Hoofdstuk 9

Als men bang is zich te branden, moet men uit de buurt van het vuur blijven. Dat wist Thomas Naseby Corcoran misschien beter dan gelijk wie en daarom had hij zich voorgenomen uit de speelzalen weg te blijven, zolang hij te San Pablo vertoefde. Hij had zichzelf blootgesteld aan allerlei gevaren door zijn vuurwapen af te geven, maar de verleiding om gebruik te maken van dat wapen was onweerstaanbaar en daarom had Corcoran deze verleiding uitgeschakeld. Terwijl hij langzaam langs de huizen liep, wist hij dat hij een nieuwe periode van zijn leven ingegaan was.
Een scherp licht viel in zijn ogen. Hij keek op en in het licht van twee krachtige gasolinelampen zag hij het volgende uithangbord :

Ted Rankins Zaak
DE HEMEL IS DE GRENS

Hij bleef met strakke blikken naar dat uithangbord kijken. Onwillekeurig ging zijn hand naar zijn borst en hij voelde de dikte, veroorzaakt door een goed gevulde portefeuille.
Corcoran was nog niet lang genoeg te San Pablo om de grote en minder belangrijke zaken uit elkaar te kunnen houden, maar nadat hij een halve minuut naar de beweging aan de ingang van Ted Rankins Zaak gekeken had, wist hij dat er te San Pablo vermoedelijk geen tweede zaak was zoals deze. Alle kleinigheden wezen erop dat er veel geld zat in deze zaak. Hij floot even tussen de tanden, wendde zich dan resoluut af en wandelde verder.
Een halfdronken cowboy die Corcoran passeerde, bleef staan toen hij de kleren van de speler zag. Hij maakte er een opmerking over en een golf van woede spoelde over Corcoran heen. Zonder erbij na te denken, hief hij zijn wandelstok op en striemde de cowboy in het gezicht. De man, half verblind van de pijn, sprong achteruit en greep naar zijn revolver. Doch drie of vier van zijn kameraden vlogen op hem aan en sisten : «Schei uit, dwaas! Dat is Corcoran!»
Hoe zoet klonken deze woorden in de oren van de speler! Muziek zong in zijn hart, terwijl hij verder wandelde, maar vijftig passen verder bleef hij eensklaps staan. Hij vocht tegen het idee dat in hem wakker geworden was, maar het was sterker dan hij. Was het dan zo erg, vroeg hij zich zelf af, naar een speelzaal te kijken en naar de mensen, die in- en uitliepen? Het waren enkel lafaards, die voor de verleiding vluchtten. Sterke mannen konden de verleiding in de ogen kijken en er toch weerstand aan bieden. Hij keerde naar de ingang van de speelzaal terug. Hij bleef echter niet lang voor de ingang staan. Weldra droegen zijn voeten hem naar binnen.
Hij werd begroet door het geschetter van de koperen blaasinstrumenten van een dansorkest. Hij liep dwars door de danszaal naar de tweede zaal, waar het bijzonder rustig was, niettegenstaande heel veel mannen aan de talrijke tafeltjes zaten. Dat was de speelzaal, waar de mannen gedempt spraken als ze een nieuwe kaart vroegen, alsof ze bang waren dat een te harde stem het ongeluk aan hun zijde zou roepen.
«Alle duivels, Corcoran!» zei een stem met een uitgesproken neusklank aan Corcorans zijde.
Corcoran draaide het hoofd om en zag Skinny Montague, die bedoeïen van de speelzalen!
«Ik had al gehoord dat jij in de buurt was,» fluisterde de kleine man, die met schitterende oogjes naar Corcoran opkeek. «Ik had trouwens wel verwacht dat de koningin onweerstaanbaar aangetrokken zou worden door de plaats, waar zoveel honing vloeit. Waar ga je zitten, Corcoran? Heb je al een partner? Als dat niet het geval is...»
Hij maakte een vaag gebaar om aan te duiden dat het hem een eer zou zijn de partner te mogen zijn van zo'n beroemde speler.
«Wat is dit voor een plaats?» vroeg Corcoran.
«Eerlijk als het om kleine inzetten gaat — breed in opvattingen als de inzetten hoger worden. Ja, het gaat hier eerlijk, tenzij daar waar de grenzen overschreden worden.»
«Waar is dat?»
Hij werd naar een tafeltje gebracht, waar twee mannen zaten niets te doen.
