2

Het geheime plan van een vader

Zolang ik me kan herinneren hingen er altijd Arabische vrienden van mijn vader rond bij ons thuis. Ze kwamen bij hem langs op alle mogelijke tijdstippen, en ze praatten altijd in het Arabisch met elkaar. Ik raakte aan hen gewend toen ik klein was en lette nooit op hen. Ze betrokken nooit vrouwen of meisjes in hun gesprekken; het was alsof we niet bestonden voor hen.

Eén man in het bijzonder kwam al bij ons over de vloer vanaf de tijd dat we baby's waren. Hij heette Gowad. Hij en mijn vader waren dikke vrienden, en ze waren altijd met elkaar aan het praten en kaarten. Ik leerde wat losse Arabische zinnen zoals: 'Dank u' en 'Wilt u een kop thee?', maar ik had er geen idee van waar ze het met elkaar over hadden. Het interesseerde me ook niet; het waren mannengesprekken - niets wat met mij te maken had, voor zover ik wist.

's Avonds gingen de mannen vaak samen naar het café, en mijn moeder bleef dan in de zaak bij ons. We hadden nooit enig idee wat ze uitvoerden. Mijn moeder leek zich niet te storen aan de manier waarop hij haar behandelde. Ik veronderstel dat ze eraan gewend was geraakt. Ik denk dat ze mijn vader zo slecht nog niet vond, vergeleken met sommige van de mannen van haar vriendinnen. Ze klaagde nooit over hem tegenover ons, hoewel ik later van andere mensen hoorde dat ze zich vaak bedroefd voelde als ze in haar eentje met ons naar het park ging toen we nog klein waren, en zag hoe andere vaders zich bezighielden met hun gezin. Hoewel mijn vader en moeder bijna twintig jaar bij elkaar waren en samen zeven kinderen hadden, was mijn vader nooit met haar getrouwd.

Ze ontmoetten elkaar voor het eerst toen mijn moeder zeventien was. Mijn vader kwam uit een dorp dat Marais heette, in de buurt van de havenstad Aden in Zuid-Jemen. Hij had haar verteld dat hij naar Engeland was gevlucht toen hij vijftien was, omdat hij door zijn familie tot een gearrangeerd huwelijk werd gedwongen en daaraan wilde ontkomen.

Hij ging vaak weg voor lange periodes achtereen, zoals die keer dat hij Leilah en Ahmed had meegenomen naar Marais en negen maanden was weggebleven, waarbij hij mijn moeder in haar eentje achterliet op een kamer in Birmingham. De meesten van zijn vrienden waren zo. Ze gingen voor een paar maanden terug naar Jemen en kwamen dan weer een poosje naar Engeland om er te werken. Een hoop van hen gingen ook naar olielanden zoals Saoedi-Arabië en Koeweit om er geld te verdienen. Er is niet veel werk voor mannen in Jemen, dus de meesten van hen moeten naar het buitenland en sturen dan geld naar hun ouders en vrouwen. De meesten van hen schijnt die levensstijl van rondzwerven over de wereld wel te bevallen; het geeft hun vrijheid en zorgt ervoor dat ze zich kunnen gedragen zoals zij willen, in de wetenschap dat de vrouwen thuisblijven, hun kinderen grootbrengen en voor hun huis en stukje grond zorgen.

Net voor ik van school ging kreeg ik een part-time baantje als schoonmaakster van kantoren. Na schooltijd ging ik samen met Lynette, mijn beste vriendin van school, naar een kantoor en dan werd ons verteld wat we moesten doen. Zo had ik wat extra geld voor dingen zoals sigaretten en platen. Ik ben altijd gek geweest op reggae- en soulmuziek; ik koop nog steeds veel platen.

Ik begon met het roken van een paar sigaretten per dag, maar dat moest ik geheimhouden voor mijn vader. In die tijd kon je in de winkels ook losse sigaretten kopen, en voordat ik voldoende geld had om die zelf te kopen, pikte ik ze bij mijn moeder. We hadden een toilet op de binnenplaats achter de zaak, en ik ging daar wel heen om te roken. Op een keer ging mijn moeder achter me aan naar het toilet en zag toen rook. Ze waarschuwde me toen dat mijn vader me iets zou doen als hij me zou betrappen.

