Een moderne harem

Als klein meisje wilde ik filmster worden. Ik had nooit gedacht dat mijn eigen leven in een soap-serie zou veranderen, gevuld met list en bedrog. Ik heb ook nooit gedacht dat ik de Oekraïne zou verlaten, maar mijn lot voerde me naar een totaal onbekend land. Misschien was het mijn lot niet, misschien was het slechts mijn naïviteit, maar op dat moment wist ik niet beter.

Er heerste pure wanhoop en ellende na de val van het communisme. De mensen raakten elk houvast kwijt, toen duidelijk werd dat de euforie over de herwonnen vrijheid de lelijke werkelijkheid niet langer kon bedekken. Alle jongeren wilden weg uit dit stuurloze land. De mooie meisjes hoopten allemaal een rijke buitenlander te strikken om mee te trouwen. We wisten vrijwel niets over West-Europa, maar één ding was voor ons duidelijk: dat moest een droomwereld zijn, simpelweg omdat ons verarmde vaderland dat niet was.

Die droomwereld is niet voor mij bedoeld, dacht ik eerst. Ik was op mijn twintigste getrouwd en vrij snel daarna gescheiden, omdat mijn man een dronkenlap bleek. Daarna ging ik terug naar mijn moeder, met mijn baby van drie maanden.

Van mijn moeders inkomen konden we nauwelijks rondkomen. Ik moest wat verzinnen om aan geld voor ons gezin te komen. Een vriendin zei dat ze naar Nederland ging om daar in de bloemen te werken. Dat klonk me als muziek in de oren, vooral toen ik hoorde dat je daar meer dan duizend dollar per maand mee kon verdienen.

Ik vond het heel erg zwaar om afscheid van mijn kindje te nemen. Maar toen dacht ik aan al dat geld en hoe gemakkelijk dit ons leven zou maken. Na drie maanden werken kon ik al een eenkamerappartement kopen.

Mijn moeder was ongerust, maar aan de andere kant had ze vertrouwen in mij. Ik had haar immers nog nooit teleurgesteld.

 

De eerste dag van de rechtszaak is in de ogen van Anna één groot fiasco. Ze ziet er gesloopt uit. Anna heeft zich zo lang geestelijk voorbereid op deze dag, op de confrontatie met alle strafbare feiten die haar man gepleegd heeft, dat het als een ijskoude douche voelt als de rechtszitting wordt afgeblazen. De advocate heeft zich op het laatste moment ziek gemeld en om die reden wordt de zaak voor onbepaalde tijd uitgesteld.

De officier van justitie krijgt toch nog even het woord. Alles wat Anna me verteld heeft, wordt op dat moment bevestigd. Haar man heeft de paspoorten van verschillende vrouwen afgenomen en ze gedwongen om het met prostitutie verdiende geld aan hem te geven. Sertan bracht de vrouwen in woningen in de buurt van Haarlem onder. Hij vertelde ze niet dat hij getrouwd was en kinderen had. Een van de vrouwen heeft hij verkracht. Een andere heeft hij verschillende keren geslagen en geschopt.

‘Heeft u begrepen wat de officier van justitie zojuist heeft gezegd?’ vraagt de rechter aan de verdachte.

Sertan knikt. ‘Mijn advocate gaat bezwaar maken,’ zegt hij. Zijn stem klinkt rustig.

‘Dat was het dan voor vandaag,’ zegt de rechter.

Sertan wordt afgevoerd. Hij werpt een blik op de vrouw met wie hij twaalf jaar heeft samengewoond. Twaalf jaar vol leugens. Anna geeft geen krimp.

Ik bekijk hem nieuwsgierig. Dus dit is de man op wie al die vrouwen smoorverliefd zijn geworden. Tientallen vrouwen. Ik begrijp het niet. Sertan is absoluut niet knap. Hij is 37 jaar, maar hij ziet er veel ouder uit. Zijn hoofd is kaalgeschoren en glinstert als een biljartbal. Hij heeft plooien in zijn dikke nek. Wat heeft die man dat al die vrouwen verliefd op hem worden?

