Galeislaaf

De United States Robots & Mechanische Mensen NV, die als gedaagde was opgeroepen, had genoeg invloed gehad om er een zaak achter gesloten deuren en zonder jury van te maken. De Northeastern Universiteit had niet veel tegenstand geboden. De vertrouwensmannen wisten precies hoe het publiek zou reageren als het om wangedrag van robots ging, hoe vaag dat begrip ook geworden was. Bovendien hadden ze een duidelijk omlijnd beeld voor ogen hoe een anti-robotrel in een anti-wetenschapsrel kon veranderen - en dat nog wel zonder voorafgaande waarschuwing.

De regering, in dit geval vertegenwoordigd door rechter Harlow Shane, deed haar best om de zaak zo spoedig mogelijk in de doofpot te stoppen. Zowel US Robots als de directie van de universiteit waren nare mensen om als vijanden te hebben.

'Daar er geen pers, publiek of jury aanwezig is, heren, stel ik voor dat we alle plichtplegingen achterwege laten en ter zake komen,' zei rechter Shane.

Hij glimlachte strak toen hij dit zei. Misschien had hij er weinig vertrouwen in dat men er gehoor aan zou geven en hij trok zijn toga op om gemakkelijker te kunnen zitten. Hij had een plezierig, blozend gezicht. Zijn kin was rond en zacht, zijn neus breed, zijn ogen waren licht van kleur en stonden ver uit elkaar. Kortom, het bezat niet veel rechterlijke waardigheid en Shane was zich daarvan bewust.

 

Barnabas H. Goodfellow, professor in de natuurkunde aan de Northeastern Universiteit, werd het eerst beëdigd en hij deed dat op een manier die een eind maakte aan alles wat zijn naam voorstelde.

Na de gebruikelijke aanvangszetten schoof de aanklager zijn handen diep in zijn zakken en zei: 'Wanneer en hoe werd u voor het eerst attent gemaakt op de affaire rond robot EZ-27?'

Op professor Goodfellows kleine, hoekige gezicht verscheen een verontruste uitdrukking, maar dat maakte het nauwelijks vriendelijker dan het daarvoor was geweest. 'Ik heb met dr. Lanning, directeur van de researchafdeling van United States Robots inderdaad wetenschappelijk en ook enig sociaal contact gehad. Ik stond er, toen hij mij enige vreemde voorstellen deed - het was verleden jaar mei - nog vrij tolerant tegenover.'

'U bedoelt ten aanzien van die kwestie 2033?'

'Inderdaad.'

'Neemt u mij niet kwalijk dat ik u in de rede ben gevallen. Gaat u door.'

De professor knikte ijzig en sprak verder.

Professor Goodfellow bekeek de robot met een zeker gevoel van onbehagen. Hij was de opslagplaats in de kelder binnengebracht in een kist. Dat was op voorschrift van de Aarde. Hij had geweten dat het zou gebeuren en het was dus niet omdat hij er niet op was voorbereid. Vanaf het ogenblik dat hij op drie maart door dr. Lanning was opgebeld, was hij langzamerhand door de knieën gegaan en het gevolg ervan was dat hij nu van aangezicht tot aangezicht stond met een robot.

Zo op armlengte afstand zag het ding er ongewoon groot uit. Dr. Lanning bekeek zijn robot aandachtig. Hij wilde zich ervan overtuigen dat hij tijdens het transport niet beschadigd was. Daarna richtte hij zich met zijn woeste, witte wenkbrauwen en zijn witte manen tot de professor. 'Dit is robot EZ-27, de eerste van zijn model die tot de beschikking van het publiek staat,' zei hij. 'Dit is professor Goodfellow, Easy.'

Easy, die de proporties van een volwassen man bezat, was ruim twee meter lang en een van de belangrijkste publiciteitsstunts van United States Robots.

Zowel dit laatste als het feit dat hij over een gepatenteerd positronisch brein beschikte, had hun het monopolie op het gebied van robots en een vrijwel volledig monopolie op het gebied van computers verschaft.

De twee mannen die de robot uit zijn kist hadden gehaald, waren nu weggegaan en de professor keek van Lanning naar de robot en van de robot naar Lanning. 'Hij lijkt me ongevaarlijk,' zei hij. Overtuigend klonk het niet.

'Ongevaarlijker dan ik,' zei Lanning. 'Ik zou er misschien onder bepaalde omstandigheden toe te krijgen zijn u een klap te geven. Easy zal dat nooit doen. Ik neem aan dat u op de hoogte bent van de Drie Wetten van de robotica.'

'Natuurlijk,' zei Goodfellow.

'Ze worden bij de robots ingebouwd. De Eerste en belangrijkste Wet garandeert de veiligheid van de mens.' Hij zweeg even en wreef over zijn wang. 'Het is iets waar we de hele wereld graag van zouden overtuigen.'

'Ja, maar hij ziet er nogal formidabel uit, als ik het zo mag uitdrukken.'

'Dat geef ik toe. Maar wat hij ook mag schijnen, nuttig is hij zeker.'

'Ik begrijp niet goed op welke manier. Onze gesprekken hebben wat dat betreft niet veel opheldering gebracht. Hoe dan ook, ik heb beloofd het voorwerp te bekijken en hier ben ik dan.'

'We zullen meer doen dan hem bekijken, professor. Hebt u een boek bij u?'

'Ja.'

'Mag ik het even zien?'

Zonder zijn blik van de metalen menselijke gestalte te laten afdwalen, boog hij zich voorover en haalde een boek uit de tas die aan zijn voeten stond.

Lanning nam het aan en keek naar de titel: De chemie van elektrolytische oplossingen. 'Dat zal wel gaan, professor. U hebt dit op goed geluk uitgekozen. Ik heb u dus niet bij uw keuze beïnvloed. Klopt dat?'

'Ja.'

Lanning overhandigde het boek aan robot EZ-27.

De professor ging met een schok rechtop zitten. 'Nee, nee, dat is een kostbaar werk!'

Lanning trok zijn wenkbrauwen op. Ze leken op beijzeld kokoshaar. 'Het is niet de bedoeling dat Easy het boek doormidden scheurt om zijn kracht te demonstreren. Hij kan even voorzichtig met een boek omgaan als u en ik. Ga je gang, Easy.'

'Dank u, meneer,' zei Easy. Hij boog zijn metalen tors in de richting van de professor. 'Met uw goedvinden, professor Goodfellow.'

De professor zette een paar grote ogen op. 'Ja ... eh ... natuurlijk.'

Met langzame maar zekere bewegingen van zijn metalen vingers sloeg Easy de bladzijden om; eerst naar de linker, dan naar de rechter bladzijde kijkend. De kracht die er van hem uitging scheen de grote kamer en de twee menselijke toeschouwers aanmerkelijk in omvang te reduceren.

'Het licht is hier niet best,' mompelde Goodfellow.

'Ruim voldoende.'

'Maar wat doet hij dan?' vroeg de professor op iets scherpere toon.

'Geduld, meneer.'

Eindelijk was de laatste pagina omgeslagen. 'Nou, Easy?' vroeg Lanning.

'Het is een bijzonder accuraat boek en er is weinig op aan te merken. Alleen is op bladzijde 27 het woord "positief" gespeld als "poisitief". De komma op de zesde regel van pagina 32 is overbodig, terwijl er op de dertiende regel van pagina 54 een ontbreekt. Het plusteken in de formule XIV-2 op pagina 337 moet een minteken zijn, tenminste als hij wil aansluiten op de voorafgaande formules ...'

'Wacht even!' riep de professor uit. 'Wat doet hij nou?'

'Wat hij doet?' vroeg Lanning plotseling geïrriteerd. 'Man! Hij heeft het al gedaan. Hij heeft het boek gecorrigeerd.'

'Gecorrigeerd?'

'Ja. In de korte tijd die hij nodig had om het boek te lezen, heeft hij alle spelfouten, alle stijl- en grammaticale fouten genoteerd. Bovendien zal hij de inhoud van het boek nooit meer vergeten.'

De mond van de professor stond nu wijd open van verbazing. Hij stond op en begon door de kamer te lopen. Tenslotte ging hij met zijn armen voor zijn borst gevouwen voor de robot en Lanning staan. 'Bedoelt u dat deze robot corrector is?'

'Onder andere,' knikte Lanning.

'Maar waarom laat u dat aan mij zien?'

'Omdat u de universiteit er misschien van kunt overtuigen dat ze er daar een zouden kunnen gebruiken,' zei Lanning geduldig.

