4

ZODRA IK DE VOLGENDE OCHTEND OPSTOND, TOETSTE ik het nummer van mijn broers mobieltje in. Ik had een onrustige nacht gehad, maar gelukkig had ik tenminste een beetje kunnen slapen. Na twee keer bellen nam Jason op. Wat verstrooid zei hij: ‘Hallo?’

‘Hoi, broertje. Hoe gaat het ermee?’

‘Zeg, luister, ik moet met je praten, maar nu kan het niet. Over een paar uur ben ik bij je.’ Zonder afscheid te nemen, hing hij op. Het klonk alsof hij zich ergens grote zorgen om maakte. Geweldig, nog een complicatie. Ook dat nog.

Ik keek op de klok. Een paar uur was lang genoeg om me aan te kleden en naar de supermarkt in de stad te rijden. Jason zou er om een uur of twaalf zijn, en voor zover ik hem kende, zou hij verwachten dat hij bij mij kon lunchen. Met een woest gebaar bond ik mijn haren bijeen tot een paardenstaart, waar ik een elastiekje dubbel omheen draaide zodat er een soort knotje ontstond. De uiteinden vormden een waaiertje boven mijn hoofd. Ik vond dat die nonchalante haarstijl me wel leuk stond, al wilde ik dat niet voor mezelf weten.

Het was een frisse ochtend in maart, zo een die een warme middag beloofde. De hemel was zo helder en zonnig dat ik er vrolijk van werd. Ik reed naar Bon Temps met het raampje omlaag gedraaid, terwijl ik uit volle borst met de radio meezong. Die ochtend zou ik zelfs met Weird Al Yankovic hebben meegezongen.

Ik reed langs een stuk bos, een paar huizen en een veld vol koeien (en een paar buffels; je weet niet wat voor dieren mensen allemaal fokken).

De diskjockey draaide ‘Blue Hawaii’, een gouwe ouwe, en ik vroeg me af waar Bubba was, om precies te zijn de vampier die bekendstaat onder de naam Bubba. Ik had hem al drie, vier weken niet gezien. Misschien hadden de vamps van Louisiana hem naar een andere schuilplaats gebracht of misschien was hij gaan dwalen, zoals hij af en toe deed. Dan zag je lange stukken in de kranten die ze bij de kassa in de supermarkt hebben liggen.

Hoewel ik me op dat ogenblik heel gelukkig en tevreden voelde, kreeg ik ineens zo’n rare inval die je wel eens op zulke momenten hebt. Ik dacht: wat zou het leuk zijn als Eric hier bij me in de auto zat. Hij zou er zo goed uitzien met de wind in zijn haren, en hij zou ervan genieten. Tenminste, voordat hij zwart geblakerd werd.

Maar ik besefte dat ik aan Eric moest denken omdat het zo’n dag was die je wilde delen met iemand om wie je gaf, iemand bij wie je je altijd het prettigst voelde. Zo iemand was Eric geweest toen hij door een heks was vervloekt: de Eric die niet gehard was door eeuwen van vampierpolitiek, de Eric die geen minachting koesterde voor mensen en hun doen en laten, de Eric die niet de leiding had over talloze financiële ondernemingen en niet verantwoordelijk was voor het leven en het inkomen van heel veel mensen en vampiers. Kortom, Eric zoals hij nooit meer zou zijn.

Joechei, de heks was dood, en Eric was weer helemaal de oude. De oude Eric was op zijn hoede voor me, was dol op me en vertrouwde mij (en zijn gevoelens) voor geen cent.

Ik slaakte een diepe zucht, en de song verdween van mijn lippen. Hij was al bijna gedoofd in mijn hart toen ik tegen mezelf zei dat ik niet zo depri moest doen. Ik was jong en gezond, het was een stralende dag en ik had zowaar een date voor vrijdagavond. Toen besloot ik mezelf te verwennen. In plaats van rechtstreeks naar de supermarkt te rijden, ging ik eerst langs Tara’s Boutique, de kledingzaak van mijn vriendin Tara Thornton.

