DE VERMISTE VRACHTAUTO
'Toen jullie gisteravond rondzwierven, is er een jongmens
geweest, dat jullie wilde spreken, ' zei tante Gertrude de volgende
ochtend tegen de jongens.
'Heeft hij gezegd hoe hij heette?' vroeg Joe.
'Jazeker, ' zei tante, terwijl ze vol afkeer naar de jongens
keek.
'Het schijnt, dat het een van die gokvrienden van jullie was.
Het is alerg genoeg dat jullie naar de paardenrennen
gaan, zonder dat julliebevriend raken met iedere Jan,
Piet of Klaas. Tenminste, zo denk ikerover. Niet dat
mijn mening hier in huis veel waarde heeft. '
'Was het Jan of Piet?' vroeg Frank.
'Of Klaas?' informeerde Joe onschuldig.
Tante Gertrude keek de jongens woedend aan.
'Hij zei dat hij Iwan heette. Een jockey, geloof ik.
'
De Hardy's keken belangstellend op.
'Iwan!' zei Frank. 'Ik ben benieuwd, waarom hij ons wilde
spreken. '
'Misschien heeft hij wel iets gehoord over Topnotch, '
veronderstelde Joe.
'Hij had een boodschap voor jullie, ' zei tante Gertrude. 'Ik
heb hem natuurlijk gezegd, dat ik met genoegen zou luisteren naar
wat hij te zeggen had en dat ik jullie de boodschap zou
overbrengen, zodra jullie thuiskwamen. Maar hij was erg onbeleefd.
Hij zei, dat hij vanochtend wel terug zou komen. '
Frank en Joe wachtten de hele ochtend op Iwan, maar de jockey
liet zich niet zien.
'Als het iets belangrijks was, dan zou hij nu toch wel hier
zijn, ' zei Frank, tijdens het middagmaal.
'Misschien is er iets met hem. Laten we vanmiddag naar
Spurtown gaan en hem opzoeken. Ik heb geen zin, er een verloren dag
van te maken. Ik wil graag nog eens wat rondneuzen op die verlaten
weg. '
'Prima. We nemen de wagen en rijden naar Spurtown. ' Toen zij de
auto tevoorschijn haalden, ontdekten ze dat er iets met de motor
was en dus waren ze genoodzaakt, naar de garage op de hoek te gaan
om het mankement te laten herstellen. De monteur die het euvel
onderzocht, vertelde hun dat hij pas laat in de middag klaar zou
zijn met het karwei.
'Dan moeten we maar met de bus naar Spurtown, ' zei Frank.
Toen ze bij de renbaan aankwamen, vroegen zij aan de jockeys waar
Iwan was, maar men had hem sinds de vorige dag niet meer in de
omgeving gezien.
Bovendien bleek, dat Topnotch nog steeds werd vermist en dat
de hele zaak nog even geheimzinnig was als een paar dagen tevoren.
'Ik hoop dat Iwan ook niet ontvoerd is, ' merkte Joe op. 'Het is
toch wel gek, dat hij vanochtend niet is komen opdagen. ' Een
vriendelijke automobilist bood de jongens een lift aan en zette hen
af bij het kruispunt. Toen gingen ze te voet verder over het
verlaten pad, dat zij de vorige dag al onderzocht hadden. Ze hadden
echter nog niet ver gelopen, toen Frank tot de ontdekking kwam, dat
zij heel wat tijd konden besparen als zij door het land langs de
weg liepen.
'Als we dat land oversteken, dan komen we in de buurt van de
plek, waar we gisteren de wagen moesten laten staan, ' was zijn
mening. 'Ik vind alles goed, als ik maar minder hoef te lopen, '
antwoordde Joe en hij begon prompt het houten hek te beklimmen.
Toen zat hij plotseling vast.
'Verdraaid nog aan toe. Prikkeldraad! riep hij uit. 'Dat had
ik helemaal niet gezien. '
'Geen wonder. Het zit haast helemaal verborgen. '
Over de bovenste paal van het hek liep een stuk prikkeldraad,
waaraanJoe's broek stevig vastzat.
'Nu weet ik tenminste dat ik beter onder het hek kan door
kruipen, ' grinnikte Frank.
Joe probeerde in evenwicht te blijven op de bovenste paal en
tegelijkertijd zijn broek uit het prikkeldraad te bevrijden.
Plotseling verloor hij zijn evenwicht en tuimelde naar benenden. Er
klonk een scheurend geluid en toen de jongen weer overeind zat, zag
hij dat er een behoorlijk deel van zijn broek in het prikkeldraad
was achtergebleven.
Frank brulde van het lachen toen hij zag wat er gebeurd was.
Hij lachte zelfs zo hard, dat hij niet zag dat er aan de onderkant
van het hek ook prikkeldraad liep.
Krak! Frank krabbelde verder. Nu was het zijn beurt, te
ontdekken, dat de scherpe punten een grote scheur in zijn jas
hadden gemaakt. 'Best mogelijk, dat we tijd sparen als we door het
weiland lopen, ' zei Joe mismoedig, terwijl hij de schade aan zijn
broek probeerde te overzien, 'maar het is slecht voor onze kleren.
'
Toen hij zag dat Frank er ook niet onbeschadigd was
afgekomen, vervolgde hij grinnikend:'Tante Gertrude
zou nu waarschijnlijk zeggen 'wie het laatst lacht, lacht het
best'!'
Ze vervolgden hun tocht. Halverwege merkten ze, dat ze niet
de enigen in dit weiland waren. Vijftien meter verder zagen zij een
kudde geiten, vredig grazend. De dieren hieven hun kop op en
staarden naar de jongens.
