HOOFDSTUK 11

De droge en hete midzomer hing over de Cibeque. Molly zat urenlang in de schaduw op een rotsblok, kijkend naar de grote forellen die in het water lagen.

Ondertussen woelden in haar geest allerlei dingen die het leven in en rond West Fork betroffen. De grote afrastering was voor het overgrote deel klaar ; Jim Traft scheen als een wervelwind te zijn waar het zijn werk betrof. Er gingen allerlei tegenstrijdige verhalen over zijn verhouding tot de Diamond-ploeg.

Arch was nu al zowat een maand rustig thuis gebleven, somberder dan ze hem ooit gezien had. Maar hij had Molly van het bonenveld weggejaagd en zelf de bonen geplukt. Ze trachtte niet te zien dat hij en de bende van Haverly vaak vee verhandelden, dat op geheimzinnige manier in de Cibeque werd gebracht en even geheimzinnig weer verdween.

Moeder riep haar en stuurde haar naar de stad voor een vergeten boodschap. Moeder had er een handje van weg de laatste tijd, om dingen te vergeten, vond Molly. Het stadje lag te slapen, evenals Enoch Summers, die in zijn winkel zat te slapen.

Op de terugweg zag Molly zich op een beschaduwd plekje van de weg ineens tegenover Hack Jocelyn geplaatst.

'Hallo, liefje,' teemde hij, 'ik lag naar je uit te kijken.'

'Laat me met rust,' zei Molly, de hand afschuddend die hij op haar arm legde. 'Wat wil je...?''

'Wel, ik heb liever niet dat sommige lui me zien,' zei hij. 'Die Andy Stoneham ziet me toch al te veel en kan heus wel denken.'

'Moeder wacht op mijn boodschappen,' zei het meisje.

'Laat ze wachten. Ik heb al zolang gewacht. Ik heb alleen voor jou de Diamond-troep verlaten.'

Dat was groot nieuws voor Molly, al liet ze er niets van merken.

'Ik kon die Jim Traft niet meer uitstaan,' ging de man verder.

'Ik heb een maand gewacht op een kans om ontslag te nemen. Eindelijk kregen we ruzie. Ik moet bekennen dat hij me er lelijk van langs gaf. Hij kan vechten. Ik kon hem niet dwingen zijn revolver te trekken en daarom ging ik heen.'

'En je denkt hem nu wel te kunnen dwingen?''

'Zeker. En ik neem aan dat dat je plezier doet?''

'Het betekent niets voor me,' zei Molly, strak liegend.

'Wat was dat voor verhaal dat Bud eens vertelde, dat Jim je op die avond van het bal in Flag beledigd had?''

'Dat is nieuws voor me,' zei het meisje effen.

'Je hebt toch met hem gedanst en bent toen naar buiten gegaan?''

'Mr. Jocelyn, al had ik dat gedaan, dan waren het nog niet jouw zaken,' zei Molly waardig.

'Je moet toch snappen dat je nooit iets voor Jim Traft kunt zijn,' sprak de man hatelijk.

'Mr. Jocelyn, ik moet weg,' zei ze.

Als een panter sprong hij haar achterna en greep haar beet. Slechts door wild met haar lenige lichaam te wringen kon ze zijn kussen ontgaan. Ze had hem wel willen doden als ze niet zo bang was geweest.

'Molly Dunn,' hijgde de man wild, 'ik zal je dit zeggen. Ik heb voor jou de Diamond verlaten en doe mee met de Cibeque-troep. Als je aan Traft denkt, vergeet hem dan maar. Vergeet ieder ander. Je zult me trouwen zodra ik mijn deel heb van... wat we van plan zijn.'

'Je trouwen!' Wat een verbeelding!' hijgde Molly verontwaardigd. 'Ik dank je, omdat een man niet meer eer aan een meisje kan bewijzen dan door haar te vragen, maar het antwoord is nee.'

'Je zult wel anders piepen als ik mijn deel binnen heb. Zover ken ik de meisjes wel.'

'Deel?' Waarvan?''

'Niets mee te maken. Ik wil met je over je broer spreken. Volgens wat de Haverly's vertellen kan hij me niet uitstaan. Om geen andere reden dan dat ik bij de Diamond-ploeg hoorde en wat om jou heb rondgehangen. Dus je zult moeten zorgen dat ik met Slinger op goede voet kom.'

'O, moet ik dat,' zei Molly sarcastisch. 'Zover ik Arch Dunn ken, zal dat niet eenvoudig zijn.'

'Wel, we... ik heb alles al uitgedacht. We zullen zorgen dat hij sterke verhalen hoort hoe Jim Traft je beledigde op dat bal en dat ik daarom zijn ploeg uitgegaan ben. Gesnopen, liefje?''

'Ik heb gesnopen dat jij een diepe en sluwe hombre bent, Mr. Jocelyn,' zei ze hatelijk.

'Je kunt er je lieve leventje onder verwedden dat ik dat ben,' pochte hij. 'En als je me nu beloofde dat je mee zult spelen en me een kus geeft, kun je met je boodschappen naar mama.'