«Die stier met zijn opgeblazen tronie is Ted Rankin,» zei Skinny. «Ik zal je voorstellen.» Hij bleef fluisteren terwijl ze het tafeltje naderden. «De tweede is een van Rankins vertrouwelingen. Een harde noot, Corcoran. Zeg nooit dat ik je niet gewaarschuwd heb. Aan die tafel zijn geen grenzen. Je mag beroep doen op alle trucjes die je kent, zonder herrie te moeten vrezen. Daar gaat het erom wie de meeste trucjes kent, begrijp je? Tot nu toe is er nog niemand geweest, die Joe Cracken in verlegenheid kon brengen.»
«Is dat Joe Cracken?» vroeg Corcoran, terwijl hij strak naar het mistroostige gezicht van de beroemde beroepsspeler keek. «Skinny, ik wil Joe Cracken graag aan de tand voelen, maar alleen... als je er geen bezwaar tegen hebt.»
«Ga je gang,» zei Skinny, maar hij slaakte een diepe zucht. Een halve minuut later werden de mannen aan elkaar voorgesteld.
«Mister Rankin, Mister Cracken, maak kennis met mijn vriend, Mister Corcoran. De naam zal u wel bekend zijn, niet?»
De ogen van Rankin rolden in zijn papperige gezicht, toen hij opstond om Corcoran de hand te drukken, maar eensklaps veranderde zijn houding, want hij had het gezicht van zijn luitenant gezien. Joe Cracken was grijs geworden. Joe Cracken was bang en dat was een ramp, want de grootste aantrekkingskracht van Ted Rankins Zaak was net de aanwezigheid van een tafeltje, waar geen grenzen bestonden. Trouwens, dat tafeltje was ook de voornaamste bron van Rankins inkomsten.
«Ik kom niet spelen,» zei Corcoran. «Enkel kennismaken.»
Rankin slaakte een zucht van opluchting.
«Wat?» siste Skinny. «De anderen zijn al opgestaan om te komen kijken. Ze zullen zeggen dat je laf bent als je niet speelt. Ze zullen zeggen dat je bang bent van Cracken!»
Corcoran had het frisse, lieve gezichtje van Kitty Murran voor zijn geest geroepen om weerstand te kunnen bieden aan de verleiding om zijn krachten met deze van Joe Cracken te meten, maar de woorden van Skinny joegen dat beeld weg. Hij keek snel over zijn schouder.
Skinny had de waarheid gezegd. Daar kwamen ze reeds; de mannen, die hun eigen spel onderbroken hadden om de Meester te zien spelen. Meer dan twintig mannen naderden het tafeltje, waar «de hemel de grens was». Zijn geweten trok Corcoran in de richting van de gematigdheid, maar zijn beroepseer dwong hem te laten zien wat hij waard was.
«Eén of twee spelletjes kan ik riskeren,» mompelde hij, «maar veel tijd heb ik niet, want ik heb een afspraak.» En hij liet zich in een stoel glijden!
Hij keek naar Joe Cracken, maar in plaats van diens mistroostige gezicht zag hij de gelaatstrekken van het meisje, dat hem treurig en verwijtend aankeek!
Theodore Rankin wist dat hij voor een crisis stond. Hij hield zelfs rekening met de mogelijkheid dat hij geruïneerd zou worden. Tot op dat ogenblik had hij altijd huizen gebouwd op Joe Cracken. Niet alleen was Joe Cracken een meesterlijk kaartspeler tegenover eerlijke tegenspelers en een bijna onklopbaar valsspeler in het gezelschap van bedriegers, maar hij was ook een scherpschutter, die even beroemd was voor zijn snelheid als voor zijn trefzekerheid. Hij geloofde niet in het fabeltje van risico's nemen om triomfkreten te vieren. Hij speelde altijd veilig.
Doch nu zat hij tegenover een man, die, als men de geruchten mocht geloven, onoverwinnelijk was. Joe Cracken had al heel vaak tegenover gereputeerde helden gezeten, maar dat waren mannen geweest met ruwe handen en elke kaartspeler weet dat de kaarten niet aan ruwe handen gehoorzamen. Nu zat hij tegenover een man in wiens handen een eigen brein scheen te zitten, slanke, snelle handen.
Theodore Rankin werd misselijk toen zijn blikken als gefascineerd naar de handen van Corcoran bleven staren en hij wist dat Joe Cracken zijn meester gevonden had!