Er verscheen een zure, ongelovige trek op het gezicht van de professor. 'Maar dat is belachelijk!'

'Waarom?'

'De universiteit zou een dergelijke, halve ton wegende corrector nooit kunnen betalen.'

'Corrigeren is niet het enige dat hij kan. Hij kan samenvattingen maken, op een accurate manier formulieren invullen, examenuitslagen memoreren ...'

'Waardeloos!'

'Helemaal niet,' zei Lanning. 'Dat zal ik u straks bewijzen. Misschien kunnen we de zaak rustiger op uw kantoor bespreken, als u daar geen bezwaar tegen hebt.'

'Nee, natuurlijk niet.' De professor maakte al aanstalten om te vertrekken. 'Maar de robot ... de robot kunnen we niet meenemen. Luister, dr. Lanning. U zult de robot weer moeten laten inpakken.'

'Daar is tijd genoeg voor. We kunnen Easy hier laten.'

'Onbewaakt?'

'Waarom niet? Hij weet dat hij hier moet blijven. Professor Goodfellow, het wordt tijd dat u begrijpt dat een robot veel meer te vertrouwen is dan een menselijk wezen ...'

'Ja, maar ik ben verantwoordelijk voor eventuele schade ...'

'Er zal geen schade worden aangericht. Daar sta ik borg voor. Bovendien is het nu na kantoortijd. Voor morgenochtend verwacht u hier niemand meer, neem ik aan. De vrachtwagen en de twee mannen wachten buiten. United States Robots neemt alle verantwoordelijkheid op zich. Er zal niets gebeuren. Laten we zeggen dat dit een demonstratie van de betrouwbaarheid van een robot is.'

De professor liet zich verleiden om de kelder te verlaten, maar toen ze vijf verdiepingen hoger in zijn kantoor waren, leek hij nog steeds niet op zijn gemak. Met een witte zakdoek veegde hij het zweet van zijn voorhoofd. 'U weet dat het op Aarde verboden is robots te gebruiken,' zei hij.

'Die wetten, beste professor, zijn niet zo eenvoudig. Robots mogen niet worden gebruikt op de openbare weg. Ze mogen niet worden gebruikt op privé-terreinen of in gebouwen, behalve dan binnen bepaalde beperkingen die meestal ook onder de verboden vallen. Voor de universiteit wordt een uitzondering gemaakt. Als de robot in een bepaalde ruimte en voor een bepaald doel wordt gebruikt en men zich aan de verdere bepalingen houdt en als de mensen die de kamer betreden zich daar ook aan houden, blijven we binnen de perken van de wet.'

'Maar ál die drukte om correctiewerk te doen!'

'Het aantal mogelijke toepassingen is vrijwel onbeperkt, professor. Robotarbeid heeft zich tot dusver beperkt tot lichamelijk sleurwerk, maar bestaat er ook niet zoiets als geestelijk sleurwerk? Als een hoogleraar, die tot het hoogste creatieve werk in staat is, twee weken moet besteden aan het corrigeren van zijn eigen werk en ik kan u een robot leveren die dat in dertig minuten klaarspeelt, vindt u dat dan waardeloos?'

'Ja, maar de prijs ...'

'Over de prijs hoeft u zich niet ongerust te maken. Een EZ-27 is namelijk niet te koop. De universiteit kan een EZ-27 huren voor duizend dollar per jaar. Dat is aanmerkelijk minder dan de prijs van één microgolfrecorder.'

Goodfellow keek verbluft. Lanning maakte gebruik van de situatie. 'Het enige dat ik van u vraag, is dat u het voordraagt bij de mensen die de beslissingen nemen. Als ze meer willen weten, zal ik hun dat graag vertellen.'

'Nou ja,' zei Goodfellow aarzelend. 'Ik zou het volgende week tijdens de senaatsvergadering ter sprake kunnen brengen. Of het enig resultaat zal opleveren kan ik u niet beloven.'

'Natuurlijk niet. Dat begrijp ik,' zei Lanning.

 

De verdediger was een klein, dik mannetje dat erg gewichtig deed, maar dat accentueerde alleen maar zijn onderkinnen. 'U ging er nogal grif op in, niet waar?' zei hij toen professor Goodfellow was uitgesproken.

'Misschien wou ik wel van hem af zien te komen. Misschien beloofde ik het hem daarom wel.'

'Om na uw vertrek de hele zaak naast u neer te leggen?'

'Nou ja ...'

'Toch hebt u de kwestie voorgelegd aan de senaatscommissie.'

'Inderdaad.'

'Dan moet u dus akkoord zijn gegaan met de voorstellen van dr. Lanning.'

'Ik heb alleen de normale weg bewandeld.'

'U was toen veel minder beducht voor robots dan u op het ogenblik schijnt te zijn.'

'Ja ... eh ... dat wil zeggen ...'

'Bovendien scheen u er toen geen bezwaar tegen te hebben een robot onbewaakt achter te laten.'

'Dr. Lanning verzekerde mij dat ...'

'U zou daar toch niet op zijn ingegaan als u ook maar vermoedde dat de robot gevaarlijk kon zijn?'

'Ik had toen het volste vertrouwen in ...' begon de professor ijzig.

'Dank u. Dat is voldoende,' viel de verdediger hem in de rede. Professor Goodfellow stond niet weinig verstoord van zijn stoel op.

Rechter Shane boog zich voorover. 'Daar ik geen roboticus ben, zou ik graag willen weten wat die Drie Wetten van de robotica zijn. Zou dr. Lanning zo vriendelijk willen zijn deze ten behoeve van het hof te citeren?'

 

Dr. Lanning keek verbaasd en stootte bijna zijn hoofd tegen dat van de grijze vrouw die naast hem zat. Hij stond op en de grijze vrouw keek hem uitdrukkingloos aan. 'Zeker, edelachtbare,' zei Lanning. Hij aarzelde alsof hij op het punt stond een uitvoerig betoog te houden en zei toen met heldere stem:

'Eerste Wet: Een robot mag een menselijk wezen geen kwaad berokkenen, of toelaten dat een menselijk wezen gekwetst wordt door zijn nalatigheid.

Tweede Wet: Een robot moet de bevelen opvolgen, die hem door menselijke wezens gegeven worden, behalve als die bevelen in strijd zijn met de Eerste Wet.

Derde Wet: Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover dat niet in strijd is met de Eerste of de Tweede Wet.'

'Dank u,' zei de rechter die snel een paar notities had gemaakt. 'Als ik het goed begrijp zijn deze Wetten bij alle robots ingebouwd.'

'Bij alle robots. Iedere roboticus zal dat kunnen bevestigen.'

'Ook bij robot EZ-27?'

'Jawel, edelachtbare.'

'Men zal u waarschijnlijk verzoeken dit onder ede te willen herhalen.'

'Dat zal ik graag doen, edelachtbare.'

Lanning ging weer zitten.

Dr. Susan Calvin, de grijsharige vrouw die naast Lanning zat, keek haar superieur zonder veel genegenheid aan, maar genegenheid was iets dat ze voor niemand scheen te kunnen opbrengen. 'Klopte het wat Goodfellow zei, Alfred?'

'In grote trekken wel,' mompelde Lanning. 'Hij was toen helemaal niet zo bezorgd over die robot en wilde graag zaken doen toen hij hoorde wat het kostte, maar over het algemeen gesproken heeft hij de zaak niet vertekend.'

'Misschien was het verstandiger geweest een hogere prijs te noemen,' zei Susan Calvin.

'We wilden Easy graag verhuren.'

'Dat weet ik. Misschien waren we er een beetje ál te tuk op. Ze zullen het doen voorkomen alsof we bijbedoelingen hadden.'

Lanning keek geïrriteerd. 'Dat hadden we ook. Dat heb ik toegegeven voor de senaatscommissie.'

'Ze kunnen het doen voorkomen dat er achter de bijbedoelingen die we hebben toegegeven nog andere bijbedoelingen zaten.'

Scott Robertson, zoon van de stichter van US Robots en nog steeds een van de voornaamste aandeelhouders, boog zich naar Lanning. 'Waarom laat je Easy niet aan het woord? Dan weten we tenminste waar we aan toe zijn!' fluisterde hij.

'U weet toch dat hij er niet over kan praten, meneer Robertson!'

'Dwing hem er dan toe. U, dr. Calvin, u bent robopsychologe. Dwingt u hem ertoe.'

