Bang

Vandaag liep het uit de hand. Sertan had een slecht humeur en hij had iemand nodig om zich op af te reageren. We kregen ruzie over iets onbenulligs, zoals zo vaak de laatste tijd gebeurt. Hij trok heel hard aan mijn haar en schreeuwde lelijke woorden. Toen ging hij een pakje sigaretten halen en sloot me op.

Ik klom over het balkon naar de buurvrouw, maar ze bleek niet thuis. Ik kon uiteraard niet zonder toestemming in haar woning gaan zitten, maar ik durfde ook niet terug naar huis. Toen heb ik me achter de gordijnen verstopt en ik ben heel lang zo blijven staan in de hoop dat de woede van mijn man zou afkoelen.

Toen Sertan terugkwam, ging hij me overal zoeken, tierend en scheldend. Daarna ging hij weg en kon ik weer voor de dag komen.

’s Avonds was de situatie alweer rustig. Sertan zei dat hij van me hield en dat hij me geen pijn wilde doen. Maar ik moest hem ook begrijpen: ik was een zeer lastige vrouw.

Ik heb er vaak aan gedacht om naar de politie te stappen, maar ik weet dat ze me niet helpen. Agenten komen af en toe bij ons thuis als een ruzie uit de hand loopt. Dan luisteren ze naar ons allebei en ze gaan weer weg zonder iets te ondernemen.

 

Ik heb Anna al een week niet gezien, maar vandaag ontvang ik een mailtje van haar. ‘Ik ben bang dat Sertan me verschrikkelijk lastig gaat vallen als hij straks vrijkomt,’ schrijft ze. ‘Hij belde me vandaag op en we hadden een heel vervelend gesprek. Sertan vond me heel kil en ondankbaar en hij waarschuwde me om niet te veel over hem te praten. Ik weet niet hoe hij in de gevangenis is geworden. Misschien stuurt hij iemand op me af. Ik verwacht niet dat hij zich er bij neerlegt dat ik niet meer van hem ben.’

In die paar korte regels schuilt zoveel angst en machteloosheid, dat ik direct de auto pak om naar Anna te rijden. Ik wil haar geruststellen, haar sombere gedachten verdrijven.

Anna kijkt me verrast aan als ze de deur opendoet. ‘Zo, je hebt mazzel dat ik thuis ben. Ik ben net terug van een sollicitatiegesprek.’

‘Hoe ging het?’

‘Ik weet het niet, goed geloof ik. Ik neem aan dat ze niet te veel eisen stellen, want het is simpel inpakwerk. Toen ik de secretaresseopleiding deed, dacht ik geen moment aan productiewerk, maar met die krappe arbeidsmarkt mag je blij zijn als je überhaupt ergens aangenomen wordt.’

‘Ik hoop dat het lukt, want daar leer je in ieder geval nieuwe mensen kennen. Misschien dat ze je angstige gedachten verdrijven.’

‘Je hebt zeker mijn mailtje gelezen?’

Ik knik. ‘Daar wou ik nog even met je over praten.’

‘Kom binnen. Kijk eens, Dino komt je ook begroeten.’

De Amerikaanse cockerspaniël stormt op me af, zwiepend met zijn staart. Anna werpt hem een liefdevolle blik toe: ‘Hij is mijn beste vriend. Ik wilde graag een hondje, omdat ik zo eenzaam was, maar ik heb nooit gedacht dat ik zoveel steun aan een beestje kan hebben. Dino is vaak de enige die me begrijpt.’

De hond maakt vieze voetstappen op de lichte vloer. ‘Wat? Ben je weer in de tuin wezen graven?’ roept Anna. ‘Ik heb je net gedoucht.’

Dino springt op de bank en gaat naast me liggen. Hij kijkt me een beetje schaapachtig aan. Zo van: ‘Ik begrijp niet waar mijn baasje over zeurt. Ik ben een lieve hond, vooral als ik iets lekkers krijg. En als ik het niet krijg, dan pak ik het zelf.’

