PETE

Meneer Hardy zat erg met het geval in.
'Daar begrijp ik niets van, ' zei hij. 'Ik moet weten, wie wie is. Jullie moeten direct iets voor me doen. 'Wat dan, vader?' vroeg Frank gretig.
'Vilnoff zei, dat hij vanmorgen met de Atlantis zou vertrekken. ' Meneer Hardy keek op zijn horloge. 'Het schip vertrekt over een uur uit New York. Ik heb dadelijk een belangrijke bespreking met meneer Howe en een paar andere mensen en dus moet ik die zaak aan jullie overlaten. '
'Maar hoe kunnen we nou te weten komen of Vilnoff werkelijk vertrekt?' vroeg Joe.
'Stel je telefonisch in verbinding met de Quickshot Photo Company in New York, ' zei meneer Hardy voorzichtig. Hij grabbelde in zijn zak en gaf de jongens een kaartje. 'Daar heb je het adres. Geef hun, uit mijn naam, opdracht zo snel mogelijk een cameraman naar de haven te sturen om filmopnamen te maken van alle passagiers die aan boord van de Atlantis gaan. '
'Gesnapt, vader!' antwoordde Frank. 'Kom mee, Joe. ' De vliegmaatschappij zorgde ook voor vervoer van hun passagiers naar Bayport en dus zeiden Chet en zijn neef, dat ze meteen door zouden gaan naar het huis van Chet.
Fenton Hardy en meneer Howe haastten zich ook weg en zo bleven Frank en Joe alleen achter.
Ze liepen vlug de wachtkamer in. Er waren maar twee telefooncellen. Een ervan was bezet en net toen de twee jongens naar de andere renden, schommelde een geweldig dikke man voor hen de cel binnen. Hij kwam er niet zonder moeite in.
'Ik zal u wel even helpen, ' riep Joe en hij gaf de dikkerd een duw, waardoor deze veilig door de smalle opening kwam. De man was nu niet direct dankbaar voor de hulp, want hij trok de deur met een klap dicht en keek nijdig naar Joe.
Even later zagen de jongens, dat de jongeman in de andere telefooncel klaar was met zijn gesprek. Ze posteerden zich vlak voor de deur. De man deed de deur open en stapte de cel uit. 'Schiet op, ' zei Joe tegen zijn broer. 'Heb je het nummer?'
Net toen Frank de cel binnen wilde stappen, kwam er plotseling een bedrijvige oude dame opdagen, gewapend met een paraplu en beladen met diverse pakjes en een grote mand. Ze zei:'Dankjewel jongens! Willen jullie dit misschien even voor me vasthouden?' En rustig gaf ze haar mand aan Frank en haar pakjes aan Joe. Toen stapte zij de telefooncel in, trok de deur dicht, ging zitten en begon op haar gemak in de telefoongids te zoeken. 'Dat is ook lef!' riep Joe verontwaardigd.
Het zag er naar uit dat de dikke man van plan was in de andere cel te blijven logeren.
Toen de oude dame het nummer gevonden had, kwam ze tot de ontdekking, dat ze geen klein geld bij de hand had. Ze begon omslachtig in haar portemonnee te zoeken, tot zij de nodige geldstukken had gevonden.
'Dat is nou toch wel ontzettend!' zei Frank, die van ongeduld stond te springen. Er waren al tien minuten verlopen.
'We kunnen die mensen van Quickshot nooit meer op tijd bereiken, ' kreunde Joe.
De dikkerd perste zich eindelijk naar buiten. Frank liet geen tijd verloren gaan en stapte meteen de cel in, terwijl Joe de wacht bleef houden bij de eigendommen van de oude dame.
Binnen een minuut was het kantoor van Quickshot aan de lijn en waren de instructies doorgegeven.
'In orde!' zei de directeur. 'We sturen er direct een mannetje naartoe en we zullen meneer Hardy de films toezenden. '
De jongens zuchtten van verlichting, nu hun taak achter de rug was en gingen de wachtkamer uit. Ze liepen terug naar de pier, stapten in hun boot en vertrokken naar Bayport. 'Ik hoop dat het lukt met die films, ' zei Frank.
Halverwege Bayport zagen de Hardy's een boot, die zachtjes op de golven deinde en waar twee mannen inzaten. Een van hen scheen bezig te zijn met een haperende motor. De andere man wuifde heftig met zijn armen toen de jongens dichterbij kwamen. 'Help eens even!' riep hij.
Frank bracht de Sleuth langszij. Tot hun verbazing zagen de Hardy's dat de zwaaiende man niemand anders was dan Gus, de eigenaar van het benzinestation, waar zij de vorige avond op de bus hadden gewacht.
'Willen jullie me meenemen naar Bayport?' riep Gus. 'Ik heb deze motorboot gehuurd, maar de motor is afgeslagen en ik heb haast. '
'Het duurt wel een half uur voor ik hem weer goed heb, ' gromde de bootsman.