Joe Cracken wist het zelf ook, want hoewel hij zijn best deed om zijn gelaatsuitdrukking in bedwang te houden, was het duidelijk dat hij bang was. Bang, omdat hij wist dat Corcoran een beter kaarter was dan hij en bang, omdat hij wist dat Corcoran een betere schutter was. 
Met een ziekelijke glimlach zat Joe Cracken naar Corcoran te kijken, alsof hij zich afvroeg waar de kogel van zijn tegenstander hem zou treffen.
Rankin kreeg eensklaps een geweldige hoestbui — een hoestbui, die hem de gelegenheid schonk schijnbaar onopvallend tegen zijn handlanger aan te vallen, zijn mond met zijn hand te bedekken en te fluisteren: «Laat Corcoran een paar spelletjes winnen. Dan heeft hij er misschien snel genoeg van. Maar beheers je in 's hemelsnaam!»
Op hetzelfde ogenblik wenste Rankin dat hij zijn mond gehouden had. Cracken was nog bleker geworden. De wetenschap dat zijn vrees zichtbaar was voor iedereen — ook voor Corcoran — had deze vrees enkel doen groeien.
Crackens blikken gleden naar Corcoran, maar deze scheen niets vreemds te zien. In zijn ogen stond geen verachtelijke, uitdagende blik geschreven — enkel een blik van milde afwachting.
Joe Cracken was de verliezer voor de kaarten op de tafel gekomen waren. Corcoran schoof vijfhonderd dollar naar het midden van de tafel bij het eerste spel, zonder zelfs zijn kaarten gezien te hebben. Rankin kreunde, maar hij kon er niets tegen doen! De tweede keer zette Corcoran vijftienhonderd dollar in en hij won weer.
Rankin stond op en wankelde van de speeltafel weg. Hij was misselijk en had het gevoel dat een ijskoude hand zijn hart samenperste. Hij keek om zich heen om bij iemand steun te zoeken, maar men had geen belangstelling voor hem.
Rankin ging naar zijn kantoor, ging achter zijn schrijftafel zitten en kreeg de indruk dat hij dronken was, want de gehele kamer draaide om hem heen.
Stevens was in het kantoor — zoals altijd. Stevens was de vertrouweling van Rankin, zijn spion, zijn handlanger.
«Ga naar Cracken kijken,» hijgde Rankin.
«Wat is er gebeurd?»
«Corcoran!»
«En heeft Cracken laten merken dat hij bang was?»
«Ruk uit, verdomme! Ga naar het spel kijken!»
Stevens ging weg, doch keerde snel terug.
«Wel?» vroeg Rankin hees.
«Dit is het einde!» zei Stevens.
Grote zweetdruppels parelden op het hoofd van Rankin. Hij nam een zilveren kruikje uit een lade en dronk er een fikse teug uit.
«Hoeveel verloor Cracken reeds?»
«Nog maar vijfduizend, doch het is het einde, want Cracken heeft zijn kalmte verloren,» verklaarde Stevens. «Hij rilt als een espeblad en kan niets meer tegen de kaarten zeggen. Corcoran fluistert er des te meer tegen. Hij is een duivel!»
Theodore Rankin viel achterover in zijn stoel en zijn gehele kwabbige massa trilde van verontwaardiging, woede en schaamte.
«Vijfduizend!» echode hij en richtte zich bij deze gedachte met een ruk op.
«Zeg tegen Cracken dat hij bij mij moet komen!» snauwde hij.
Stevens knipperde met de ogen.
«Cracken van het spel wegroepen? Dan is de reputatie van de zaak naar de maan, chef!»
«Houd je bek! Ga Cracken halen! Nu! Misschien is het verlies nu reeds tienduizend dollar geworden! Hij kan zichzelf verontschuldigen en zeggen dat hij terugkomt, niet? Ren, stinkdier, en geef hem een wenk.»
Stevens verdween uit het kantoor. Rankin greep een sigaar en trachtte deze op te steken. Hij slaagde er niet in, daar zijn handen te veel trilden. Hij slingerde de sigaar op de grond en greep een tweede. Hij kreeg de brand erin en begon heftig op het mondstuk te kauwen. Het duurde een hele tijd voor Cracken verscheen. Hij zag eruit als een Olympisch kampioen, die een marathon gelopen heeft.
Rankin stond op en ging vlak voor Cracken staan.
«Je liet me in de steek, Cracken!» snauwde hij. «Je liet me in de steek... jij... jij...»
