Ontdek de mysteries (antwoorden van pagina 9)

1. Ja. De Romeinse historicus Procopius schreef al in de zesde eeuw na Christus dat de bewoners van het toenmalige eiland Walcheren een belangrijke rol speelden in het sociale leven van de volkeren aan de Noordzeekust. Ondanks het feit dat de eilandbewoners onder de heerschappij van de Franken vielen, hoefden zij geen schatting te betalen. In plaats daarvan voeren zij een keer per jaar met hun schepen de Noordzee op om zo de zielen van de doden naar hun laatste rustplaats te brengen. In deze bundel gaat het verhaal ‘Het heilige eiland Walcheren’ hierover.

2. Waar. Dit is slechts een van de vele voorbeelden van bijgeloof: zo is fluiten aan boord van een schip streng verboden, want dan zou het weleens kunnen gaan stormen; en op vrijdag wordt niet uitgevaren, want dat was de dag dat Jezus stierf. Laat staan dat er op vrijdag de dertiende werd uitgevaren! Of op Goede Vrijdag. De laatste die dat deed, vaart tot op de dag van vandaag op de Vliegende Hollander

3. Nee. Eilandbewoners waren wel bang voor de pok, maar de pok was geen haan. De pok had het op het hooi gemunt.
’s Winters, als het hooi uit de stal werd gehaald voor het voederen van het vee, ontdekten de boeren in het hooi weleens een zwarte, soms rechte, soms slangvormige streep, die dwars door het hooiblok liep. Zij waren er dan van overtuigd een spoor te zien van de duivel die brand had willen stichten, maar daar gelukkig niet in was geslaagd.

4. Niet waar. Al kan er op het strand wel veel worden gevonden. Zo spoelden er op 10 februari 2006 tienduizenden sportschoenen aan op het strand van Terschelling. De containers waar de schoenen in hadden gezeten waren in een storm van het vrachtschip de Mondriaan geslagen. Nog wekenlang ruilden de Terschellingers onderling schoenen om een of meerdere paren compleet te krijgen!

5. Dat is inderdaad het geval.

6. Nee. Die slag heeft hier nooit plaatsgevonden. Wel sneuvelden hier in 1940 een groot aantal Nederlandse militairen, toen zij in de nacht van 10 op 11 mei door Duitsers werden verrast.

7. Nee. Wel zijn er 1100 Engelsen in 1666 geland bij West-Terschelling. Het hele dorp ging in vlammen op. Het verhaal gaat dat een oud vrouwtje, in de volksmond ’t Striper wyfke genoemd, de andere dorpen op Terschelling van een zelfde lot redde. Engelse officieren zagen in de avondmist silhouetten op een heuveltje staan en zij dachten dat het een Hollands leger was. Dus wilden zij graag weten om hoeveel man het ging. ‘Ze staan er met honderden en liggen er bij duizenden,’ antwoordde het oude vrouwtje. Zij verzweeg gelukkig dat de silhouetten grafstenen waren op het nabijgelegen kerkhof. De Engelsen schrokken zich rot en trokken zich zo snel mogelijk terug.

8. Niet waar. Hoewel er een aantal theorieën zijn die beweren dat delen van Odysseus’ tocht in elk geval niet in de Middellandse Zee plaatsvonden. De schrijver Iman Wilkins plaatst in zijn boek Waar eens Troje lag de volledige Odyssee in de Noordzee. Onder andere door gemeentewapens erbij te betrekken, toont hij aan dat Odysseus in Zierikzee moet zijn geweest.

9. Nee. Een zeekapitein had juist graag een lokkerman aan boord. In Katwijk betekent ‘lokke’ namelijk ‘gelukken’. Een lokkerman is dus een zeeman van wie bekend is dat hem alles meezit. Zo iemand garandeert een rijke visvangst en voorkomt het verlies van netten.

10. Dat is waar. Neemt u maar een kijkje in Nationaal Park Duinen van Texel aan de Pelikaanweg.