24 Spokerijen op de Stille Veerkade

De Stille Veerkade deed zijn naam in de negentiende eeuw geen eer aan. Het was in de deftige straat bij tijd en wijle een bovennatuurlijke herrie van jewelste. Plaaggeesten en dolende rusteloze zielen kwam men er tegen in die dagen.

Stille Veerkade, 1859, door een van onze correspondenten – In 1859 werd de Haagse binnenstad opgeschrikt door eigenaardige spookverschijningen in een huis aan de Stille Veerkade. Zes jaar nadat er iemand was gestorven, begon het daar te spoken. Van gesloten koffers sprong het deksel omhoog en bij stevig aan de muur bevestigde en sinds lang niet meer gebruikte kastjes, die met geen breekijzer waren te forceren, vlogen de deurtjes open. Wanneer men er stevige spijkers in dreef, schoten niet lang daarna de spijkers door de kamer en gingen de deuren opnieuw open. Vuilnisbakken werden door een onzichtbare hand van een binnenplaats gehaald en aan de voordeur gezet. Stoelen werden uit de kamers getild en in de gang gekwakt. Andere meubels werden ondersteboven gekeerd en de bedden werden verplaatst. Zo nu en dan kreeg ook een van de bewoners een slag van een onzichtbare hand, die klonk als een klok. Dat duurde zowat drie maanden en inmiddels hadden de bewoners zich gewapend met messen en pistolen, maar tevergeefs. De geest bleek steek- en schotvrij te zijn. Ten einde raad riep men toen de hulp in van spiritisten, die een jong meisje meebrachten, een somnambule. Gezeten rond de tafel met haar gevolg geraakte de ‘slaapster’ in trance en schreef: ‘Wroeging en naberouw, het einde zal vreselijk zijn.’ Als de geest zich manifesteerde, zou alles ten goede keren, meenden zowel de somnambule als de haar omringende spiritisten, maar hij verscheen niet en men bleef in het ongewisse. En steeds is er nog geen einde gekomen aan deze spokerij, vertelt ons de schrijver van de ‘Bijzonderheden omtrent de veel geruchtmakende verschijning van den geest eens afgestorvene in een huis op de Stille Veerkade te ’s-Gravenhage’ (uit echte bronnen); voor de prijs van tien cents te verkrijgen. Of deze plaaggeest ooit rust heeft gevonden, is onbekend. Dit in tegenstelling tot de Spokende Nachtwacht, die ook jarenlang de Stille Veerkade in zijn greep hield.

Wanneer indertijd de bruggen die over de singels leidden waren opgehaald, de trompetters de Sint-Jacobstoren hadden bestegen om uit te kijken naar de rosse gloed van nachtelijke branden en de nachtwachten al ratelend hun stemmen lieten horen bij het verstrijken van elk uur, kon men vreemde verschijningen ontmoeten in duister ’s-Gravenhage. Tussen de nachtwachten van vlees en bloed, die elke maand hun salaris beurden en wier stemmen door de gezamenlijke werking van weer, wind en jenever schor waren geworden, doolde een schim door de verlaten straten, die met de holle, doffe stem der doden de woorden van zijn levende collega’s nazei: ‘Bewaar je vuur en kaarsen wel, De klok heeft...’

Verder kwam de ‘nachtwacht’ niet, want deze woorden waren de laatste geweest die hij tijdens zijn ronde had gesproken. Toen was de deur van een van de taveernen open gevlogen en diverse jongelui waren met getrokken degens naar buiten gedrongen, om hun twist op straat te beslechten. Een van hen, die niet zo helder meer zag waar hij stak, reeg de nachtwacht aan zijn rapier, nog voor deze had kunnen vertellen hoe laat het was. Het was op slag van twaalven. De plichtsgetrouwe nachtwacht werd op stadskosten begraven, maar hij liet het daar niet bij. Hij keerde sindsdien steeds terug. Tegen middernacht hoorde men zijn trage stap weerklinken en zag men, bij het licht van de maan, zijn donkere gestalte, die geen schaduw meer kon werpen, langs de huizen schuifelen, om op de Stille Veerkade bij de Spookbrug in het niets, te verdwijnen. Eens, in een zomernacht, toen zijn roep weer de stilte verbrak, struikelde over een van die halsbrekende ophaalbruggen die over de gracht lagen, een man hem tegemoet. Deze struikelaar had zo van het geestrijk vocht genoten, dat de grenzen tussen schijn en werkelijkheid, tussen geest en lichaam, voor hem niet meer bestonden.

‘Bewaar je vuur en kaarsen wel, De klok heeft...’ sprak het spook en zweeg.

‘Twaalf, mijn goede nachtwacht, twaalf, middernacht,’ antwoordde de ander. ‘Onthoud het nu maar voor je verder leven.’

‘Ja, twaalf. De klok heeft twaalf,’ bevestigde de geest met een stem die opflakkerde als het licht van een kaars in de wind. ‘’t Is middernacht. Goddank, ik ben verlost,’ en bij die woorden verdween de rondwarende nachtwacht voorgoed en hij werd nimmer meer bij nacht en ontij gezien.

Op 6 maart 2008 is de Stille Veerkade na een grondige herinrichting weer opengesteld voor verkeer. Het verkeer verzorgt nu weer de herrie. Of daarmee ook de plaaggeest van weleer definitief verdwenen is, is echter nog maar de vraag. Gelukkig voor de Spokende Nachtwacht betekende zijn ongeluk, de drank, tegelijk ook zijn redding. Hopelijk waakt hij, nu in ruste, over de vrede op de Stille Veerkade.

Mysteries in Nederland - Den Haag
titlepage.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_0.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_1.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_2.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_3.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_4.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_5.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_6.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_7.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_8.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_9.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_10.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_11.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_12.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_13.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_14.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_15.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_16.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_17.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_18.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_19.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_20.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_21.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_22.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_23.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_24.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_25.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_26.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_27.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_28.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_29.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_30.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_31.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_32.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_33.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_34.xhtml