Ik had Tara al een poosje niet gezien. Ze was op vakantie geweest om een tante in het zuiden van Texas te bezoeken en sinds ze terug was, maakte ze lange uren in de winkel. Tenminste, dat vertelde ze me toen ik haar had gebeld om haar te bedanken voor de auto. Toen mijn keuken was afgebrand, was ook mijn auto in vlammen opgegaan. Tara had me haar oude geleend, een twee jaar oude Chevrolet Malibu. Ze had een gloednieuwe wagen (hoe ze eraan kwam, doet er niet toe) en ze was er nog niet aan toegekomen de Malibu te verkopen.

Tot mijn verbijstering had Tara me een maand geleden het eigendomsbewijs en het koopcontract gestuurd, met een briefje erbij waarin ze schreef dat de auto nu van mij was. Ik had gebeld om te protesteren, maar ze had er niets van willen horen. Uiteindelijk moest ik haar cadeau wel beleefd aannemen.

Het was bedoeld als beloning omdat ik haar uit een afgrijselijke situatie had gered. Maar om haar te helpen, had ik bij Eric moeten slijmen. Dat vond ik niet erg, want ik was al mijn hele leven met Tara bevriend. Nu was ze veilig, als ze tenminste slim genoeg was om zich niet meer met de bovennatuurlijke wereld te bemoeien.

Hoewel ik opgelucht was en dankbaar voor de nieuwste auto die ik ooit had gehad, had ik liever haar ononderbroken vriendschap gehad. Ik was weggebleven, omdat ik aannam dat ik haar aan te veel narigheid herinnerde. Maar nu was ik in de stemming om die sluier weg te trekken. Misschien had Tara intussen genoeg tijd gehad.

Tara’s Boutique lag in een winkelcentrum ten zuiden van Bon Temps. Voor de winkel stond een andere auto geparkeerd. Het leek me goed als er nog iemand aanwezig was, om het bezoek minder persoonlijk te maken.

Omdat Tara bezig was met Portia, de zus van Andy Bellefleur, ging ik de maatjes achtendertig doornemen en daarna de zesendertig. Portia zat aan de Isabelle-tafel, wat bijzonder interessant was. Tara is de plaatselijke vertegenwoordigster van Isabelle’s Bridal, een nationaal bedrijf dat een catalogus uitgeeft die zich heeft ontwikkeld tot de bijbel van alles wat met trouwen te maken heeft. Je kunt bij Tara bruidsmeisjesjurken uitproberen, zodat je de juiste maat kunt bestellen. Elke jurk is verkrijgbaar in wel twintig kleuren. De bruidsjurken zijn al even populair. Isabelle heeft vijfentwintig modellen. Het bedrijf verzorgt ook uitnodigingen voor bridal showers, decoraties, jarretelles, cadeaus voor bruidsmeisjes en alle mogelijke accessoires voor een bruiloft die je maar kunt bedenken. Maar Isabelle’s Bridal was vooral een burgerlijk verschijnsel en Portia was duidelijk een chique vrouw.

Portia en haar broer woonden bij hun grootmoeder in de Bellefleur-villa in Magnolia Street en waren opgegroeid in een soort vergane gotische glorie. Nu het landhuis was opgeknapt en haar grootmoeder vaker gasten in huis had, zag Portia er zichtbaar opgewekter uit wanneer ik haar in de stad tegenkwam. In Merlotte kwam ze niet zo vaak, maar als ze in de bar was, was ze vriendelijker in de omgang en af en toe glimlachte ze zelfs. Ze was een onaantrekkelijke vrouw van begin dertig. Haar beste kenmerk was haar lange, glanzende kastanjebruine haar.

Portia dacht: bruiloft! en Tara dacht: kassa!

‘Ik moet het er nog een keer met Halleigh over hebben, maar ik denk dat we vierhonderd uitnodigingen nodig hebben,’ zei Portia. Ik voelde mijn mond openvallen van verbazing.

‘Prima, Portia. Als je het niet erg vindt om de spoedtoeslag te betalen, kunnen we ze binnen tien dagen in huis hebben.’