'Als er een bok in die troep loopt, dan hoop ik maar dat hij
een vreedzaam karakter heeft, ' merkte Frank op.
Er was een bok onder de dieren. Hij bestudeerde de indringers
met duidelijk zichtbare argwaan. Toen mekkerde hij kwaad en begon
op een sukkeldrafje in hun richting te lopen. 'Hollen! gilde
Joe.
De jongens renden naar het hek. Toen de bok zag dat zij op de
vlucht sloegen, zette hij met gebogen kop de achtervolging in. Joe
was het eerst bij het hek en was er in een sprong over. Frank kwam
er ook over, maar hij werd daarbij geholpen door de bok, die gelijk
met hem bij het hek arriveerde.
Frank zeilde met een boog over het lage hek en kwam languit
in een kreupelbosje terecht. Het beest mekkerde triomfantelijk en
wandelde bedaard weg.
'Allemachtig! Wat een rennerij!' hijgde Joe. 'Heb je je pijn
gedaan?' Frank krabbelde uit het kreupelhout.
'Nee, alleen mijn waardigheid is gekwetst!' antwoordde hij.
'Tjonge, ik heb nooit geweten dat een bok zo hard kon lopen. '
'Ik heb ook nooit geweten, dat wij zo hard konden lopen. Als we dat
tempo vol konden houden, dan zouden wij het eerst door de finish
gaan bij de hardloopwedstrijden van het lyceum. We hebben vast elk
record gebroken. '
'Ze kunnen daar ook beter een waarschuwingsbord neerzetten, '
vond Frank.
Een beetje uit het veld geslagen door al die ongelukjes
gingen de jongens verder. Ze Hepen een eindje tussen het
kreupelhout door en kwamen ten slotte bij de weg, die zij de vorige
avond gevolgd hadden. Bij daglicht konden ze de zware sporen beter
zien en ze volgden de afdrukken nog een paar honderd meter
voorbij het punt waar ze gisteren de tocht hadden moeten
opgeven.
Plotseling leidden de sporen recht naar het kreupelhout.
Op een boom zagen de jongens een bord, waarop geschreven stond:
'Gevaarlijk — niet betreden — schietoefeningen!' De Hardy's keken
elkaar eens aan. Ze waren helemaal niet in de stemming om het nu op
te geven.
'Ik hoor niks, ' merkte Joe op. 'Laten we maar gewoon verder
gaan. '
'Ik geloof trouwens toch niet in waarschuwingsborden, ' antwoordde
zijn broer. 'In dat bord tenminste niet. '
'Denk je dat het daar alleen maar is neergezet om te zorgen
dat er niemand komt?'
'Dat lijkt me helemaal niet onmogelijk! Misschien is Topnotch
hier wel ergens in de buurt verstopt. '
De sporen liepen naar een ruw pad. Het zag eruit als een weg,
die oorspronkelijk door kolonisten was aangelegd.
Plotseling kwam er om een bocht van het pad recht voor hen
een enorme hond aanstormen.
Het beest zag er woest uit en toen het de jongens zag, bleef
het een ogenblik grommend staan.
De Hardy's stonden stil.
'Dat ziet er niet zo mooi uit, ' mompelde Joe.
Frank probeerde goede maatjes met het dier te worden. Hij
floot en sloeg uitnodigend op zijn knie. 'Kom eens hier, ouwe
jongen!' zei hij.
De hond was echter zeer vijandig. Met een woedende grauw en
met een opgetrokken lip rende hij plotseling op de jongens af.
Frank en Joe bleven niet staan om de zaak met de hond uit te
praten, maar zochten allebei een stevige eik uit. Ze klommen er
haastig in en brachten zichzelf op die manier in
veiligheid.
De hond rende, hard blaffend, van de ene boom naar de andere
en sprong en krabbelde aan de stammen.
Het was een vervelende situatie. Het ergste was nog dat de
hond helemaal niet van plan scheen te zijn om weg te gaan en ten
slotte grommend ging zitten aan de voet van de boom, waarin Joe een
heenkomen gezocht had.
'Nou zijn we net als een paar katten de boom in gejaagd!'
mopperde Joe bitter.
De bomen stonden in dit bos vlak bij elkaar. Frank zag kans
een zware tak van de dichtstbijzijnde boom te grijpen en hees zich
erop. 'Kom mee, jó!' riep hij tegen zijn broer.
Joe volgde zijn voorbeeld, maar de hond zag wat zijn
toekomstige slachtoffers deden en hield hen woest blaffend in de
gaten. 'We lijken wel een stel apen!' lachte Joe, terwijl hij zich
in de takken van een kolossale eik zwaaide.
En op deze manier, klauterend, zwaaiend en springend, drongen
de Hardy's steeds dieper het bos in, terwijl het razende dier
beneden hen in het kreupelhout rondsprong.
De jongens hoopten vurig dat het beest zou verdwijnen, maar
daar kwam niets van in. Ze hoorden maar al te duidelijk het knappen
van de twijgen en het ritselen van de bladeren.
'Hoe kunnen we in 's hemelsnaam ooit de weg terugvinden, '
hijgdeJoe, terwijl hij even op een dikke tak zat uit
te blazen.
Door de bladeren heen ontdekte Frank vlak voor zich een
kleine, openplek. Hij zwaaide zich in een volgende
boom om beter te kunnen zienen gaf toen een schreeuw
van verbazing.
'We hebben hem, Joe. Ik zie de vrachtwagen!'