Verdediging

Ik begrijp niet waarom Sertan het zo leuk vindt om me te pesten. Soms wil ik hem vastbinden op het bed, hem pijn doen en vernederen. Hem betaald zetten voor al mijn geestelijk leed. Maar dat durf ik niet. Hij is zo sterk dat het hem vast lukt om zichzelf los te maken. En dan word ik vermoord. Ik denk echt dat hij tot een moord in staat is als hij kwaad wordt.

Ik heb al heel wat keren geprobeerd weg te gaan, maar Sertan laat me niet los. Waarschijnlijk wil hij zo graag met me samenwonen omdat ik zo goed voor hem ben, omdat ik zijn sadistische spelletjes, lelijke woorden en grove omgang verdraag. Hij noemt me trutje, hoertje of zelfs vieze kankerhoer.

In het begin van onze relatie huilde ik bijna elke dag. Gelukkig is dat nu voorbij dankzij de antidepressiva. Ze maken me onverschillig. Toch zit ik soms zo in de vicieuze cirkel van mijn gedachten gevangen, dat ik het niet eens merk als mijn zoontje tegen me praat. Ik heb nooit gedacht dat iemand in staat was om me zo ontregeld te krijgen, dat ik allerlei antidepressiva nodig zou hebben om op de been te blijven.

 

De advocate van Sertan krijgt het woord. ‘De dagvaarding vermeldt maar liefst acht strafbare feiten,’ zegt ze. ‘Het bewijs is echter flinterdun en gebaseerd op leugenachtige en zelfs meinedige verklaringen. Het eerste vermeende slachtoffer is een jaloerse, instabiele vrouw uit Polen. Ze beschuldigt Sertan dat hij haar geslagen heeft, maar in werkelijkheid was zij degene die agressief deed. Cliënt verklaart dat zij in een jaloerse bui diverse vernielingen in zijn auto aanrichtte zoals het kapotmaken van het navigatiesysteem. Ze heeft door het dolle heen met haar hoofd op het dashboard geslagen. Cliënt trachtte dit te voorkomen door haar met zijn rechterarm opzij te duwen. Ze zegt dat Sertan haar een bloedend gezicht heeft bezorgd, maar toen de politie aankwam, had hij helemaal geen bloedsporen op zijn handen en ook niet op zijn kleding. Het dashboard zat wel onder het bloed.’

‘Het klinkt misschien ongeloofwaardig dat een vrouw met haar eigen hoofd op het dashboard gaat slaan, maar we moeten niet vergeten dat we met een zeer labiel iemand te maken hebben,’ merkt de advocate op. ‘Ze heeft tot twee keer toe geprobeerd om zich van het leven te beroven. De eerste keer met slaappillen en de tweede keer door haar polsen door te snijden. We achten haar dus ook in staat om met haar hoofd op het dashboard te bonken.

Vanwege de vele ruzies wilde cliënt de relatie al eerder beëindigen, maar ze stelde hem steeds weer voor nieuwe verrassingen. Na een aantal zelfmoordpogingen, begon ze hem te chanteren met geldeisen.’

‘De Poolse dame werkt nog steeds in de prostitutie,’ voegt de advocate er aan toe. ‘Haar eerste getuigenverklaring is niet belastend voor mijn cliënt, maar als ze begrijpt dat hij getrouwd is, worden haar beschuldigingen opeens heel negatief.’

De advocate leest voor uit de verklaring van de Poolse vrouw: ‘Ik was helemaal in shock toen een vrouw me kwam opzoeken en vertelde dat ze zijn echtgenote was. Ik heb haar wel tien keer gevraagd of dat echt klopte. Ik was verliefd op Sertan, maar nu ik bezocht ben door zijn vrouw, haat ik hem.’

‘Was ze echt in shock?’ fluister ik in Anna’s oor.

‘Ze was verbaasd, maar ze kwam niet paniekerig over. Ze vertelde dat ze echt een gezinsleven met Sertan had. Ze gingen zelfs regelmatig met de hond van zijn vader een rondje lopen. Later bleek dat mijn hond te zijn.’

‘Uit het dossier valt niet af te leiden dat cliënt deze vrouw ergens toe gedwongen heeft,’ vervolgt de advocate. ‘Toen ze hem in Polen vroeg of zij met hem mee mocht rijden naar Nederland, zag cliënt daar geen kwaad in. Hij is wellicht naïef geweest, maar hij heeft niet de opzet gehad de wet te overtreden. Opmerkelijk is dat de Poolse dame in eerste instantie niets belastends verklaart, maar wel als ze hoort dat cliënt getrouwd is en kinderen heeft.

Wat de Hongaarse vrouw betreft: ze verklaart zelf dat ze alleen woonde toen ze een relatie met Sertan had. Ze was dus vrij om te gaan en staan waar ze wilde. Ze zegt in eerste instantie ook niets over het afnemen van haar identiteitskaart, maar verzint dat pas veel later.’

