je wel zien dat het echt een geluksring is.

Ze was aan het springtouwen. Heel snel, tel-
kens twee keer rond bij één keer springen. Haar
haren stonden bijna stil overeind in de lucht en
haar gezicht was net als dat van Beer wanneer hij
gitaar speelt. Of bromvliegen vangt. Mooi is dat.

Ik stond langs de kant, rustig te wachten. Net
als die oude Indiaan boven op de berg. Tot het
begon te regenen.

En toen Doortje naar binnen ging om te schui-
len, lachte ze naar me en zei: „Hallo!”

Morgen ga ik gewoon weer. En ik zal Beer vra-
gen om voor haar ook een ring te maken.