8 Varkens op het Binnenhof

Tegenwoordig wachten er actievoerders en reporters op haastige politici die het liefst geen antwoord geven op hun vragen. In de zestiende eeuw stond er iets heel anders op het Haagse Binnenhof, iets waar de hoge heren van toen jarenlang over gesteggeld hebben.

Binnenhof, 21 november 1529, door Kirsten Bos – Die dag kwam in de voormiddag, met de trekschuit uit Utrecht, een wel heel vreemde gast in Den Haag aan. In gezelschap van twee Utrechtse stadsboden stapte een vet varken de kade op. Het was de hofbeer: een geschenk van de stad Utrecht aan het Hof van Holland. Honderden mensen stonden joelend op de kade om de ‘plechtigen intocht’ van het varken te aanschouwen. Een angstaanjagend dierlijk gebrul leek uit het diepste van het varken te komen toen de dienaren van het Hof van Holland het tegenstribbelende varken overnamen en op een karretje hesen.

Krijsend werd het arme dier naar het Binnenhof gebracht en aan een ketting gelegd. Op dit moment hadden de Hagenaars gewacht: de mensen stonden elkaar te verdringen om vuil naar de hofbeer te gooien en hem uit te schelden. Een tijdlang zat het dier ineengedoken op het plein, zenuwachtig knagend aan de ketting totdat de stadsdienaren hem uit zijn lijden kwamen verlossen. ‘Den spekslager’ stond klaar om met een enkele houw een einde aan het varkensleven te maken. Zoals de traditie wilde, werd de kop aan de stadhouder gebracht en kregen de rechters de andere delen van de hofbeer.

Zoals de traditie wilde? Het verhaal gaat dat Keizer Karel V de Utrechters heeft bevolen om ieder jaar een varken naar Den Haag te zenden als genoegdoening voor het leed dat zij de Hofstad hadden berokkend. In 1528 hadden de Utrechters niet alleen de Gelderse legeraanvoerder Maarten van Rossem aangezet tot het plunderen van Den Haag, maar hier zelf ook aan deelgenomen. Van Rossem was een gevreesd man; niet voor niets luidde zijn bijnaam ‘de Gelderse Atilla’. Menigeen gaf zich zonder verzet over als alleen maar de strijdkreet van Maarten van Rossem weerklonk. Zo ook Den Haag: rijk, arrogant en gehaat door de Utrechters. Zonder verdedigingswerken was de stad een perfect doelwit voor Van Rossems leger. De kapitein splitste zijn manschappen op. De eerste groep soldaten zou Den Haag via Rijkswijk benaderen. De tweede groep ging via de landweg van Leiden. Op het afgesproken teken – de rook van een in brand gestoken boerenhoeve – zou het leger de stad binnen trekken.

De Hagenaars, net begonnen aan het noenmaal, schrokken zich wezenloos toen de stilte van de stad werd verdrongen door het geroffel van trommels, de voetstappen van honderden soldaten en natuurlijk Van Rossems strijdkreet: ‘Gelre! Gelre!’ Karaffen wijn vielen om in de haast die de Hagenaars hadden om weg te komen. Half afgekloven kippenpoten en onaangeroerde zwanenpasteitjes bleven achter voor de honden. De doodsbange inwoners van Den Haag vluchtten de duinen in en probeerden Delft te bereiken.

Twee dagen lang plunderde het leger van Maarten van Rossem samen met de Utrechters de stad. Geen enkel huis bleef gespaard. Vooral de huizen van de vele goud-, zilver-, en zijdehandelaren, die de Haagse adel van allerlei luxe moesten voorzien, waren in trek bij de plunderaars. Op 7 maart 1528 verliet het leger de stad. Maar dat betekende niet het einde van de vernederingen: Van Rossem dreigde Den Haag in brand te steken, als hem geen 28.000 gulden betaald werd. De Hofstad hoestte achtduizend guldens op en gaf Van Rossem vier gijzelaars mee als blijk van goede wil. Eenmaal terug in de Domstad trokken Maarten van Rossem, zijn soldaten en de Utrechters al pronkend met hun nieuwe rijkdommen door de straten. Het was deze vernedering van de Hofstad die niet ongestraft kon blijven: de hofbeer zou de Utrechters ieder jaar weer op hun misplaatste hoogmoed wijzen.