Een bewaker met handboeien aan zijn broek doet de deur achter hem dicht. Ik draai me naar Anna toe.

‘Hij is lelijker dan ik had verwacht,’ zeg ik eerlijk.

‘Ik zei je al dat hij niet bijzonder knap is. Wat had je dan verwacht?’

Tja. Hoe ziet een man eruit op wie vrouwen zo verliefd worden dat ze omwille van de liefde hun lichaam verkopen? Hoe ziet een man eruit die met gespeelde gevoelens zijn vriendinnen tot aan de rand van zelfmoord drijft? Daarop heb ik geen antwoord.

 

Buiten de rechtszaal zie ik een kleine man in een velours jasje en met een grote snor. Ik heb zijn gezicht onthouden, want hij glipte op het laatste moment de rechtszaal binnen en wilde bij de balie niet zeggen of hij familie was. Als ik zie dat de man in gesprek raakt met de advocate van de slachtoffers, wint mijn nieuwsgierigheid het van mijn nette manieren. Ik sluip dichterbij en probeer het gesprek af te luisteren.

De man blijkt een politierechercheur die onderzoek doet naar vrouwenhandel. Hij wisselt zijn visitekaartje uit met de advocate. Ik verzamel moed en spreek ze aan.

‘Mag ik misschien ook een visitekaartje? Ik ben van plan om een boek over deze rechtszaak te schrijven.’

Ze kijken me allebei verbaasd aan.

‘Ja, het is wel een boek waard, maar wie bent u?’ vraagt de rechercheur.

‘Ik werk als journaliste en ik schrijf ook boeken. Ik werd door zijn ex-vrouw gevraagd om haar levensverhaal op te schrijven.’

‘Zijn ex-vrouw? Hij is helemaal niet gescheiden.’

‘Toch wel,’ zegt Anna die dichterbij is gekomen. ‘Ik ben zijn ex-vrouw, sinds kort zijn we officieel gescheiden.’

Nu zijn alle blikken op haar gericht.

‘Dat was me ontgaan,’ zegt de politieman.

‘De scheiding is al uitgesproken, maar nog niet geregistreerd in het gemeentelijk register.’

‘Aha,’ zegt de rechercheur en overhandigt ons allebei een visitekaartje. Dat doet de advocate ook. ‘Ik ga tijdens de rechtszaak schadevergoeding voor twee van zijn slachtoffers eisen,’ zegt zij. ‘Honderdduizend euro lijkt me redelijk.’

Anna kijkt haar sprakeloos aan. Pas als de advocate en de rechercheur weggaan, doet ze haar mond weer open. ‘Hem kaalplukken? Dat lukt haar nooit. Sertan is zo uitgekookt als het om geld gaat. Ik denk dat ze geen cent krijgen. Vrouwen lieten zich door hem oplichten omdat ze hem zo graag wilden geloven. Ze gaven Sertan geld in de hoop dat hij bij ze bleef. Ik weet dat liefde blind maakt, maar zo blind toch niet?’

We lopen naar de parkeergarage. Anna opent de deuren van haar kleine oude Peugeot. Als we gaan rijden, begint het dashboardkastje hard te rammelen. Ze geeft het een paar duwtjes, maar het rammelen houdt niet op.

‘Je ex verdiende tonnen in de vrouwenhandel. Kon hij geen fatsoenlijke auto voor je kopen?’

‘Sertan was heel gierig,’ zegt Anna zachtjes. ‘Hij potte al zijn geld op. Voor zichzelf kocht hij natuurlijk wel een Mercedes. En een villa in Turkije. Sertan woont al van kleins af aan in Nederland, maar hij is van Turkse afkomst.’

In de auto vertelt Anna dat ze vrij snel met Sertan ging samenwonen, eigenlijk al voordat ze hem goed genoeg kende. ‘Op een dag zei hij dat hij met iemand anders getrouwd was.’

De opgekropte emoties verstikken haar stem en zoeken een uitweg.