Voor ik er erg in heb, heeft Dino mijn cake opgegeten.

Anna dirigeert hem voor straf naar de gang.

‘Vertel, wat wil je weten?’ vraagt ze als ze binnenkomt.

‘Waarom je zo bang bent voor je ex.’

‘Omdat hij me niet zomaar zal loslaten. Sertan gaat er alles aan doen om mijn vrije leventje te verpesten.’

‘Waarom denk je dat? Misschien zijn dat ongegronde angsten. Je maakt jezelf bang omdat je je slachtofferrol zo gewend bent. Sertan heeft nu een andere vriendin, dus waarschijnlijk laat hij je met rust.’

Anna lacht: ‘Geloof jij dat hij zo lang bij dat meisje blijft? Volgens mij speelt hij gewoon een spelletje met haar, omdat het hem goed uitkomt. Hij speelt zijn hele leven spelletjes. Je hebt geen idee hoe overtuigend hij ontkende dat hij met andere vrouwen naar bed ging. Ik kon niets bewijzen. Je weet niet half hoe machteloos je je op zo’n moment voelt.’

Ik zwijg. Dat gevoel ken ik inderdaad niet.

 

Anna overhandigt me een kopie van een brief. ‘Deze heb ik een paar dagen geleden naar Sertan gestuurd.’

Ik lees de tekst even snel door en kijk haar geschokt aan. Ze schrijft hem dat hij haar nooit heeft kunnen begrijpen, waarschijnlijk omdat zijn ontwikkelingsniveau te laag is, dat ze niet wil dat hij na de gevangenis contact met haar zoekt en dat hij een slecht voorbeeld is voor zijn kinderen.

‘De mensen in onze straat wisten wat je deed, ze wisten alles wat ik nooit geweten heb totdat je zus me kennis met je vriendin liet maken,’ staat er verder in de brief. ‘Als zij er niet was, was ik waarschijnlijk nooit te weten gekomen wat je precies deed en wat een slecht mens je bent. Ik wil niet zo’n vader voor mijn kinderen. Als je ze wilt blijven zien, moet je van tevoren duidelijk aangeven wanneer en ze mogen niet met je mee, omdat je huidige vriendin als hoer werkt. Ik wil niet dat mijn kinderen dat zien. Nu pas realiseer ik me wat voor man je bent en ik haat je. Ik weet dat je dat niet wilt horen, maar dit is gewoon de waarheid.’

‘Jij durft!’ zeg ik tegen Anna, terwijl ik haar de brief teruggeef. ‘Hij ging waarschijnlijk helemaal door het lint toen hij dat las?’

‘Ik weet het niet. Ik heb zijn reactie niet gezien, maar eerlijk gezegd verwacht ik niet dat die brief hem pijn gedaan heeft. Ik heb vaker dat soort dingen tegen hem gezegd, maar hij heeft mijn woorden nooit serieus genomen. Ik hoop dat Sertan nu echt afstand van ons neemt als hij uit de gevangenis komt. Ik wil niet dat de kinderen op hem gaan lijken. Wat is dat voor een vent die met allerlei verschillende vrouwen samenwoont en hun doet geloven dat ze de enige echte liefde in zijn leven zijn? Sertan had bij al die vrouwen wat kleren en toiletspullen gelaten zodat ze het idee hadden dat ze samenwoonden en ze trapten er allemaal in.’

‘Hoe blind moet je zijn om dat niet door te hebben?’

‘Ja, dat vraag ik me achteraf ook af. Met zijn leugens wist hij altijd te ontkomen. Mijn enige troost is dat het niet aan mij ligt. Al die andere vrouwen hadden hem ook niet door.’

‘Hoe is Sertan in de vrouwenhandel terechtgekomen?’

‘Hij heeft mavo gedaan en toen was hij een tijdje monteur bij KPN. Hij had een vriend die altijd heel veel mooie vrouwen om zich heen had. Ze werkten voor hem en hij verdiende bakken met geld, terwijl hij niet zo veel deed. Sertan werd een beetje jaloers en dacht bij zichzelf: dat kan ik ook. Toen ging hij escortdames rondrijden en dat verdiende bijzonder goed.’