'Meneer Robertson,' antwoordde Susan Calvin koeltjes, 'als ik robopsychologe ben, laat mij dan de beslissingen nemen. Mijn robot zal niets doen dat nadelig voor hem is of dat ten koste gaat van hemzelf.'

Robertson trok zijn wenkbrauwen op en zou iets gezegd hebben als rechter Shane niet op een beleefde manier met zijn voorzittershamer had getikt.

Francis J. Hart, hoofd van de Engelse faculteit, was nu aan de beurt om te getuigen. Hij was een met veel zorg geklede, gezette man met slierten haar die keurig op zijn kale, roze hoofd waren geplakt. Hij ging met zijn handen netjes in zijn schoot gevouwen in het getuigenbankje zitten en produceerde af en toe een glimlachje.

'Mijn eerste kennismaking met de affaire rond robot EZ-27 vond plaats tijdens een zitting van de senaatscommissie. Tijdens deze zitting bracht professor Goodfellow het onderwerp ter sprake. Daarna, op de tiende april van het vorig jaar, organiseerden we een speciale vergadering over dit onderwerp. Ik was toen voorzitter.'

'Bestaan er notulen van deze vergadering?'

'Eh ... nee. Het was een nogal ongewone vergadering.' Hart glimlachte.

'Wat deed zich tijdens deze vergadering voor?'

 

Francis J. Hart had zich als voorzitter van deze vergadering allesbehalve op zijn gemak gevoeld. Dit gold ook voor de andere leden van de vergadering. Alleen dr. Lanning leek volkomen ontspannen. Zijn lange, magere gestalte, gekroond door een witte kuif, herinnerde Hart aan portretten van Andrew Jackson.

Midden op de tafel lagen voorbeelden van het werk dat door de robot was verricht. Professor Minott hield een grafische voorstelling in zijn hand die door Easy was vervaardigd. Zijn gezicht drukte een en al goedkeuring uit.

Hart schraapte zijn keel. 'Het is wel duidelijk dat de robot bepaalde routinewerkzaamheden met voldoende bekwaamheid kan uitvoeren. Dit bijvoorbeeld heb ik, voordat ik hier naar toe ging, nagekeken en ik moet zeggen dat er bijzonder weinig op aan te merken is.'

Hij pakte een bedrukt vel papier op dat ongeveer driemaal zo lang was als een doorsnee bladzijde. Het was een drukproef. In beide marges waren netjes correctietekens aangebracht. Hier en daar was een woord geschrapt en in de marge vervangen door een ander woord. Dit was zo keurig gedaan dat het evengoed gedrukt had kunnen zijn. Sommige correcties waren in blauw uitgevoerd om aan te tonen dat de oorspronkelijke fout bij de auteur lag. De in rood uitgevoerde correcties duidden op fouten van de zetter.

'In feite is er heel weinig op aan te merken,' zei Lanning. 'Of liever gezegd: er is helemaal niets op aan te merken. Ik ben ervan overtuigd dat het werk volmaakt is uitgevoerd, dr. Hart, maar als het om het corrigeren van feiten gaat - feiten zoals die in het oorspronkelijke manuscript worden gesteld - dan moet ik zeggen dat de robot daartoe niet in staat is.

Dit laatste geven wij dan ook toe, maar in bepaalde gevallen heeft de robot de volgorde van de woorden verbeterd en ik neem aan dat wij allen voldoende op de hoogte zijn met de structuur van de Engelse taal om de juistheid van die correcties te beamen.

Easy's positronische brein,' vervolgde Lanning met een brede glimlach, 'is gevoed met de inhoud van alle standaardwerken over dit onderwerp. Ik ben ervan overtuigd dat u wat dat betreft nergens een fout zult kunnen ontdekken.'

Professor Minott keek op van de grafische voorstelling die hij nog steeds in zijn hand hield. 'Met het oog op de te verwachten moeilijkheden op het gebied van public relations vraag ik me af of wij een robot nodig hebben. U zult toch moeten toegeven, dr. Lanning, dat de wetenschap der automatisering een peil heeft bereikt dat het uw firma mogelijk maakt een machine te ontwerpen, een normale computer zoals die door het publiek wordt geaccepteerd, die drukproeven zou kunnen corrigeren.'

'Inderdaad, dat zouden we kunnen,' antwoordde Lanning stijfjes, 'maar in dat geval zouden de drukproeven eerst moeten worden vertaald in symbolen of op zijn minst moeten worden overgebracht op de band. Ook de correcties zouden als symbolen te voorschijn komen en u zou personeel nodig hebben om woorden in symbolen en symbolen in woorden te vertalen. Bovendien zou een dergelijke computer geen andere werkzaamheden kunnen verrichten. Een grafische voorstelling zoals u op het ogenblik in uw hand houdt, zou hij niet kunnen maken.'

Minott bromde alleen maar wat.

'Hét kenmerk van de positronische robot is zijn veelzijdigheid. Hij is in staat een groot aantal werkzaamheden te verrichten. Hij is gebouwd als een mens en kan alle machines en al het gereedschap door mensen ontworpen bedienen of hanteren. Hij kan met u en u kunt met hem praten. In zekere zin kunt u zelfs met hem van gedachten wisselen,' vervolgde Lanning.

'Als we allemaal met hem van gedachten zouden wisselen en met hem zouden praten, zou hij dan niet in de war raken? Hij zal wel niet in staat zijn een onbeperkt aantal gegevens in zich op te nemen,' zei Goodfellow.

'Inderdaad, dat kan hij niet, maar bij normaal gebruik kan hij vijf jaar mee. Hij weet dan dat hij aan een 'hersenspoeling" toe is en deze wordt dan door onze firma gratis verricht.'

'Firma?'

'Ja. De firma behoudt zich het recht voor de robot buiten zijn gewone werkzaamheden om een servicebeurt te geven. Daarom verhuren we ze alleen maar. Wat zijn gewone functies betreft kan iedereen hem leren bedienen. Op andere gebieden kan hij alleen door een expert worden bediend en daar zorgen wij dan voor. Zo zou ieder van u een EZ-robot in beperkte mate een hersenspoeling kunnen geven door hem te vertellen dat hij dit of dat moet vergeten, maar het is vrijwel zeker dat het bevel daartoe zodanig geformuleerd zou worden dat hij net iets te veel of te weinig zou vergeten. Wij zouden dat onmiddellijk merken omdat wij bepaalde beveiligingen bij hem hebben ingebouwd. Bij gewone werkzaamheden is dat evenwel overbodig en vormt het daarom geen probleem ...'

Hart betastte zijn schedel als om zich ervan te verzekeren dat de haarslierten er nog netjes overheen geplakt lagen. 'U doet uw best om ons uw machine te leveren, maar u vraagt er een belachelijk lage prijs voor: duizend dollar. Doet u dat soms omdat u hoopt dat andere universiteiten ons voorbeeld zullen volgen, maar dan tegen een voordeliger bedrag?'

'Dat is een gerechtvaardigde hoop die wij inderdaad koesteren,' zei Lanning.

'Maar zelfs dan zou het aantal machines dat u zou kunnen leveren, beperkt zijn. Ik betwijfel of zoiets rendabel zou zijn.'

Lanning liet zijn ellebogen op de tafel rusten en boog zich voorover. 'Laat ik open kaart met u spelen, heren. Behalve in zeer bijzondere gevallen mogen robots op Aarde niet gebruikt worden. Voor een deel is dat een gevolg van het vooroordeel dat men tegen robots koestert. US Robots is een bijzonder succesvolle onderneming - niet alleen op buitenaards gebied en op het gebied van de ruimtevaart, maar ook op de computermarkt. Wij streven evenwel niet naar winst. Wij zijn er bovendien vast van overtuigd dat het gebruik van robots op Aarde het leven voor iedereen zal veraangenamen - zelfs wanneer het in het begin enige economische ontwrichting zou veroorzaken.

De vakbonden zijn natuurlijk tegen ons, maar van de grote universiteiten mogen we toch medewerking verwachten.

Onze robot Easy kan u van veel sleurwerk verlossen - als u hem het werk van een "galeislaaf" laat verrichten, om het zo maar eens uit te drukken. Andere universiteiten en instituten zullen uw voorbeeld volgen en misschien zal het vooroordeel bij het publiek dan langzaam verdwijnen.'

'Heden Northeastern Universiteit, morgen de hele wereld,' mompelde Minott.

 

'Ze zaten te springen om Easy voor een bedrag van duizend dollar per jaar te huren. Professor Minott zei dat hij nog nooit zo'n mooi werkstukje had gezien als die grafische voorstelling en Hart gaf volmondig toe dat de correctie feilloos was,' fluisterde Lanning boos tegen Susan Calvin.

