9
Toen ze de anderen over haar hoorde praten, besefte ze dat ze even moest zijn weggedommeld.
‘Ze is helemaal van de wereld,’ zei Fenella. ‘Ik had haar haar bed moeten wijzen.’
‘Welke kamer had je haar dan willen geven?’ zei Rupert. ‘Er is er geen vrij. Ze worden opgeknapt of staan vol met spullen voor overmorgen.’
‘We kunnen haar ook hier laten slapen. Dan pak ik een paar dekens,’ opperde Fen met weinig overtuiging in haar stem. Zoë vond het een goed idee. Per slot van rekening had ze haar pyjama al aan en ze zou niet meer hoeven op te staan. Ze hield haar ogen dicht.
‘Doe geen moeite, ik zorg wel voor haar,’ zei Gideon.
Er viel een stilte. Zoë wist dat ze het gesprek niet mocht afluisteren en langzaam moest doen alsof ze wakker werd.
‘Kan ik dat wel aan jou overlaten?’ zei Fenella streng. ‘Want ik mag Zoë graag.’
‘Het komt goed,’ zei Gideon. ‘Ik mag haar ook graag. Ze kan wel bij mij in bed. Het is groot genoeg voor zes man, dus ze hoeft zich niet in haar eer aangetast te voelen.’ Hij zei er niet bij dat ze al een keer in zijn bed had geslapen en ze was blij dat Fenella en Rupert het kennelijk niet wisten.
‘Dat is het niet alleen,’ vervolgde Fen. ‘Ze doet mee aan de wedstrijd en jij zit in de jury. Als ze erachter komen, wordt ze erop aangekeken en gediskwalificeerd, en jij misschien ook.’
‘Vertrouw me. Ik zal haar in bescherming nemen. Niemand komt erachter.’
Er viel opnieuw een stilte. Zoë probeerde zich de bezorgde blikken voor te stellen. Toen klonk er een zucht. ‘Maar ik wil jullie niet in verlegenheid brengen, hoor,’ zei Gideon uiteindelijk.
‘Daar gaat het niet om,’ zei Fenella. ‘Oké, geef me die laatste sandwich aan en ik vergeef je.’ Er volgde weer een stilte, vermoedelijk omdat Fenella aan het eten was.
Kennelijk gerustgesteld vervolgde ze: ‘Sarah, onze weddingplanner, komt morgen om de puntjes op de i te zetten voor de bruiloft. Ik hoop dat je kandidaten de catering goed doen.’
‘Dat weet ik wel zeker. En de producent betaalt het eten en de wijn, dus het bruidspaar zal niets te klagen hebben.’
‘Dat weet ik ook wel,’ zei Fenella. Zoë hoorde haar kreunen. Het klonk alsof ze probeerde op te staan. ‘Ik wil dat mensen het op Somerby uitstekend naar hun zin hebben.’
‘Het komt goed.’ Gideon klonk zeker van zijn zaak. ‘Met mensen als Zoë en Muriel loopt het allemaal op rolletjes. Ze zijn efficiënt en kunnen ook nog eens prima koken.’
‘Ik zou willen dat Zoë voor mij kwam werken,’ zei Fenella. ‘Ze zou het hier van me kunnen overnemen als ik uit de running ben vanwege die kleine hier. Ik wou het haar morgenvroeg vragen.’ Ze kreunde weer. ‘Rupert, wil je me even overeind helpen? Ik ben topzwaar.’
‘Dan breng ik intussen deze schone slaapster naar bed,’ zei Gideon.
Weer een moment voor Zoë om wakker te worden, maar ze lag veel te lekker. Ze wilde door hem verzorgd worden, ook al zou ze zich doodschamen als hij haar niet zou kunnen tillen omdat ze te zwaar was. Dan zou ze wel wakker móéten worden. Jammer – het zou de stemming totaal bederven.