‘Ik was zo verschrikkelijk kwaad,’ zegt Anna. ‘Ik wees hem direct de deur, want ik wilde niet het gezinsleven van iemand anders om zeep helpen. Toen dat tot hem doordrong, zei hij dat hij een grapje maakte om me uit te testen. De bruid op de foto die hij mij had laten zien, was gewoon zijn nichtje. Hoe kon ik denken dat hij getrouwd was? Hij was slechts 23 jaar. Dit was het Oostblok niet, waar iedereen zo vroeg trouwde.’

Anna vond het geen leuk grapje en al helemaal niet toen ze er later achter kwam dat dit gewoon de waarheid was. Sertan was al op zijn zeventiende in Turkije getrouwd, had twee kleine kinderen en de hele tijd repte hij daar met geen woord over.

‘Weet je hoe ik hier achter kwam?’ vraagt Anna. ‘Op een dag belde een vrouw bij me aan. Ze zei dat ze zijn echtgenote was en ze smeekte me om hun gezin niet kapot te maken. Ik was op dat moment hoogzwanger van Sertan.’

Ik ben even stil.

‘Had je medelijden met zijn vrouw?’

‘Jawel, maar wat moest ik dan? Moest mijn kind zonder vader opgroeien? Sertan gaf bovendien helemaal niets om haar en hun kinderen. Ze woonden niet ver, maar hij ging daar alleen op bezoek als hij iets nodig had. Ik begreep niet dat die vrouw dat pikte en dat ze hem terug wou, terwijl hij verliefd was op een ander.

Sertan drong aan op een echtscheiding, maar zij weigerde. Ik was heel kwaad, maar diep van binnen begreep ik haar wel. Ze had immers twee kinderen van hem en ze wilde graag dat ze hun vader hielden. Het duurde heel erg lang voordat ze officieel gescheiden waren. Ons kind was al geboren.’

Wat zijn dat voor vrouwen? vraag ik me af. Ik kan me niet voorstellen dat mijn man bijna elke dag bij een andere vrouw slaapt en dat ik geen scheiding zou willen. Dat Anna daar begrip voor heeft! Het lijkt me heel triest als mijn kinderen zonder vader zouden moeten opgroeien, maar het lijkt me nog triester als hun vader bij een andere vrouw woont. Hoe vertel je dat aan kinderen? Papa logeert elke dag bij een minnares en daar heeft hij ook een paar kinderen rondlopen. Daarom kan papa niet zo vaak naar huis komen. Dat klinkt allemaal zo absurd, maar blijkbaar kan de werkelijkheid nog absurder zijn dan wat je in je fantasie bedenkt.

 

We komen aan bij een huis in een nieuwbouwwijk vlakbij Haarlem. Anna nodigt me uit om een kop koffie te drinken. Als de deur opengaat, worden we enthousiast begroet door een Amerikaanse cockerspaniël. Terwijl hij kwispelstaart, laat hij zijn plas op het laminaat in de gang lopen.

‘Hij plast altijd als hij onbekenden ziet,’ zegt Anna.

‘Grapje zeker?’

‘Helemaal geen grapje,’ antwoordt ze terwijl ze de nattigheid met toiletpapier dept. ‘Vroeger deed hij dat ook van blijdschap als ik thuiskwam. Dat ging gelukkig over. Hè, Dino?’

Dino kwispelt vrolijk en springt op de mooie loungebank.

‘Hoe oud is Dino?’

‘Eén jaar. Hij is verder zindelijk, hoor,’ verzekert Anna. ‘Alleen bij het zien van vreemde mensen begint hij spontaan te plassen. Ik weet niet waarom. Angst, schrik of opwinding. Ik kan niets anders bedenken.’

Terwijl Anna koffie zet, zie ik een gelige vlek op het crèmekleurige vloerkleed.

‘Ik denk dat hij ook op je vloerkleed heeft geplast,’ roep ik richting keuken.

Anna komt aangesneld. ‘Foei Dino. Hoe durf je!’

