Dankwoord
Het schrijven van dit boek is heel emotioneel en uitputtend geweest. Ik hoop en bid dat het zal helpen om Madeleine te vinden en de waarheid boven water te krijgen.
Ondanks mijn ‘koppigheid’ (zelf noem ik het liever ‘vastberadenheid’) en vermogen om dingen af te maken, weet ik niet, en betwijfel ik zelfs in hoge mate, of ik genoeg energie zou hebben gehad om dit boek te voltooien zonder de uiterst waardevolle steun en hulp die ik daarbij gekregen heb.
Mijn redactrice Caroline North heeft ongelooflijk veel begrip, geduld en opmerkzaamheid getoond. Ik besef dat de laatste vijf maanden voor haar een soort spoedcursus zijn geweest over ons leven sinds Madeleines verdwijning, wat vermoedelijk geen prettige ervaring was. Desondanks heeft ze me onvermoeibaar weten te begeleiden en aan te moedigen, en gelukkig hebben we intussen ook nog het nodige gelachen. Ik weet zeker dat onze vriendschap hiermee niet zal eindigen.
Al tijdens onze eerste ontmoeting met Bill Scott-Kerr, Sally Gaminara, Janine Giovanni en Alison Barrow van Transworld was het voor Gerry en mij duidelijk dat ze het grotere plaatje meteen begrepen. Het ging niet alleen om een inzameling voor Madeleine’s Fund, het ging erom dat we haar wilden vinden. En ze wilden ons oprecht helpen. De inspanning die ze in deze campagne hebben gestoken, bewijst dat. Ik denk dat we van geen enkele uitgever meer hadden kunnen verwachten.
Begin 2008 ontmoetten we Neil Blair van Christopher Little Literary Agency. Op dat moment was ik niet in staat om over een boek na te denken. Het voelde niet goed en ik was er gewoon niet sterk genoeg voor.
Maar toen ik de beslissing nam om ons verhaal te vertellen, wist ik precies aan wie ik het moest voorleggen. Dankzij de warmte en professionaliteit die Neil en Christopher Little van meet af aan hebben getoond, kon ik de hele ervaring veel beter verdragen.
Onze familie en vrienden zijn ons altijd geweldig blijven steunen en schoten ons talloze keren te hulp. Dat gaf mij de kans om me lange perioden met mijn computer op te sluiten om de klus te klaren. Ik moet misschien maar eens echt een kop thee met hen gaan drinken om bij te praten.
Ik had nooit gedacht dat ik ooit zo veel advocaten zou leren kennen, en evenmin dat ik ze zo vaak aardig zou vinden. Vooral Ed Smethurst, Adam Tudor, Isabel Hudson en Isabel Duarte hebben vanuit de goedheid van hun hart en ongeacht het uur van de dag voor Madeleine en voor ons gebikkeld. Hun onbetaalbare expertise en toewijding zijn ook voor dit boek van belang geweest. Ook Claudia Nogueira van lift Consulting is een belangrijke bron van kennis en adviezen geweest, en bovendien een heel goede vriendin.
Twee mensen heb ik in dit boek niet met name genoemd, hoewel hun steun en vriendschap onwankelbaar zijn geweest. Een van hen is onze lieve Portugese vriendin uit Luz. Na onze kennismaking op 11 augustus 2007 - de honderdste dag sinds Madeleines verdwijning - heeft ze ons op talloze manieren geholpen, ook met dit boek. Ik wil haar niet noemen, want ik zou het vreselijk vinden als ze ongewenste aandacht kreeg, maar ik ben haar diep dankbaar voor haar vriendelijkheid en moed. Die zal ik nooit vergeten. Beijinhos, a minha amiga.
En dan Emma Loach. Emma is een van de onbaatzuchtigste mensen die ik ken, en haar bijdragen zijn op talloze niveaus van onschatbare waarde geweest Ze speelde een belangrijke rol in onze campagne voor een kinderalarmsysteem in Europa en werkte in 2009 met ons aan een gefilmde reconstructie van de gebeurtenissen rondom Madeleines ontvoering. Ze heeft ook heel bereidwillig gereageerd op talloze vragen en mijn verzoeken om haar mening over mijn schrijfkunst. Nog belangrijker is dat ze me in de drie jaar dat ik haar ken, door de donkerste en ellendigste perioden heen heeft geholpen. Onze vriendschap is me heel dierbaar, en ik dank God dat ze in ons leven is gekomen.
Hoewel ze een integraal onderdeel van mijn verhaal is, mag mijn dank aan mijn lieve vriendin Fiona in dit boek niet ontbreken. Ze staat al sinds Madeleines ontvoering aan mijn zijde. Hoewel ze zelf met haar eigen verdriet moest omgaan, heeft ze me met haar liefde, aanmoediging en opbeurende omhelzingen op de been weten te houden en stond ze bovendien altijd klaar met praktische hulp. Al vóór 3 mei 2007 beschouwden Gerry en ik haar en Dave als bijzonder goede vrienden. Maar nu begrijpen we pas hoe bijzonder ze écht zijn.
Veel van de mensen die ons gezien hebben bij onze zoektocht naar Madeleine de laatste vier jaar hebben geholpen, komen in dit boek voor. Voor veel anderen geldt dat niet, hoewel we hun niet minder dank verschuldigd zijn. Ik zou een heel boek kunnen schrijven over de vele duizenden anderen in Groot-Brittannië, Portugal en overal ter wereld wier hulp en medeleven heel veel voor ons betekend hebben. Ik hoop dat deze bladzijden duidelijk hebben gemaakt welk positief effect hun medeleven en inspiratie op Gerry en mij hebben gehad, evenals op onze inspanningen om Madeleine te vinden, en daar zijn we hun eeuwig dankbaar voor. Indirect hebben deze mensen aan dit boek bijgedragen door me een hart onder de riem te steken.
Ten slotte bedank ik mijn man Gerry voor zijn liefde, steun en kameraadschap. We hebben dit allemaal samen doorgemaakt, en dat zal altijd zo blijven. En, natuurlijk, Amelie en Sean, mijn ongelovelijke, kleine juweeltjes.