MENEER PRESCOTT
De Hardy's waren volkomen verrast door deze aanval. Ze
vochten wat ze konden, maar ze hadden geen schijn van kans. Er werd
een blinddoek voor hun ogen gedaan en hun armen en benen werden
stevig gebonden.
'Ze hebben zeker dat licht gezien en zijn nieuwsgierig
geworden, ' gromde Pete. 'Leg ze maar achter die struiken neer, dan
maken we eerst dat karweitje af. '
Frank en Joe werden zonder veel plichtplegingen op de grond
gesmakt. Ze konden niets zien. Eindelijk hoorden ze Pete
zeggen:'Zo is het wel goed. En laten we nou maar maken
dat we hier wegkomen. '
'Wat doen we met die jongens?'
'Laat ze maar liggen, dat is hun verdiende loon. Tegen de
tijd dat zeloskomen, zijn wij er al lang vandoor.
'
Even later hoorden de Hardy's de wagen het pad
afronken.
'Nou, daar hebben we ons aardig ingedraaid!' mopperde Joe,
terwijlhij kronkelde om los te komen.
'We hebben nog geluk dat het niet erger is, ' vond Frank.
'Wat je zegt, ' zei Joe sarcastisch.
Frank rolde zich om en om, tot hij met zijn rug tegen die van
zijn broer aan lag. Hij voelde met zijn vingers naar de knopen in
het touw, waarmee Joe's polsen gebonden waren.
Na een paar minuten rukken en plukken slaagde hij erin, een
van de knopen los te maken. De volgende gingen gemakkelijker en het
duurde niet lang of Joe's handen waren los. Hij rukte de blinddoek
af, haalde haastig de touwen van zijn enkels en ging toen aan de
slag om zijn broer te bevrijden.
'Nou, we hebben geen best figuur geslagen, ' zei de oudste
Hardy. 'Eén-nul voor meneer Pete. Ik had verdraaid graag willen
weten wat er in die kisten zat. '
'Daar zullen we wel nooit achterkomen. We kunnen maar beter
naar huis gaan. '
'Zonder benzine?' vroeg Frank spottend.
'Daar had ik helemaal niet meer aan gedacht. Wat doen we?
Lopen?' 50 'Laten we eerst maar eens teruggaan naar het
strand, dan kunnen wezien of die motorboot daar nog ligt.
'
Ze gingen dus dezelfde weg terug die zij gekomen
waren.
De boot van Pete en zijn mannen was echter inmiddels
verdwenen.
Blijkbaar was er een man achtergebleven, terwijl de anderen
met devrachtwagen meegingen.
Toch deden de Hardy's een bijzonder welkome ontdekking. Ze
vonden namelijk een vijfliter blik benzine, dat bijna helemaal vol
was. De mannen hadden het zeker vergeten mee te nemen. 'Nou, dat is
tenminste een gelukje!' zei Frank opgewekt, terwijl hij het blik
oppakte. 'Nu hoeven we in ieder geval niet naar huis te lopen. ' Ze
goten de benzine onmiddellijk over in de tank van de Sleuth en even
later voeren ze met grote snelheid de rivier af en de Barmet-baai
op.
Het horloge van Frank wees half twee toen ze bij het
botenhuis aankwamen.
'Als we tante Gertrude nu wakker maken, geeft ze ons
natuurlijk behoorlijk op ons kop!' zei Joe. 'Als de deur nu maar
niet op slot is. We hebben geen sleutel bij ons. '
Ze liepen vlug de Hoogstraat door en zagen dat hun huis in
volslagen duister lag. Heel zachtjes slopen de jongens de veranda
op en probeerden de deur. Op slot. 'Durf jij te bellen?' vroeg
Frank.
'Ik dank je lekker. Ik slaap nog liever in de garage, '
antwoordde zijn broer.
'Niet nodig. We klimmen op het dak van de veranda en kruipen
door het raam van onze eigen kamer naar binnen. '
'Dat is een idee. '
Even later klommen de jongens langs de stijlen van de veranda
omhoog. Ze pakten de bovenrand beet en hesen zich op het afdak.
Hier wachtte hun echter een nieuwe tegenslag: het raam van hun
kamer was dicht en zat bovendien op de haak.
Het raam van tante Gertrudes kamer stond half open. Zouden
ze... 'Ik durf wel, als jij het ook doet, ' fluisterde Frank. 'Ga
jij maar eerst, ' zei zijn broer zachtjes.
Frank kroop over het dak. Met een beetje geluk zou het wel
lukken, de kamer van tante Gertrude in te komen en de gang te
bereiken zonder haar wakker te maken.
Voorzichtig stak Frank zijn hand uit om het raam wat verder
open te schuiven.