'Spring er maar in, ' zei Frank terwijl hij de zijkant van de boot beetpakte. Gus had de jongens blijkbaar niet herkend. Hij klom in de Sleuth en een ogenblik later voeren ze verder.
'Kunnen jullie niet vol gas geven?' stelde Gus voor. 'Ik heb ontzettende haast. '
Frank gaf zijn broer een knipoogje.
'Dat zou wel kunnen, ' antwoordde hij, 'maar onder een voorwaarde. ' Gus keek verbaasd. 'Wat bedoel je?' vroeg hij.
'Wat is er voor geheimzinnigs aan dat benzinestation van je? We zijn daar gisteravond wat komen eten en we hadden het idee dat je niet graag klanten ontvangt. '
Gus herkende de jongens nu en raakte in de war.
'Nou... eh... nou, ik denk dat ik het erg druk had, ' stamelde hij meteen rood hoofd.
'Dat leek er anders niet erg op gisteravond. '
'Het... het spijt me... Ik verwachtte iemand die over zaken kwam spreken. Dat zat me zeker dwars, ' zei Gus flauwtjes en de jongens zagen wel dat hij verder geen mond meer zou opendoen. Frank haalde de gashendel helemaal over en de Sleuth sprong werkelijk over de golven.
Toen ze bij het botenhuis aankwamen, bedankte Gus de jongens voor hun hulp en verontschuldigde zich nog eens voor zijn gedrag van de vorige avond. Daarop liep hij haastig weg.
Joe, die hem nakeek, zag dat hij in een groene vrachtwagen stapte, die op de hoek op hem stond te wachten. 'Dat lijkt de vrachtwagen van Pete wel. ' De grote auto reed ronkend de straat uit.
'Ik zou wel eens wat meer willen weten van Gus en zijn vriend Pete, ' merkte Frank op.
'Die heren zijn vast niets goeds van plan, ' was alles wat Joe zei. 'We zullen nog wel eens naar ze uitkijken. Maar laten we nu maar naar huis gaan, want we moeten vanavond nog weg. '
De Hardy's waren uitgenodigd voor een dansavondje op een meisjesschool aan de Willow. Omdat het prachtig helder weer was, besloten ze met de Sleuth te gaan. 

Ze amuseerden zich geweldig op het fuifje en namen dan ook met tegenzin om ongeveer half twaalf afscheid van hun vrienden. Ze waren nog niet ver gekomen, toen hun motor begon te stotteren. Een paar schokken en hij hield helemaal op.
'Wat is er nou weer?' mopperde Frank. Hij nam een zaklantaarn en onderzocht de motor zorgvuldig.
'Ik weet het al, ' zei Joe berouwvol. 'Het is mijn schuld. Ik geloof dat ik verstrooid word. '
'Vertel me nou alsjeblieft niet, dat je vergeten bent, benzine te tanken. '
'Dat is het nou juist wel. '