Ze pakt een doek en gaat deppen. Na dit onsmakelijke tafereel zet ze een schaal met bonbons op tafel.

‘Oekraïense bonbons,’ zegt ze. ‘Proef maar.’

Ik pak er eentje met een zwart-witte wikkel met koeienvlekken. Chocola met karamelvulling.

‘Hoe is het mogelijk dat je man al zo lang in de vrouwenhandel zat en dat je niets doorhad?’ vraag ik zonder omwegen.

‘Ik dacht dat hij gewoon als chauffeur voor escortdames werkte. Ik had geen flauw idee dat hij hun pooier was en dat hij ook met hen naar bed ging.’

‘Veel vrouwen schijnen het te kunnen ruiken als hun man vreemdgaat.’

‘Ik denk dat ik er nog niet klaar voor was om de waarheid te geloven.’

‘Moet je daar klaar voor zijn?’

‘In zekere zin wel. De waarheid kan heel veel pijn doen.’

Anna zwijgt, maar wat ze niet zegt is belangrijker dan wat ze wel vertelt.

‘De laatste jaren vermoedde ik dat hij vreemdging,’ gaat ze plotseling verder. ‘Maar op dat moment interesseerde me dat niet zo veel meer. Mijn gevoelens voor hem waren sterk bekoeld. Ik wilde scheiden, maar dat wilde Sertan absoluut niet. Na elke ruzie kwam hij het goedmaken. Hij bleef me achtervolgen.’

‘Waarom, als hij zoveel andere vrouwen had?’

‘Ik weet het niet. Misschien omdat ik een nette vrouw was en goed voor de huishouding en de kinderen zorgde. Maar sinds hij zelfs mijn beste vriendin probeerde te verleiden, droogde mijn liefde voor hem op.’

‘Je beste vriendin?’

Het begint een beetje op een verhoor te lijken, maar Anna schrikt niet als ik haar zulke persoonlijke vragen stel.

‘Ja, we groeiden samen op in de Oekraïne. Mijn vriendin kwam naar Nederland op bezoek en ze hoopte dat ze wat geld kon verdienen voordat ze terug zou gaan. Ze had een visum voor twee maanden. Sertan zei tegen mij dat ze als prostituee kon gaan werken, maar ik verklaarde hem voor gek. Hoe durfde hij zo over mijn beste vriendin te praten!’

“Anna, je bent blind,” zei hij. “Zie je niet hoe geil ze naar me kijkt? Ze is gewoon een hoertje. Ik ga je vanavond nog bewijzen dat je vriendin zich zonder tegensputteren uitkleedt. Als ik de muziek harder zet, is dat een teken dat het gelukt is.”

‘Wie denk je dat je bent?’ sneerde Anna voordat ze naar bed ging.

Sertan keek haar uitdagend aan.

‘Wacht maar af,’ zei hij afgemeten.

 

Anna geloofde niet dat haar beste vriendin op de gespeelde avances van haar man zou ingaan en ging met een gerust hart slapen.

Opeens klonk er keiharde muziek. Ze rende naar de logeerkamer. Wat Anna daar zag, vergeet ze nooit meer.

Als ze het nu vertelt, bijna twaalf jaar later, hoor ik nog ongeloof en bitterheid in haar stem.

‘Daar was ze dan, bloot in de armen van mijn man. Ik kon niet geloven dat ze op het punt stond om met hem naar bed te gaan. Ik gaf haar een paar harde klappen. “Jij hoer, jij bent altijd mijn beste vriendin geweest, we konden alles delen, over alles praten... Waarom wil je mijn man afpakken?”

 

Anna had er vanaf dat moment geen moeite mee dat Sertan haar beste vriendin naar de Amsterdamse tippelzone wilde brengen.

‘Als ze zich als een hoer gedroeg, kon ze op die manier ook geld gaan verdienen,’ zegt ze. ‘Ik ben wel een keer uit nieuwsgierigheid naar de tippelzone gegaan. Ik had op dat moment nog een enorme hekel aan haar, maar tegelijkertijd vond ik haar situatie ook zo zielig. Hoe mijn vroegere beste vriendin daar stond en naar pukkelige en lelijke mannen lonkte... Heel vies. En dan neuken in die auto’s...’

