HET SPOOR VAN DE VRACHTWAGEN
Joe Hardy sprong naar voren. Zelfs als Vilnoff en de
jockey nog tijdig opzij konden springen, dan zou de auto toch nog
voortrazen en op de menigte inrijden, die bij de afrastering van de
renbaan stond. Joe rende op de auto af en kwam met een geweldige
sprong op de treeplank terecht. Hij rukte de deur open, reikte naar
binnen en trok de handrem aan.
Het was nog net op tijd. De auto minderde vaart en stopte op
nog geen meter afstand van Vilnoff en Iwan. Geschrokken door het
gepiep van de remmen en het geschreeuw van Frank draaiden ze zich
bliksemsnel om.
'Dat was op het kantje, ' zei Joe kalm, terwijl hij uit de
wagen klom. Vilnoff was bleek van schrik en veegde met een zakdoek
zijn voorhoofd af.
'Een ontsnapping, juist op tijd!' stamelde hij.
Op dat ogenblik kwam Frank aanrennen.
'Dat was vlug werk, Joe. Als die rem geweigerd had...
'
Plotseling nam de zaak een andere wending.
'Ik zag je wel!' viel een woedende stem hem in de rede. 'Mijn
wagen proberen te stelen, hè? Verdraaid nog aan toe, ik roep de
politie, schurk! Dat probeert niet alleen mijn wagen te stelen,
maar rijdt hem ook nog bijna in de prak. '
Ze keken verbaasd naar een dikke, woedende man met een rood
gezicht, die driftig met een wandelstok in de lucht zwaaide. 'Jij
hebt mijn wagen gestolen!' schreeuwde hij tegen Joe. 'Doe niet zo
gek, ' beet Frank hem toe. 'Dat heeft hij helemaal niet gedaan.
'
'Wel waar!' brulde de eigenaar. 'Als hij niet de macht over
het stuur verloren had, was hij er nu al mee vandoor. ' Joe stond
met stomheid geslagen.
'U hebt uw wagen boven aan de helling achtergelaten zonder
hem op de handrem te zetten, ' riep hij toen woedend. 'Er had heel
wat kunnen gebeuren. U zou gearresteerd moeten worden!'
'Zou ik gearresteerd moeten worden!' gilde de dikke man en
hij werdnog roder. 'Jij moet gearresteerd worden,
ellendeling. '
'Probeer het maar, ' zei Frank koel. 'Er zijn wel zes
getuigen, die gezien hebben dat mijn broer in de wagen is
gesprongen en hem net op tijd tot stilstand heeft kunnen brengen.
Maar misschien wil de politie u wel eens het een en ander vertellen
over de manier waarop u uw wagen boven aan die helling heeft laten
staan. '
De dikke man werd nu wel wat kalmer. Ten slotte stapte hij,
in zichzelf mopperend, in de auto en reed naar de uitgang. Toen de
Hardy's om zich heen keken, zagen ze, dat Vilnoff in de menigte
verdwenen was.
Jockey Iwan was echter blijven staan. Hij schudde de jongens
dankbaar de hand.
'Ik geloof dat je mijn leven hebt gered, ' zei hij
zenuwachtig tegen Joe.
'Het is geweldig wat je gedaan hebt. '
'Praat er maar niet meer over, ' grinnikte de jongste
Hardy.
'Waar zou meneer Vilnoff naartoe zijn?' zei Frank
plotseling.
'Ken je hem dan?' vroeg Iwan.
'Ik heb hem gisteren bij een voetbalwedstrijd ontmoet. Is het
eenvriend van je?'
Iwan keek wat verlegen.
'Nou... eh... ja, ' antwoordde hij langzaam. 'Dat wil
zeggen... ' Toen zweeg hij. Het was duidelijk dat hij er weinig
voor voelde, de zaak verder te bespreken, want hij slenterde weg,
zonder nog iets over Vilnoff te zeggen.