Hij tilde haar echter moeiteloos op. Misschien was ze afgevallen? Ze probeerde zich te ontspannen maar vond het moeilijk haar hoofd en armen slap te laten hangen, en terwijl hij de kamer uit liep, was ze bang dat ze zou gaan kwijlen omdat haar hoofd opzij hing. Als dat gebeurde, zou ze zich slaperig uitrekken en zeggen: ‘Waar ben ik?’ Maar hoe graag ze dit heerlijke cliché ook zou gebruiken, ze hoopte dat het niet nodig zou zijn. Ze werd liever door Gideon ingestopt.
Inmiddels had ze tijd genoeg gehad om zich af te vragen of ze met Gideon naar bed zou gaan als de gelegenheid zich voordeed en ze was tot de gênante, domme conclusie gekomen dat ze een dergelijke kans niet nog een keer zou laten lopen. Als ze hem zo onopvallend kon verleiden dat het leek alsof het zijn eigen idee was, zou ze het doen. Ze was smoorverliefd op hem en zou het voor de rest van haar leven betreuren als ze de situatie niet zou uitbuiten. Ze was in een roekeloze bui vanavond. Alleen het hier en nu leek er nog toe te doen.
Fenella liep met Gideon mee en opende de deuren voor hem. Toen ze zijn slaapkamer bereikten, zei hij: ‘Wil je het bedlampje even aandoen en het dekbed terugslaan? Dank je.’
Voorzichtig legde Gideon Zoë in bed en trok het dekbed over haar heen. Ze kon haar arm niet op het dekbed leggen zoals ze gewend was, omdat een beweging erop zou duiden dat ze wakker was.
‘Ik blijf er moeite mee hebben,’ fluisterde Fenella.
‘Ik kan een rij kussens in het midden van het bed leggen, als dat je geruststelt?’ Zoë kon horen dat hij glimlachte.
‘Dan zou ik kussens moeten gaan zoeken en daar is het nu te laat voor. Wee je gebeente als je haar hart breekt.’
‘En als zij het mijne breekt?’
‘Onmogelijk. Jij hebt een hart van steen.’
‘Was het maar waar.’
Zoë lag zo stil dat als er iemand naar haar zou kijken, hij zou denken dat ze dood was. Ze wenste dat hij nog meer over zichzelf zou onthullen.
‘Wou je het tegendeel beweren?’ Zoë hoorde aan Fenella’s stem dat het haar intrigeerde.
‘In het algemeen wel, maar in dit speciale geval…’
Zoë was even bang dat ze geen lucht meer kreeg en zou uitbarsten in een niesbui, gegil of een hysterische lachbui.
‘Ik heb mijn zwakke plekken,’ vervolgde Gideon. ‘Daarom moet ik harder tegen haar zijn dan tegen de andere kandidaten. Gelukkig kan ze goed koken. Ik zou haar niet sparen als ik vond dat ze eruit moest.’
Zoë wilde juichen maar hield zich doodstil.
‘Blij te horen dat je er principes op na houdt,’ zei Fenella. ‘Welterusten dan maar. Ik zie je morgenochtend bij het ontbijt. Ik verzin wel een plek waar Zoë heeft geslapen. Ik moet aan haar reputatie denken.’
Daar is het nu te laat voor, dacht Zoë. Cher vermoedt allang dat ik het met de jury doe om te winnen. Ze nam zich voor ervan te genieten zolang het kon, ook al zou hij dan nog strenger voor haar worden.
Gideon verdween in de badkamer terwijl Zoë, veel te lang naar haar smaak, nerveus op hem wachtte. Toen hij eindelijk weer de slaapkamer binnenkwam, bleef hij even naast het bed staan, streek een krul uit haar gezicht – door het tedere gebaar schreeuwde Zoë het bijna uit – stapte in bed en deed het licht uit.
Dit was haar moment, bedacht ze. Ze woelde een beetje in haar zogenaamde slaap en kroop iets dichter naar hem toe.
Hij leek te verstijven. Ze kroop nog iets dichterbij. Toen hij niet wegdraaide, woelde ze nog een beetje.
‘Zoë.’ Zijn stem was hard genoeg om haar te wekken – als ze geslapen zou hebben.
‘O, hallo,’ zei ze, zo onschuldig mogelijk. ‘Ben ik flauwgevallen of heb ik een déjà vu?’ Ze keek om zich heen. ‘Lig ik weer in jouw bed?’