Volgens Anna dacht Sertan altijd aan geld en tegelijkertijd was hij heel krenterig. ‘Al het geld dat hij verdiende, deed hij in dichtgeplakte enveloppen met zijn handtekening erop zodat ik er niets uit kon halen,’ vertelt ze. ‘Hij was nauwelijks bereid om geld voor de huishouding en voor de inrichting van het huis te betalen. Mijn man kocht het allergoedkoopste laminaat en de gordijnen moest ik zelf maken, want hij had geen zin om geld uit te geven aan gordijnen. Zelfs de gordijnrails moest ik tweedehands regelen.’

‘Gaf hij je wel voldoende geld voor kleding?’

Anna haalt haar schouders op: ‘Ik kocht alleen maar spullen in de kringloopwinkel of in de uitverkoop. De broek die ik nu draag, kostte tweedehands nog geen vijf euro. Het jasje is van Esprit, maar het was wel zeventig procent afgeprijsd.’

Het is een stijlvol grijs jasje met een ceintuur.

‘Ik houd van mooie dingen, maar als het prijskaartje te hoog is, bedenk ik me wel drie keer voordat ik ze koop,’ zegt Anna. ‘Als het aan Sertan lag, kocht ik al mijn kleren tweedehands. Het interesseerde hem niet hoe zijn vrouw eruitzag, want we gingen vrijwel nooit ergens naar toe. Als we dat wel deden, liep hij altijd een paar passen voor. Hij respecteerde me totaal niet.’

‘Ik begrijp nog steeds niet, waarom je niet eerder gescheiden bent.’

‘Ik wilde wel, maar ik durfde het steeds niet aan. Ik voelde me geestelijk heel erg afhankelijk van hem. Sertan had me zo’n laag zelfbeeld aangepraat; ik dacht dat ik het in mijn eentje niet zou redden. Gek dat een mens zo kan veranderen, want vroeger was ik juist een heel zelfverzekerde en ambitieuze vrouw.’

 

Op de salontafel zie ik de krant van vandaag liggen. Ik herinner me dat er een artikel in stond met een test waarin de eigenschappen van een psychopaat werden opgesomd. Misschien is Sertan een psychopaat, schiet me te binnen. Ik verwerp dat idee vrijwel onmiddellijk omdat ik bij een psychopaat vooral aan mensen denk die ontoerekeningsvatbaar zijn. Bij hem heb ik die indruk helemaal niet. Toch laat ik het artikel aan Anna zien.

‘Psychopaat?’ Ze begint onbedaarlijk te lachen. ‘Weet je dat ik me ook wel eens afgevraagd heb of ik niet met een psychopaat ben getrouwd? En toch is dat niet zo. Sertan weet heel goed wat hij doet en waarom hij het doet.’

‘Wil je misschien toch de test maken? Ik lees de eigenschappen voor die bij een psychopaat horen en jij zegt of het klopt.’

‘Fijn,’ zegt Anna. ‘Maar nogmaals, ik heb lang genoeg met hem gewoond om te kunnen zeggen dat hij geen psychopaat is. De vrouwen trokken hem niet aan, maar het geld. En voor het geld ging hij steeds een stap verder. Toneelspelen kun je gewoon leren.’

‘De eerste eigenschap is een sterk opgeblazen gevoel voor eigenwaarde.’

‘Dat heeft Sertan zeker. Hij denkt dat hij heel wat is en dat straalt hij ook uit. Weet je wat hij steeds zei als we ruzie hadden: “Mijn naam is Sertan, ik weet wat ik doe en wie ben jij eigenlijk?”’

‘Juist. De tweede karaktertrek is gemakkelijk liegen.’

Een glimlach zweeft over de mondhoeken van Anna. ‘Dit behoeft weinig toelichting.’

Ook de behoefte aan controle en macht, onverwerkte trauma’s uit het verleden, het treiteren van de partner en het ontbreken van schuldgevoelens worden allemaal door Anna bevestigd.