08. varkens.tif

Maar volgens de Utrechters zelf heeft de plundertocht uit 1528 niets met het aanbieden van de hofbeer te maken. Al in 1441 zond Utrecht een varken naar Den Haag als dankbetoon voor ‘het verlenen van vrijdom aan tolgelden’. Dat de beer op het Binnenhof aan de kaak (de schandpaal) werd gelegd ervoeren de Utrechters als een grove belediging. Daarom verzochten zij de Hagenaars het varken niet langer op die manier te behandelen. Het mocht niet baten. De Haagse heren lieten hen praten en ‘’t gesol met den beer ging zijn ouden gang’.

Deze vernedering kon en mocht niet voortduren volgens de Utrechters. Zij wendden zich daarom in 1612 met een klacht tot de raadspensionaris Van Oldenbarneveld, ‘versoeckende vriendelijck, dat daerinne mogt worden voorsien.’ Een deftig epistel, waarin de raadspensionaris zich beriep op oude rechten, was zijn antwoord. Het varken moest aan de paal blijven liggen, maar om de Utrechters voldoening te geven, zou de gelijkenis met op de kaak gezette misdadigers vervallen. De Hagenaars bleven echter vasthouden aan hun gebruiken. Utrecht vaardigde daarom in 1614 een van zijn burgemeesters af om in Den Haag over dit gewichtige onderwerp te gaan overleggen. Langdurig spraken de hoge heren over de hofbeer, om tot de conclusie te komen dat zij niet bevoegd waren om uitspraak in dezen te doen. Dat was het alleenrecht van de soeverein. Fijntjes wezen de heren de burgemeester er bij vertrek op niet te vergeten een varken te zenden: daar hadden ze immers recht op.

Plichtsgetrouw zetten de Utrechters weer een varken op de trekschuit om vervolgens in beroep te gaan bij ‘de rechte wetenschap, souveraine macht en de autoriteyt de heeren Staten van Holland en West Friesland’ om een einde aan deze zwijnerij te maken. De ene na de andere verhitte discussie volgde, maar na lang beraadslagen verzocht Utrecht om de hofbeer voor 6.000 gulden te mogen afkopen. Daar kon niet iedereen zich in vinden. Totdat niemand minder dan Hugo de Groot alle bezwaren met grote welsprekendheid en overtuigingskracht weerlegde. De vergadering besloot Utrecht haar jaarlijkse verplichting een varken te zenden zonder afkoop kwijt te schelden. De jammerende stadhouder en de heren van het hof, die de sappige hammen en het knapperig spek hun neus voorbij zagen gaan, hadden uiteindelijk niets te klagen. Zij werden jaarlijks gecompenseerd met ‘beerengeld’, dat de Utrechters nog tot ver in de achttiende eeuw bijeen moesten schrapen. Zo zouden zij prins Willem V nog jaarlijks 275 gulden voor zijn ‘beerskop’ betaald hebben.

In de eenentwintigste eeuw houdt Stichting Wakker Dier, die een varken in haar logo heeft, jaarlijks terugkerende acties op het Binnenhof, waarmee de verbintenis tussen politiek en beer – waarschijnlijk onbedoeld – in ere wordt gehouden.

Mysteries in Nederland - Den Haag
titlepage.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_0.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_1.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_2.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_3.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_4.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_5.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_6.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_7.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_8.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_9.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_10.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_11.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_12.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_13.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_14.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_15.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_16.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_17.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_18.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_19.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_20.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_21.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_22.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_23.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_24.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_25.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_26.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_27.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_28.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_29.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_30.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_31.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_32.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_33.xhtml
awb_-_mysteries_Den_Haag_9789044964745_split_34.xhtml