De verticale lijnen in het gezicht van Susan Calvin verzachtten zich niet. 'Je had meer moeten vragen dan ze betalen konden, Alfred,' zei ze. 'Dan waren ze gaan afdingen.'

'Misschien,' bromde Lanning.

De aanklager was met professor Hart nog niet helemaal klaar. 'Hebt u na het vertrek van dr. Lanning in verband met robot EZ-27 een stemming gehouden?' vroeg hij.

'Ja.'

'En wat was het resultaat?'

'De meerderheid was voor aanschaf.'

'Wat heeft volgens u deze stemming beïnvloed?'

De verdediging maakte tegen deze vraag onmiddellijk bezwaar. De aanklager formuleerde de vraag nu anders. 'Wat heeft u persoonlijk bij het stemmen beïnvloed? U hebt "voor" gestemd, is het niet?'

'Inderdaad, ik stemde vóór. Dit kwam in hoofdzaak omdat ik onder de indruk was gekomen van Lannings opvattingen dat het onze plicht als intellectuelen was de robotica in staat te stellen de mensheid te helpen bij de oplossing van haar problemen.'

'Met andere woorden: u werd door Lanning overgehaald.'

'Het is zijn vak. Hij deed het op onberispelijke wijze.'

'Uw getuige.'

De verdediger liep naar de getuigenbank en keek professor Hart enkele ogenblikken zwijgend aan. 'Waren u en uw collega's er niet bijzonder op gebrand robot EZ-27 in dienst te nemen?'

'Wij waren van mening dat hij heel nuttig voor ons zou kunnen zijn.'

'Als hij in staat zou zijn het gewenste werk te doen. Als ik het goed begrijp, hebt u op de dag van de vergadering het oorspronkelijke werk van de robot met bijzondere aandacht bestudeerd?'

'Inderdaad. De machine is gespecialiseerd in de Engelse taal en omdat ik dat onder andere ook ben, leek het mij niet meer dan vanzelfsprekend dat ik degene zou zijn die zijn werk zou onderzoeken.'

'Goed. Werd er tijdens de vergadering iets vertoond dat niet geheel aan de verwachtingen beantwoordde? Al het materiaal is hier aanwezig. Is er iets bij dat u als zodanig kunt aanwijzen?'

'Nou ja ... eh ...'

'Ik stel u een eenvoudige vraag. Was er iets bij dat niet aan de verwachtingen beantwoordde? U was degene die het materiaal bestudeerde.'

'Nee, er was niets bij dat niet aan de verwachtingen beantwoordde,' antwoordde de professor met gefronste wenkbrauwen.

'Ik heb hier ook enkele voorbeelden van het werk dat de robot tijdens de veertien maanden dat hij in dienst was van de Northeastern Universiteit heeft verricht. Wilt u zo goed zijn deze te bestuderen en mij te vertellen of er iets bij is waarop u iets zou kunnen aanmerken?'

'Maar toen hij een vergissing beging ...' snauwde Hart.

'Ik verzoek u mijn vraag te willen beantwoorden!' schreeuwde de verdediger. 'Mankeerde er iets aan dat materiaal?'

Hart bekeek aandachtig ieder voorbeeld afzonderlijk. 'Nee. Niets,' zei hij tenslotte.

'Is er, afgezien van de zaak die nu ter sprake wordt gebracht, ooit door EZ-27 een vergissing begaan?'

'Nee.'

De verdediger schraapte zijn keel als om daarmee aan te geven dat dit aspect van de zaak was afgehandeld. 'En nu wat betreft de stemming die werd gehouden of robot EZ-27 al dan niet gehuurd zou worden,' vervolgde hij. 'U zei dat de meerderheid ervoor was. Wat was het juiste resultaat van die stemming?'

'Zover ik mij kan herinneren: dertien tegen één.'

'Dertien stemmen vóór en één tegen? Dat is wel iets anders dan een meerderheid, zou ik zeggen!'

'Nee meneer! In de Engelse taal betekent het woord "meerderheid" meer dan de helft.'

'Praktisch gesproken was iedereen er dus voor?'

'De meerderheid was ervoor!'

De verdediger begon nu een andere tactiek te volgen. 'En wie was dan die alleenstaande tegenstemmer?' vroeg hij.

Er verscheen een bezorgde uitdrukking op het gezicht van dr. Hart. 'Professor Simon Ninheimer,' zei hij.

De verdediger simuleerde verbazing. 'Professor Ninheimer? Het hoofd van de sociologische faculteit?'

'Jawel meneer.'

'De eiser?'

'Jawel meneer.'

De verdediger spitste zijn lippen. 'Met andere woorden: de man die zevenhonderdvijftigduizend dollar schadevergoeding eist van mijn cliënt, de United States Robots & Mechanische Mensen NV, was de enige die vanaf het begin heeft geprotesteerd tegen het in gebruik nemen van de robot - terwijl alle andere leden van de senaat ervan overtuigd waren dat het een goed idee was?'

'Het was zijn goed recht om tegen te stemmen.'

'Tijdens uw beschrijving van de vergadering hebt u eventuele opmerkingen van de professor niet ter sprake gebracht. Heeft hij toen iets gezegd?'

'Ik geloof van wel.'

'Wat bedoelt u?'

'Nou ja ... hij heeft inderdaad gesproken.'

'Zei hij waarom hij bezwaren had tegen de aanschaf van de robot?'

'Ja.'

'Sprak hij op heftige toon?'

'Hij was woedend.'

'Hoe lang kent u professor Ninheimer, als ik vragen mag?'

'Ongeveer twaalf jaar.'

'Kende u hem goed?'

'Ik zou zeggen ... ja.'

'Zou u - hem kennende - zeggen dat hij het soort man was om bezwaren tegen het in gebruik nemen van de robot te blijven koesteren omdat het feit dat hij had tegengestemd ...'

De ondervraging werd door de aanklager met een heftig gebaar afgebroken. Rechter Shane verdaagde de zitting tot na de lunch.

 

Robertson kauwde op zijn sandwich. Door het verlies van driekwart miljoen dollar zou het bedrijf niet ten onder gaan, maar het zou de firma ook geen goed doen. Bovendien was hij zich ervan bewust dat er - gezien vanuit het oogpunt van public relations - op de lange duur nog veel meer schade geleden zou worden.

'Waarom al dat gedoe over de manier waarop Easy op de universiteit terecht is gekomen? Wat hopen ze daarmee te bereiken?' zei hij zuur.

'Een rechtzitting is zoiets als een spelletje schaak, meneer Robertson,' zei de verdediger. 'Degene die wint is meestal hij die de meeste zetten vooruit kan zien en mijn vriend de aanklager is geen beginneling. Hij probeert te voorvoelen wat de verdediging van plan is. Ze rekenen er waarschijnlijk op dat wij zullen aantonen dat Easy de overtreding niet begaan kan hebben op grond van de Drie Wetten.'

'Nou en?' antwoordde Robertson. 'Daarop berust inderdaad onze verdediging. En een volkomen waterdichte verdediging, zou ik zeggen.'

'Voor een robotkundig ingenieur, ja, maar niet noodzakelijkerwijs voor een rechter. Ze zullen het zo proberen te draaien dat EZ-27 geen gewone robot was; dat hij de eerste van zijn type was die het publiek werd aangeboden. Het was een experimenteel model waarmee in de praktijk geëxperimenteerd moest worden en de universiteit leek daarvoor de meest geschikte plaats. Daardoor werden ook de lage prijs en de inspanning die dr. Lanning zich getroostte om de robot geplaatst te krijgen aannemelijk. De aanklager zal dan van het standpunt uitgaan dat de noodzaak van een praktisch experimenteel stadium in feite betekende dat EZ-27 een mislukking was. Begrijpt u nu wat er aan de hand is?'

'Maar EZ-27 was een volmaakt exemplaar. De zevenentwintigste van de serie,' zei Robertson.

'Dat is nou juist het ergste,' zei de verdediger somber. 'Wat mankeerde er dan aan de eerste zesentwintig? Waarom zou er aan de zevenentwintigste niet iets mankeren?'

'Er was niets aan de hand met de eerste zesentwintig behalve dan dat ze te eenvoudig geconstrueerd waren voor hun taak. Maar de Drie Wetten waren bij alle modellen ingebouwd. Dat geldt voor alle robots - hoe onvolmaakt ze ook mogen zijn!'

