Moderne slavernij

Gescheiden. Een hele fase uit mijn leven verdwijnt zonder een slotmonoloog, omdat ik niet weet wat ik moet denken, omdat mijn tegenstrijdige gevoelens geen conclusie toestaan. Na mijn echtscheiding voelt het alsof ik geestelijk niet meer besta. Ik ben verlamd door een diepe depressie zonder te kunnen begrijpen waarom al die sombere gevoelens me opeens overvallen. Misschien omdat ik langzamerhand begin te beseffen dat ik al die jaren geen normaal leven heb geleid.

Ik ben eindelijk vrij, maar ik draag nog steeds een trouwring. Mijn vriendin verklaart me voor gek. Het is inderdaad moeilijk uit te leggen waarom ik dat doe, terwijl ik eindelijk officieel gescheiden ben. Het is niet de macht der gewoonte, het is iets veel sterkers. Geen liefde, dat niet. Ik heb juist een hekel aan Sertan, maar het voelt zo verkeerd om als gescheiden vrouw te leven.

Gescheiden. Dat vind ik zo’n lelijk woord. Ik heb mijn leven lang niets anders gewild dan een leuk gezinnetje. Gewoon huisje, boompje, beestje. Als ik dat had, zou ik zielsgelukkig zijn. Maar dat is me niet gegund. We proberen van alles in het leven te bereiken, maar uiteindelijk eindigen we allemaal als niets.

 

Ondanks herhaaldelijk aandringen wil Sertan niet tegen Anna zeggen wanneer de rechtszaak tegen hem is gepland. Hij wil geen pottenkijkers meer. Haar ex houdt zich ook niet aan zijn belofte om me nog een keer voor een gesprek in de gevangenis uit te nodigen.

‘Misschien kunnen we zijn advocate bellen?’ suggereert Anna.

‘Van haar krijgen we het waarschijnlijk ook niet te horen,’ vermoed ik. ‘Behalve als Sertan haar niet gewaarschuwd heeft dat ze ons niet langer te woord mag staan. Het valt te proberen.’

Even later draai ik het nummer van de advocate die zo attent was om me tijdens de eerste rechtszitting haar visitekaartje te geven.

Sertans advocate is gelukkig een stuk loslippiger dan haar cliënt. Sterker nog: als ik haar opbel, loopt ze helemaal leeg. Die idiote rechtbank in Haarlem, ze houden Sertan en haar al maanden aan het lijntje, ze hebben nog steeds niet besloten of ze hun getuigen gaan oproepen en wanneer. Er zijn al vijf pro-formazittingen geweest waarin het alleen om de procedure ging, de rechter vroeg om meer tijd en gaf zelfs toe het volledige dossier niet eens gelezen te hebben. Dat vermoeden had ze allang, maar het is toch te gek voor woorden dat haar cliënt al zo lang gevangen zit en dat ze niet de moeite genomen hebben om zijn dossier te lezen...

Aan het einde van haar monoloog zegt de advocate dat de rechter nog geen datum gepland heeft. Ze vraagt naar mijn telefoonnummer. Ik geef mijn 06, omdat ik bang ben dat mijn privénummer via haar in handen van Sertan valt. Ze zal me bellen als ze de datum van de rechtszaak weet. Zegt ze. Ik weet niet of ik haar kan vertrouwen.

Misschien maak ik me druk om niets. Misschien kan het Sertan helemaal niet schelen of Anna en ik naar de rechtszaal komen, ook al wil hij niet vertellen wanneer de zitting is. Als het Hof de rechtszaak blijft uitstellen, dan heeft Sertan mogelijk te lang in voorarrest gezeten en dan zou hij wel eens kunnen vrijkomen op de dag waarop hij veroordeeld wordt.

 

Op de salontafel ligt post van een onbekende afzender. Een dikke envelop. Ik open die voorzichtig. Het eerste wat ik lees, is een briefje: ‘Hierbij het rapport zoals toegezegd. Succes met uw werk!’