Anna’s woordenstroom stokt net zo plotseling als die begonnen is.

‘Heb je haar daarna nog gezien?’

‘Nee, ze interesseerde me niet meer. Dit is al jaren geleden. Mocht ik haar ooit weer zien, dan is het wat mij betreft vergeven en vergeten. Ze heeft er flink voor moeten boeten.’

Ik ben lichtelijk verbaasd over de vergevingsgezindheid van Anna. Misschien heb ik gewoon meer tijd nodig om alles wat ze me verteld heeft te verwerken.

 

Ik heb de vrouwenhandel nooit een boeiend onderwerp gevonden. Het was altijd een ver-van-mijn-bedshow. Natuurlijk had ik er wel wat over gelezen. Over hoe Oost-Europese vrouwen hun beste vriendin opbelden en enthousiast op bezoek nodigden, terwijl zware jongens een pistool tegen hun hoofd hielden. Eenmaal aangekomen, moesten de vriendinnen ook hun paspoort inleveren en in de rosse buurt aan het werk gaan.

Soms belden de vrouwenhandelaren wanhopige moeders op en vertelden hun dat ze hun verdwenen dochter vrij zouden laten als de moeder drie jonge meisjes wist te ronselen. Veel moeders deden dat. Het was immers de enige manier om hun dochter te redden.

In mijn vaderland Bulgarije werd het onderwerp heel uitgebreid in de media behandeld, omdat zoveel jonge vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland werden gelokt. Ik weet nog hoe ik een keer vol enthousiasme aan mijn oma vertelde over een snoepreisje voor de pers naar Zwitserland. Oma reageerde allerminst enthousiast. Ze waarschuwde me dat vrouwenhandelaren deze val hadden bedacht en dat ze bij aankomst mijn paspoort zouden afpakken.

 

‘Weet je wat ik het ergste vind?’ haalt Anna me uit mijn gepeins. ‘Dat ik steeds tegen mijn kinderen moet liegen dat hun vader in het buitenland is, terwijl hij in de gevangenis zit. Ik wil mijn zoons zo graag beschermen. Ik ben op zoek naar een goed moment om ze met de bittere werkelijkheid te confronteren. Het is zo vervelend dat ik allerlei leugens uit de kast moet halen, terwijl ik ze zo graag de waarheid wil vertellen. Als het allemaal achter de rug is, biecht ik alles op. Ze zijn nu twaalf en veertien, net niet oud genoeg om sommige dingen te begrijpen. Ik hoop dat ze me vergeven dat ik de waarheid zo lang achtergehouden heb.’

Dino, die ze ook als een zoontje behandelt, springt met zijn voorpoten op de salontafel en probeert een van de Oekraïense chocolaatjes te bemachtigen. Anna jaagt hem weg, verontwaardigd over zijn slechte manieren. Het lukt Dino wel om het papiertje met de koeienvlekken te stelen. Hij zit daar vrolijk op te kauwen en werpt af en toe een blik op Anna om te peilen of ze niet van plan is om zijn nieuwste verovering af te pakken.

In mijn ogen is dat een grappig tafereel. Dino is een hond met een typisch Oost-Europese opvoeding. Mijn hond in Bulgarije mocht ook veel meer dan zijn Nederlandse soortgenoten. Hij mocht zelfs tegen autobanden plassen zonder dat de eigenaar van de vierwieler witheet werd. Toen ik mijn hond in zijn nieuwe vaderland liet inburgeren, viel dat hem zwaar tegen. Hij wilde vooral niet wennen aan al die kabouters, die verschillende tuinen sierden. Als hij die kleurrijke mannetjes met gekke hoedjes zag, kon ik hem niet meer tegenhouden. Hij bleef in hun plastic billen bijten. Ik schaamde me heel erg. Misschien net zo erg als Anna, die het ook niet lukt om haar Dino te laten inburgeren.