‘Ja, en als je niet teruggaat naar je eigen helft ben ik bang dat je er spijt van zult krijgen.’
Ze kroop dichter naar hem toe. ‘Dat denk ik niet.’
‘Ik ben ook maar een mens, hoor. Zo’n pyjama is heel erotisch.’
‘Vind je?’ Ze legde haar hoofd op zijn schouder. ‘Het is een Cath Kidston. Ik vind ze juist heel keurig.’
‘Nou, niet dus. En ik weet niet of ik me kan beheersen.’
‘Dat hoeft ook niet. Je beheersen, bedoel ik. Althans, niet op het gebied van…’ Ze stond met haar mond vol tanden. Dat was ze niet gewend.
‘Wat wil je zeggen, Zoë? Ik moet hier heel zeker van zijn.’
‘Ik wil het liever niet in woorden uitdrukken.’ Jeetje, dat verleiden ging in films veel makkelijker dan in het echte leven.
‘Ik wil niet dat je iets doet waar je later spijt van krijgt.’
Een rokkenjager was makkelijker aan te pakken dan een gentleman. Als een man van wie Zoë niet gediend was haar probeerde te versieren, had ze er geen moeite mee hem duidelijk te maken wat ze bedoelde. Maar hoe kon ze Gideon zover krijgen iets te doen zonder hem te bespringen?
‘Je draagt een kamerjas,’ zei ze klagend. ‘Hou je die altijd aan in bed?’
‘Alleen als ik met jou in bed lig,’ zei hij.
‘Kun je niet met die gewoonte breken?’ Ze speelde met zijn revers.
‘Het is geen gewoonte, het is een kamerjas.’
Het duurde even voor het kwartje viel. ‘Haha.’
‘Zoë, als ik deze jas uittrek, dan snap jij ook wel wat er gaat gebeuren.’
‘Natuurlijk. Maar op deze manier gebeurt er niets.’
‘Wil jij dat dan?’
‘Moet ik het soms laten omroepen? Wat moet ik nog meer doen?’ Ze zuchtte gefrustreerd. ‘Ik ben niet voor verleidster in de wieg gelegd.’
‘Je weet me anders heel goed te verleiden, alleen…’
‘Ik wil je! Ik lig in je bed. Als jij het niet wil, moet je het zeggen. En als je het wel wil, zou het handiger zijn als je niet van top tot teen was ingepakt.’
Hij grinnikte. ‘Oké, ik snap de hint…’
Niet veel later lag zowel de kamerjas als de Cath Kidston-pyjama op een hoopje op de vloer.
De zon scheen door de gordijnen toen Zoë de volgende ochtend uit bed glipte. Het zou een hele toer worden om haar sporen uit te wissen voordat de wereld wakker werd. Na de snelste douche ooit en een vluchtige tandenpoetssessie stond ze op het punt zich aan te kleden en te vertrekken. Gideon lag nog in bed. Zoë had amper naar hem durven kijken. Het had niet veel gescheeld of ze was bij het zien van zijn bovenlijf, zijn warrige haar en zijn mooie, halfgeopende mond weer terug in bed gekropen. Als hij wakker was geworden en iets tegen haar had gezegd, was ze verloren geweest.
Het liefst was ze de hele ochtend gebleven. Ze had zich nog nooit zo goed gevoeld en het kon niet anders of haar hoge adem en de kriebels in haar buik hadden te maken met datgene waarvan iedereen altijd zo hoog opgaf. Ze had het flink te pakken, besefte ze. Het was heerlijk maar tegelijk een tikje beangstigend. Ze was zo van slag dat het leek alsof ze op het punt stond ziek te worden. Het was haar eigen schuld. Als ze niet met hem naar bed was gegaan, had ze haar emoties in de hand kunnen houden. Maar ze had er zelf voor gekozen en zou met de gevolgen van haar roekeloze gedrag moeten leven. Het kwam er nu op aan dat ze zich op het koken concentreerde, anders zou het haar de wedstrijd kosten. En ze moest ten koste van alles voorkomen iemand zou ontdekken wat er tussen Gideon en haar was voorgevallen, of dat Cher, dat valse kreng, haar ergens op kon pakken.
