25 De blauwe dood in de stad

In 2004 beschuldigde een Afrikaanse Nobelprijswinnares het rijke Westen ervan het aids-virus te hebben uitgevonden om armen in ontwikkelingslanden uit te roeien. In de negentiende eeuw deden in Scheveningen vergelijkbare theorieën de ronde, die voortkwamen uit de verschrikkingen van de ‘blauwe dood’.

Den haag, negentiende eeuw, door Peter-Jan Vermeij – In 1832 stierven ineens honderden inwoners van de wijk Scheveningen aan de gevolgen van een mysterieuze nieuwe ziekte. Ze kregen van de ene op de andere dag zware, waterige diarree die gevolgd werd door heftig braken. In korte tijd verloren de slachtoffers extreem veel vocht waardoor ze verschrikkelijke buikkrampen en een onlesbare dorst kregen. Hun gezichten vielen zo snel in dat het leek of hun ogen begonnen uit te puilen en hun huid kreeg een asgrauwe, bleekblauwe kleur. Vaak waren ze binnen enkele uren na de eerste symptomen al dood door uitdroging. De ziekte greep zo snel om zich heen dat het leek alsof de pest, de zwarte dood, was teruggekeerd. Daarom en vanwege die huidskleur kreeg de ziekte in de volksmond de bijnaam de ‘blauwe dood’.

De blauwe dood was één groot angstaanjagend raadsel. Tot dan toe dacht iedereen dat ziektes zich verspreidden door besmetting via menselijk contact, zoals bij syfilis en de pest. Deze ziekte leek vanuit het niets steeds meer slachtoffers te kunnen maken. Omdat er vooral veel mensen in de overvolle arbeiderswijken stierven, begonnen de armen te denken dat de ziekte deel uitmaakte van een complot van de rijken om zich van de problemen in die wijken te ontdoen. Dit idee werd versterkt doordat de heren doktoren ook niets over de ziekte bleken te weten, laat staan dat ze er iets adequaats tegen konden doen. Hun oplossing was letterlijk pappen en nathouden, met rode wijn en mosterdpappen en, naar goed ouderwets gebruik, veel aderlaten. Dat bleek een slechte oplossing bij een ziekte met zo veel vochtverlies. Het gevolg was dat er nog meer mensen stierven en het vertrouwen in de geneesheren daalde tot een absoluut dieptepunt. Mensen gingen niet meer naar het hospitaal en begonnen zelf middeltjes uit te testen. Zoals de opiumdrank van dr. Bleeker, die heftige verstopping veroorzaakte waar mensen ook weer aan dood gingen. Het begon erop te lijken dat wat je als arme ook probeerde te doen tegen de blauwe dood, je altijd een grote kans liep om er, direct of indirect, aan dood te gaan.

Ondertussen probeerden de rijken met opgetrokken neus afstand tot de ziekte te bewaren. Ze wezen naar de smerige leefgewoonten van de armen als veroorzaker van de ziekte, zoals ze dat niet lang daarvoor ook bij syfilis hadden gedaan. In 1825 stelde de burgemeester van Den Haag dat ‘negen tiende der mindere bevolking van deze stad, hetzij rechtstreeks, hetzij in de gevolgen en bij overerving, met hunne gezondheid den tol betaalden aan het loon der on-tucht’. Wat hij bedoelde was dat een kleine twintig procent van het volk besmet was met syfilis door hun manier van leven. Dat zou nu ook wel weer de oorzaak zijn van de blauwe dood, die in welingelichte kringen beter bekend was als de cholera. Wat die kringen toen nog niet wisten, was dat cholerabesmetting plaatsvindt doordat besmette uitwerpselen in het water terechtkomen, waar de bacterie zich vermeerdert. Als gezonde mensen dit water als drinkwater binnenkrijgen, kunnen ze ook cholera krijgen.