Het volgende uur keken de jongens naar de rennen en hingen
zij rond bij de paddock, in de hoop dat zij iets zouden horen over
de verdwenen Topnotch.
Hoewel iedereen over het geval sprak, hoorden zij niets wat
voor hen enige waarde had. Bijna iedereen was ervan overtuigd dat
het paard gestolen was.
'Het lijkt me toch wel vreemd, ' zei Frank, 'dat de
vrachtwagen over die weg naar Spurtown gereden is. Als hij
regelrecht uit Kentucky kwam, dan was hij zo vanaf de grote weg de
stad in gereden. '
'Ik denk dat de chauffeur de weg is kwijtgeraakt. '
'Misschien heeft iemand hem wel een verkeerde weg gewezen. Het kon
best eens de moeite zijn, nog eens een kijkje te nemen bij dat
kruispunt. '
De jongens stapten in hun auto en reden naar de weg waarlangs
zij de vorige middag naar Seneca waren gegaan.
Zij hadden Spurtown echter nauwelijks achter zich, toen zij
een claxon 18 achter zich hoorden loeien. Frank, die aan het stuur
zat, moest uitwijken, zodat er een grote, snelle wagen kon
passeren. De auto reed geweldig hard. Toen hij voorbijstoof,
waarbij hij zoveel ruimte in beslag nam, dat Frank in een greppel
terechtkwam, zagen zij in een flits een geüniformeerde chauffeur
voorin zitten, terwijl op de achterbank een in elkaar gedoken
figuur zat. De grote wagen schoot voorbij en vervolgde met een
grote stofwolk achter zich, zijn weg.
'Wegpiraat!' gromde Frank.
'Er zijn altijd kerels, die denken, dat de hele wereld van
hen is!' zei Joe nijdig, terwijl zijn broer probeerde, hun wagen
weer op de weg te krijgen. De greppel was gelukkig niet diep en er
lag geen modder in. Het voorval was echter bijzonder vervelend, te
meer omdat zij de andere auto genoeg ruimte hadden gegeven om te
passeren. 'Heb jij die kerel achterin goed kunnen zien, Frank?'
'Nee, jo, ik had het veel te druk. Wat was er met hem?'
'Ik heb maar een glimp van hem kunnen opvangen, maar ik heb toch
het idee dat we hem al eens eerder hebben gezien. '
'Waar dan?'
'Misschien heb ik het mis, ' zei Joe, 'maar ik geloof dat die
man Vilnoff was. '
Frank floot.
'Waar hij ook naartoe gaat, hij schijnt ontzettende haast te
hebben. Vilnoff moet wel behoorlijk rijk zijn, als dat zijn eigen
wagen is. Het lijkt me een rare snijboon. '
De grote auto was snel uit het gezicht verdwenen en toen de
jongens bij het kruispunt kwamen, was er geen spoor meer van te
bekennen. 'We zullen ervan uitgaan, dat de vrachtauto toch niet de
richting van Spurtown ingeslagen is, ' zei Frank. 'Naar Seneca is
hij beslist niet gegaan en we weten dat hij niet omgekeerd is. Dus
zullen we maar eens op onderzoek uitgaan op die weg recht voor ons.
' Langzaam reden zij die weg op en keken uit naar sporen van de
vrachtwagen.
Eindelijk ontdekten ze op een zanderig gedeelte een
handafdruk, die kennelijk was gemaakt door een zware vrachtauto.
Zij volgden het spoor, raakten het weer kwijt, en volgden het toen
weer, tot het bij een smalle weg kwam, die naar rechts boog. Het
was duidelijk dat de wagen hier van richting veranderd
was.
Nu begon het spannend te worden voor Frank en Joe. Ze hadden
goede hoop dat de vermiste vrachtwagen en het paard ergens langs
deze eenzame weg verborgen waren.
Het rijden was hier niet eenvoudig, want het pad zat vol
kuilen en gaten. De auto slingerde en zwaaide. Ten slotte ging de
weg over in een karrespoor.
