21 De dood van een dubbelspion

Op 14 september 1949 wordt in de kniediepe vijver bij de Groothertoginnelaan in Den Haag het lichaam gevonden van F. Schallenberg. Al snel duiken berichten op dat er sprake is van een moord, als nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Het politiedossier hield het, ondanks een storm van kritiek, echter op zelfmoord. Reconstructie van een mysterieus misdrijf...

Groot Hertoginnelaan, 1949, door Chiel Kramer

‘Fritz is dood. Verdronken in een vijver.’

Ad Stuij, die ochtend koud op zijn werk, luistert verbijsterd naar zijn baas Nico Jongerius, directeur van een carrosseriebedrijf in Utrecht. Fritz Schallenberg verdronken? Hij was nog te bang om zijn grote teen in het water te steken.

Direct rijst bij Stuij het vermoeden dat zijn goede vriend, 45 jaar, eigenaar van een sportzaak en tennisbanen in Den Haag, daar in het vijvertje moet zijn neergelegd. Hij kende Fritz nog uit de oorlog. Ad was leider van de Utrechtse verzetsgroep Margriet. Hij onderhield geheime contacten met Fritz, die als Duitser in 1943 onder de wapenen was geroepen en in de rang van Gefreiter (korporaal) dienstdeed bij de Feldgendarmerie in Utrecht. Hij gaf tips door. Als tegenprestatie had Stuij hem na de bevrijding uit voorarrest weggehaald. Dat deed hij samen met Piet de Waal, een jonge Utrechtenaar.

Piets eigen onderzoek

Ook Piet de Waal hoort die ochtend van de 14e september dat Fritz Schallenberg dood is. Piet is verbijsterd. Hij was als een vader voor hem. Hoewel hun eerste contact als een nachtmerrie in zijn geheugen staat gegrift.

Op een zondagochtend om halfzeven stond Schallenberg in Duits uniform voor het huis van De Waals moeder. Piet smeerde hem door het dakraam, in pyjama over de daken. ‘M’n zoon is naar de kerk,’ loog zijn moeder.

‘Dan wacht ik hier wel op hem,’ zei Schallenberg. Maar toen hij er om halftien nog niet was, vond hij dat de kerkdienst wel érg lang duurde. Hij zei: ‘Laat hij zich morgen melden. Als hij niet komt, zal ik u moeten gijzelen.’

Piet meldt zich de volgende dag in het gebouw van de Feldgendarmerie. ’s Avonds mag hij naar huis om wat zaken te regelen. De volgende ochtend moet hij zich melden om op transport naar Duitsland te gaan. Bij zijn vertrek gebeurt er iets onverwachts. Schallenberg brengt hem naar de deur en zegt met een knipoog: ‘Tot morgen, hè?’ Diezelfde avond duikt Piet onder.

Na dit voorval komt Schallenberg geregeld bij hem en zijn moeder langs. Piet onderhoudt contacten met het verzet. Niet de Margriet-groep, die hij beschouwt als een groepje stunters. Nee, met de echte illegaliteit, die rechtstreeks handelt in opdracht van de stafgroep van Prins Bernhard.

Als de groep een spion in het Duitse kamp zoekt, vertelt De Waal over Schallenberg. Dat hij een echt Oranjehart heeft. Piet de Waal arrangeert een ontmoeting. Komt het in Utrecht tot gevechten, dan zal Schallenberg ervoor zorgen dat belangrijke verbindingen niet meer werken.

Op de ochtend van de 14e september 1949, direct nadat hij van Schallenbergs dood heeft gehoord, neemt Piet in Utrecht de trein naar Den Haag. Hij bezoekt Schallenbergs vrouw, die met twee kinderen boven de sportzaak in de Piet Heinstraat woont. Alles wat zij hem kan vertellen is dat Schallenberg rond halftwaalf in de avond het huis had verlaten. Hij zou naar een feestje gaan.

Mevrouw Schallenberg geeft Piet een opschrijfboekje van haar man. Het is een kleine zakagenda met stukjes in steno en een lijst met telefoonnummers en adressen. Piet besluit alle adressen in het boekje na te lopen...

Mucke’s miljoenen

Friedrich (Fritz) Schallenberg werd op 30 juni 1905 in Keulen geboren. Zijn vader vluchtte naar Frankrijk en leefde onder de naam Von Wirtz. Hij was daar spion voor de geallieerden. Sinds 24 juli 1919 woonde Friedrich Schallenberg in Den Haag. Hij werkte voor het Utrechtse Bureau Nationale Veiligheid en voor de Politieke Recherche Afdeling. Hij zou gedurende de oorlog veelvuldig contact hebben gehad met Nederlandse regeringsinstanties in Londen. Hij wist van de dubbelrol van vooraanstaande ambtenaren. Schallenberg zou zelf ook een dubbelspion zijn geweest.

Hij kent veel invloedrijke personen, zoals de Haagse burgemeester Visser. Deze was een goede bekende van dr. ir. Fritz Mucke, een Duitser die in 1934 naar Nederland kwam. Mucke zei antinazi te zijn, maar vanaf september 1941 werkte hij als inkoper voor het Reichsministerium für die besetzten Ostgebieten in Utrecht. Hij droeg ook een verklaring bij zich dat hij financieel raadsman was van Vaticaanstad.

Bij de talrijke financiële transacties verrijkte Mucke zich enorm. Het verhaal wil dat hoge autoriteiten jacht maakten op het ‘ondergrondse’ vermogen, dat uit aandelen zou bestaan ter waarde van vele miljoenen. Piet de Waal weet dat Schallenberg ook op dit vermogen uit was. Hij zei een keer: ‘Piet, de hele wereld stinkt en als ik de kans krijg, doe ik mee.’