25. blauwe dood.TIF

Het was in die jaren slecht gesteld met de persoonlijk hygiëne en dan met name in de arbeiderswijken. Daar woonden vaak grote gezinnen in kleine huizen zonder noemenswaardig riool. Soms hadden ze een beerput in de buurt, maar vaker kwam alle pies en poep terecht in de grachten van de stad, waar ook al allerlei vuilnis in werd gedumpt. Maar ook de rijken droegen hun steentje bij aan het ongezonde klimaat. Terwijl de armen op het kerkhof werden begraven, konden de rijken nog tot 1930 betalen voor een laatste rustplaats in de kerk. Daar onder de kerkvloer waren de graven echter verre van luchtdicht waardoor de stank van ontbindende lijken zo door de vloer de kerk in kwam (hier komt de uitdrukking ‘rijke stinkerds’ vandaan). Ondergronds kwamen al deze menselijke uitwerpselen en lichaamsresten terecht in het grondwater waaruit met putten het drinkwater van de stad werd gewonnen. Bovengronds was het uiteindelijk de stank van de stad die ervoor zorgde dat men de cholera anders ging benaderen. Een aantal vooruitstrevende artsen rook het water in de grachten en concludeerde dat de kwalijke dampen, miasma’s genaamd, weleens de oorzaak van de cholerabesmetting zouden kunnen zijn. De miasmatheorie zorgde voor een cultuuromslag, want die hield in dat in principe iedereen het slachtoffer van de ziekte kon worden. Dit verklaarde waarom toch ook een aantal gegoede burgers en rijke stedelingen door de ziekte waren getroffen. Dat er nog meer welgestelde slachtoffers zouden vallen, diende natuurlijk te worden voorkomen.

Als eerste oplossing werd eind jaren dertig door Koning Willem I opdracht gegeven tot het graven van een kanaal naar zee. De grachten moesten kunnen doorstromen om schoon te worden, zoals bijvoorbeeld wel het geval was in Amsterdam. In Scheveningen zaten ze echter helemaal niet te wachten op al dat smerige, zieke water uit de stad. De hele onderneming bleek sowieso een wassen neus aangezien er helemaal geen geld was om het project te voltooien. Begin jaren veertig staakte Koning Willem II daarom het project en in 1848 werden Den Haag en Scheveningen opnieuw getroffen door een zware cholera-epidemie. Deze tweede epidemie leidde tot een rapport dat werd aangeboden aan Koning Willem III, waarin hem te verstaan gegeven werd dat er iets moest gebeuren aan de leefomstandigheden van de armen ter bestrijding van de ‘ziekten, waarvan de invloed zich wijd verspreidt, om alle standen aan te tasten en de gesel der verwoesting te doen rondgaan tot in de huizen van de meer beschaafden’. Er werd daarop begonnen met het dempen van grachten, maar het duurde nog tot de derde epidemie van 1866 voordat plannen werden gemaakt voor structurele verbetering van de behuizing en de hygiëne in Den Haag.

Uiteindelijk leidde de blauwe dood, die lang werd gezien als de ziekte van de armen en de kwade opzet van de rijken, tot betere leefomstandigheden voor de armen door toedoen van de rijken. Het zou nog tot 1883 duren voordat de werkelijke verspreider van de ziekte, de cholerabacterie, door Robert Koch ontdekt werd en de miasmatheorie definitief vervangen werd door de nu alom bekende theorie van drinkwaterbesmetting. In 1927 is in de Antonius Abt-kerk aan de Scheveningseweg een prachtige mozaïek gemaakt ter nagedachtenis aan de slachtoffers van deze bacterie. De Heilige Antonius was in de middeleeuwen een populair beschermheilige tegen de pest en dat werd hij weer in de negentiende eeuw, deze keer tegen de blauwe dood.

Behalve met een rioolstelsel en waterleidingen heeft de blauwe dood het Haags ook nog verrijkt met een nieuw scheldwoord. Een van de meest populaire scheldwoorden in Den Haag is kolère. Dat komt van cholera.

Mysteries in Nederland - Den Haag
titlepage.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_0.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_1.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_2.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_3.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_4.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_5.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_6.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_7.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_8.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_9.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_10.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_11.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_12.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_13.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_14.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_15.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_16.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_17.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_18.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_19.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_20.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_21.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_22.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_23.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_24.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_25.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_26.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_27.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_28.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_29.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_30.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_31.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_32.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_33.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_34.xhtml