Ze trok haar pyjama weer aan en sloop de trap af. Toen ze stemmen hoorde in de keuken, aarzelde ze. Er zat echter niets anders op dan naar binnen te gaan en te doen alsof haar neus bloedde.
Ze hoorde Cher door de openstaande keukendeur zeggen: ‘Ik maak me zorgen. Zoë is gisteravond weggegaan omdat haar bed vochtig was geworden en ik heb haar daarna niet meer gezien. Ik denk dat ze het raam open had laten staan. Ik vroeg me af waar ze is.’
Stiekem had Zoë bewondering voor Chers acteertalent. Het klonk alsof ze het meende, maar het moest geveinsd zijn. Zoë had immers al eerder een nacht in het huis doorgebracht en toen had Cher zich allesbehalve zorgen gemaakt.
Voordat Fenella of Rupert eromheen zou moeten draaien, opende Zoë de keukendeur. ‘Hallo, Cher! Wat doe jij hier?’
‘Zoë! Ik maakte me doodongerust. Waar was je? Waar heb je vannacht geslapen?’
Zoë besefte dat Cher haar op heterdaad had willen betrappen. ‘Ik ben in het zitkamertje boven op de bank in slaap gevallen. Ik moet doodop zijn geweest. Het moet niet gekker worden, hè?’
‘We zaten nog even wat na te kletsen bij een glaasje en een hapje,’ zei Fenella argeloos, alsof het om warme melk en volkorenkoekjes ging in plaats van wijn en stapels sandwiches.
‘Ja,’ beaamde Zoë. ‘Het ene moment zat ik nog met Fen en Rupert te kletsen en het volgende moment lag ik onder een paar dekens. Ik was helemaal de kluts kwijt toen ik net wakker werd.’
‘Heb je wel goed geslapen?’ vroeg Fen.
‘Ja hoor, prima.’
Zoë bloosde, hoewel er geen woord van gelogen was. Ze wás in slaap gevallen op de bank in de zitkamer en had zich echt afgevraagd waar ze was toen ze wakker werd. Maar in de tussentijd was er wel het een en ander gebeurd.
Cher keek haar wantrouwig aan. ‘Ben je dan niet stijf nu?’
‘Waarom?’ Ze was inderdaad wat stijfjes, maar dat was niet van het slapen op de bank.
‘Ach, je weet hoe het voelt als je op een vreemde plek in slaap valt.’
Zoë was bang dat Cher zuigvlekken op haar lichaam zou zien, maar ze had onder de douche niets verontrustends kunnen ontdekken. ‘Sorry, maar ik heb eigenlijk geen tijd om te kletsen. Ik moet me gaan aankleden.’
‘Kom daarna nog maar even hier ontbijten,’ zei Rupert. ‘Ik ga eieren met bacon bakken. Wil jij ook, Cher?
‘Gril je de bacon?’ vroeg Cher kieskeurig.
‘Nee, ik zei bákken,’ antwoordde Rupert met een glimlach.
‘Op een Aga kun je een heerlijk ontbijt klaarmaken,’ zei Fenella. ‘Soms doe ik de bacon in de oven, maar Rupert bakt het brood eerst…’
Zoë was al bijna de keuken uit toen ze Cher vol afgrijzen een gilletje hoorde slaken: het idee dat ze met één hap zowel giftige koolhydraten als vette bacon zou binnenkrijgen werd haar te veel.
Toen ze de keuken weer in kwam, stortte Gideon zich net op een uitgebreid Engels ontbijt. Hij keek even op en knipoogde zo snel dat alleen zij het zag. Althans, dat hoopte ze. Ze trok een stoel naar zich toe en zag dat Cher, die naast hem zat, een plak bacon op zijn bord legde en koket naar hem opkeek.
‘Probeer je me om te kopen met een plak bacon?’ vroeg hij. De manier waarop hij naar Cher keek stak Zoë, hoewel ze wist dat ze geen reden had om jaloers te zijn. Of toch wel?
‘Natuurlijk niet. Dat laat ik aan Zoë over, die is daar veel beter in. Ik kan gewoon niet meer op.’
