Verantwoording

1 Schipbreuk in het Amelander Gat

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 50-56. Dit verhaal verscheen daar onder de titel ‘Verhalen van een Groninger schipper’.

2 Muiterij boven de Wadden

Bron: Arne Zuidhoek, Sprookjes en legenden van de zee (Fontein, De Bilt 1975) 13-15. Dit verhaal verscheen daar onder de titel ‘De eeuwige last’.

3 Het duivelsschip van Veere

Bron: Arne Zuidhoek, Sprookjes en legenden van de zee (Fontein, De Bilt 1975) 16-19. Het verscheen daar onder de titel ‘De tengere Tartaan’.

4 De oude wijfjes van Terschelling

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 20-22. Het verscheen daar onder de titel ‘Het vuur van Doevere voor’.

Noot: dit verhaal wordt in een iets andere vorm veel rond Zaandam verteld. Er is een versie daarvan opgenomen in de bundel Mysteries in Noord-Holland onder de titel ‘Het spookschip van Zaandam’.

5 De messenmoordenaar van Vlissingen

Bron: Gerard van der Hoeven, De Keersluismoord (Vlissingen 2003).

6 De geest op Ameland

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 23-26. Het verscheen daar onder de titel ‘Rixt van het Oerd’.

Noot: het couplet onder aan de uitleiding is ontleend aan ‘Ketelbinkie’, dat begint met de beroemde zin ‘Toen wij van Rotterdam vertrokken’. Het lied werd in 1940 geschreven door Anton Beuving.

7 Katten in Katwijk

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 116-120. Dit verhaal kunt u daar lezen onder de titel ‘Verhalen uit Katwijk’.

8 Dodemanskisten op Terschelling

Bron: Nienke van Hichtum/Cor Bruijn, Uit het sagenland (Scheltens & Giltany, Den Haag 1973) 18-22. Het verscheen hierin onder de titel ‘De prinses van het eiland’.

9 De reus van de Lemelerberg

Bron: Arend van Dam, Sterke Jan, volksverhalen over reuzen, aardgeesten en legendarische helden (Elmar, Rijswijk 2002) 24. Het verhaal verscheen daar onder de titel ‘Sterke Jan’. In Drenthe zijn meer reuzen gesignaleerd. Zo kunt u in het boek Mysteries in Drenthe lezen over de twee reuzen Brammert en Ellert.

10 De reuzin van Scheveningen

Bron: J.R.W. Sinninghe, Spokerijen in Rijnland, Delfland en Schieland (Europese Bibliotheek, Zaltbommel 1977) 26. Het verscheen daar onder de titel ‘De reuzin Walberech’.

Noot betreffende de datering: sage ontleend aan Josef Cohen, Nederlandsche Sagen en Legenden .

11 Het reuzenschip Sinternuiten

Bron: Arend van Dam, Sterke Jan (Elmar, Rijswijk 2002) 113-114. Het verscheen hier onder de titel ‘Het reuzenschip’.

12 Vreemde tekenen boven de Noordzee

Bronnen: Julien Weverbergh, Ufo’s in het verleden , (1980) 85, uit een pamflet, ‘Vreemde tekenen aan de hemel...’ (London 1646). De uitleiding is gebaseerd op een vertaald artikel van Matthew Hurley op de website www.ufowijzer.nl.

Noot: mogelijk is de datum 21 mei. Het pamflet gaat namelijk in op vreemde zaken die op die dag in Engeland waren gezien (schepen in de hemel, strijdende mannen in de hemel, pieken en zwaarden in de lucht, een vuurbol die een graanveld deed opbranden, enzovoort), en zegt dat dezelfde dag in Nederland vreemde zaken werden gezien.

13 Monstergolven op de Noordzee

Bronnen: artikel Carl Koppeschaar, ‘De schrik der zeven zeeën’ op www.kennislink.nl (2003) en de Leeuwarder Courant .

14 Het heilige eiland Walcheren

Bron: J.R.W. en M. Sinninghe, Zeeuwsch sagenboek (Thieme W.J. & Cie, Zutphen 1933) 236-237. Het verhaal werd daar gepubliceerd onder de titel ‘Het heilige eiland’. Het verhaal over Jan Huigen en zijn jaarlijkse reis verscheen in Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (Uitgeverij het Spectrum, Utrecht 1979) 27-31, onder de titel ‘Het witte eiland’. Nog een vergelijkbaar verhaal kunt u lezen in het boek Mysteries in Zeeland onder de titel ‘Het dodenschip van Walcheren’.