'Dat heeft dr. Lanning me uitgelegd, meneer Robertson, en ik ben bereid hem op zijn woord te geloven. Of de rechter dat zal doen, is een andere zaak. Wij moeten een uitspraak verwachten van een eerlijk man die evenwel geen roboticus is, niets van robots afweet en daarom op een dwaalspoor gebracht kan worden.'

'Wilde Easy maar praten!' gromde Robertson.

De verdediger haalde zijn schouders op. 'Een robot kan niet als getuige worden opgeroepen.'

'Ja, maar dan zouden we tenminste een paar feiten te weten komen. Hoe kon hij in vredesnaam zoiets doen?'

Susan Calvin veerde overeind. Een lichte blos kleurde haar wangen en er klonk zelfs iets van warmte in haar stem. 'We wéten waarom. Het werd Easy bevolen! Ik heb het aan de raad uitgelegd en ik zal het jullie nu ook uitleggen.'

'Wie heeft het hem bevolen?' vroeg Robertson stomverbaasd. (Niemand vertelde hem ooit iets, dacht hij verbitterd.)

'De eiser,' zei dr. Calvin.

'Waarom in vredesnaam?'

'Dat weten we nog niet. Misschien alleen maar om ons een proces te kunnen aandoen of om aan het geld te komen.' Haar ogen hadden een boosaardige glans toen ze dat zei.

'Maar waarom zegt Easy dat dan niet?'

'Dat is duidelijk. Hij kreeg het bevel om zijn mond te houden.'

'Duidelijk?' vroeg Robertson.

'Voor mij wel. Robopsychologie is mijn vak. Als Easy niet direct op de vraag wil antwoorden, zal hij om de kern van de zaak heen blijven draaien. Door zijn toenemende aarzeling om vragen te beantwoorden, door het meten van de "lege plekken" en de intensiteit van de tegenkrachten die zijn opgetreden, is het mogelijk met wetenschappelijke nauwkeurigheid vast te stellen dat zijn moeilijkheden zijn ontstaan door het bevel dat hem werd gegeven om niet te spreken. Met andere woorden: hem werd gezegd dat hij - als hij zou spreken - een mens letsel zou toebrengen en dat menselijke wezen is waarschijnlijk professor Ninheimer, de "eiser", die door de robot als een mens wordt beschouwd.'

'Waarom legt u hem dan niet uit dat hij door te zwijgen US Robots schade berokkent?' vroeg Robertson.

'Omdat US Robots geen menselijk wezen is en omdat de Eerste Wet van de robotica een naamloze vennootschap niet als een menselijk wezen beschouwt. Het zou bovendien gevaarlijk zijn om het eenmaal gegeven bevel door een tegenbevel op te heffen. Het minst gevaarlijk zou zijn dit door degene te laten doen die het oorspronkelijke bevel heeft gegeven, want de motiveringen van de robot om te zwijgen staan in directe relatie tot degene die hem het zwijgen oplegde. Iedere andere oplossing ...' Zij schudde haar hoofd en bijna leek het of ze zich opwond. 'Ik wil niet dat de robot wordt beschadigd!'

'Het komt mij voor dat we alleen maar hoeven te bewijzen dat Easy niet in staat was om datgene te doen waarvan hij wordt beschuldigd,' viel Lanning haar kalmerend in de rede. 'En dat kunnen we,' voegde hij eraan toe.

'Inderdaad,' zei de verdediger geïrriteerd. 'U kunt dat. De enige getuigen die verklaringen kunnen afleggen omtrent Easy's toestand zijn mensen die in dienst zijn bij US Robots en geen enkele rechter zal aannemen dat zulke getuigen onbevooroordeeld zijn!'

'Ze kunnen de getuigenverklaring van experts toch niet naast zich neerleggen?'

'Wel door een weigering om zich erdoor te laten overtuigen. Dat is het recht van de rechter. Tegenover het alternatief dat een man als professor Ninheimer zijn reputatie te grabbel zou hebben gegooid - zelfs ter wille van een behoorlijke som gelds - zullen de technische argumenten van jullie experts nooit kunnen opwegen. Tenslotte is de rechter ook maar een mens. Als hij moet kiezen tussen een man die iets volslagen onwaarschijnlijks doet en een robot die iets even onwaarschijnlijks doet, dan lijkt het mij voor de hand liggend dat hij een beslissing neemt ten gunste van de man.'

'Ieder mens is in staat tot de meest onwaarschijnlijke dingen,' zei Lanning. 'De menselijke geest is zo gecompliceerd dat wij niet weten wat daarin onmogelijk is. Van een robot weten wij dat wel.'

'Nou, ik hoop dat u de rechter daarvan kunt overtuigen,' zei de verdediger moedeloos.

'We zullen zien. Het is goed om te weten met welke moeilijkheden wij geconfronteerd zullen worden. Laten we niet al te pessimistisch zijn. Ik heb ook geprobeerd een paar zetten van het schaakspel vooruit te zien,' voegde hij eraan toe. Hij knikte statig in de richting van de robopsychologe en vervolgde: 'Met behulp van deze dierbare dame.'

Lanning keek hen beurtelings aan. 'Wat bedoelen jullie, verdomme?' zei hij, maar de zaalwachter kwam binnen en kondigde aan dat de zitting zou worden voortgezet.

Zij namen hun plaats in en keken naar de man die de oorzaak van alle ellende was.

Simon Ninheimer had een vlaskleurige kuif en een gezicht dat langs een kromme neus spits toeliep in een puntige kin. Hij had de gewoonte voor het uitspreken van belangrijke woorden even te aarzelen en dat maakte hem zo onverdraaglijk als een perfectionist maar zijn kan. Als hij zei: 'De zon gaat op in ... eh ... het oosten,' kon men er zeker van zijn dat hij rekening had gehouden met de mogelijkheid dat de zon ook wel eens in het westen zou kunnen opgaan.

'Was u tegen het in dienst nemen van de robot door de universiteit?' vroeg de aanklager.

'Inderdaad, meneer.'

'Waarom?'

'Ik had het gevoel dat wij niet voldoende op de hoogte waren van ... de ware ... eh ... motieven van United States Robots. Ik wantrouwde het feit dat zij er zo op gebrand waren een robot aan ons te leveren.'

'Had u het gevoel dat de robot in staat was het werk te doen waartoe hij volgens de firma was geprogrammeerd?'

'Ik weet dat hij dat niet was.'

'Kunt u dat nader toelichten?'

Simon Ninheimer had acht jaar nodig gehad om zijn boek Sociale spanningen bij ruimtereizen en hun oplossing te voltooien. Ninheimers neiging tot exactheid beperkte zich niet tot zijn manier van praten, en een onderwerp als sociologie, dat van nature geen vastomlijnde begrippen hanteert, hield hem tot het uiterste bezig. Zelfs bij het doornemen van de drukproeven werd hij geplaagd door het gevoel onvolledig te zijn geweest. Als hij naar de gedrukte vellen papier keek, voelde hij de neiging in zich opkomen de zinnen uit elkaar te halen en alles opnieuw te formuleren.

Jim Baker, die spoedig benoemd zou worden tot lector in de sociologie, zag Ninheimer drie dagen nadat deze de drukproeven van de uitgever had ontvangen afwezig naar een stapeltje papieren staren. Er waren drie exemplaren van de drukproeven: één voor Ninheimer zelf, één voor Baker en een derde exemplaar dat zowel door Ninheimer als door Baker gecorrigeerd zou worden, nadat men gezamenlijk tot een oplossing van bepaalde problemen was gekomen. Ze hadden deze procedure al drie jaar toegepast en tot dusver was alles goed gegaan.

'Ik heb het eerste hoofdstuk doorgewerkt. Er staan een paar schitterende drukfouten in,' zei de jonge Baker.

'Dat is met eerste hoofdstukken altijd het geval,' antwoordde Ninheimer afwezig.

'Hebt u zin om het nu door te nemen?'

Ninheimer keek Baker ernstig aan. 'Ik heb nog niets aan de drukproeven gedaan, Jim. Ik geloof niet dat het nodig is.'

'Niet nodig is?' zei Baker verward.

'Ik ben van plan het aan de machine over te dragen. Tenslotte hebben we hem aangenomen als ... eh ... corrector. Ze hebben een werkplan voor hem uitgewerkt.'

'De machine? U bedoelt Easy?'

'Dat is geloof ik de kinderachtige naam die ze hem gegeven hebben.'