Zoë was Rupert, die meteen tussenbeide kwam, voor eeuwig dankbaar. ‘Maar je hebt nauwelijks iets gegeten! Eén plakje bacon en een tomaat. Daar red je het niet mee tot aan de lunch.’
‘Jawel hoor. Ik eet nooit veel. Ik zit snel vol.’ Ze keek nadrukkelijk naar het volle bord dat Fenella voor Zoë had neergezet zodra ze zat.
‘Maar je bent kok,’ zei Rupert. ‘Je moet je eten toch proeven?’
‘Ja, maar niet alles. Ik eet bijna nooit een volledige maaltijd.’ Ze keek naar Zoë. ‘Ik snap trouwens niet waarom Rupert vindt dat jij zoveel moet eten.’
Zoë, die geen problemen had met haar lichaam en bijna nooit stilstond bij haar gewicht, voelde zich ineens een nijlpaard – een opgetogen, schuldbewust nijlpaard. Toen ze weer een steelse blik op Gideon wierp, voelde ze plots een voet die voorzichtig over die van haar wreef. Ze wist niet of het Gideons voet was en of het per ongeluk gebeurde, maar de glimlach die hij haar toewierp sprak boekdelen. Aan de ene kant wond het risico haar op, aan de andere kant had ze de neiging hem terecht te wijzen. Er stond meer op het spel dan een kookwedstrijd. ‘Rupert is gewoon gul aangelegd,’ zei ze.
‘Ja,’ beaamde Fenella. ‘Hij doet niets liever dan mensen vetmesten. Daarom ben ik ook zo dik. Maar wat voor weer was het eigenlijk toen je hierheen liep?’
‘Het is aan het opklaren,’ zei Cher.
Zoë was ineens blij met de Britse obsessie met het weer.
‘Gelukkig. Morgen is de bruiloft en het zou fijn zijn als alles eerst een beetje kan opdrogen.’ Fenella wendde zich tot Rupert. ‘Lieverd, Sarah en Hugo kunnen elk moment hier zijn. Is er nog iets te eten over?’
‘Ongeveer een half varken. Oké, wie heeft er zin in toast?’
‘–acht het niet!’ riep Cher uit, alsof degene die nu nog toast zou eten toe was aan een maagbandje. ‘Maar Zoë lust vast nog wel iets.’
‘Ik heb mijn saucijsjes nog eens niet op,’ zei Zoë geërgerd.
‘Je bent wat je eet!’ kraaide Cher. Zoë kon zich wel voor het hoofd slaan dat ze haar een kans voor open doel had gegeven.
‘Meisjes,’ zei Rupert streng. ‘Niet kissebissen.’
Zoë keek verongelijkt. Cher was degene die vervelend deed, maar ze begreep dat hij niet alleen op haar kon mopperen.
‘Ik heb heerlijk ontbeten, Rupert. Bedankt,’ zei Zoë. Ze stond op van tafel en begon de vuile borden te verzamelen. ‘Ik zal deze nog even in de vaatwasser zetten.’
‘Dat hoeft niet, hoor,’ zei Fenella zwakjes. ‘We hebben nog wel schone borden voor Sarah en Hugo.’
‘Bedoel je de Sarah Stratford die het huwelijk van Carrie Condy heeft georganiseerd?’ vroeg Cher. ‘Ik heb de foto’s gezien. Haar jurk was echt fantastisch!’ Ze bleef zitten terwijl Zoë opruimde.
‘Ja,’ zei Fenella. ‘Het heeft Somerby op de kaart gezet, hè, Rupes?’
‘Zekers. Zoë, dank je. Heel aardig van je.’
‘Dat gaat automatisch,’ zei Zoë. ‘Maar ik moet gaan. Ik moet mijn bed nog opmaken.’
‘O, blijf nog even, dan kun je Sarah en Hugo ontmoeten,’ zei Fenella.
‘We hebben om halftwaalf toch een briefing?’ zei Zoë. Ze vond dat ze zich lang genoeg had opgedrongen aan Fenella en Rupert.