Toen viel hij bijna van het dak van schrik, want plotseling
stond er een witte gedaante voor hem. Er werd een pistool op zijn
borst gericht. 'Als je niet onmiddellijk maakt dat je wegkomt,
schiet ik!' Het was tante Gertrude met papillotten in haar haar en
met een geweldig katoenen nachthemd aan.
'Ik ben het maar, Frank, ' stelde haar neef haar snel gerust.
'Niet schieten!'
'Wie ben je?' vroeg ze.
'Uw neef, Frank. Joe en ik konden er niet in. ' Tante
Gertrude keek de jongens woedend aan.
'Rekels!' beet ze hen toe. 'Maak dat je van het dak af komt.
Ik word hier nog gek. Ik had jullie wel dood kunnen schieten als...
als... ' Frank stak zijn hand uit en pakte het pistool. Hij was
bang dat het af zou gaan.
Er was echter helemaal geen gevaar! Het was maar een
speelgoedpistool. Hoewel de jongens zich behoorlijk hadden laten
beetnemen, begonnen ze nu hun tante ermee te plagen.
'Hoe komt u daaraan, tante Gertrude?' vroeg Frank, terwijl
hij met Joe achter zich aan naar binnen klom.
'Dat... dat bewaar ik onder mijn kussen, voor bescherming, '
stotterde tante Gertrude, woedend dat haar geheim ontdekt was. Joe
brulde van het lachen. Tante Gertrude graaide het speelgoedpistool
uit Franks handen en duwde het onder haar kussen., 'Eruit!' beval
ze woedend. 'Dat klimt me daar midden in de nacht door mijn raam!
Het is nog een geluk dat ik geen hartverlamming heb gekregen. Maak
dat je uit deze kamer komt en ga naar bed. Ik zal hier
morgenochtend nog een hartig woordje over zeggen tegen jullie
moeder!'
'Dan vertellen wij haar dat u ons bedreigd hebt met een
speelgoedpistool, ' grinnikte Frank, terwijl ze tantes kamer
uitrenden. Ze sloeg de deur met een klap achter hen
dicht.
Toen de jongens de volgende ochtend wakker werden, begonnen
ze direct de gebeurtenissen van de vorige avond te bespreken. 'We
zijn begonnen met Topnotch op te sporen en nu zijn we nog in een
ander mysterie verzeild geraakt ook, ' vatte Frank de situatie
samen. 'Laten we ons nou maar bij die Topnotch-geschiedenis houden,
' vondJoe. 'Daar weten we tenminste al wat meer van,
nu we die vrachtwagen ontdekt hebben. '
De volgende dagen hadden de jongens geen succes. Ze keken
iedere ochtend gespannen de krant door op zoek naar nieuws over het
vermiste paard, maar ze werden niets wijzer. Ze konden zelfs geen
mededeling vinden dat er naar het dier gezocht werd. Ten slotte
werden ze ongeduldig en gingen naar Spurtown om Iwan, de jockey, op
te zoeken. Ze vonden hem op de renbaan. 'Nee, Topnotch is nog niet
terug, ' antwoordde hij op hun vraag. Meneer Prescott, de eigenaar
van het paard, had intussen contact opgenomen met de ontvoerders,
vertelde hij. Door middel van een advertentie in de rubriek
'Persoonlijk' van de krant in Spurtown, kon hij hun antwoorden op
hun voorstel.
'Hij is al bijna besloten, het losgeld te betalen, maar hij
wil natuurlijk zeker weten of die kerels Topnotch inderdaad in hun
bezit hebben, ' zei Iwan. 'En dat is nu de moeilijkheid. Hij eist
een bewijs, dat hij het paard ongedeerd terugkrijgt als hij hun het
geld geeft. Tussen twee haakjes, meneer Prescott komt morgen naar
Bayport. Ik zal hem zeggen dat hij naar jullie toe moet gaan.
'
Iwan deed wat hij gezegd had. De volgende ochtend belde er
een magere man met een vriendelijk gezicht en een witte snor aan,
die zich voorstelde als de eigenaar van de Prescottstallen. Toen
vertelden Frank en Joe van hun belangstelling voor het
geval-Topnotch en van hun ontdekking van de vermiste vrachtwagen.
Meneer Prescott werd er opgewonden van.
'Dan hoef ik dat losgeld misschien toch niet te betalen!'
riep hij uit. 'Willen jullie me naar die plek brengen waar je de
vrachtwagen hebt zien staan?'
'Natuurlijk!' zeiden de jongens.
Ze reden met meneer Prescott naar de verlaten weg en liepen
toen langs de waarschuwingsborden. Ze wapenden zich met een paar
stevige stokken voor het geval ze de hond weer zouden ontmoeten,
maar die voorzorgsmaatregelen waren overbodig. Het beest kwam niet
opdagen en ze bereikten de open plek zonder moeilijkheden. Daar
wachtte hun een verrassing. De jongens hielden teleurgesteld hun
adem in.
'Verdraaid, de vrachtwagen is weg!' riep Joe
uit.