7 Horror onder de Haagse Hindoes

Net voor en net na de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname op 25 november 1975 emigreerden veel Hindoestanen naar Nederland. Het grootste deel van hen woont in of om Den Haag. Het afgelopen decennium werd de Hindoestaanse gemeenschap opgeschrikt door twee gruwelijke moorden, waaronder ook weer een op een kind.

De Wolmaransstraat, in 2004, door een van onze correspondenten – De wijk stond dagen op z’n kop. Brandweer en politie hadden een deel van de Wolmaransstraat afgesloten op de plaats waar voorheen een Hindoestaanse winkel was.

Het was begonnen met een inspectie, waarbij politiehonden aangaven dat er iets mis was op het toilet. Toen men de netjes betegelde muur openbrak, kwam de gruwelijke waarheid aan het licht. Ingemetseld en in cement gestort, lagen daar twee stoffelijke overschotten, in tapijten opgerold. Brandweer en politie zijn dagen bezig geweest om ze uit te hakken.

Niet veel later kwam er meer duidelijkheid in wat men landelijk al ‘de metselmoorden’ was gaan noemen. Er werd een verdachte, een 35-jarige Hindoestaanse man uit Den Haag, aangewezen, die het volgende verhaal deed.

De mannen, wier lichamen lagen ingemetseld in het pand van zijn familie, maakten deel uit van een criminele organisatie die de familie van de verdachte vanwege een geldkwestie maandenlang bedreigde. Eerder dit jaar ontvoerde en mishandelde deze groep zijn vader en broer en nog twee personen. Later werd er in de woning van zijn broer ingebroken en werden vernielingen aangericht en post geopend.

De verdachte en zijn vader besloten de volgende dag alle spullen uit het huis te halen. Die dag kwamen er twee mannen langs die de deur forceerden. Ze zouden de vader hebben bedreigd. De verdachte zegt dat hij door een van de mannen werd gestoken en geslagen toen hij tussenbeide probeerde te komen. Daarop zou hij het mes hebben afgepakt en beide mannen hebben doodgestoken. Uit angst voor de bende werd besloten geen aangifte te doen en de lijken in een voormalig winkelpand van de broer van de verdachte in te metselen.

In het bovenstaande verhaal speelt de moordzaak zich weliswaar af in de Hindoestaanse gemeenschap, maar speelt de Hindoestaanse identiteit nauwelijks een rol. Anders is dat bij de zogenaamde ‘voodoomoord’ die zich nadrukkelijk afspeelt tegen de achtergrond van magie en religie.

De zaak kwam aan het licht toen de zwaar mishandelde peuter Mehak door haar moeder Rani (22) in het Juliana Kinderziekenhuis werd binnengebracht. Er was geen redden meer aan. De peuter van anderhalf overleed kort na aankomst. Doodsoorzaak: het gebruik van zwarte magie in de Haagse Copernicusstraat.

‘Zwarte magie komt in elke familie voor en bijna iedere Hindoe weet erover mee te praten,’ aldus een achtergrondartikel dat hierover verscheen in het Algemeen Dagblad. Een Haagse hindoemagiër is in de krant aan het woord over de zaak-Mehak. ‘Zulke rituelen komen écht voor in de praktijk. Mensen gaan soms heel ver. Ook al moet een onschuldig kind dat met de dood bekopen.’

In het geval van Mehak zou er een duivelse slang in haar huizen. Met behulp van een magisch boek, de Indra Jaal, werd er aan uitdrijving gedaan. Feitelijk kwam het erop neer dat de moeder, die met haar man en kind illegaal in ons land verbleef, Mehak zodanig heeft mishandeld dat de dood erop volgde. De Renu – de eigenlijke bewoner van het pand – zou het ouderpaar voortdurend onder druk hebben gezet om met hulp van gebedsgenezeressen de kwade geest in het kind aan te pakken.

In 2001 werd de Haagse Hindoegemeenschap ook al opgeschrikt door een magisch misdrijf. Een Indiër werd toen veroordeeld voor het verkrachten van een Hindoestaans meisje van zestien dat volgens de rechters ‘in een staat van lichamelijke onmacht verkeerde’. Zij verklaarde zelf dat zij door de man met zwarte magie was gehypnotiseerd. Haar bewijs was een groen steentje dat zij in haar tas vond nadat ze weer bij haar positieven was gekomen.