12

‘SAM, ZEI IK, ZO ZACHT MOGELIJK, IK MOET EEN PAAR dagen vrij nemen.’ Pas toen ik op de deur van zijn trailer had geklopt, merkte ik tot mijn verrassing dat hij gasten had, hoewel ik de andere wagens naast Sams pick-up had zien staan. JB du Rone en Andy Bellefleur zaten bij Sam op de bank, met bier en chips op de koffietafel binnen handbereik. Sam was kennelijk bezig met een mannelijk bindingsritueel. ‘Zitten jullie naar sport te kijken?’ Ik deed mijn best om niet verbijsterd te klinken. Over Sams schouder heen zwaaide ik naar JB en Andy, die terugzwaaiden: JB enthousiast, Andy iets minder gretig. Als je kunt zeggen dat iemand met tegenzin zwaait, dan was dat precies wat hij deed.

‘Eh, ja, basketbal. Louisiana State University speelt... Moet je nu meteen vrij hebben?’

‘Ja. Het is nogal dringend.’

‘Wat is er aan de hand?’

‘Ik moet naar New Orleans om het appartement van mijn nicht Hadley leeg te halen.’

‘En moet dat per se nu? Je weet dat Tanya nog nieuw is en Charlsie is pas gestopt, voorgoed, zegt ze. Arlene is niet meer zo betrouwbaar als vroeger, en Holly en Danielle zijn nog erg van de kaart sinds het voorval op school.’

‘Het spijt me,’ zei ik. ‘Als je me de laan uit stuurt om iemand anders aan te nemen, dan neem ik je dat niet kwalijk.’ Het brak mijn hart om dat te zeggen, maar uit eerlijkheid tegenover Sam zat er niets anders op.

Sam trok de deur van de trailer achter zich dicht en stapte de veranda op. Hij keek gekwetst. ‘Sookie,’ zei hij na een aarzeling, ‘je bent al minstens vijf jaar lang volkomen betrouwbaar. Je hebt in totaal hooguit twee of drie keer vrij gevraagd. Ik ga je heus niet ontslaan omdat je een paar dagen vrij moet nemen.’

‘O. Nou, prima.’ Ik voelde dat ik een kleur kreeg. Ik was het niet gewend complimentjes te krijgen. ‘Misschien kan de dochter van Liz inspringen.’

‘Ik zal het lijstje afbellen,’ zei hij goedig. ‘Hoe ga je naar New Orleans?’

‘Ik heb een lift.’

‘Van wie?’ vroeg hij op zachte toon. Hij wilde niet dat ik woest werd omdat hij zich met mijn zaken bemoeide. (Zoveel kon ik opmaken.)

‘De advocaat van de koningin,’ antwoordde ik, op nog zachtere toon. Hoewel de bewoners van Bon Temps verdraagzaam waren tegenover vampiers in het algemeen, zouden ze misschien een tikje verhit raken als ze wisten dat hun staat een vampierkoningin had en dat haar geheime regering hun leven in veel opzichten beïnvloedde. Hoewel, gezien de slechte naam die de politiek van Louisiana had, zouden ze evengoed kunnen denken dat het allemaal één pot nat was.

‘Ga je Hadleys appartement leeghalen?’

Ik had Sam verteld over de tweede, en definitieve, dood van mijn nicht.

‘Ja. En ik moet uitzoeken wat ze me heeft nagelaten.’

‘Dit is wel een beetje onverwacht.’ Sam keek bezorgd. Hij streek met zijn hand door zijn rossige krullen, waardoor zijn haar als een woeste stralenkrans rond zijn hoofd uitstak. Hij moest nodig naar de kapper.

‘Ja, vind ik ook. Meneer Cataliades heeft geprobeerd het me al eerder te laten weten, maar de boodschapper werd gedood.’