«Hou je gemak!» waarschuwde Cracken met een veelbetekenende beweging in de richting van zijn heup. Er lag echter geen overtuiging in zijn stem en toen hij de zilveren kruik op de schrijftafel zag staan, ging hij er naar toe en dronk hij een stevige slok.
«Ik liet je niet in de steek,» zei hij dan met een beetje vastere stem, «maar Corcoran heeft een nieuwe truc. Hij leest de gedachten van de kaarten! Dat kan ik niet. Dat is alles.»
«Dat is alles, hé? Dat is alles, hé?» bauwde Rankin hem na. «Verdomd, man, de gehele wereld heeft gezien dat je bang was, doodsbang!»
Zelfs een getemd paard mag niet te wreed behandeld worden. Cracken was getemd, maar niet gebroken. Hij stak zijn hand bliksemsnel uit en greep Rankin bij de keel.
«Jij vetblaas!» siste hij tussen de tanden. «Ik knijp je fijn! Ik verpletter je! Blijf erbuiten, Stevens, of je krijgt de volle laag!»
Stevens had naar het wapen van de lafaard gegrepen — zijn mes. Hij had de kans schoon gezien om zijn chef een onvergetelijke dienst te bewijzen, doch hoewel zijn wil goed was, was zijn vlees zwak. Hij kon zijn mes niet uit de schede krijgen en deinsde achteruit, met zijn rug tegen de deur.
Rankin zag het en gromde van verachting. Er zat geen greintje vrees in het papperige lichaam van de eigenaar van de speelzaal. Het was enkel de gedachte aan het geld dat hij verloor, dat hem wild maakte. Niettegenstaande Cracken zijn keel dichtkneep, bleef Rankin sputteren.
Eensklaps liet Cracken zijn chef los. Hij trad achteruit. Hij had bewezen dat niet iedereen met hem kon spotten; hij had bewezen dat nog rekening gehouden diende te worden met hem en dat achtte hij voldoende.
«Blaaskop!» zei hij verachtelijk. «Ik heb mijn laatste spel voor jou gespeeld.»
Rankins hals schrijnde, zijn hemd was gescheurd en zijn stropdas hing aan zijn derde knoopsgat, maar toch had hij nog geen persoonlijke grief tegen Cracken. Zijn beledigingen waren immers enkel het middel geweest om Cracken op te zwepen! Het middel had geholpen en Rankin moest er gebruik van maken voor Crackens opwinding weer ging liggen. Zijn zaak stond op de rand van de afgrond.
Aan de tafel, waar de hemel de grens was, werd een gat geboord, waardoor de zee wel eens binnen zou kunnen stromen. En als dat gebeurde, was Ted Rankin veroordeeld. Hij moest een einde maken aan de bedreiging en Cracken was de enige, die hem daarbij kon helpen.
«Kameraad,» zei hij, terwijl hij de arm van Cracken beet greep, «ik probeerde je alleen maar nijdig te maken. Ik weet wat je waard bent, maar ik moest je wakker schudden, begrijp je?»
«Werkelijk? Daar gebruikte je een eigenaardig middel voor, want het scheelde niet veel of ik had het leven uit je body geknepen.»
«Speelt geen rol. Luister. Als dat spel voortgaat, zijn we er gloeiend bij. Corcoran kent geen grenzen en zal me in mijn hemd zetten. Geld heeft geen waarde voor hem. Hij waagt net zo lief één miljoen als één dollar. Ik zal er een eind aan moeten maken, als hij mijn krediet overschrijdt en dan kan ik de zaak wel sluiten. Je moet een einde maken aan dat spel!»
«Ik?» gromde Cracken en zijn stem verried dat hij niet erg ingenomen was met het idee van zijn baas.
«Als ik geruïneerd word, kun jij ook gaan bedelen, Cracken. Dat weet je toch wel?»
«Ja, dat weet ik,» zei Cracken bitter, «want alles is stopgezet om de sensatie mee te maken. Het orkest speelt niet meer, de dansers dansen niet meer, de spelers spelen niet meer. Alles en iedereen hangt rond de tafel om naar het spel te kijken en dat deed me de das om. Ze ruïneerden mijn spel!»
«Speelt geen rol hoe het komt, maar als Corcoran al het geld uit mijn zakken klopt, moet jij er niet meer aan denken ooit nog in een andere speelzaal te gaan werken, Joe. Laat dat goed tot je doordringen.»
«Dat weet ik,» gromde Cracken.
«Niet, omdat je niet meer zult kunnen spelen, maar omdat je liet merken dat je bang was. Bang!»