In de verklaring van de Hongaarse staat dat een kennis haar naar de politie heeft gebracht, nadat Sertan haar zwaar mishandeld had. De verbalisanten maken geen aantekening dat ze bont en blauw is geslagen zoals ze zelf beweert. ‘Het is nauwelijks denkbaar dat ervaren politieagenten dergelijke verwondingen niet opmerken,’ zegt de advocate. ‘Het meest vreemde van de hele verklaring is dat deze vrouw door ene Frans naar de politie is gebracht. Hij werd later verhoord, maar hij kon zich haar helemaal niet herinneren. Ook haar foto herkende hij niet.’

De verdediging vindt het ongeloofwaardig dat een vrouw aangifte van gijzeling en vrouwenhandel doet, maar wel verzwijgt dat ze is mishandeld en verkracht. ‘Een brute verkrachting verzwijg je niet als je aangifte tegen iemand doet,’ stelt de advocate. ‘Ze geeft als verklaring dat deze beschuldiging haar vertrek naar haar vaderland zou vertragen. Vervolgens blijkt ze niet zoveel haast te hebben, want ze blijft nog een maand in Nederland. Er blijft dus geen geldig argument over waarom ze pas twee jaar later aangifte van verkrachting heeft gedaan, tenzij zij de seks indertijd niet als verkrachting heeft ervaren.’

‘Mijn cliënt ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan mensenhandel, wederrechtelijke vrijheidsberoving en verkrachting,’ zegt de advocate. ‘Hij verleende de Hongaarse vrouw tijdelijk onderdak niet omdat ze voor hem werkte, maar omdat hij medelijden met haar had. Deze vrouw verdiende zo weinig in de prostitutie dat ze haar huur niet kon opbrengen. Aan haar viel geen geld te verdienen. Bovendien kon ze zo weglopen. Ze heeft zelf verklaard op het balkon te hebben gestaan, op nog geen twee meter van de stoep. Dit is geen aanzienlijke hoogte voor een radeloze vrouw die wil vluchten.’

‘Ten onrechte wordt gesteld dat de vrouwen voor mijn cliënt werkten,’ vervolgt de advocate. ‘Meneer Erdogan reed beroepshalve prostituees rond. Dat is niet strafbaar, want de prostitutie is een legale bedrijfstak. Uit de intensieve contacten met de dames ontstonden af en toe relaties.’

‘Volgens mij gelooft zijn advocate volledig in zijn onschuld,’ fluistert Anna. ‘Vreemde mensen vinden Sertan altijd een heel goed persoon. Hij kan iedereen zijn leugens doen geloven.’

De advocate praat verder: ‘Cliënt ontkent dat hij haar legitimatiebewijs heeft afgenomen. Dat heeft ze aan haar toenmalige vriend gegeven. Haar verklaringen zijn zeer tegenstrijdig. Ze zegt eerst vijfhonderd euro per dag te hebben verdiend; daarna verlaagt ze dat bedrag naar driehonderd. Klopt allebei niet. Als ze zoveel verdiende, zou ze niet uit haar woning gezet worden omdat ze de hoge huur niet kon betalen. Ze kon nauwelijks de kosten van haar werkkamer en haar drugsverslaving opbrengen. Veelbetekenend is haar antwoord op de vraag waarom ze aangifte doet: “Dat alle mannen de straf krijgen die ze verdienen.”

‘Mijn cliënt heeft deze vrouwen op geen enkele manier gedwongen om in de prostitutie te gaan’, zegt de advocate tot besluit. ‘Ook zijn huidige vriendin heeft verklaard dat ze vrijwillig in deze branche werkt en dat ze dit werk niet wil opgeven, omdat ze een kind moet onderhouden.

Hij spaart haar geld op een Turkse bankrekening vanwege de hogere rente. Ze is gemachtigd om het geld zelf op te nemen. Sertan bewaart ook contant geld in zijn woning. Er is geen bewijs dat dit geld uit een misdrijf afkomstig is. Cliënt ziet niet in waarom hij geen geld in huis mag bewaren.’

 

De uitspraak van de rechter volgt over twee weken. Sertan moet zijn vonnis in de gevangenis afwachten.

‘Denk je dat hij veroordeeld wordt?’ vraag ik aan Anna.

Ze haalt haar schouders op. ‘Ik weet het echt niet meer. Ze hebben allebei sterke en zwakke punten in hun verhaal.’

‘Heb je nooit overwogen om ook aangifte te doen?’

‘En dan? Dan krijgt Sertan in het beste geval een iets zwaardere straf en als hij uit de gevangenis komt, dan maakt hij mijn leven tot een hel. De rechtbank weet trouwens al best veel, want politierechercheurs hebben veel van onze gesprekken afgetapt. Soms hebben ze dingen verkeerd geïnterpreteerd. Sertan wilde een winkel kopen en mij daar laten werken. Ik ging daar niet mee akkoord, want ik wist wie de schuld zou krijgen als de zaak niet goed zou lopen. Sertan dramde toch door dat ik voor hem moest gaan werken. De politie-rechercheurs die zijn telefoon aftapten, dachten dat hij me tot prostitutie probeerde te dwingen. Toen Sertan opgepakt werd, had ik heel wat uit te leggen. Maar ik wilde geen belastende verklaring afleggen, omdat ik weet hoe wraakzuchtig hij is. Ik wil niet de rest van mijn leven in angst leven.’