Dankwoord
Schrijvers zijn net sneeuwballen: gedurende hun leven groeit hun kennis geleidelijk aan, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Maar er zijn een aantal mensen van wie ik weet dat ze enorm hebben bijgedragen aan dit boek. In willekeurige volgorde zijn dat:
Elizabether Garret namens Cliff Cottage, waar het me aardig lukte deadlinepaniek te voorkomen.
Judy Astley en Kate Lace, die op Cliff Cottage assisteerden bij het voorkomen van deadlinepaniek.
Edd Kimber (@theboywhobakes), die me enorm heeft geholpen met zijn kennis over kookwedstrijden.
Liz Godsell omdat ze me van alles over kaas heeft verteld wat er te vertellen viel.
Heidi Cawley omdat ze haar kennis over delicatessenzaakjes met me heeft gedeeld, omdat ze haar eigen pancetta maakt en omdat ik mee mocht tijdens het inkopen doen – en omdat ze samen met mij cupcakes wilde leren bakken.
Frank Fforde, die me heeft geholpen met zijn advies over professionele keukens en die me heeft verteld hoe je een snelle custard kunt maken met witte chocolade.
Helen Child Villiers van Chepstow Cupcakes, die me cupcakes heeft leren bakken en me heeft uitgelachen tijdens mijn pogingen daartoe.
Molly Haynes, die na mijn oproep op Twitter me canapérecepten toe te sturen op de proppen kwam met iets overheerlijks.
Karin Cawley, voor het produceren van een broodpudding die zo heerlijk was dat ik hem wel in het boek moest opnemen. Bovendien heeft ze Heidi geproduceerd, wat natuurlijk nog veel briljanter was.
En zoals altijd dank aan mijn geweldige echtgenoot en onderzoeksassistent, Desmond Fforde, die me blijft tolereren.
En niet te vergeten dank aan Briony Fforde, die me met beide benen op de grond houdt en me altijd aan het lachen maakt. Niets gaat soepel als je niet af en toe enorm moet lachen.