was het alleen maar bedoeld geweest om haar aan het lijntje te houden? Was ze een uitvalsbasis in geval zijn nieuwe deal in het water viel? Hé daar…
Was het gemeend? Of was hij gewoon snel afgeleid?
Maakte het iets uit?
‘Ik moet nu echt naar boven,’ zei Jennifer. ‘Ik wil het vuurwerk niet missen.’
‘Zal ik even meelopen?’
Ze schoot in de lach. ‘Hoe graag ik die blik op Evans gezicht ook wil zien, ik denk dat het toch maar het beste is als ik alleen ga.’
‘Red je je wel?’
‘Zeker weten.’ Ze keek omlaag. ‘Ik voel vaste grond onder mijn voeten,’ antwoordde ze met een lange, diepe zucht.
‘Je kunt me bellen, hoor,’ zei Val. ‘Wanneer je maar wilt.’
Opeens sloeg Jennifer haar armen om Val en drukte haar stevig tegen zich aan. Zo bleven ze nog een paar seconden staan, waarna ze elkaar langzaam loslieten. Met een vlugge zwaai nam Jennifer afscheid van de inzittenden, die met open mond toekeken, en met vastberaden tred liep ze naar de deur, die door de portier al werd opengehouden. Daarna draaide ze zich om en zwaaide ze opnieuw.
‘Veel geluk,’ fluisterde Val terwijl ze haar de hal in zag verdwijnen.
‘Is het waar?’ vroeg James, die zich over de leuning van de voorste stoel boog terwijl Val weer instapte. ‘Heeft Evan echt het hele weekend hier met Briannes vriendin gebivakkeerd?’
‘Ze is níét mijn vriendin,’ stelde Brianne nadrukkelijk.
‘En Evan is niet langer mijn probleem,’ zei Val.
‘Daar zeg ik amen op,’ zei Melissa.
‘Amen,’ volgde James haar voorbeeld.
‘Amen,’ herhaalde Val ten slotte terwijl ze wegreed. En daarna, zowel vanwege het definitieve als om de hoop die eruit sprak, nog een keer: ‘Amen.’