'Maar dr. Ninheimer! Ik dacht dat u daar niets mee te maken wilde hebben!'

'Ik schijn de enige geweest te zijn. Misschien is het beter dat ook ik van de geboden voordelen gebruik maak.'

'O, nou, dan is het corrigeren van het eerste hoofdstuk alleen maar verloren tijd geweest,' zei Baker op gekwetste toon.

'Nee, nee. We zullen het resultaat van de machine met het jouwe vergelijken.'

'Goed. Als u dat wilt, maar ...'

'Ja?'

'Ik geloof niet dat er iets op Easy's werk zal zijn aan te merken. Men zegt dat hij zich nooit vergist.'

'Nou, dat zal dan wel zo zijn,' antwoordde Ninheimer droog.

 

Vier dagen later bracht Baker hem opnieuw het eerste hoofdstuk. Het kwam kersvers uit het speciale vertrek dat voor Easy en zijn uitrusting was ingericht.

Baker was één en al enthousiasme. 'Moet u horen, dr. Ninheimer. Hij heeft niet alleen alles ontdekt wat ik had ontdekt. Nee. Hij heeft nog een tiental fouten ontdekt die mij waren ontgaan. En dat in tien minuten tijds!'

Ninheimer keek naar het vel papier met de keurig gedrukte correctietekens in de marge. 'Het is niet zo compleet als jij en ik het gemaakt zouden hebben. Wij zouden bijvoorbeeld een citaat uit Suzuki's boek over het neurologische effect van subaardse zwaartekrachten hebben ingevoegd.'

'U bedoelt zijn verhandeling in de Sociological Review.'

'Natuurlijk.'

'Ach, u kunt niet het onmogelijke van Easy verlangen. Wij kunnen niet verwachten dat hij onze literatuur doorneemt.'

'Dat begrijp ik. Om je de waarheid te zeggen, heb ik dat citaat hier klaarliggen. Ik zal naar de machine gaan en ervoor zorgen dat hij voortaan ook rekening houdt met in te lassen citaten.'

'Misschien kan hij dat al.'

'Ik wil het zeker weten.'

Om Easy te benaderen moest Ninheimer een afspraak maken. Meer tijd dan een kwartier - en dan alleen laat op de avond - scheen niet beschikbaar te zijn. Toch bleek een kwartier voldoende. Robot EZ-27 snapte onmiddellijk waar het over ging.

Toen hij voor het eerst oog in oog met de robot stond, voelde Ninheimer zich alles behalve op zijn gemak. Bijna automatisch - alsof hij zich tegenover een menselijk wezen bevond - vroeg hij: 'Heb je plezier in je werk?'

'Jawel professor,' antwoordde Easy ernstig. De fotocellen die zijn ogen vormden, straalden zoals gewoonlijk een dieprode gloed uit.

'Weet je wie ik ben?'

'Het feit dat u mij het extra materiaal brengt dat in de tekst moet worden ingevoegd, maakt het mij duidelijk dat u de auteur bent. De naam van de auteur staat bovendien boven de drukproeven vermeld.'

'Juist, ja. Het blijkt dat je ... eh ... gevolgtrekkingen kunt maken. Vertel me eens ...' Hij kon zich niet weerhouden de vraag te stellen. 'Wat denk je tot dusver van het boek?'

'Het is prettig om aan te werken,' antwoordde Easy.

'Prettig? Dat is een vreemde uitdrukking voor een ... eh ... mechanisme zonder emoties. Men heeft mij verteld dat je geen emoties kent.'

'De woorden in uw boek zijn in overeenstemming met het patroon van mijn brein,' zei Easy. 'Zij veroorzaken weinig of geen contraspanningen. In mijn brein bestaan bepaalde knooppunten die mij nopen het woord "prettig" te gebruiken. De emotionele inhoud van dat woord is niet meer dan een toevalligheid.'

'O juist... Waarom vind je het boek prettig?'

'Omdat het over menselijke wezens gaat, professor, en niet over anorganische stoffen of mathematische symbolen. Uw boek is een poging om menselijke wezens te begrijpen en het geluk van de mensheid te bevorderen.'

'En omdat jij dat ook probeert te doen is mijn boek in overeenstemming met het patroon van je brein?'

'Inderdaad, professor.'

De vijftien minuten waren om. Ninheimer liet Easy alleen en ging naar de universiteitsbibliotheek die op het punt stond om gesloten te worden. Hij liet hem lang genoeg openblijven om een boek over robotica te vinden en nam het mee naar huis. Afgezien van enkele toevoegingen gingen alle drukproeven onmiddellijk naar Easy en van Easy naar de drukker. Ninheimer bemoeide zich er nauwelijks meer mee - later helemaal niet meer.

'Ik krijg soms bijna het gevoel dat ik overbodig geworden ben,' zei Baker.

'Het zou je het gevoel moeten geven dat je nu de tijd hebt om met een nieuw project te beginnen,' zei Ninheimer, zonder van zijn werk op te kijken.

'Ik kan er maar niet aan wennen. Ik blijf me ongerust maken over die drukproeven. Helemaal ten onrechte, dat weet ik.'

'Inderdaad.'

'Laatst kreeg ik een paar bladzijden in handen voordat Easy ze naar de drukker zond en ...'

'Wat?' Hij sloeg het blad dat hij had zitten lezen met een klap dicht. 'Je wilt toch niet zeggen dat je de machine hebt gestoord bij zijn werk?'

'Even maar. Alles was in orde. O ja. Hij had één woord veranderd. U had het woord "misdadig" gebruikt; hij veranderde dat in "roekeloos", omdat hij vond dat dat meer in overeenstemming was met de rest van de tekst.'

Ninheimer dacht na. 'Wat denk jij daarvan?'

'Dat weet u. Ik was het met hem eens en heb het laten staan.'

'Als ik de machine gebruik, dan wil ik hem ten volle benutten. Als ik hem gebruik en jij gaat daarna zijn werk controleren - terwijl het er juist om gaat dat de robot controle overbodig moet maken - heb ik er niets aan. Begrijp je dat?'

'Jawel, dr. Ninheimer,' antwoordde Baker deemoedig.

Op 8 mei ontving Ninheimer, voordat het op de markt verscheen, een exemplaar van Sociale spanningen. Hij keek het vluchtig door, sloeg bladzijden om en las hier en daar een passage. Daarna legde hij het boek opzij.

Later vertelde hij dat hij de hele zaak vergeten was. Hij had er acht jaar aan gewerkt, maar er waren nu andere dingen die hem bezighielden. Hij vergat zelfs de universiteit een exemplaar aan te bieden.

Baker, die hard aan het werk was en die de professor zoveel mogelijk ontweek sinds hij op zijn nummer was gezet, ontving evenmin een exemplaar.

De zestiende juni kwam er verandering in de situatie. Ninheimer werd opgebeld. Verbaasd keek hij naar het gezicht op het scherm van de visiofoon.

'Speidell! Ben je in de stad?'

'Nee, meneer. Ik ben in Cleveland.' Speidells stem trilde van emotie.

'Waarom bel je mij dan op?'

'Omdat ik uw boek heb gelezen. Professor Ninheimer, u bent toch hoop ik niet gek geworden?'

Ninheimer verstijfde. 'Hoezo? Is er ... eh ... iets niet in orde?'

'Niet in orde? Kijkt u maar eens op bladzijde 562. Wat bezielt u om mijn werk op die manier te interpreteren? In welk gedeelte van het door u geciteerde gedeelte van mijn werk heb ik ooit beweerd dat er niet zoiets als een criminele persoonlijkheid bestaat en dat de ware misdadigers diegenen zijn die de wet handhaven? Luistert u maar ...'

'Wacht even. Wacht even!' riep Ninheimer die koortsachtig de genoemde bladzijde probeerde te vinden. 'Wacht even ... God!'

'Nou en?'

'Luister, Speidell, ik begrijp niet hoe dit gebeurd kan zijn. Dit heb ik nooit geschreven.'

'Ja, maar het staat er toch maar! Maar dat is nog niet eens het ergste. Kijkt u maar eens op bladzijde 690. Wat denkt u dat Ipatiev zal doen als hij leest wat u over zijn ontdekkingen hebt geschreven? Mijn God, Ninheimer, het boek staat letterlijk vol met dat soort dingen. Ik weet niet wat u van plan bent, maar er is maar één oplossing: zorgt u ervoor dat het boek nooit op de markt komt en als ik u was, zou ik maar alvast beginnen met het voorbereiden van verontschuldigingen voor de eerstvolgende vergadering!'