Ik hoorde Andy tegen de televisie brullen toen de wedstrijd blijkbaar erg spannend werd. Gek, ik had Andy nooit als een sportief type beschouwd, en JB trouwens ook niet. Ik wist niet hoe vaak ik mannen al had horen denken aan voorzetten en driepunters terwijl de vrouwen met wie ze waren gekomen zaten te praten over de noodzaak van nieuwe keukengordijnen of Rudy’s slechte cijfer voor algebra. Misschien was sport bedoeld om mannen een veilig alternatief te bieden voor neteliger kwesties.

‘Je kunt beter niet gaan,’ zei Sam onmiddellijk. ‘Het klinkt gevaarlijk.’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik moet wel. Hadley heeft het aan mij nagelaten; ik moet erheen.’ Ik was lang niet zo kalm als ik me probeerde voor te doen, maar razen en tieren had geen zin.

Sam wilde iets zeggen, maar bedacht zich. Ten slotte zei hij: ‘Gaat het om geld, Sook? Heb je het geld nodig dat ze je heeft nagelaten?’

‘Sam, ik weet niet eens of Hadley geld had! Ze was mijn nicht en ik wil dit doen voor haar. Bovendien...’ Ik stond op het punt hem te vertellen dat de tocht naar New Orleans op een of andere manier belangrijk moest zijn, omdat iemand zo zijn best deed er een stokje voor te steken.

Maar Sam was een tobber, vooral waar het mij betrof, en ik wilde niet dat hij zich druk zou maken als hij me toch niet kon tegenhouden. Ik geloof niet dat ik koppig ben, maar dit beschouwde ik als de laatste dienst die ik mijn nicht kon bewijzen.

‘Waarom neem je Jason niet mee?’ opperde Sam, terwijl hij mijn hand pakte. ‘Hadley was ook zijn nicht.’

‘Het is duidelijk dat ze op het eind niet met elkaar overweg konden,’ zei ik. ‘Daarom heeft ze al haar spullen aan mij nagelaten. Trouwens, Jason heeft op het moment wel wat anders aan zijn hoofd.’

‘O, je bedoelt behalve Hoyt commanderen en elke vrouw naaien die lang genoeg stil blijft staan?’

Verbijsterd staarde ik Sam aan. Ik wist dat hij geen hoge pet ophad van mijn broer, maar niet dat hij zo’n hekel aan hem had.

‘Ja, toevallig wel,’ zei ik kil. Ik was niet van plan om in een of andere deuropening over de miskraam van de vriendin van mijn broer te vertellen, vooral niet gezien Sams vijandige houding.

Hij wendde zijn blik af en schudde beschaamd zijn hoofd. ‘Neem me niet kwalijk, Sookie, het spijt me echt. Ik vind alleen dat Jason best wat meer aandacht mag besteden aan de enige zus die hij heeft. Jij staat altijd voor hem klaar.’

‘Nou, hij zou nooit toelaten dat er iets met me gebeurde,’ zei ik in verwarring. ‘Jason zou me te hulp schieten.’

Voordat Sam ‘Je hebt gelijk’ zei, bespeurde ik een zweem van twijfel in zijn hoofd.

‘Ik moet mijn tas gaan pakken,’ zei ik. Ik vond het vreselijk om weg te lopen. Ongeacht zijn afkeer van Jason was Sam belangrijk voor me, en het zat me niet lekker om hem na onze onenigheid achter te laten. Maar binnen in de trailer hoorde ik de mannen juichen bij de wedstrijd en ik wist dat ik hem moest laten teruggaan naar zijn gasten en zijn zondagmiddagpleziertje. Hij gaf me een kus op mijn wang.

‘Bel me als je me nodig hebt,’ zei hij, met een gezicht alsof hij nog veel meer wilde zeggen. Ik knikte, draaide me om en liep de trap af naar mijn auto.