Het rapport dat de politierechercheur me beloofd had. Ik was het al bijna vergeten. Ik blader het even door. Het zijn allemaal rechtszaken van vrouwen die in de hoerenbuurt in Alkmaar hebben gewerkt en het uiteindelijk aandurfden om tegen hun pooiers te getuigen. Meestal jaren later, vaak nadat een klant ze geholpen had om te vluchten. Een advocate, die slachtoffers van mensenhandel verdedigt, heeft alle schrijnende gevallen op een rijtje gezet in de hoop dat ze de politiek wakker schudt. Het rapport draagt de toepasselijke naam ‘Zwartboek’.

Inmiddels heb ik zo veel over loverboys gelezen en gehoord dat ik het betwijfel of ik er iets nieuws in vind. Voordat ik naar bed ga, besluit ik toch een paar pagina’s te lezen. Al na de eerste bladzijden voel ik dat ik misselijk word door de droge opsomming van schokkende feiten. Jonge vrouwen worden door pooiers met een knuppel geslagen en moeten daarna in koud water zitten om zwellingen te voorkomen, ze worden gedwongen tot tatoeages en borstvergrotingen, als ze menstrueren werken ze door met een sponsje, ze mogen klanten die zonder condoom willen niet weigeren...

Als de meisjes een abortus ondergaan, dan duurt het hooguit twee dagen voordat ze weer klanten moeten ontvangen, ze worden gedwongen te trouwen met Nederlandse handlangers van de pooiers, ze worden bedreigd dat ze levend begraven zullen worden en ze krijgen als voorbeeld meisjes bij wie dat echt is gebeurd...

Mijn hoofd begint te tollen van al die informatie tegelijk, van al die gruwelijke feiten. De loverboys komen uit elk denkbaar land en de vrouwen ook. Vaak gaat het wel om arme meisjes uit Oost-Europa, die onder valse voorwendselen naar Nederland zijn gelokt. Ik lees de lotgevallen van enkele van mijn landgenoten en begin steeds beter te begrijpen waarom mijn oma zich een paar jaar geleden zorgen maakte dat zoiets mij ook kon overkomen. Eén moment van onoplettendheid en je zit achter slot en grendel. Al je stappen worden gevolgd, ontsnappen is vrijwel onmogelijk.

Veel van deze vrouwen werken zeven dagen per week en ze gaan pas naar huis als de laatste klant weg is. Als de vermoeidheid toeslaat, worden ze gedrogeerd om langer te kunnen doorgaan. Het zijn net robots.

Een vrouw van 21 jaar begrijpt pas wat haar overkomen is als een klant haar helpt ontsnappen. Ze probeert vervolgens zelfmoord te plegen. Als dat mislukt, doet ze aangifte. De strafzaak wordt geseponeerd, omdat zij de enige is die aangifte heeft gedaan tegen deze pooier. Later vindt het Gerechtshof alsnog dat er een strafzaak moet komen, maar de verdachte is allang gevlucht naar zijn geboorteland.

Het blijkt veel vaker te gebeuren dat pooiers de benen nemen. Soms worden ze geschorst uit voorarrest en vervolgens zijn ze onvindbaar.

Degenen die wel veroordeeld worden, krijgen zeer uiteenlopende straffen, van acht maanden tot acht jaar. Vaak maakt het helemaal niet uit hoeveel vrouwen aangifte tegen hen hebben gedaan. Als ik de rechtszaken bestudeer, kan ik geen enkele richtlijn in de hoogte van de straffen ontdekken.

De mooie meisjes verdienen tussen de vijfhonderd en duizend euro per dag. Sommige zien helemaal niets van dat geld, andere krijgen twintig euro voor eten en nieuwe lingerie. Wat ze allemaal gemeen hebben, is de angst voor hun pooier. Ze zijn zo murw gemaakt dat ze niet durven te vluchten, ook als ze die kans krijgen.