‘Maar je hebt een voorsprong als je blijft,’ zei Rupert.
‘Ik blijf!’ riep Cher meteen. ‘Die Hugo Masters is een beroemd fotograaf.’
Fenella fronste licht. ‘Beroemd is hij zeker, maar volgens mij werkt hij niet voor Hello!’
‘Doet er niet toe,’ zei Cher.
Zoë had geen zin om Cher te zien flirten met Gideon en Hugo Masters. Bovendien wilde ze alleen zijn om de gebeurtenissen van de afgelopen nacht te verwerken en haar gevoelens te koesteren. Het was een bijzondere, nieuwe ervaring voor haar geweest. In een flits begreep ze waarom: seks en liefde waren voor het eerst in haar leven samengekomen.
‘Ik moet mijn bed gaan opmaken,’ zei Zoë. Ze stond vastbesloten op.
‘Maak je niet druk om het matras. We hebben reservematrassen,’ zei Fenella. ‘Mijn geweldige schoonmaaksters komen vandaag. Zij zorgen wel voor een ander matras en leggen de natte in de droogkamer.’
‘Oké. Ik zal het natte beddengoed uithangen.’
‘Heus, het komt goed,’ zei Fenella zelfverzekerd.
Zoë kon rustig haar notitieblokje ophalen, een beetje opruimen en een ommetje maken voordat ze naar de salon zou gaan, waar de kandidaten zouden worden ingelicht over de bruiloft die daags erop zou plaatsvinden.
‘Oké mensen!’ Hoewel Zoë inmiddels gewend was aan Mikes opzwepende stem, werd ze er nog steeds zenuwachtig van. ‘Sarah Stratford, die de bruiloft organiseert, zal jullie vertellen wat er morgen van jullie wordt verwacht. Sarah?’
De jury, kandidaten en mensen van de televisie hadden zich verzameld in de salon waar ze aan het begin van de wedstrijd waren gebrieft.
Sarah, die er ondanks haar zenuwen voor de camera’s in slaagde een efficiënte indruk te wekken, schraapte haar keel.
‘Hallo allemaal. Zoals Mike al zei, ik ben Sarah en ik organiseer als weddingplanner de bruiloft. Ik moet bekennen dat ik me best druk maak over het feit dat jullie het eten verzorgen voor een bruiloft waarvoor ik verantwoordelijk ben.’
Met haar brede glimlach maakte ze iedereen aan het lachen, zoals ook haar opzet was.
‘We serveren champagne en canapés. Correctie, goed gevulde canapés. Het is niet de bedoeling dat de gasten binnen vijf minuten dronken omvallen. Dat staat pas voor later op het programma.’
Haar publiek lachte weer.
‘Ik wil dat elke kandidaat tien verschillende canapés maakt en dan van elke variant tien. Dat zijn er in totaal zevenhonderd, omgerekend tien per gast. Dat moet genoeg zijn om ze op de been te houden. De bruiloft is morgen om twaalf uur. Het paar trouwt hier in de kapel, dus de gasten willen rond één uur een hapje eten. Dat was het, wat mij betreft. Het woord is nu aan de jury, die jullie precies zal vertellen wat de bedoeling is.’
Er ging een golf van opwinding door de salon. Bruiloften hadden vaak dat effect, hoewel de mannen in de groep een tikje minder enthousiast waren. Sarah voegde zich bij een aantrekkelijke man die vanaf de zijkant had toegekeken. Hij sloeg een arm om haar schouder en kuste haar op haar kruin. Zoë nam aan dat het Hugo was. Toen kwam Gideon naar voren.
‘Oké. We willen dat jullie vijf warme en vijf koude canapés maken. Het is de bedoeling dat jullie van tevoren nadenken over wat jullie willen maken, eventuele recepten opzoeken, et cetera. Vervolgens moeten de canapés door Sarah of iemand van de jury worden goedgekeurd. Daarna mogen jullie pas beginnen. Bedenk dat er een groot aantal canapés zeer heet uit de oven moet komen en dat ze pas morgen gemaakt kunnen worden want anders worden ze zacht. Er zijn al veel ingrediënten voorradig,’ hij wees op een lange tafel die vol met etenswaren lag, ‘maar als je iets wilt maken wat er niet bij zit en je hebt nog tijd om te winkelen, dan kan dat. Het geld krijg je van ons.’