Op 17 september 1949 gaven twee rijksrechercheurs uit Utrecht te kennen aan justitie in Den Haag dat het waarschijnlijk om moord gaat. Eind augustus, begin september hadden zij intensief met Schallenberg samengewerkt, omdat hij op het spoor zou zijn van Mucke’s miljoenen. In de nacht van 13 op 14 september zou er een transactie plaatsvinden tussen Schallenberg en een Utrechtse opkoper in de pauselijke internuntiatuur aan de Haagse Carnegielaan.

Speculaties

Op de dag van de begrafenis wordt het stoffelijk overschot van Schallenberg in beslag genomen. Er zal sectie worden verricht. De kranten storten zich massaal op de zaak en zijn doopceel wordt grondig gelicht.

Het Haagsch Dagblad voert een Haagse kleermaker op die beweert dat Schallenberg op de avond van de moord een telefoongesprek met zijn goede vriend Piet de Waal had afgebroken met de mededeling: ‘Ik kan je nu niet langer te woord staan, want ik sta op het punt naar Dumont te gaan.’

De verslaggever van het Haagsch Dagblad bezoekt meneer Dumont. Deze woont aan de Groot Hertoginnelaan, op nog geen vijftig meter van de plaats waar het lijk werd
gevonden. Dumont is een van de kopstukken van een particuliere spionagedienst, opgezet door uiterst rechtse oud-verzetsstrijders, die in 1950 door de politie werd ontmanteld.

‘Schallenberg heeft mij onmogelijk kunnen opzoeken. Ik lag de veertiende september in het ziekenhuis,’ verklaart Dumont tegenover de journalist. Die loopt toch nog maar even langs het ziekenhuis. Waar hij verneemt dat Dumont daar pas drie dagen na de dood van Schallenberg, op 17 september werd opgenomen.

De Volkskrant licht de doopceel van de Belg Pierre Marie Sweerts, die wegens spionage voor de Duitsers in 1946 bij verstek ter dood werd veroordeeld. Hij was in 1944 naar Nederland gevlucht, waar hij zich uitgaf voor Engels spion en werkte na de oorlog als chef de bureau bij Dumont.

De Volkskrant publiceert verder een verklaring van een ooggetuige die Schallenberg in de nacht van zijn dood een huis in Den Haag had zien binnengaan. In dat huis woonde Dumont. Tweeënhalf uur later zag hij Schallenberg in gezelschap van vier personen weer naar buiten komen. Een van hen zou de Belg Sweerts zijn geweest. De volgende ochtend werd Schallenberg vlak bij die plek dood aangetroffen.

Het mysterieuze notitieboekje

Opvallend is de onthulling in De Telegraaf van 4 oktober 1949, ruim een jaar voordat de Volkskrant het spoor van Sweerts en Mucke zou volgen: ‘De effecten van Mucke zijn, voordat zij aan de Utrechtse industrieel (Jongerius, red.) zijn aangeboden, gepresenteerd aan een van de naaste medewerkers van Sweerts die vlak bij Zorgvliet woont.’ Ook hier een verwijzing naar Dumont: het park ligt pal tegenover de Groot Hertoginnelaan.

Piet de Waal leest deze informatie op 4 oktober 1949 instemmend in De Telegraaf . Waarschijnlijk was hij zélf de aandrager van dit nieuws. Journalisten van die krant hadden hem thuis in Oudenrijn bezocht. Bij die gelegenheid gaf hij het opschrijfboekje mee dat hij van Schallenbergs vrouw had gekregen.

De Waal had nog geprobeerd er gegevens mee los te krijgen bij de destijds bekende paragnost Croiset. Maar die kon niks met het zakboekje beginnen. Croiset kon wel iets doen met een vulpen van Schallenberg. Van het authentieke stuk in het handschrift van De Waal is na bijna zestig jaar nog te ontcijferen:

Zie hem in het water raken en verdrinken. Daarvoor heeft hij hevige pijn in zijn maag gehad. Hij is naar de plaats waar hij is verdronken, gebracht. Van tevoren in een ruime kamer gezeten, 4 à 5 personen bij elkaar, ook een dame, zitten te kaarten en te drinken, vleugel van een villa aan buitenkant Den Haag, kant van Rijswijk. Ik zie een Engelse officier, gedecoreerd, rijzig, enigszins aristocraat. Wat betekenen 15.000 gulden, een jeep, geen militaire, politiejeep... was hij dood? Toen men hem zag liggen dacht men: dit is te dichtbij... en hebben hem toen vervoerd... dit is te dichtbij...

Met Croisets visie is Piet de Waal niet naar de politie gestapt. Hij was voorzichtig geworden. Nadat hij de adressen uit het notitieboekje was langsgelopen, had hij telefoontjes gekregen.

‘Als je je verder met de zaak bemoeit, overkomt je hetzelfde als Schallenberg.’

Hoewel Schallenberg pas na de oorlog stierf, was ook hij een van de helden die met hun leven betaalden voor de vrijheid van een hele natie. Zijn naam is echter een voetnoot geworden in de vaderlandse geschiedenis. In het hierop volgende verhaal staat de Haagse oorlogsheld George Maduro centraal, die wél voor vergetelheid is bespaard, door het voor hem opgerichte Madurodam.

Mysteries in Nederland - Den Haag
titlepage.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_0.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_1.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_2.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_3.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_4.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_5.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_6.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_7.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_8.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_9.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_10.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_11.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_12.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_13.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_14.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_15.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_16.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_17.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_18.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_19.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_20.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_21.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_22.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_23.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_24.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_25.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_26.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_27.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_28.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_29.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_30.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_31.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_32.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_33.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_34.xhtml