Op een boom vlak bij hen ontdekten ze een bord, waar met
primitieve letters op geschreven stond: 'Weg gevaarlijk. Niet
verder rijden'. De Hardy's stapten uit.
'Laten we een eindje verder lopen, ' stelde Joe
voor.
'Het wordt al donker, ' waarschuwde Frank hem.
'Kunnen we dan geen zaklantaarns meenemen?'
Zij zochten in de auto, maar kwamen tot de ontdekking, dat ze
geenlantaarns bij zich hadden.
'Nu weet ik het weer, ' zei Joe. 'Ik heb ze op een plank in
de garage gelegd, toen ik de wagen schoonmaakte. ' Het werd steeds
donkerder.
De jongens liepen een eind over het drassige pad, tot ze
plotseling niet verder konden. Ze konden nu nog maar
een paar meter voor zich uit zien.
'Ik vind het niks leuk om het op te geven, ' zei Frank.
'Het ziet ernaar uit, dat we iets interessants ontdekt hebben. Maar
ik geloof dat het nu geen zin heeft, nog verder te gaan. ' Met veel
tegenzin moest Joe hem gelijk geven. 'We gaan morgen weer en volgen
dan het pad verder, ' zei hij. Ze ploeterden in het donker terug
naar hun auto, zagen kans om te keren en reden naar de weg terug.
Even later waren ze weer op de grote autoweg en reden ze snel in de
richting van Bayport. 'Er is iets vreemds aan die hele zaak, '
peinsde Frank. 'Als die chauffeur helemaal niet van plan was, naar
Spurtown te rijden, waarom heeft hij ons dan de weg gevraagd.
'
'Misschien wilde hij er wel zeker van zijn dat hij niet de
weg naar Spurtown zou inslaan. '
'En toch zei Iwan, dat de man volkomen betrouwbaar was. '
'Misschien hebben ze hem wel gedwongen om die zijweg in te slaan.
'
'Dat kan best. We gaan er weer naartoe en dan volgen we dat pad tot
aan het eind. '
Het was allang donker toen zij weer thuiskwamen. Ze waren
ervan overtuigd, dat tante Gertrude het nodige te vertellen zou
hebben over hun late thuiskomst.
'Het is al erg genoeg dat we naar de paardenrennen zijn
geweest en nu nog te laat voor het avondeten!' grinnikte Joe, toen
ze de wagen in de garage zetten. 'Zullen we zeggen waarom we te
laat zijn?'
'Beter van niet, ' vond Frank. 'We kunnen het wel helemaal aan het
verkeerde eind hebben, wat betreft die bandesporen. Best mogelijk
dat ze helemaal niet van die vrachtwagen afkomstig zijn en dan
staan we alleen maar voor gek. Ik geloof dat we voorlopig beter
onze mond kunnen houden. '
Ze liepen vlug naar de voorkant van het huis en gingen net de
trap op naar de veranda, toen de deur openging en hun vriend Chet
Morton naar buiten stapte.
'Ha, die Chet!' riep Frank. 'Is er nog nieuws?' Hun dikke,
vrolijke vriend schudde ernstig zijn hoofd. 'Jammer dat ik niet kan
blijven, jongens. Ik ben alleen maar even aangekomen om te kijken
of jullie thuis waren. Tjonge, ik zou voor geen geld in jullie
schoenen willen staan!'
'Wat is er dan aan de hand?' vroegen de broers.
'Misschien dat jullie het helemaal niet erg vinden, ' zei
Chet, 'maar andere mensen zouden het zich toch wel aantrekken, denk
ik. '
'Waar heb je het nou toch over?' wilde Frank weten. 'Jullie worden
door de politie gezocht, dat is alles, ' was het verbazingwekkende
antwoord.
En zonder verdere uitleg, haastte Chet zich de trap af en
verdween in het donker.