Cher stak haar hand op. ‘Stel dat iemand de hapjes gewoon in de winkel koopt en opwarmt?’
‘Als we dat merken, wordt diegene gediskwalificeerd. Nog meer vragen? Nee? Oké. O ja, misschien goed om nog even te zeggen dat er bladerdeeg is, maar dat er niet voldoende is voor iedereen. We willen niet te veel vol-au-vents.’ Gideon pauzeerde even. ‘Zodra genoeg kandidaten met bladerdeeghapjes toestemming hebben gekregen, zul je met iets anders moeten komen. Het aanbod moet origineel en gevarieerd zijn. Dank je wel.’
Zoë merkte dat het erg moeilijk is om de aandacht erbij te houden als je verliefd bent, maar ze moest proberen Gideon uit haar gedachten te zetten en zich op de uitdaging te concentreren. Maar omdat ze geen zin had in een gevecht om het bladerdeeg, pakte ze haar notitieblokje en begon te schrijven.
Pignatelli, rijstballetjes, gevulde Yorkshire puddings, minipizza’s – niet spannend maar wel vegetarisch – frittata’s, schreef ze. Dat waren vijf warme canapés. Wat zou ze koud kunnen serveren? Ze moest snel zijn, want als de andere kandidaten dezelfde ideeën hadden, zou ze iets anders moeten verzinnen.
Na een paar minuten koortsachtig nadenken en schrijven holde ze naar de jury.
Anna Fortune bekeek haar lijstje. ‘Geen gevulde Yorkshire pudding of frittata, en als er nog iemand asperges met parmaham voorstelt, ga ik gillen.’
‘Sorry,’ zei Zoë, hoewel het niet haar schuld was.
‘En wat moet ik onder rijstballetjes verstaan?’ Anna nam haar met samengeknepen ogen op.
‘Italiaans. Ham en kaas in combinatie met – bijvoorbeeld – groenten, dat wordt gefrituurd in een balletje van rijst met een korstje van ei en broodkruim.’ Ze had die vaak voor vrienden gemaakt, maar dan zonder de ham. Ze waren lekker en goedkoop – je moest alleen niet op de calorieën letten.
‘Arangini,’ zei Anna.
‘Of supplì,’ vulde Gideon aan. ‘Elizabeth David noemde ze supplì.’
Hem alleen al ‘Elizabeth David’ horen zeggen gaf haar wellustige kriebels in haar buik. Jeetje, dacht Zoë, ze had het goed te pakken als een belangrijke naam uit de culinaire wereld zo’n verlangen in haar opriep. Een nanoseconde kruisten hun blikken elkaar en uit de schittering in zijn ogen maakte ze op dat hij hetzelfde dacht als zij. O, hij was geweldig! Maar meteen besefte ze dat hij behalve geweldig ook jurylid was en dat ze hem amper kende. In de paar uur dat ze over hun passionele nacht had kunnen nadenken, was ze tot de conclusie gekomen dat hij geen blijvertje was. Of beter, dat zíj geen blijvertje was. Zij wilde wel met hem verder, dat stond als een paal boven water, maar hij niet met haar. Ze kon zich niet voorstellen dat ze meer voor hem was dan een avontuurtje. Iemand met wie hij zich amuseerde zolang ze voorhanden was en voor zijn neus stond. Maar dat was niet erg. Dat wist ze toen ze eraan begon. Ze zou verdrietig zijn als de wedstrijd achter de rug was, of beter gezegd, voor háár achter de rug was, maar ze zou geen spijt hebben van hun affaire. Ze wilde ervan genieten zolang het duurde en dan verdergaan met haar leven, in het besef dat ze een geweldige tijd met een geweldige minnaar had gehad.
Ze gaf hem een knipoog; niet door haar oog te sluiten maar door slechts even met haar ooghoek te trekken. Hij gaf eenzelfde knipoogje terug. Toen haar mond zich in een verraderlijke glimlach plooide, kneep ze snel haar lippen op elkaar en concentreerde ze zich op Anna’s monoloog. Het voelde allemaal zo heerlijk clandestien.
