Gezichtspunt

Roger kwam kijken of zijn vader er was, gedeeltelijk omdat het zondag was en zijn vader dan normaal niet aan het werk moest zijn, en Roger wilde zeker zijn dat alles normaal was. Rogers vader was niet moeilijk te vinden, want alle mensen die aan de reuzencomputer Multivac werkten, woonden met hun gezin op het terrein. Ze vormden een stadje op zich, een stadje van mensen die de problemen van de hele wereld oplosten.

De zondagportier kende Roger wel. 'Als je je vader zoekt,' zei hij, 'die is in gang L, maar hij heeft het misschien te druk voor jou.'

Roger probeerde het toch maar. Hij stak zijn hoofd om elke deur waar hij mannen en vrouwen lawaai hoorde maken. De gangen waren heel wat leger dan door de week; je kwam er dus makkelijk achter waar gewerkt werd.

Hij zag zijn vader meteen, en zijn vader zag hem. Zijn vader zag er niet erg opgewekt uit, en Roger stelde onmiddellijk vast dat alles niet normaal was.

'Nou, Roger,' zei zijn vader, 'ik heb het heel druk.'

De chef van Rogers vader was daar ook, en die zei: 'Kom, Atkins, neem even rust. Je bent hier nu al negen uur aan bezig, en we hebben niets meer aan je. Ga met die jongen in de kantine een hapje eten. Doe een dutje en kom dan terug.'

Rogers vader zag er niet uit of hij het graag deed. Hij had een apparaat in zijn hand dat stroompatroonanalysator heette, zoals Roger wist; maar hoe die werkte wist hij niet. Roger hoorde Multivac overal om zich heen monkelen en snorren. Maar Rogers vader legde de analysator neer. 'Goed. Kom, Roger. We gaan vlug een hamburger pakken en we laten die slimme jongens hier zónder mij uitzoeken wat er aan het handje is.'

Onderweg waste hij zich even en toen zaten ze in de kantine met grote hamburgers voor zich en frietjes en spuitwater.

'Is Multivac nog defect, pap?' vroeg Roger.

'We komen er niet uit,' zei zijn vader treurig. 'Dat kan ik je wel vertellen.'

'Hij leek te werken. Ik bedoel, ik hoorde hem.'

'O, hij werkt wel. Maar hij geeft niet steeds het goede antwoord.'

Roger was dertien en had al sinds de vierde klas computerprogrammeren. Soms had hij er een hekel aan en dan wenste hij dat hij in de twintigste eeuw leefde, toen kinderen dat nog niet hoefden te leren - maar soms had hij er wat aan als hij met zijn vader praatte. 'Hoe kunt u weten dat hij niet steeds het goede antwoord geeft,' vroeg Roger, 'als alleen Multivac het antwoord weet?'

Zijn vader haalde zijn schouders op, en even was Roger bang dat hij zou zeggen dat hij dat niet kon uitleggen, en er niet over wilde praten. Maar dat deed hij bijna nooit. 'Multivac mag dan een brein hebben dat zo groot is als een grote fabriek, zoon,' zei zijn vader, 'maar het is nog altijd niet zo gecompliceerd als wat wij hier hebben,' en hij tikte tegen zijn hoofd. 'Soms geeft Multivac ons antwoorden die we zelf in geen duizend jaar zouden kunnen berekenen, maar even goed klikt er dan iets in ons hoofd en zeggen we: "Hé! Daar is iets mis!" Dan vragen we het Multivac weer en krijgen een ander antwoord. Als Multivac gelijk had, moesten we op dezelfde vraag steeds hetzelfde antwoord krijgen, zie je. Als we verschillende antwoorden krijgen, is éen van de twee fout.

En waar het om gaat, zoon, is, hoe weten we of we Multivac altijd snappen? Hoe weten we of we geen foute antwoorden laten passeren? Het kan zijn dat als we ons op een bepaald antwoord baseren, er over vijf jaar iets grandioos misloopt. Er is iets verkeerd binnen in Multivac, en we komen er niet achter wat. En datgene wat er verkeerd is wordt met de dag erger.'