Cracken vouwde de armen voor de borst. «Mijn geduld is uitgeput, kameraad,» zei hij. «Er hangt een rode mist voor mijn ogen. Herhaal dat niet meer, Rankin, of het zal het laatste zijn, wat je op deze wereld zegt.»
«Joe! Denk na! Je hebt maar één kans meer. Je moet een einde maken aan dit spel!»
Crackens borst ging hijgend op en neer.
«Hoe?»
«Corcoran moet verdwijnen!»
«Met een kogel in zijn strot?»
«Alle duivels, man, denk je dan dat ik zin hem om een bedelaar te worden? Heb jij er zin in?»
Cracken staarde neer op de vloer.
«Ga terug naar de zaal en maak een einde aan het spel. Slinger hem bij de eerste kaart een onvergeeflijke belediging in het gezicht en geef hem in 's hemelsnaam geen kans om je met zijn blikken te bedwingen. Beledig hem, grijp je spuit en begin te schieten. Begrijp je, ouwe? Nu ben je nog opgewonden. Wacht niet tot je weer afgekoeld bent.»
«Ik raak Corcoran of Corcoran raakt mij. In beide gevallen ben jij gered, Rankin, maar wat is er voor mij mee te winnen?»
«Je krijgt je reputatie terug. Je sluit de vuile bekken, die nu reeds over je beginnen te blaffen.»
«Genoeg! Een reputatie is mooi, maar daar kun je geen eten van kopen. Ik wil weten wat ik ermee kan verdienen door mijn leven op het spel te zetten.»
Rankin greep zijn arm en duwde hem naar de deur.
«Zoek geen uitstel, Cracken. Je kent me toch?»
«Natuurlijk.»
«Je weet dat ik voor je zal zorgen.»
«Dat weet ik, maar ik wil getallen horen.»
«Wel, schiet hem overhoop en je bent duizend dollar rijker.»
«Denk je dat ik dronken ben, Rankin?»
«Is duizend niet genoeg, Joe? Je weet dat mijn portefeuille altijd openstaat voor jou. Maak er tweeduizend van. Schiet één kogel af en verdien tweeduizend dollar.»
«Dringt het niet tot je door dat je over Corcoran spreekt?» vroeg Cracken scherp.
«Natuurlijk wel! Wie is Corcoran? Hij is de duivel zelf toch niet?»
«Nee, maar zijn neefje. Ik zou nog liever een ratelslang bij de staart nemen dan een kogel te wisselen met Corcoran. Hij is de neef van de duivel, Rankin.»
«Goed! Drieduizend — drieduizend glanzende, zilveren dollars!»
Cracken haalde de schouders op, schudde het hoofd en ging weer zitten.
«Grote hemel!» riep Rankin. «Wil je dan dat ik jou evenveel betaal als ik Corcoran zou moeten betalen, als hij me ruïneerde?»
«Praat nu eens verstandig. Corcoran is nog niet eens warm gelopen. Hij heeft zevenduizend gewonnen, tot op het ogenblik, maar iedereen heeft gemerkt dat hij dit enkel als een inleiding beschouwt. Hij is harder dan staal. Hij is koel als ijs! Ijs!» De speler gromde wild. «Wat zul je aan Corcoran verliezen? Alles wat je bezit — je goud, je bankrekening, je zaak en de kleren, die je aan hebt. Het was dwaasheid met die «hemel is de grens»-geschiedenis te beginnen. Ik waarschuwde je. Betaal nu de gebroken potten ook maar zelf.»
Rankin keek op zijn neus bij de gedachte dat hij zijn handlanger niet blindelings in het gevecht kon jagen. Hij zoog op zijn sigaar tot deze half in brand stond en snauwde dan: «Wat wil je dan hebben?»
«Tienduizend! Voor minder doe ik het niet!»
«Ben je gek, Joe?»
«Tienduizend, ouwe. Vergeet niet dat ik maar één kans op de vijf heb!»
«Je bent bliksemsnel met je spuit.»
«Corcoran is nog bliksemsneller.»
«Goed,» zei Rankin met een diepe zucht, ging achter zijn schrijftafel zitten en greep een vel papier.
«Schrijf het zo,» zei Cracken. «Als Cracken een einde maakt aan het spel tussen hem en Corcoran, beloof ik hem te betalen...»
De sigaar ging met een ruk de hoogte in toen Rankin op zijn tanden beet, maar hij bleef schrijven.