Ik kan me niet herinneren waarom ik met roken ben begonnen, maar ik kan me wèl herinneren dat mensen me vroeger altijd complimentjes gaven over mijn prachtige witte tanden. De sigaretten maakten daar ai snel een eind aan. Maar pas toen ik uit Engeland weg was, begon ik zwaar te roken.

Meestal vond mijn vader het niet erg als ik met Lynette omging. Haar ouders hadden een winkel in de Stratford Road en daar ging ik vaak heen om hen te helpen als ik kon.

Ik was niet van plan om lang door te blijven gaan met kantoren schoonmaken. Ik deed het pas twee of drie maanden toen ik hoorde van de vakantieplannen voor ons in Jemen.

Ik wilde in feite een opleiding gaan volgen als peuterleidster in een kinderdagverblijf. Ik vond het heerlijk om met de kinderen op het centrum te werken, en ik had op school lessen gevolgd in kinderverzorging. Iedere woensdag mochten we een hobby kiezen waarin we daadwerkelijk verder wilden gaan. Sommige kinderen wilden later in een bibliotheek gaan werken, dus gingen die op woensdag naar de bibliotheek. Ik ging naar een kinderdagverblijf om op de kinderen te passen en te kijken wat de leidsters deden. Het was net een cursus. Ik wilde een beroepsopleiding gaan volgen in die richting. Ik had het altijd al leuk gevonden om met kleine kinderen om te gaan. Ik denk dat ik mijn leeftijd vooruit was.

Op een avond waren Nadia, Ashia en ik op het centrum. Toen we teruggingen naar huis, was het ongeveer negen uur. We renden allemaal naar boven naar de zitkamer, en troffen er een groep Arabieren aan die daar met mijn vader en moeder zaten te praten. Mijn vaders oude vriend Gowad was een van hen.

Mijn vader leek deze keer 'ns niet boos te zijn dat we te laat waren. Hij stelde ons voor aan de anderen, wat ongewoon was. Ze praatten allemaal Engels, waardoor wij ook bij het gesprek betrokken werden. De sfeer was heel ontspannen. Er was een man bij met zijn volwassen zoon. De man heette Abdul Khada, en zijn zoon werd Mohammed genoemd. Ik vroeg Mohammed hoe lang hij al in Engeland was, en hij vertelde me dat hij er nu vier jaar werkte op een fabriek. Daarvoor had hij een goede baan gehad in Saoedi-Arabië, waar hij een hoop geld verdiende. Ik denk dat hij in Engeland was om zijn naturalisatiepapieren te kunnen krijgen, zodat hij kon komen en gaan wanneer hij wilde. Dat is wat de meesten van hen doen. Ze willen graag Engels leren, omdat een tweede taal hun een voorsprong geeft als ze teruggaan naar Jemen. Mohammed sprak goed Engels en hij leek me heel aardig. Abdul Khada was een kleine, plompe man. Hij had een grote snor, krullend haar en grote ogen. Hij leek een kortaangebonden man te zijn, maar toen was hij aardig tegen me.

Gowad had foto's van zijn gezin, vooral van zijn zoon, die hij aan ons liet zien. We toonden beleefd belangstelling, maar besteedden er niet echt aandacht aan. Gowad was vooral aardig tegen Nadia. We zaten een poosje met elkaar te praten, en uiteindelijk gingen de andere mannen weg.

Nadat ze weg waren vertelde mijn vader tegen Nadia dat Gowad had aangeboden om haar voor een vakantie van een maand mee te nemen naar Jemen, om een bezoek te brengen aan onze broer Ahmed en onze zus Leilah. Hij had het er vaak over gehad hoe prachtig zijn vaderland wel niet was, en nu schetste hij een beeld waardoor het klonk als een van die locaties waar ze reclamespotjes opnemen voor Bounty-repen. Hij praatte over prachtige stranden, omzoomd door palmbomen, altijd zon en kameeltochten door de woestijn. Hij beschreef de huizen waarin ze allemaal woonden op de rotsen, met uitzicht over de blauwe zee en schone stranden, en hij had het over kastelen bovenop zandduinen. Hij zei dat ze op een boerderij zou logeren en zou leren om zonder zadel op een paard te rijden.

