Gouden bergen

Sertan heeft vandaag een cadeau voor mij gekocht. Dat vond ik zo lief. Ik had er totaal niet op gerekend. Ik zag de prachtige glinsterende verpakking en mijn adem stokte van opwinding. Rood satijn, zo mooi. Ik had nog nooit een duur cadeau van mijn man gekregen, maar eindelijk was ik het waard, na al die jaren koken en schoonmaken voor hem.

Ik deed de verpakking heel voorzichtig open. Wat kon dat zijn? vroeg ik me af. Ik durfde nauwelijks adem te halen. Toen de inhoud verscheen, stortte mijn wereld in. Ik kon seconden lang mijn ogen niet geloven. Het was een dikke geaderde rubberen lul.

Wat ben ik een zielig schepsel. Ik heb niet de kracht om een punt achter die liefdeloze relatie te zetten en ik ben ook niet moedig genoeg om het vol te houden zonder van mezelf te walgen.

Ik weet echt niet wat ik moet. Mijn besluiteloosheid spreidt zich uit als een olievlek op het water en groeit met de dag. Als je zo lang bent behandeld alsof je een stuk waardeloos vlees bent, begin je dat uiteindelijk zelf ook te geloven.

Ik haat mijn man op dit moment erger dan ooit. Hij heeft het huis alweer verlaten en ik lig met die rubberen dildo in bed en maak hem nat met mijn tranen.

 

‘We gaan naar de Poolse dame, met wie u ook een relatie had,’ klinkt de stem van de rechter. ‘Ze werkte in de prostitutie en legde later een belastende verklaring tegen u af. Na twee weken relatie heeft u tegen haar gezegd: we kunnen beter samen sparen.’

‘Dat klopt,’ zegt Sertan, ‘maar ik heb slechts een maand voor haar gespaard. Daarna ben ik opgehouden, omdat we ruzie kregen.’

‘U heeft mevrouw in een disco in Polen ontmoet?’

‘Klopt. Ze vroeg me of ik werk voor haar in Nederland kon vinden. Ik zei tegen haar dat ik werk achter de ramen kon regelen. Dat vond ze goed.’

De rechter leest de verklaring van het slachtoffer: ‘Sertan heeft me tweeënhalf jaar naar mijn werk gebracht. Ik gaf hem het verdiende geld als hij me ophaalde. Zo’n vier-tot vijfduizend euro per maand. Ik denk dat ik hem in totaal zo’n tachtigduizend euro heb gegeven. Hij zei dat hij er een kledingzaak van zou openen. Hij beloofde me een huis en een normaal leven.’

‘Ik heb slechts een maand voor haar gespaard en dat was tweeduizend euro,’ protesteert Sertan. ‘Ik heb haar dat geld teruggegeven toen ze een motor voor haar zoon in Polen wilde kopen. In het begin kwam ze altijd geld tekort en ze kreeg van mij wat ze vroeg. Ik vond haar een leuke meid, vandaar. Als zij geld had, kocht ze altijd dure parfums en pruiken. Ze kocht ook riemen van Replay die 150 euro per stuk kostten. Ik weet niet hoeveel ze precies overhield. De huur van een kamertje op de Wallen is 140 euro per dag. Haar luxe lingeriesetjes waren driehonderd euro per stuk. Ze heeft ook een paar dure operaties ondergaan, zoals siliconen en vet laten afzuigen. Ze wilde slank zijn.’

‘Toen ik haar ontmoette, was ze nog steeds dik,’ fluistert Anna.

‘Uw andere vriendin heeft ook soortgelijke operaties ondergaan,’ zegt de rechter op een suggestieve toon.

Sertan trapt daar niet in: ‘Dat wilden die meiden zelf. Ik heb ze heus niet gevraagd. Als vrouwen geen tieten hebben, willen ze dat graag. Logisch toch? Ik ben geen vrouw, maar ik denk dat de meeste vrouwen zo’n operatie zouden ondergaan als ze het geld hadden.’

‘In uw woning werd veel contant geld gevonden,’ stelt de rechter vast. ‘Dertienduizend euro, vierduizend dollar en een stapel Britse ponden. Een Mercedes, waar u 22 duizend euro contant voor had betaald, werd ook in beslag genomen. U heeft ruim dertigduizend euro op een rekening in Turkije en veel onroerend goed.’

‘Ik heb er zelf hard voor gewerkt,’ antwoordt Sertan. ‘Met het rijden van de dames verdiende ik zo’n driehonderd euro per dag. Ik heb bovendien een keer een groot bedrag in een casino gewonnen.’