'Nou, dat is leuk!' zei Frank. 'Ik denk dat er niets anders opzit, dan de schuit aan de kant vast te leggen. Dan moeten we maar naar huis lopen. Ik heb anders al pijn in mijn voeten genoeg van dat dansen. ' De Willow was niet erg breed en de stroom stuwde hen langzaam naar een strandje, dat ze in het donker vaag konden onderscheiden. Ze wachtten geduldig, tot de kiel van de boot eindelijk over de bodem schuurde.
Plotseling hoorden ze het gedempte ronken van een motor. 'Wat is dat?' fluisterde Joe.
Een grote motorboot gleed snel en bijna geluidloos over het water. De jongens hielden zich doodstil. Kennelijk had niemand hen gezien. De andere motorboot legde ongeveer vijftien meter verder aan. Toen zagen de Hardy's een licht flitsen.
'Misschien kunnen die kerels ons wel wat benzine lenen, ' zei Frank. 'Ik zal het eens vragen. '
Hij stapte uit de boot en liep in het donker langs de oever. Zijn voetstappen maakten op het zachte zand geen geluid. Bij de andere motorboot liepen een paar mannen. 'Voorzichtig nou!' hoorde Frank iemand zeggen. 'Zorg, dat de kisten zo vlug mogelijk in het bos komen. '
Frank bleef staan. Toen zijn ogen aan het donker gewend raakten, zag hij dat een paar mannen bezig waren zware kisten uit de motorboot te laden. Ze droegen ze het strand op, in de richting van de donkere bossen, dicht bij de oever.
Plotseling knipte een van de kerels een zaklantaarn aan. Het schijnselviel op een man, die net een kist op het strand zette.
De vent kwam overeind en riep met rauwe stem:'Doe dat licht uit, idioot! Wil je soms dat we allemaal gepakt worden?'
Frank hapte naar adem van verbazing. In het lichtschijnsel herkendehij de chauffeur Pete.
Mocht Frank nog getwijfeld hebben, dan stond het wel voor hem vast, toen de man met de lantaarn zei: 'Sorry, Pete. Ik dacht er niet bij na. '
'Gebruik dan voortaan alsjeblieft wel je hersens!' gromde de chauffeur. 'Schiet nou maar op en pak die kist mee. Breng hem maar naar de vrachtwagen. '
De andere kerel tilde haastig een van de kisten op en sjokte het bos in. Frank wachtte niet langer. Geruisloos rende hij terug naar de Sleuth. 'Wat is er?' vroeg Joe. 'Wilden ze je geen benzine geven?'
'Sst!' waarschuwde zijn broer. 'Er is iets geheimzinnigs aan de hand, Joe. Onze vriend Pete is met een paar mannen bezig spullen uit die motorboot te halen, die naar het bos worden gebracht. '
'Laten we ze achterna gaan, ' stelde Joe onmiddellijk voor. 'Kom op. ' Ze slopen over het zand, maar toen ze bij de geheimzinnige motorboot kwamen, waren de sjouwers verdwenen.

Frank ontdekte een pad dat naar het bos leidde. De jongens waren ervan overtuigd dat de mannen nog niet ver uit de buurt waren en ze volgden het spoor.
De Hardy's liepen uiterst voorzichtig het donkere bos in. Ten slotte zagen ze een eindje verder een rood licht gloeien. Ze wachtten een ogenblikje.
'Dat moet het achterlicht zijn van de vrachtwagen waar Pete het over had, ' meende Frank. 'Die zullen we eens van dichtbij gaan bekijken. ' Algauw doemde de grote wagen voor hen op. Het rode licht bescheen het nummerbord en Frank bukte zich om het te lezen. Het was hetzelfde nummer als dat van de groene vrachtwagen die Pete die avond bij het benzinestation had geparkeerd. 'Ja hoor, het is zijn auto, ' zei Frank.
Plotseling hoorde hij een schreeuw van Joe. Frank draaide zich bliksemsnel om en zag in een flits, dat zijn broer werd aangevallen door twee mannen.
Er schoot nog een kerel tussen de bomen vandaan. Hij wierp zich op Frank en sloeg de jongen tegen de grond.