‘O, geweldig!’ Portia was duidelijk in haar nopjes. ‘Natuurlijk dragen Halleigh en ik allebei een andere jurk, maar we wilden wel dezelfde bruidsmeisjesjurk kiezen. Misschien ieder in een andere kleur. Wat vind jij?’

Even was ik bang dat ik van nieuwsgierigheid zou stikken. Ging Portia ook trouwen? Met die saaie accountant van haar, die vent uit Clarice? Boven het rek met jurken uit ving Tara een glimp op van mijn gezicht. Portia zat in de catalogus te bladeren, dus Tara knipoogde naar me. Ze was zichtbaar blij dat ze een rijke klant had en tussen ons was alles duidelijk in orde. Een gevoel van opluchting overspoelde me.

‘Ik denk dat dezelfde stijl in verschillende kleuren – op elkaar afgestemde kleuren uiteraard – heel origineel is,’ zei Tara. ‘Hoeveel bruidsmeisjes zijn er?’

‘Voor ieder vijf,’ antwoordde Portia, met haar aandacht bij de pagina voor haar. ‘Mag ik een catalogus mee naar huis nemen? Dan kunnen Halleigh en ik er vanavond samen naar kijken.’

‘Ik heb maar één extra exemplaar. Een van de manieren waarmee Isabelle geld verdient, is door grof geld te vragen voor die stomme catalogus,’ zei Tara met een charmante glimlach. Tara kan flink overdrijven als het nodig is. ‘Je mag hem meenemen als je met je hand op je hart belooft dat je hem morgen terugbrengt.’

Braaf legde Portia haar hand op haar hart en daarna klemde ze de dikke catalogus onder haar arm. Ze was gekleed in een van haar ‘advocatenpakjes’, een bruinachtige rechte rok van een soort tweed met een jasje en een zijden blouse. Ze droeg een beige panty en pumps met lage hakken en een bijpassende handtas. Zó saai, gaap.

Portia was opgewonden en in haar gedachten tuimelden de vrolijke beelden over elkaar heen. Ze wist dat ze er als bruid een beetje oud zou uitzien, vooral vergeleken met Halleigh, maar jeetje, ze ging trouwen! Eindelijk zou zij kunnen genieten van de lol, de cadeautjes, de aandacht en de kleren, om nog maar te zwijgen over het feit dat ze toch maar mooi een man had weten te scoren. Ze keek op van de catalogus en zag mij bij het rek met de sportbroeken staan. Haar geluksgevoel was diep genoeg om zelfs mij te omringen.

‘Dag Sookie!’ zei ze, en ze straalde bijna. ‘Ik hoorde van Andy dat je hem zo goed hebt geholpen met zijn verrassing voor Halleigh. Wat fantastisch.’

‘Ik vond het leuk om te doen,’ zei ik, met mijn eigen versie van een vriendelijke glimlach. ‘Is het waar dat ik jou ook mag feliciteren?’ Ik weet dat je de bruid eigenlijk niet hoort te feliciteren, alleen de bruidegom, maar ik dacht niet dat Portia het erg zou vinden.

En inderdaad. ‘Ja, ik ga trouwen,’ bekende ze. ‘We hebben besloten er een dubbele bruiloft van te maken, samen met Andy en Halleigh. De receptie wordt bij ons thuis gehouden.’

Ach natuurlijk. Wat moest je tenslotte met een kapitale villa als je er geen receptie kon houden?

‘Het zal wel veel werk zijn om een bruiloft te organiseren voor... wanneer eigenlijk?’ vroeg ik, in de hoop dat het meelevend en bezorgd klonk.

‘April. Vertel mij wat,’ zei Portia lachend. ‘Grootmoeder krijgt er een punthoofd van. Ze heeft elke cateraar gebeld die ze kent om iemand voor het tweede weekend te boeken en uiteindelijk heeft ze Extreme(ly Elegant) Events weten te strikken, omdat ze een afzegging hadden. En vanmiddag komt de vent van Sculptured Forest in Shreveport bij haar langs.’