‘En dat is zeker niet waar,’ fluistert Anna, maar niemand die het hoort.

‘Een gedeelte van het geld, achtduizend euro, is trouwens van mijn Hongaarse vriendin. Dat geld had ze de laatste keer in Turkije van de rekening gehaald. We hebben besloten om het niet in haar woning te bewaren, omdat daar veel mensen op bezoek komen. Daarom hebben we het in de woning van mijn vrouw opgeborgen. Daar komen alleen de kinderen over de vloer.’

‘Natuurlijk bewaart hij het geld bij mij,’ zegt Anna. ‘Hij wist zeker dat ik niet ging weglopen, maar zijn Hongaarse vriendin misschien wel.’

 

De rechter wil ook duidelijkheid over een voorval, waarbij Sertan vanuit zijn auto de politie belde. Hij klaagde dat zijn Poolse vriendin zijn navigatie had vernield.

Anna maakt een gebaar dat haar hart heel hard klopt.

‘We hadden ruzie,’ zegt Sertan op een kalme toon. ‘Ze was jaloers dat ik met een andere vrouw had gepraat. Volgens haar was ik met haar aan het flirten. Op een gegeven moment ging ze volledig door het lint. Ze begon met haar hoofd op het dashboard te bonken. Het beeldscherm van de navigatie werd zwaar beschadigd en alles zat onder het bloed. Ik moest me tegen haar verdedigen. Een vrouw die op de achterbank zat, heeft dat in het politierapport bevestigd.’

‘Bij mij kwam hij met een ander verhaal,’ zegt Anna. ‘Hij was naar een garage geweest voor iets kleins en ze hadden per ongeluk zijn navigatie gesloopt. Ik trapte er in, want ik zocht er niets achter. Je verwacht toch niet dat een jaloerse vrouw de navigatie van je man sloopt? Ik zag ook een bloedvlek, maar daar had hij meteen een goede verklaring voor: zijn vriend had een bloedneus gekregen.’

 

Een advocate, die op de publieke tribune zit, krijgt het woord om schadevergoeding namens twee andere slachtoffers te eisen. ‘Ik hanteer een hele simpele rekenmethode van honderd euro per dag,’ zegt ze. ‘Als je nagaat dat deze vrouwen gemiddeld vierhonderd euro per dag hebben verdiend, lijkt me dat een heel redelijk bedrag. Andere rechtbanken in het land hebben inmiddels deze rekenmethode geaccepteerd. Verder ga ik er vanuit dat de slachtoffers ook schadevergoeding krijgen voor de emotionele schade die ze geleden hebben. Ze werkten weliswaar uit vrije wil als prostituee, maar dat deden ze om daarna een nieuw bestaan op te kunnen bouwen. Het was niet de bedoeling dat iemand anders er met hun geld vandoor ging en dat ze bedreigd en geslagen zouden worden. Ze hebben er ook niet voor gekozen om als handelswaar te worden verkocht. Het lijkt me ook heel pijnlijk voor de dames dat de verdachte hen al die tijd in de waan liet dat ze zijn vaste partner waren.’

Voor beide slachtoffers eist ze meer dan honderdduizend euro schadevergoeding.

 

De rechter schorst de zitting voor een korte pauze. In de krappe wc van het gerechtsgebouw kom ik de advocate van Sertan tegen. Omdat we nauwelijks kunnen passeren, raken we met elkaar aan de praat.

‘Het valt zeker niet mee om iemand in zo’n ingewikkelde zaak te verdedigen?’ zeg ik tegen haar.

‘Nou, ik bekijk het op een heel andere manier. In de verklaringen van de zogenaamde slachtoffers zitten zoveel aanvechtbare uitspraken, dat ze nauwelijks betrouwbaar te noemen zijn. Een bruikbare aangifte in het strafrecht is een helder en gedetailleerd verhaal met feiten die gecontroleerd kunnen worden. En dat is juist wat ik ga aanvechten. Beide aangiften bevatten tegenstrijdigheden, terwijl ze het grootste gedeelte van het bewijs tegen Sertan vormen.’

Ik geef de advocate weinig kans, maar mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Wie weet lukt het haar om voldoende zwakke plekken in de verklaringen van de slachtoffers te vinden en de zaak naar zich toe te trekken.

 

Terug in de rechtszaal krijgt de officier van justitie het woord. ‘Meneer Erdogan heeft vrouwen met misleidende beloften overgehaald om geld aan hem af te staan. Uit recente jurisprudentie blijkt dat mannen die dat doen als loverboys worden aangemerkt. Ze misbruiken de kwetsbare positie van een ander.