Een Bulgaarse doet wel aangifte en een vriend van haar pooier ziet haar toevallig als ze het politiegebouw verlaat. Daarna wordt ze zo gruwelijk mishandeld dat ze een week lang alleen vloeibaar voedsel kan nemen, omdat slikken te veel pijn doet. Met haar aangifte gebeurt niets. Het openbaar ministerie vindt één aangifte ook hier niet voldoende om er een rechtszaak van te maken. In het ouderlijk huis van een ander dapper slachtoffer ontploft een bom. Haar pooier wil haar bang maken.

Het zijn allemaal heel aangrijpende verhalen. Het ergste vind ik misschien het lot van een jonge Hongaarse vrouw. Omdat ze heel tenger gebouwd is, lijkt ze op een minderjarige. Daardoor komen mannen van heinde en ver naar Alkmaar om het met een lekker jong ding te doen. Ze moet meestal zo’n dertig klanten per dag plezieren, onder wie veel pedofielen. Uiteindelijk raakt de vrouw zwanger van een klant omdat het condoom scheurt. Na vijf maanden zwangerschap lukt het haar om een keer op straat hard weg te rennen en zich onder de toonbank van een bloemenzaak te verstoppen. De eigenaar belt de politie en de 22-jarige vrouw vertelt het hele verhaal. De hoofdverdachte vlucht naar Hongarije en wordt nooit bestraft.

 

Inmiddels is het drie uur ’s nachts geworden en ik kan niet stoppen met lezen. Mijn ogen vallen automatisch dicht, maar ik probeer ze toch open te houden, want mijn hersenen gaan door. Dus lees ik verder zolang ik het volhoud.

Veel van deze slavinnen blijken onder de blauwe plekken te zitten, maar de meeste klanten doen alsof ze dat niet zien. Een meisje wordt geregeld aan haar haren de woning doorgesleept.

Drie jonge Nederlandse vrouwen worden heel vaak zowel vaginaal als anaal door een loverboy verkracht. Een van hen stikt bijna als haar pooier haar keel dichtknijpt. Ze besluiten uiteindelijk alle drie aangifte te doen. De man krijgt drie jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk.

Alleen zeer moedige of uiterst wanhopige vrouwen durven te getuigen. De rest is bang voor represailles, want opgepakte loverboys hebben vaak criminele vrienden. Soms komt het voor dat een slachtoffer of leden van haar familie ontvoerd en vermoord worden.

De zaken die uiteindelijk de rechter halen, zijn het topje van de ijsberg. Eigenlijk is het te gek voor woorden dat in steden zoals Alkmaar midden in het centrum vrouwen achter een raam werken tegen wie elke dag zeden-en geweldsmisdrijven worden gepleegd. De gruwelijkheden die het rapport vermeldt, zijn nauwelijks te bevatten. Vrouwen worden met stofzuigerslangen geslagen, ze werken door als ze ziek zijn en als ze opgehaald worden om naar huis te gaan, moeten ze eerst nog hun pooier en zijn handlangers plezieren...

Ik kijk naar de klok. Vijf uur. Ik moet echt naar bed, want om half acht gaat de wekker.

 

Het rapport dat ik gelezen heb, laat me ook de komende dagen niet met rust. Ik zoek op internet de contact-gegevens van de Alkmaarse advocate die het geschreven heeft. Die heb ik zo gevonden en voordat ik bedenk wat ik ga zeggen, toets ik het nummer van het advocatenkantoor in.

Ik leg haar in het kort uit wie ik ben, maar wat wil ik eigenlijk vragen? Zoek ik een bevestiging dat al die gruwelijke feiten niet ontsproten zijn aan het brein van een kwaad genie? Afijn, ik zeg dat ik heel erg onder de indruk ben van haar rapport en dat ik nu pas zie hoeveel ellende achter de ramen van de Alkmaarse hoerenbuurt schuilt. Ik ben er in het verleden wel eens langsgelopen, want de hoerenbuurt ligt echt midden in het centrum, slechts een paar steegjes verwijderd van de wereldberoemde Kaasmarkt.