‘Bill, je zei toch dat je met me naar New Orleans wilde gaan als ik Hadleys nalatenschap ging afwikkelen?’ Eindelijk was het pikkedonker en kon ik Bill bellen. Selah Pumphrey had opgenomen en was Bill gaan roepen op een bijzonder kille toon.

‘Ja.’

‘Meneer Cataliades is er en hij wil zo snel mogelijk vertrekken.’

‘Dat had je me wel eens eerder mogen vertellen, toen je wist dat hij zou komen.’ Maar hij klonk niet echt kwaad en zelfs niet verbaasd.

‘Hij heeft een boodschapper gestuurd, maar die is in mijn bos vermoord.’

‘Heb jij het lijk gevonden?’

‘Nee, een meisje dat met hem meekwam. Ze heet Diantha.’

‘Dan is het Gladiola die is vermoord.’

‘Ja,’ zei ik verbluft. ‘Hoe weet jij dat?’

‘Wanneer je naar een andere staat gaat, is het niet meer dan beleefd om je bij de koningin of koning te melden als je van plan bent een poosje te blijven. Ik zag de meisjes zo nu en dan, omdat ze als boodschappers van de koningin dienen.’

Ik bekeek de telefoon in mijn hand net zo onderzoekend alsof die Bills gezicht was. Er schoten allerlei gedachten door mijn hoofd. Bill dwaalde door mijn bos... Gladiola was in mijn bos vermoord. Ze was geruisloos, efficiënt en nauwkeurig afgeslacht door iemand die goed op de hoogte was van de bovennatuurlijke wereld, iemand die met een stalen zwaard kon omgaan, iemand die sterk genoeg was om met een zwaard dwars door Gladiola’s lichaam te gaan.

Dat waren de kenmerken van een vampier – maar elk willekeurig ander bovennatuurlijk wezen zou er ook toe in staat zijn.

Om dichtbij genoeg te komen om het zwaard te gebruiken moest de moordenaar supersnel zijn geweest of erg onschuldig hebben geleken. Gladiola had niet zien aankomen dat ze zou worden vermoord.

Misschien had ze haar moordenaar wel gekend.

En de manier waarop haar lichaam was achtergelaten, achteloos in de struiken gesmeten... daaruit bleek dat het de dader niet kon schelen of ik haar lichaam ontdekte, hoewel het feit dat het lichaam van een demon niet tot ontbinding overgaat hier ook een rol had gespeeld. De moordenaar wilde haar alleen het zwijgen opleggen. Waarom was ze dan vermoord? Haar boodschap, als de dikke advocaat me tenminste het hele verhaal had verteld, bestond er alleen in dat ik me moest klaarmaken om naar New Orleans te gaan. Daar ging ik nu toch naartoe, ook al had ze geen kans gehad me dat te vertellen. Dus wat had haar dood bereikt? Een paar dagen dat ik nergens van wist? Dat leek me geen goede reden.

Bill wachtte tot ik de lange stilte in ons gesprek zou doorbreken, een van de dingen die ik altijd zo fijn had gevonden aan hem. Hij had geen behoefte om stiltes op te vullen.

‘Ze hebben haar op de oprit verbrand,’ zei ik.

‘Logisch. Dat is de enige manier om iets wat demonenbloed bevat te vernietigen,’ zei Bill verstrooid, alsof hij met zijn gedachten heel ergens anders was.

‘Logisch? Hoe moest ik dat nou weten?’

‘Dan weet je het nu. Insecten laten ze met rust, hun lichaam vergaat niet en seks met ze is bijtend.’

‘Diantha leek zo opgewekt en gehoorzaam.’

‘Ja natuurlijk, wanneer ze samen met haar oom is.’

‘Is meneer Cataliades haar óóm? Ook Glads oom?’

‘Jazeker. Cataliades is bijna helemaal demon, maar zijn halfbroer Nergal is een volbloed. Nergal heeft een paar half-menselijke kinderen. Allemaal van verschillende moeders, vanzelfsprekend.’