Sculptured Forest was het voornaamste hoveniersbedrijf en tuincentrum in de regio, tenminste, afgaande op hun advertenties, die je overal tegenkwam. Het feit dat ze zowel Sculptured Forest als Extreme(ly Elegant) Events in de arm hadden genomen, betekende dat deze dubbele bruiloft voor Bon Temps hét evenement van het jaar zou zijn.

‘We overwegen om het buiten te doen, met tenten in de achtertuin,’ zei Portia. ‘Als het regent, zullen we naar de kerk moeten verhuizen en de receptie naar het gemeenschapshuis van Renard. Maar we duimen dat het droog blijft.’

‘Dat klinkt geweldig.’ Ik wist echt niet wat ik anders moest zeggen. ‘Hoe denk je nog aan je werk toe te komen, met al dat geregel voor de bruiloft?’

‘Op de een of andere manier moet het lukken.’

Ik vroeg me af waarom er zo’n haast bij was. Waarom wachtten de gelukkige bruidspaartjes niet tot de zomer, wanneer Halleigh niet hoefde te werken? Waarom wachtten ze niet zodat Portia haar agenda vrij kon maken voor een fatsoenlijke bruiloft en een huwelijksreis? En was haar vent niet accountant? Een bruiloft tijdens het belastingseizoen kwam toch heel slecht uit?

Ooo... misschien was Portia zwanger! Maar dat viel niet op te maken uit haar gedachten, en ik kon me niet voorstellen dat ze aan iets anders zou denken. Jeetje, als ik ooit merkte dat ik zwanger was, zou ik dolgelukkig zijn. Als de vader van me hield en met me wilde trouwen tenminste – want ik was niet taai genoeg om in mijn eentje een kind groot te brengen en mijn grootmoeder zou zich omdraaien in haar graf als ik ongehuwd moeder werd. De moderne opvattingen over dat onderwerp waren volledig langs mijn grootmoeder heen gegaan, zonder dat ze er ook maar iets van had gemerkt.

Terwijl dat allemaal door mijn hoofd schoot, duurde het even totdat Portia’s woorden tot me doordrongen. ‘Dus zorg ervoor dat je de tweede zaterdag in april vrijhoudt,’ zei ze met iets wat bijna op een charmante glimlach leek.

Ik beloofde dat ik dat zou doen, en ondertussen probeerde ik niet om te vallen van verbazing. Ze moest bevangen zijn door trouwkoorts. Waarom zou mijn aanwezigheid op de bruiloft gewenst zijn? Ik was geen dikke maatjes met de Bellefleurs.

‘We vragen of Sam achter de bar wil staan op de receptie,’ vervolgde ze, en toen schoof mijn wereld terug in een vertrouwder patroon. Ze wilde me er natuurlijk bij hebben om Sam te helpen.

‘Is de bruiloft ’s middags?’ vroeg ik. Soms nam Sam klussen aan als barkeeper, maar zaterdag was meestal onze drukste dag in Merlotte.

‘Nee, ’s avonds, maar ik heb vanochtend al met Sam gesproken en hij vindt het goed.’

‘Oké,’ zei ik.

Ze vatte mijn toon anders op dan ik had bedoeld en bloosde. ‘Glen heeft een paar klanten die hij wil uitnodigen,’ zei ze, hoewel ik niet om een uitleg had gevraagd. ‘Ze kunnen alleen komen als het donker is.’ Glen Vicks was de accountant. Ik was blij dat ik zijn achternaam uit mijn geheugen had opgediept. Opeens viel alles op zijn plaats en begreep ik Portia’s verlegenheid. Ze bedoelde dat Glens klanten vampiers waren. Goh, kijk eens aan. Ik glimlachte naar haar.

‘Ik weet zeker dat het een schitterende bruiloft wordt en ik kijk ernaar uit,’ zei ik, ‘aangezien je zo aardig bent om me uit te nodigen.’ Ik had haar expres verkeerd begrepen, en precies zoals ik had verwacht, begon ze nog meer te blozen. Dat bracht me op een idee, iets wat zo belangrijk was dat ik een van mijn persoonlijke regels ervoor opzijschoof.