Eigenlijk vond ik het best vermakelijk hoe die vrouwen daar poseerden en hoe ze met hun ‘koopwaar’ pronkten. Ik had geen medelijden met ze, omdat ik dacht dat het hun eigen keus was, dat ze op een snelle manier veel geld wilden verdienen.

Nu ik de waarheid weet voel ik me schuldig, medeschuldig aan deze vorm van moderne slavernij in democratisch Nederland.

Ik vertel dat openhartig aan de advocate. Aan de andere kant van de telefoonlijn is het stil.

Even later komt het verlossende antwoord: ‘Tja, veel mensen denken dat er niets aan de hand is als ze al die glimlachende meisjes zien. Ik ben zelf al zo lang advocaat van slachtoffers van loverboys dat zelfs de meest gruwelijke vormen van mishandeling me niet meer verbazen. Op een gegeven moment raken je emoties afgestompt en het enige wat je wilt, is een stukje gerechtigheid. Slavernij is niet iets van vroeger. Het mag verboden zijn, maar wereldwijd zijn er nog steeds twaalf miljoen slaven. Wie naar landen zoals India wijst, kan net zo goed een rondje door de rosse buurt in Amsterdam of Alkmaar maken. Meer dan de helft van die meisjes zijn slavinnen en doen dit werk tegen hun zin. Dat is bij de overheid wel bekend, maar die doet er weinig aan.’

‘Is het echt onmogelijk om een pooier te veroordelen als slechts één vrouw aangifte durft te doen?’

‘Vrijwel onmogelijk,’ antwoordt de advocate. ‘Daar kan justitie niets mee, omdat de pooier altijd een paar andere vrouwen vindt die verklaren dat het slachtoffer alles bij elkaar liegt. De meeste meisjes zijn doodsbang. Ze hopen bovendien een gedeelte van hun zuurverdiende geld terug te krijgen. Dat is uiteraard valse hoop, maar als ze de aangifte steunen, weten ze zeker dat ze alles kwijtraken en dat ze helemaal voor niets hun lichaam hebben verkocht. Ik begrijp hun gedachtegang wel; jammer alleen dat de pooiers daardoor hun verdiende straf ontlopen.’

De Alkmaarse advocate vertelt het allemaal heel zakelijk, maar op één punt hoor ik emotie in haar stem: ‘Het ergste is als een vrouw eerst hoort dat er niets met haar aangifte wordt gedaan en jaren later alsnog moet getuigen omdat de zaak door nog een aangifte opnieuw opgerakeld wordt,’ zegt zij. ‘Tegen die tijd heeft het eerste slachtoffer vaak een heel nieuw leven opgebouwd en opeens moet ze terug naar haar vreselijke verleden. Ik probeer zulke vrouwen zo veel mogelijk in bescherming te nemen, maar uiteindelijk moeten ze toch getuigen. Heel zuur als je inmiddels een leven met man en kinderen hebt, die soms ook niet de hele waarheid weten.’

Wat de advocate ook heel krom vindt, is dat veroordeelde loverboys een derde strafvermindering krijgen bij goed gedrag in de gevangenis.

‘Is dat standaard?’ vraag ik verrast.

‘Ja. Stel, dat iemand tot vijf jaar cel wordt veroordeeld, dan kun je daar bij voorbaat één jaar en acht maanden vanaf trekken.’

‘De tijd dat hij in voorarrest heeft gezeten, wordt zeker ook in mindering gebracht?’

‘Precies. De slachtoffers schrikken zich rot als zo’n loverboy direct na zijn veroordeling opnieuw als een vrij man op straat loopt. Ik vind dat ook heel akelig.’

Ik durf niet te gaan rekenen wanneer Sertan vrijkomt, maar als zijn straf met een derde wordt verlaagd, dan zal dat niet lang meer duren.