'Ik wil je beslist niet kussen, maar ik zal erover denken of ik het aan Arch zal vertellen,' trachtte ze hem te sussen. Hij stond zelfgenoegzaam een sigaret te rollen en daarvan wist het meisje gebruik te maken om weg te hollen. Er was, zoals ze wist, geen cowboy die harder kon lopen dan zij. Over haar schouder lachte ze hem uit, zodra ze eenmaal veilig ver van hem af was.

'Waarachtig, je hebt tegenwoordig wel lang tijd nodig voor alles wat je doet,' knorde mevrouw Dunn, toen Molly hijgend de keuken binnenkwam.

'Nu, dat zou iedereen, als ze werd opgehouden door een dolle stier van een puncher,' zei Molly.

'Wie?'' vroeg haar moeder, met een snelle blik op haar verhitte gezicht.

Maar Molly was al de ladder opgerend naar haar kamertje waar ze bleef zitten totdat ze de zware voetstap van Arch hoorde die de keuken in kwam om te eten. 'Waar is Molly?'' hoorde zij hem vragen.

'Verdwenen. Liep kwaad weg toen ik haar een vraag stelde.'

'Sommige van uw vragen zijn irritant,' mompelde de jongen. 'Wat had u dit keer gevraagd?''

'Alleen maar welke stier van een puncher haar had opgewacht, zoals ze zelf zei.' En zij vertelde Arch wat ze wist. En daar achteraan kwam de klacht die ze de laatste tijd al zo vaak gehoord had.

'Die kleine lelijke blaag maakt van alles mee en ik zit van de ochtend tot de avond in deze donkere hut opgesloten.'

Molly was echter heel verrast toen ze Arch hoorde antwoorden, dat hier misschien spoedig een eind aan zou komen, dat ze misschien konden verhuizen als hij zijn aandeel van een nieuw plan eenmaal binnen had.

Molly ging naar beneden. Zwijgend zat de familie aan tafel, waarna zij haar vader op de veranda zijn eten ging brengen, om' dan met Arch een eind naar buiten te lopen. Ze voelde aan alles dat er iets in de lucht hing en wilde er meer van weten. Ze liepen in stilte tot aan de bron.

'Hier zijn we ver genoeg,' zei Arch. 'Niemand zal je kunnen horen als je schreeuwt.'

'Je bent helemaal niet leuk, Arch. En je zult me niet aan het schreeuwen brengen.'

'Wie was die stier van een puncher die je opwachtte?'

'Hack Jocelyn.'

'Dat dacht ik al. Toen je van de winkel naar huis ging?' En wat wilde hij. Mol?''

'Ik geloof dat ik beter niets kan vertellen, want je zou er als een dolleman op los trekken en met hem gaan vechten.'

'Molly, ik vermoed dat dat toch wel zal gebeuren. Seth kletste me te veel over die Hack. Ik heb de indruk dat die zowel de Diamond als ons wil bedriegen. Ik heb de pest aan Traft, maar een vent die Traft bedriegt, is evenzeer in staat om het ons te doen.'

Lang voordat Arch die speech beëindigd had, besloot Molly eerlijk te zijn en ze vertelde hem alles. Slinger Dunn floot tussen de tanden en mompelde daarna enkele hartige vloeken.

'Zo zo, dus meneer wil met de Cibeque meedoen... Ik begin me nu af te vragen hoe de kaarten van Seth precies liggen...'

'Ik zou Seth nog niet de bril van zijn grootmoeder toevertrouwen,' zei Molly heftig.

'Nu, Molly, ik denk dat ik je raad zal aannemen en ernaar te werk gaan. Al kan ik nog niet geloven dat Seth mij zou bedriegen, en wel het minste met een puncher van de Diamond. En dat brengt me op iets anders. Wat is er waar van die verhalen dat Jim Traft je beledigd heeft?''

'Ik weet niet wie je het vertelde, Arch, maar het is een leugen. ...Ik... wel... ik lokte zelf uit dat hij me zou kussen en ik heb me er echt niet door beledigd gevoeld.'

'Ik verwijt je niets,' zei Arch, voor zijn doen vriendelijk. 'Maar Molly, al is hij een knappe vent, hij is de neef van de oude Jim Traft en hij bouwt voor hem die afrastering. En hij kan het niet eerlijk met je menen.'

'Ik ben geen dwaas, Arch, en ik heb ervaring genoeg met mannen. Ik weet zeker dat Jim eerlijk was. Zolang hij niet wist wie ik was. Toen... toen brak hij mijn hart.'

'Dat is nog een veel erger belediging, Molly,' zei Arch kwaad. 'Hij bedoelde het niet zo. Ik verraste hem met het noemen van mijn naam. En, Arch... er is verschil tussen Molly Dunn uit de Cibeque en Jim Traft uit het Oosten, rijk, welopgevoed en met een goede naam.'

'Zoals je zegt, Molly. Jij bent de dochter van de oude John Dunn en de zuster van Slinger Dunn.'

'Dat vertelde ik hem.' 'Ervoor of erna?''

'Erna, natuurlijk.'

Hij stond op en liep stampend weg, haar bevend achterlatend.