De verdachte heeft zelf verklaard dat hij zich door zijn prostituerende vriendinnen liet onderhouden. Hij heeft een buitenlandse vrouw naar Nederland overgebracht om hier in de prostitutie te werken. Hij betaalde de huur van verschillende huizen waar prostituees werden gevestigd.’

‘Als we naar de bankrekeningen van de verdachte kijken, dan kan hij in die periode niet over dergelijke legale inkomsten beschikken,’ vervolgt de officier van justitie. ‘Bij dit dossier zijn verklaringen van de slachtoffers gevoegd, dat ze gedwongen werden om hun geld aan hem af te staan. Deze verklaringen versterken elkaar. Een van de vrouwen heeft bovendien verklaard dat zij haar paspoort aan de verdachte moest overdragen toen haar moeder de autoriteiten inschakelde om haar te zoeken. Verdachte verklaarde zelf dat hij haar daarna heeft “overgeplaatst” naar een andere woning. Uit die zin blijkt het willen beschikken over een ander.’

Volgens de officier heeft deze vrouw pas twee jaar later verklaard dat ze door Sertan ook verkracht is, omdat ze bang was dat zo’n belastende verklaring haar vertrek naar Hongarije zou kunnen vertragen. ‘Die dag hadden ze ruzie en daarna vroeg hij haar of ze seks op de tafel wilde hebben. Het is niet aannemelijk dat je na een heftige ruzie hiermee instemt,’ meent de officier. ‘De eigenaar van de woning was getuige van de seks en werd veroordeeld voor medeplichtigheid aan verkrachting, hoewel hij ontkende dat het om gedwongen seks ging. Het slachtoffer is twee dagen later gevlucht uit de woning waar ze vastgehouden werd. De verdachte ontkende in eerste instantie dat hij deze mevrouw gekend heeft.’

Zijn huidige vriendin ziet zichzelf niet als slachtoffer, maar misleiding als middel om iemand tot prostitutie aan te zetten, is volgens de officier voldoende bewijs voor mensenhandel: ‘Dit is het typische gedrag van een loverboy. Hij heeft haar gouden bergen beloofd, net als alle andere vrouwen. Ze zouden naar Turkije gaan om daar te trouwen. Deze toekomstdroom komt in een ander daglicht te staan als blijkt dat hij ook een seksuele relatie met haar zus onderhoudt en bij haar een kind verwekt.’

 

Een van de twee politieagenten in de zaal valt bijna in slaap. Zijn hoofd begint te zakken richting zijn kin, maar opeens schrikt hij wakker en kijkt hij weer vooruit. Daarna gaapt hij opnieuw en kijkt op zijn horloge.

De rechtszitting is inmiddels vier uur aan de gang, op een korte pauze na om de benen te strekken. Niet veel later wordt de agent afgewisseld, terwijl de officier van justitie doorpraat: ‘Ook de Poolse dame beloofde hij een gezamenlijke toekomst. Ze werd zo verliefd op de verdachte dat ze pas na zijn aanhouding doorkreeg wat voor spel hij speelde. Het slachtoffer schat dat ze hem zo’n tachtigduizend euro heeft gegeven. De verdachte heeft het geld witgewassen. Hij vulde geen aangiften voor de inkomstenbelasting in en verklaarde bij de rechter-commissaris dat hij slechts kleine bedragen als chauffeur verdiende. Zijn echtgenote stortte het geld dat hij van de prostituerende vrouwen kreeg op hun gezamenlijke bankrekening. Van dat geld werd ook de woninginrichting betaald.’

‘Hoe komen ze daarop?’ fluistert Anna. ‘We hebben nog nooit een gezamenlijke rekening gehad. En de woninginrichting heb ik van mijn uitkering gekocht, op afbetaling bij een postorderbedrijf.’

‘Maar ze kunnen zoiets toch niet verzinnen?’

‘Sertan gaf me af en toe geld om het op zijn rekening te storten, want hij had zelden zin om zelf naar de bank te gaan. Dat vond hij tijdverspilling. Ik dacht dat hij dat geld als chauffeur verdiende.’

 

De officier van justitie eist tot besluit vijf jaar gevangenisstraf, onvoorwaardelijk. ‘Dat lijkt me een passende straf, want het is zeer aannemelijk dat de bedrogen vrouwen voor lange tijd psychologische klachten zullen ondervinden.’

‘En jij bent een van die bedrogen vrouwen, ook al heb je geen aangifte gedaan,’ fluister ik in Anna’s oor.

‘Ja, ik voel me net zo, met pijn in mijn hart en met psychische klachten.’