'Speidell, luister toch naar me!'

Maar Speidell had met zoveel kracht de hoorn neergekwakt dat het scherm nog vijftien seconden bleef nagloeien.

Ninheimer had toen het boek ter hand genomen en bepaalde passages onderstreept met rode inkt.

Toen hij Easy daarna voor het eerst weer ontmoette, had hij zich vrij goed weten te beheersen, maar zijn gezicht was bleek. Hij overhandigde Easy het boek. 'Wil je zo goed zijn de onderstreepte passages op de bladzijden 562, 631, 644 en 690 te lezen?'

Easy was er in een paar seconden mee klaar. 'Jawel, professor?'

'Dit stond niet in de oorspronkelijke drukproeven!'

'Dat is zo.'

'Heb jij die veranderingen aangebracht?'

'Jawel, meneer.'

'Waarom?'

'De passages die u noemt waren bijzonder oncomplimenteus voor bepaalde groepen mensen. Ik voelde me genoodzaakt bepaalde woorden te wijzigen omdat ik niet wilde dat ze gekwetst zouden worden.'

'Waar haalde je de moed vandaan om zoiets te doen?'

'Professor, de Eerste Wet staat mij niet toe menselijke wezens te kwetsen of menselijke wezens leed te berokkenen door niet in te grijpen. Gezien uw grote bekendheid in sociologische kringen en de belangstelling waarmee uw boek door een groot aantal geleerden zal worden ontvangen, zou een aantal mensen bijzonder benadeeld worden.'

'Maar ik dan? Wat denk je dat mij zal gebeuren?'

'Als je moet kiezen tussen twee kwade zaken, kies je de minst kwade.'

Trillend van woede strompelde Ninheimer de deur uit. 'Eén ding stond voor hem vast. US Robots zou hier verantwoording voor moeten afleggen!

 

De spanning in de rechtszaal steeg toen de aanklager de nadruk op dit punt begon te leggen.

'Robot EZ-27 bracht u dus op de hoogte van zijn motieven die volgens hem waren gebaseerd op de Eerste Wet?'

'Inderdaad meneer.'

'Wat betekent dat hij geen andere keus had.'

'Jawel meneer.'

'Hieruit blijkt dus dat US Robots een robot had ontworpen die zonodig boeken kon herschrijven volgens zijn eigen opvattingen. Daar staat tegenover dat hij werd aangeboden als een eenvoudig corrector. Klopt dat?'

De verdediging kwam hiertegen onmiddellijk in opstand, wijzend op het feit dat men een besluit verlangde omtrent een onderwerp waar de gedaagde geen verstand van had, maar de woorden van de aanklager hadden hun indruk al gemaakt. De verdediger verzocht om een korte schorsing voordat men met het kruisverhoor zou beginnen, een legale technische zet die hem vijf minuten tijd bezorgde.

Hij boog zich naar Susan Calvin. 'Zou het mogelijk zijn, dr. Calvin, dat professor Ninheimer de waarheid spreekt en dat Easy's gedrag was gebaseerd op de Eerste Wet?'

Susan Calvin beet op haar lip. 'Nee, dat is onmogelijk,' zei ze. 'Het laatste deel van Ninheimers getuigenis is gewoon meineed. Easy is niet zodanig geconstrueerd dat hij abstract gestelde zaken in een diepgaand sociologisch betoog kan beoordelen volgens de Eerste Wet. Hij zou nooit kunnen beoordelen of een bepaald gedeelte uit een boek bepaalde mensen al dan niet zou kwetsen. Zijn brein is voor een dergelijke taak niet berekend.'

'Dat zal wel niet aan een leek zijn uit te leggen,' zei de verdediger somber.

'Nee,' gaf Calvin toe. 'Dit te bewijzen zou uiterst ingewikkeld zijn. We moeten ons aan onze persoonlijke tactiek houden: bewijzen dat Ninheimer liegt. Niets dat hij tot dusver heeft beweerd, noodzaakt ons daar verandering in te brengen.'

'Goed, dr. Calvin,' zei de verdediger. 'We zullen de oorspronkelijke tactiek blijven volgen.'

De rechter liet zijn voorzittershamer op zijn bureau neerkomen en dr. Ninheimer nam opnieuw in de getuigenbank plaats. Hij glimlachte fijntjes als iemand die zich volkomen zeker van zijn zaak voelt en die zich verheugt op het pareren van de zinloze aanvallen van zijn tegenstanders.

De verdediger begon kalm aan. 'Dr. Ninheimer, wilt u beweren dat u volkomen onkundig was omtrent de veranderingen die waren aangebracht tot op het moment dat u door dr. Speidell werd opgebeld?'

'Inderdaad, meneer.'

'Hebt u de drukproeven, nadat ze door robot EZ-27 waren gecorrigeerd, nooit meer nagekeken?'

'Aanvankelijk nog wel, maar later leek mij dat overbodig. Ik had vertrouwen in de beweringen van US Robots. Die belachelijke veranderingen werden door de robot in het laatste gedeelte van het boek aangebracht, toen hij, naar ik aanneem, voldoende van sociologie afwist om ...'

'Uw veronderstellingen doen niet ter zake!' zei de verdediger. 'Als ik het goed begrijp, heeft dr. Baker daarna tenminste eenmaal de drukproeven gezien. Kunt u zich nog herinneren dat u dat gezegd hebt?'

'Jawel meneer. Hij vertelde mij dat hij een bladzijde had gezien waarop de robot een verandering had aangebracht.'

Opnieuw viel de verdediger hem in de rede. 'Vindt u het niet vreemd, meneer, dat u, na een jaar lang een vijandige houding ten aanzien van het voorstel om de robot in dienst te nemen te hebben aangenomen, en nadat u tegen het voorstel had gestemd, plotseling besloot om uw boek, uw "magnus opus", aan de robot toe te vertrouwen?'

'Helemaal niet. Ik was van mening dat, nu de machine er toch was, ik er maar gebruik van moest maken.'

'En u had plotseling zo'n vertrouwen in de robot dat u zelfs niet de moeite nam zijn werk te vergelijken met uw eigen exemplaar?'

'Ik zei al dat ik was beïnvloed door de publiciteit van US Robots.'

'Zo overtuigd dat toen uw collega dr. Baker u op bepaalde veranderingen door de robot aangebracht attent maakte, u het niet nodig vond daaraan iets te doen, maar wel om Baker te berispen!'

'Ik heb hem niet berispt. Ik wilde alleen niet dat hij ... eh ... zijn tijd verknoeide. Dat dacht ik toen tenminste. Ik zag toen nog niet het belang in van de verandering die was aangebracht en ...'

'U was bijzonder boos op dr. Baker.'

'Nee meneer. Niet boos.'

'U hebt hem zelfs geen kopie van het boek aangeboden!'

'Dat was gewoon een kwestie van vergeetachtigheid. Dat geldt ook ten aanzien van de universiteitsbibliotheek.' Ninheimer glimlachte sluw. 'Professoren staan bekend om hun verstrooidheid, weet u.'

'Vindt u het vreemd dat na een arbeid die bijna een jaar had geduurd en waarin volmaakt werk werd geleverd, robot EZ-27 plotseling verkeerde dingen ging doen? En dat nog wel in een boek dat was geschreven door iemand die hem altijd vijandig gezind was geweest?'

'Mijn boek was het enige werk van formaat met de mensheid als onderwerp dat de robot ooit onder ogen had gekregen. Op een gegeven ogenblik namen de Drie Wetten van de robotica het heft in handen.'

'Ik heb verscheidene malen de indruk gekregen, dr. Ninheimer, dat u wenst door te gaan voor een expert op het gebied van robotzaken. Het schijnt dat u zich voor robots bent gaan interesseren en boeken over dit onderwerp uit de bibliotheek hebt gehaald. Dat laatste hebt u onder ede verklaard, niet waar?'

'Slechts één boek, meneer. Het was niet meer dan ... eh ... gewone nieuwsgierigheid.'

'En dat boek stelde u in de gelegenheid een verklaring te vinden voor het feit dat de robot veranderingen in uw boek had aangebracht?'

'Jawel, meneer.'

'Dat kwam dan goed uit. Maar gelooft u niet dat uw interesse in robots het gevolg was van uw verlangen om de robot voor uw eigen doeleinden in te schakelen?'

'Nee meneer!' Ninheimer werd vuurrood van kwaadheid.

