21 De duivels van de Wadden

Elk jaar vaart Sinterklaas met zijn pakjesboot over de Noordzee naar een van de vele havens van Nederland. Een kindervriend wordt hij genoemd en een heilige. Maar hardnekkige geruchten vertellen over een eeuwenoude band tussen Sint- Nicolaas en de duivel. Een bewijs daarvoor zou te vinden zijn op de Waddeneilanden. Daar is de duivel toch al een bekende verschijning, zo blijkt…

Schiermonnikoog, in vroeger tijden, door overlevering bekend – Een op Schiermonnikoog wonende visserman had een vreemde belevenis. Hij zou naar zijn netten gaan kijken en liep langs het strand, met een grote zak onder de arm. Plotseling zag hij een rode haan lopen. Het dier was erg tam en liet zich gemakkelijk grijpen. De visserman stopte hem in de zak en sloeg die over de schouder.

De zak werd steeds zwaarder en de man bezweek ten slotte bijna onder z’n last. Daarom moest hij de haan wel weer loslaten. Hij opende de zak en het dier vloog krijsend weg, een lichte, blauwe rook en een afschuwelijke, zwavelachtige stank achterlatend.

21 De duivels van de Wadden a.tif

In de omgeving van Ameland werd op de Wadden meermalen een zeewijf gezien. Een paar vissers probeerden haar een keer dood te schieten. Ze werd door een geweerschot getroffen en verdween onder water. Maar vlak bij de boot waarin de vissers zaten, kwam ze weer tevoorschijn, klampte zich aan de scheepsboord vast en toonde de verschrikte mannen een afgrijselijk, duivels gelaat. Nadien vertelden vissers nog herhaaldelijk dat ze het zeewijf hadden gezien.

De duivel speelt op de wadden ook een belangrijke rol op 6 december. Dan worden daar nog steeds de Nicolaasmaskerades gehouden. Dit zijn nachtelijke optochten of rondgangen van verklede en gemaskerde jongelui of soms met zwartgeverfde gezichten. De gemaskerde jongeren bonzen op deuren op zoek naar stoute kinderen, strooien pepernoten en hebben voorwerpen bij zich als een ketting, een zak en de roe. In Friesland werd dit vroeger Klaasjagen genoemd. De gemaskerden werden vaak Klozem , Klaas , Pieter of Duivel genoemd.

Waling Dijkstra, een Friese volkskundige, geeft de volgende beschrijving van de Nicolaasmaskerade te Franeker rond 1800: ‘Te Franeker op het Vliet, een volkrijke buurt on-middellijk ten zuidwesten van de stad, waren in vroeger jaren de schippersknechten en dergelijke personen gewoon op Sint-Nicolaasavond een gemaskerde optocht te houden. Zij werden niet in de stad toegelaten, maar trokken bij fakkellicht onder hoorngetoet en ketelmuziek, langs de buitenzijde van de zuidergracht naar het Kaatsveld, een minder volkrijke buurt ten oosten van de stad. Na daar een of meer herbergen bezocht te hebben, keerden zij naar het Vliet terug. Hun tooi was niet kostbaar, evenmin smaakvol, integendeel eer lelijk en wanstaltig, ook wel onkies. De duivel met een zware keten aan het been mocht er nooit bij ontbreken.’

Sint-Nicolaas heeft veel weg van de heidense god Wodan. De Sint krijgt net als Wodan hulp van een grote groep mannen met zwarte gezichten; beiden hebben hun feestdag tijdens de donkerste dagen; en de bisschop rijdt op een wit paard over de daken, waar Wodan op zijn zesbenige witte merrie door de lucht vliegt. Een van de theorieën over de herkomst van het Sint-Nicolaasfeest is dus dat de katholieke kerk de bisschop van Myra de plek liet innemen van de heidense en dus duivelse Wodan. In de feesten die ter ere van Sint-Nicolaas werden gegeven, behielden echter veel van de heidense symbolen een plaats. Voorbeelden daarvan zijn de schoen en de roede.