Ik wist niet wat er zo vanzelfsprekend aan was, maar ik was niet van plan hem ernaar te vragen.

‘Kan Selah dit allemaal horen?’

‘Nee, ze staat onder de douche.’

Oké, nog steeds jaloers. En afgunstig: Selah bezat de luxe van onwetendheid, en ik niet. De wereld was heel wat prettiger als je geen besef had van de bovennatuurlijke kant van het leven.

Tuurlijk. Dan hoefde je je alleen maar druk te maken om hongersnood, oorlog, seriemoordenaars, aids, tsunami’s, ouderdom en het ebolavirus.

‘Káppen, Sookie,’ zei ik tegen mezelf, en Bill vroeg: ‘Pardon?’

Ik riep mezelf tot de orde. ‘Moet je luisteren, Bill, als je met mij en de advocaat mee wilt naar New Orleans, moet je ervoor zorgen dat je binnen een halfuur hier bent. Anders ga ik ervan uit dat je wel wat beters te doen hebt.’ Ik hing op. Ik had de hele rit naar de Big Easy om hierover na te denken.

‘Binnen een halfuur is hij er, of niet,’ riep ik via de voordeur naar de advocaat.

‘Mooi zo,’ riep meneer Cataliades terug. Hij stond naast Diantha, die de zwarte vlekken van mijn grind af spoot.

Ik ging terug naar mijn kamer en pakte mijn tandenborstel in. In gedachten liep ik mijn lijstje na. Ik had een boodschap ingesproken op Jasons antwoordapparaat, ik had Tara gevraagd of ze elke dag mijn post en de krant voor me wilde ophalen, ik had mijn nieuwe kamerplanten water gegeven. Mijn oma vond dat planten, net als vogels en honden, buiten hoorden; na haar dood had ik een paar planten gekocht en ik deed erg mijn best om ze in leven te houden.

Quinn!

Hij had zijn mobieltje niet bij zich, althans hij nam niet op, dus sprak ik een bericht in op zijn voicemail. Pas onze tweede date en ik moest meteen al afzeggen.

Ik wist niet wat ik hem moest vertellen. ‘Ik moet naar New Orleans om het appartement van mijn nicht leeg te halen,’ zei ik. ‘Ze woonde in Chloe Street, en ik weet niet of daar telefoon is. Dus ik bel wel als ik weer terug ben, hè? Het spijt me dat er iets tussen is gekomen.’ Ik hoopte dat hij in ieder geval aan mijn toon kon horen hoe jammer ik het vond dat ons etentje niet door kon gaan.

Bill arriveerde toen ik juist mijn tas naar de auto bracht. Hij had een rugzak bij zich, wat ik grappig vond. Bij het zien van zijn gezicht onderdrukte ik mijn glimlach. Zelfs voor een vampier zag hij er bleek en afgetobd uit. Hij negeerde me.

‘Cataliades,’ zei hij met een knikje. ‘Ik rij graag met je mee, als je dat niet erg vindt. Mijn oprechte deelneming.’ Hij knikte naar Diantha, die lange, felle monologen in een taal die ik niet verstond afwisselde met het soort starre blik dat ik met een hevige emotionele schok in verband bracht.

‘Mijn nicht is te vroeg gestorven,’ zei Cataliades op zijn bedachtzame wijze. ‘Haar dood zal niet ongewroken blijven.’

‘Natuurlijk niet,’ zei Bill met zijn koele stem. Terwijl Diantha zich vooroverboog om de kofferbak open te maken, liep Bill naar de achterkant van de auto om zijn rugzak erin te gooien. Ik sloot mijn voordeur af en haastte me naar de auto om mijn tas naast de zijne te leggen. Voordat Bill merkte dat ik eraan kwam, ving ik een glimp van zijn gezicht op, en ik schrok van die glimp.

Bill zag eruit alsof hij wanhopig was.