Uiteindelijk liet Anna haar gaan. ‘Kijk maar welke ingrediënten er over zijn. Als je ervan kunt maken wat je van plan bent, prima. Zo niet, dan moet je iets nieuws bedenken.’
Zoë kon te weinig ingrediënten bij elkaar krijgen om de voorgenomen canapés te kunnen maken en vroeg zich af of er wel voldoende aanbod was geweest. Of zou Cher haar ingrediënten misschien ergens hebben verstopt? Als dat zo was, dan toch zeker niet onder haar truitje, zo schaars gekleed liep ze rond. Zoë moest haar plan omgooien en haar koude canapé waar gerookte zalm aan te pas kwam verruilen voor soep in een borrelglaasje.
Niet dat er borrelglaasjes waren, maar Zoë ging ervan uit dat Fenella er wel genoeg in de kast had staan. Ze had Zoë toevertrouwd dat ze een idioot grote voorraad glazen en servies had, en omdat Zoë op dit moment niets anders kon doen, liep ze naar het huis om het te vragen.
Toen ze in de keuken kwam, bleek dat er druk werd overlegd. Sarah, die er gespannen uitzag, was in gesprek met Fenella en Rupert.
‘Hoe is het mogelijk! Dat mens gaat voor betrouwbaar door. Volgens de glamourbladen is ze een van de beste leveranciers. En dan vergeet ze het gewoon? Dat snap je toch niet!’
‘Nou ja…’ Fenella leek het zich te kunnen voorstellen.
Maar Sarah niet.
‘Die vrouw leidt een bedrijf! Zo’n taart kost handenvol geld. En dan vergeet ze hem te maken!’
‘Nu niet in paniek raken, meid,’ zei Rupert. ‘We kunnen er vast nog wel ergens een laten maken. En anders ga ik naar Waitrose…’
Fen en Sarah draaiden zich tegelijk naar hem om. ‘Dat lukt nooit voor morgenmiddag, zo’n grote bruidstaart. Hij moet afkoelen, worden geglazuurd en dan ook nog worden gedecoreerd.’
Terwijl Zoë had staan luisteren had ze een idee gekregen. Ze hield van uitdagingen en voordat ze wist wat ze deed, mengde ze zich in het gesprek. ‘Sorry dat ik stoor,’ zei ze.
‘Wat is er?’ Fenella, die gewoonlijk zo kalm en behulpzaam was, draaide zich ongeduldig naar haar om.
Sarah keek haar aan alsof ze haar elk moment kon gaan afsnauwen.
‘Cupcakes,’ zei Zoë, die te laat besefte dat Sarah voor deze uitdaging deel uitmaakte van de jury. ‘We zouden ze allemaal samen kunnen maken. Ik ben goed in glazuren. Als we een productielijn opzetten, kunnen we vrij snel zeventig cupcakes klaar hebben. Mits we cakebakjes hebben natuurlijk.’
Sarah ademde diep in, waarschijnlijk voor het eerst in dagen. ‘Wat een briljant idee,’ zei ze ten slotte toen Zoë ervan overtuigd was dat ze onthoofd zou worden en haar hoofd, in plaats van de bruidstaart, op een schotel zou worden opgediend. ‘Het is niet wat de bruid heeft besteld, maar het bespaart haar zeker honderden ponden. De jurk was ruim boven het budget, dus ze zal me naderhand dankbaar zijn.’ Ze grinnikte. ‘Haar jurk is al een gigantische pavlova, dus het kan eigenlijk wel wat minder.’
‘Maar de wedstrijd dan?’ wierp Rupert tegen. ‘Als Zoë cupcakes moet maken, kan ze zich niet op haar canapés concentreren. Ik zeg het maar,’ besloot hij.
‘Ik ben van de jury. Als zij cupcakes maakt voor de bruidstaart, dan gaat ze toch zeker door naar de volgende ronde?’ Sarah keek naar Rupert met een blik die meer twijfel verried dan haar zelfverzekerde stem deed vermoeden.