15 Schateiland in de Noordzee

Bron: S. Franke, Legenden langs de Noordzee (W. J. Thieme & CIE, 1934) 251-258. Het werd daar gepubliceerd onder de titel ‘Claes Stortebeker’.

16 Gouden vloek bij Terschelling

Bron: Josef Cohen, Nederlandsche Sagen en Legenden (W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1917) 342-345. Het verscheen daar onder de titel ‘De Sage der Lutine ’.

Noot: informatie over goudkoorts rond de Lutine vond ik in het uitgebreide artikel van Ton Biesemaat op www.metaldec.nl/lutine_xtreme.html.

17 Het vervloekte Westerschouwen

Bron: Josef Cohen, Nederlandsche Sagen en Legenden (W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1917) 67-70. Het verscheen daar onder de titel ‘Westerschouwen, Westerschouwen, het zal u berouwen’. Dit verhaal werd door mij licht gemoderniseerd. In Mysteries in Zeeland publiceerde ik eerder een vergelijkbaar verhaal onder de titel ‘De ondergang van Westerschouwen’.

18 De ondergang van Reiderwolde

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 50-56. Dit verhaal verscheen daar onder de titel ‘Verhalen van een Groninger schipper’.

19 De steenkapers uit Zierikzee

Bron: Olaf J. De Landell, De lachende Hollander (De Kern, 1978) 175-179. Daar verscheen het eerder onder de titel ‘De steenkapers. Een spotverhaal uit Zierikzee’. Dit verhaal is door mij licht gemoderniseerd.

20 De levende dode in Dokkum

Bron: Merit Roodbeen, De mooiste Nederlandse sagen en legenden (Verba, Soest 1999) 170-180. Oorspronkelijk verschenen onder de titel ‘De levende dode’. Roodbeen vermeldt ook: ‘Op een dag was ze plotseling verdwenen. Men vatte het op als een teken dat haar dochter en haar schoonzoon waren gestorven. Dit zou best eens waar kunnen zijn, want men heeft sinds hun vertrek nooit meer iets van die twee gehoord.’

21 De duivels van de Wadden

Bron: Pieter Terpstra, Volksverhalen uit vroeger eeuwen (De Kroniek, Leeuwarden, 1980) 23-24. Het verhaal werd daar gepubliceerd onder de titel ‘Een strandhaan en een zeewijf’. De informatie over de relatie tussen de Sint en de duivel is gebaseerd op een artikel over de herkomst van het Sinterklaasfeest op www.heidendom.nl.

22 De dolende ziel uit Valkenburg

Bron: J.R.W. Sinninghe, Collectie Boekenoogen. Het verscheen hier eerder onder de titel ‘De ziel van Reginald’. Het is door mij iets gemoderniseerd.

23 Het einde van de Vliegende Hollander

Bron: Josef Cohen, Nederlandsche Sagen en Legenden (W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1917) Hoofdstuk XLVII.

Door mij licht gemoderniseerd.

24 Spoken in Katwijk

Bron: dr. Tjaard W.R. de Haan, Volksverhalen uit Noord- en Zuid-Nederland (het Spectrum, Utrecht 1979) 116-120.

25 Jaws in de Noordzee

Bronnen: Inleiding ontleend aan bericht in het tijdschrift Wablief , nr. 245 (Mechelen 1998).

Zie ook: ‘Zeldzame reuzenhaai op strand Petten’, Nu.nl (11 december 2004 19:01); en: ‘Steeds meer haaien in de Noordzee’, in: Duiken , april 1996.

26 De molen op de bodem van de zee

Bron: Jurjen van der Kooi leverde dit verhaal aan het Meertens Instituut. Hij baseerde zich op een anonieme tekst uit de Nieuwe Provinciale Groninger Almanak voor 1916.

Er is ook een tweede versie van dit verhaal, over een straatarme broer die de handmolen verkrijgt door met een koe naar de hel te lopen.