‘De regels van de maatschappij zijn niet op hem van toepassing, klopt dat?’ vraag ik verder.

‘Geef me een voorbeeld,’ zegt Anna.

‘Bijvoorbeeld je rekeningen op tijd betalen.’

‘O, die rekeningen stapelden zich op en daar maakte mijn man zich helemaal niet druk om. “Laat de deurwaarders maar komen,” zei hij steeds. “Dat doen ze toch niet.” En hij had gelijk, want van telefoonmaatschappij Tele2 ontvingen we al jaren dreigbrieven voor openstaande rekeningen van een paar duizend euro, maar ze stuurden geen deurwaarder. Ze hebben niet eens zijn telefoon afgesloten, waardoor hij op hun kosten bleef bellen.

Ook bij alle andere bedrijven was Sertan heel laat met betalen. Meestal bleef het bij een waarschuwing, maar een keer hing een man een briefje op onze deur dat onze inboedel geveild zou worden wegens schulden. Ik heb het net op tijd weggehaald, nog voordat de buren het zagen. Toen heeft Sertan wel betaald.

Het meeste geld ging naar de Belastingdienst in de vorm van verkeersboetes. Ik bewaarde de brieven en dat werd een dikke map met zesduizend euro aan bekeuringen. Af en toe zwaaide ik met de map en stelde ik de vraag: “Hoe ver ga je? Weet je hoeveel schoenen voor de kinderen ik voor dit bedrag kan kopen?” Ik vond het onbegrijpelijk dat Sertan duizenden euro’s aan bekeuringen betaalde, terwijl hij pertinent weigerde om me bijvoorbeeld geld voor een nieuwe lamp in de woonkamer te geven.’

‘Duidelijk. Ik heb nog een karaktereigenschap die je waarschijnlijk bekend voorkomt. Manipulatief, gladde prater. Was hij ook impulsief?’

‘Hé, eindelijk iets dat niet waar is. Sertan dacht juist altijd heel goed na over wat hij deed. Hij werd niet gauw kwaad en ging ook nooit met iemand vechten. Hij raakte niet eens in de stress toen zijn auto gestolen werd.’

‘Vertoonde hij gedragsproblemen op jonge leeftijd?’

‘Dat weet ik niet, maar hij was niet blij met zijn ouders. Zijn familie was rijk, maar hij moest altijd in de stomste broeken lopen. Zijn vader was zo gierig dat hij hem niet eens geld gaf voor een sinterklaassurprise op school. Hij vond dat Sertan zijn geld niet mocht uitgeven om andere kinderen blij te maken. Sertan schaamde zich dat zijn klasgenootjes leuke cadeaus bedacht hadden, terwijl hij alleen een zakje snoep had gekocht. Meer spaargeld had hij niet.’

‘Laten we de antwoorden turfen. Twee eigenschappen kloppen niet, negen wel.’

‘Jeetje, ik ben twaalf jaar getrouwd geweest met een psychopaat,’ roept Anna uit.

Ze heeft een paar minuten nodig om het resultaat te verwerken.

‘Het gekke is dat ik me ineens heel veel voorbeelden van vreemd gedrag herinner,’ zegt Anna. ‘Sertan opende een keer mijn tas en vond drie lippenbalsems. Ik weet niet wat jouw man in zo’n situatie zou doen.’

‘Wat moet hij doen dan? Er is niets bijzonders aan lippenbalsem.’

‘Nou, we kregen een gigantische ruzie. Waarom had ik drie van die dingen in mijn tas? Omdat ik ontzettend droge lippen had, was geen bevredigend antwoord. “Nee, je wilt er mooi uitzien, je wilt mannen verleiden,” schreeuwde Sertan. Ik heb de hele nacht gehuild en hij ging maar door en door. Misschien voelde hij zich lekker omdat ik zo triest was. Als ik toen had geweten dat ik met een psychopaat was getrouwd, had ik hem waarschijnlijk veel eerder verlaten. Maar ik had geen idee.’