Het klonk zo fantastisch dat Ashia en ik zeiden dat wij ook wel wilden. Daarnaast vond ik het maar niets dat Nadia in haar eentje zou gaan; ze leek me met haar veertien jaar te jong om met vreemden te reizen, en ze ging nooit ergens heen zonder mij. Ik vertelde tegen mijn vader dat ik met haar mee wilde. In zekere zin was ik jaloers op haar dat ze zo'n fantastische vakantie zou krijgen, en ik wilde ook niet zes weken zonder haar, maar ik maakte me er tevens zorgen over dat ze in haar eentje zou gaan.

Mijn vader luisterde naar mij en gaf de indruk dat dit de eerste keer was dat hij erover dacht om ook mij te laten gaan. Hij knikte nadenkend en zei: 'We zullen zien.' Hij was duidelijk het idee aan het overwegen.

Daarna was hij kennelijk naar zijn vrienden gegaan om het te bespreken, en een paar dagen later vertelde hij me dat Abdul Khada en zijn zoon Mohammed een paar weken eerder dan Gowad terug zouden gaan naar Jemen, en ze waren zo vriendelijk geweest om aan te bieden hetzelfde voor mij te doen. Ze zouden me meenemen naar hun familie, en daarna zou ik met Nadia gaan logeren bij Leilah en Ahmed. Ik was heel opgewonden.

Het zou de eerste vakantie zij die ik ooit had gehad, en mijn eerste vliegreis. Ik dacht dat een vakantie me wel goed zou doen. Ik zou lekker bruin worden en dan terugkomen om aan de opleiding voor peuterleidster te beginnen.

Hoewel ik liever op dezelfde dag als Nadia wilde reizen, was ik bang dat ik thuis zou moeten blijven als ik niet zou gaan wanneer er een ticket werd aangeboden, dus stemde ik toe om twee weken vóór Nadia in mijn eentje met Abdul Khada en Mohammed mee te gaan.

Mijn moeder was heel stil, hoewel ze blij voor ons leek te zijn dat we een leuke vakantie zouden krijgen. Ik herinner me nog dat ik haar vroeg hoe dat nu moest bij Ahmed en Leilah, die alleen Arabisch spraken, terwijl ik geen woord van die taal sprak. Ik wist dat omdat ze af en toe bandjes stuurden naar mijn vader, om hem te laten weten hoe het met hen ging, maar ze spraken nooit Engels. Hij liet die bandjes wel aan zijn vrienden horen om te tonen hoe gelukkig zijn kinderen wel niet waren. Mijn moeder zei nooit wat zij van die bandjes vond. Ik denk dat het haar te veel pijn deed, en omdat ze het gevoel had dat ze er toch niets aan kon doen, bleef ze afstandelijk. Ik nam zonder meer aan dat als mijn vader zei dat ze het goed maakten, dat dan ook wel zo zou zijn. Als Nadia naar Jemen zou gaan, dan zou mijn moeder toestemming moeten krijgen van de maatschappelijk werkster om het land uit te mogen. Mijn moeder dacht dat een vakantie Nadia goed zou doen vanwege alle spanningen die met de rechtszaak gepaard waren gegaan, en ze belde op om toestemming te vragen. Ze wilden niet meteen antwoord geven; ze luisterden naar haar verzoek en zeiden haar dat ze zou moeten wachten op antwoord. Nadia's maatschappelijk werkster kwam langs en zei dat ze informatie hadden ingewonnen over Gowad, en dat het goed was dat Nadia met hem mee zou gaan voor een vakantie. We waren allebei erg opgewonden bij het vooruitzicht van een dergelijk avontuur, maar tegelijkertijd ook tamelijk bang.