'Waarom moet het erger worden?' vroeg Roger.

Zijn vader had zijn hamburger op en at een voor een de frietjes. 'Ik denk, zoon,' zei hij bedachtzaam, 'dat we Multivac een verkeerd soort slimheid hebben gegeven.'

'Hè?'

'Kijk eens, Roger, als Multivac even slim was als een mens, konden we ermee praten en erachter komen wat er fout zat, hoe ingewikkeld het ook was. Als hij zo stom was als een machine, zou het misgaan op een eenvoudige manier, die we makkelijk konden achterhalen. De moeilijkheid is, hij is half slim, net als een idioot. Slim genoeg om heel ingewikkeld fout te gaan, maar niet slim genoeg om ons te helpen, erachter te komen wat er mis is. En dat is de verkeerde soort slimheid.' Hij keek heel triest. 'Maar wat kunnen we eraan doen? We weten niet hoe we hem slimmer moeten maken - nóg niet. En we durven hem ook niet dommer te maken, want de problemen in de wereld zijn zo moeilijk geworden en de vragen zo ingewikkeld, dat al Multivacs slimheid nodig is om ze te beantwoorden. Het zou een ramp zijn als hij dommer werd.'

'Als je Multivac uitschakelde,' zei Roger, 'en hem heel zorgvuldig nakeek...'

'Dat kunnen we niet doen, zoon,' zei zijn vader. 'Ik ben bang dat Multivac elke minuut van de dag en de nacht moet werken. We hebben een grote achterstand op de problemen.'

'Maar als Multivac fouten blijft maken, pap, móet hij dan niet uitgeschakeld worden? Als je niet op zijn antwoord kunt vertrouwen -'

'Nou,' - Rogers vader kroelde door Rogers haar - 'we komen er wel achter waar de schoen wringt, jongmens, maak je maar geen zorgen.' Maar zijn ogen keken evengoed bezorgd. 'Kom, eet je bord leeg, dan stappen we op.'

'Maar pap,' zei Roger, 'luister eens. Als Multivac half slim is, waarom betekent dat dan dat hij idioot is?'

'Als je wist hóe we hem de aanwijzingen moeten geven, zoon, zou je dat niet vragen.'

'Maar toch, pap, is het misschien niet de goede manier van er tegenaan kijken. Ik ben niet zo slim als u, ik weet niet even veel, maar ik ben geen idioot. Misschien is Multivac niet net een idioot, maar net een kind.'

Rogers vader lachte. 'Dat is een interessant gezichtspunt; maar wat maakt het voor verschil?'

'Het zou heel veel verschil kunnen maken,' zei Roger. 'Jij bent geen idioot, dus je begrijpt niet hoe een idioot denkt; maar ik ben een kind, en ik zou misschien kunnen weten hoe een kind denkt.'

'Zo? En hoe denkt een kind?'

'Nou, jullie zeggen dat je Multivac dag en nacht aan het werk moet houden. Dat kan een machine. Maar als je een kind huiswerk geeft en hem zegt dat hij uren en uren door moet werken, wordt het doodmoe en voelt zich rot genoeg om fouten te maken, misschien zelfs expres. Waarom geef je Multivac dus niet elke dag een paar uur vrij zonder dat hij problemen hoeft op te lossen - je laat hem gewoon zelf klikken en zoemen zoals hij maar wil.'

Rogers vader keek alsof hij heel diep nadacht. Hij haalde zijn zakcomputer te voorschijn en probeerde er een paar combinaties op. Hij probeerde nog wat combinaties. 'Weet je, Roger,' zei hij toen, 'als ik wat je zegt omzet in de integralen van Platt, dan zit er iets in. En tweeëntwintig uur waar we zeker van zijn, is beter dan vierentwintig die totaal mis kunnen wezen.' Hij knikte, maar toen keek hij opeens op van zijn zakcomputer en vroeg, alsof Róger de deskundige was: 'Weet je het zeker, Roger?'

Roger wist het zeker. 'Pap, een kind moet ook spélen.'