‘Portia,’ zei ik langzaam, want ik wilde er zeker van zijn dat ze me goed begreep, ‘je zou Bill Compton moeten uitnodigen.’

Portia kon Bill niet uitstaan – ze had een hekel aan vampiers – maar toen ze een van haar eigen plannetjes vooruit wilde helpen, had ze heel kort iets met Bill gehad. Dat was raar geweest, want later had Bill ontdekt dat Portia in feite zijn achterachterachterachterachterkleindochter of zo was.

Bill had het spelletje meegespeeld toen ze net deed alsof ze in hem geïnteresseerd was. Op dat moment wilde hij alleen ontdekken wat ze in haar schild voerde. Hij had gemerkt dat Portia kippenvel kreeg als ze bij hem in de buurt was. Maar toen hij erachter kwam dat de Bellefleurs zijn enige overlevende verwanten waren, had hij hun anoniem een hele smak geld gegeven.

Ik kon ‘horen’ dat Portia dacht dat ik haar expres wilde herinneren aan de paar keer dat ze met Bill op een date was geweest. Daar wilde ze niet aan worden herinnerd en het irriteerde haar dat ik dat wel had gedaan.

‘Waarom stel je dat voor?’ vroeg ze kil. Het viel me erg mee van haar dat ze niet zomaar de winkel uit liep. Tara was zogenaamd druk bezig bij de Isabelle-tafel, maar ik wist dat ze ons gesprek kon horen. Aan Tara’s oren mankeerde niets.

Ik stond in grote tweestrijd. Ten slotte won wat Bill wilde het van wat ik voor hem wilde. ‘Laat maar,’ antwoordde ik met tegenzin. ‘Het is jouw bruiloft, dus ook jouw gastenlijst.’

Portia keek me aan alsof ze me voor het eerst goed zag. ‘Ga je nog steeds met hem uit?’ vroeg ze.

‘Nee, hij is met Selah Pumphrey,’ antwoordde ik, zo kalm en neutraal mogelijk.

Nadat ze me met een ondoorgrondelijke blik had opgenomen, liep ze zonder nog een woord te zeggen naar haar auto.

‘Wat was er aan de hand?’ vroeg Tara.

Omdat ik het niet kon uitleggen, begon ik over een onderwerp dat haar nader aan het ondernemershart lag. ‘Ik ben blij dat je de klandizie krijgt,’ zei ik.

‘Nou, anders ik wel. Als Portia Bellefleur alles niet zo haastig moest regelen, zou ze nooit voor Isabelle hebben gekozen,’ zei Tara openhartig. ‘Dan zou ze duizendmaal heen en weer rijden naar Shreveport om te winkelen, maar daar hebben ze een veel langere levertijd. Halleigh vaart alleen maar in Portia’s kielzog, de ziel. Zij komt vanmiddag en dan zal ik haar dezelfde spullen laten zien als Portia, en daar zal ze genoegen mee moeten nemen. Maar voor mij is het alleen maar gunstig. Ze krijgen het hele pakket, want het Isabelle-systeem kan alles op tijd leveren. Uitnodigingen, bedankbriefjes, jurken, jarretelles, cadeaus voor de bruidsmeisjes, zelfs jurken voor de moeders van de bruid – Caroline gaat er een uitkiezen en Halleighs moeder – ze kopen alles hier uit mijn voorraad of bestellen het uit de Isabelle-catalogus.’ Ze nam me van top tot teen op. ‘Wat kom je trouwens doen?’

‘Ik heb een outfit nodig voor een date om naar een toneelvoorstelling in Shreveport te gaan,’ zei ik, ‘en ik moet nog naar de supermarkt en dan naar huis om Jasons lunch klaar te maken. Wat denk je, heb je wat voor me?’

Tara’s glimlach kreeg iets gretigs. ‘Vast wel.’