De verdediger verhief zijn stem. 'Bent u er zeker van dat de zogenoemde passages niet gelijk waren aan de oorspronkelijke tekst?'

De socioloog kwam half overeind. 'Dat is ... eh ... onzin! Ik ben in het bezit van de drukproeven ...'

 

Het kostte hem moeite om te spreken. De aanklager stond op en viel hem kalm in de rede. 'Met uw goedvinden zou ik als bewijsmateriaal graag de drukproeven laten zien die dr. Ninheimer aan robot EZ-27 heeft gegeven en die hij op zijn beurt naar de uitgever stuurde, edelachtbare. Als mijn geachte collega het goedvindt en ermee akkoord gaat dat de zitting wordt geschorst, kunnen de twee drukproeven met elkaar worden vergeleken.'

De verdediger maakte een ongeduldig gebaar met zijn hand. 'Dat hoeft niet. Mijn geachte collega mag de beide drukproeven laten zien wanneer hij wil. Ik ben er zeker van dat dan zal blij ken dat de verschillen, zoals door de eiser gesteld, aan het licht zullen komen. Wat ik echter wel zou willen weten is of hij ook in het bezit is van de drukproeven die dr. Baker in zijn bezit had.'

'De drukproeven van dr. Baker?' Ninheimer trok zijn wenkbrauwen op. Hij scheen niet helemaal meester van zichzelf te zijn.

'Jawel, professor! De drukproeven van dr. Baker. U hebt onder ede verklaard dat dr. Baker een afzonderlijk stel drukproeven bezat. Als u plotseling aan geheugenverlies bent gaan lijden, kan ik uw verklaring laten voorlezen. Of komt het misschien omdat - zoals u zei - professoren vaak aan verstrooidheid lijden?'

'Ik herinner mij die drukproeven. Ze werden overbodig toen dit werk in handen van de correctiemachine werd gegeven ...'

'En daarom hebt u ze verbrand?'

'Nee. Ik gooide ze in de prullenmand.'

'Verbranden. Weggooien. Dat komt op hetzelfde neer. Waar het om gaat is dat u ze kwijt wilde.'

'Er is niets tegen het ...' begon Ninheimer.

'O nee? Is daar niets tegen?' zei de verdediger met luide stem. 'Nee, daar is niets tegen, behalve het feit dat nu een belangrijk exemplaar niet meer vergeleken kan worden met een ander exemplaar en dat daarom nu niet meer kan worden nagegaan of u dat exemplaar niet hebt vervangen door een door u veranderd exemplaar, zodat de robot gedwongen werd om ...'

De aanklager viel hem woedend in de rede.

'Mag ik vragen of u over bewijzen beschikt om deze merkwaardige uitspraken te staven?' vroeg rechter Shane.

'Geen directe bewijzen, edelachtbare,' zei de verdediger kalm. 'Toch zou ik er graag op willen wijzen dat de plotselinge bekering van de eiser en zijn daaropvolgende belangstelling voor de robotica, zijn weigering om daarna de drukproeven na te kijken, gecombineerd met het feit dat ook niemand anders dat meer mocht doen en het feit dat hij het boek, nadat het gepubliceerd werd, aan niemand liet zien ... dat dit alles er duidelijk op wijst ...'

'Dit is niet de plaats voor allerlei esoterische gissingen,' viel rechter Shane hem ongeduldig in de rede. 'Het is niet de eiser die hier terechtstaat. Bovendien bent u zijn aanklager niet. Ik kan de manier waarop u hem aanvalt dan ook niet toestaan en u er alleen op wijzen dat de wanhoop die eraan ten grondslag ligt uw positie alleen maar kan verzwakken. Als u legaal verantwoorde vragen te stellen hebt, kunt u met uw kruisverhoor doorgaan!'

'Ik heb geen verdere vragen meer te stellen, edelachtbare.'

'Wat hebt u daar nu in vredesnaam aan?' fluisterde Robertson. 'U hebt alleen maar de rechter tegen u in het harnas gejaagd!'

'Misschien,' antwoordde de verdediger, 'maar Ninheimer is flink van zijn stuk geraakt. Wacht maar tot morgen!'

Susan Calvin knikte ernstig.

 

De volgende dag bevestigde dr. Baker de belangrijkste punten van Ninheimers verklaringen. Speidell en Ipatiev werden opgeroepen en vertelden in de meest geëmotioneerde bewoordingen hoe geschokt zij waren geweest door bepaalde passages in het boek van dr. Ninheimer. Zij gaven bovendien te kennen dat dr. Ninheimers wetenschappelijke reputatie er ernstig door geschaad was. Zowel de drukproeven als kopieën van het boek werden als bewijsmateriaal voorgelegd.

De verdediger hield die dag geen kruisverhoor meer en de zitting werd verdaagd tot de volgende dag.

De verdediger deed zijn eerste zet aan het begin van de tweede dag. Hij vroeg de rechter toestemming robot EZ-27 als toeschouwer aanwezig te laten zijn.

De aanklager maakte daar onmiddellijk bezwaar tegen. 'Dit is onwettig. Een robot mag op geen enkele manier in het openbaar gebruikt worden!'

'In deze rechtszitting worden alleen zij toegelaten die in een onmiddellijk verband met deze zaak staan.'

'Een grote machine, waarvan het onvoorspelbare gedrag bekend staat, zou mijn cliënt en getuigen wel eens kunnen verontrusten en deze hele zaak in de war kunnen sturen!'

 

De rechter scheen geneigd het hiermee eens te zijn. Hij richtte zich tot de verdediger. 'Wilt u uw verzoek nader verklaren?' vroeg hij geïrriteerd.

'Het is onze bedoeling te demonstreren dat robot EZ-27 op geen enkele manier, en wel door de wijze waarop hij geconstrueerd is, zich zou hebben gedragen zoals gezegd is. Het is noodzakelijk dat dit wordt gedemonstreerd,' zei de verdediger.

'Ik zie daar de noodzaak niet van in, edelachtbare. Demonstraties die worden geleid door mensen die in dienst zijn van US Robots kunnen van weinig waarde zijn, gezien het feit dat deze firma de gedaagde is,' sprak de aanklager.

'Edelachtbare, het is aan u en niet aan de aanklager om te bepalen welk bewijsmateriaal van belang is,' sprak de verdediger.

Rechter Shane kon dit beroep op zijn bevoorrechte positie niet weerstaan. 'U hebt gelijk. Desalniettemin zal de aanwezigheid van een robot in deze rechtszaal bepaalde wettelijke problemen oproepen.'

'Uiteraard, edelachtbare. Er zal rekening moeten worden gehouden met de wet, maar als de robot niet aanwezig is, zullen wij niet in staat zijn onze verdediging naar behoren uit te voeren.'

Rechter Shane dacht even na. 'En het transportprobleem?' vroeg hij.

'Dat is een probleem waarvoor US Robots zich herhaaldelijk geplaatst heeft gezien. Buiten staat een vrachtwagen, vervaardigd volgens de wetten die gelden voor het transport van robots. In deze vrachtwagen bevindt zich robot EZ-27, bewaakt door twee man.'

'U schijnt er wel vrij zeker van te zijn dat gunstig over uw verzoek beschikt zal worden,' zei rechter Shane tamelijk geïrriteerd.

'Nee, edelachtbare. Mocht u besluiten afwijzend over mijn verzoek te beschikken, dan zal de vrachtwagen onverwijld wor den teruggestuurd.'

Rechter Shane knikte. 'Het verzoek van de verdediger wordt ingewilligd.'

De kist werd op een grote vorkheftruck de rechtszaal binnengereden. Er viel een doodse stilte.

 

Toen de verpakking was verwijderd, stak Susan Calvin haar hand uit. 'Kom maar, Easy,' zei ze.

De robot keek haar aan en stak een lange, metalen arm uit. Hij was minstens zeventig centimeter groter dan zij, maar volgde haar zo gedwee als een kind. Iemand begon nerveus te giechelen, maar hield daar onmiddellijk mee op toen dr. Calvin hem een strenge blik toewierp. Easy ging voorzichtig in een grote stoel zitten die door de parketwacht voor hem was neergezet. De stoel kraakte, maar hield het.

'Indien nodig, edelachtbare, zullen wij bewijzen dat dit inderdaad Robot EZ-27 is, de robot die in dienst was van de Northeastern Universiteit gedurende de periode waarvan sprake is,' zei de verdediger.

'Uitstekend,' zei rechter Shane. 'Dat zal inderdaad nodig zijn. Ik zou persoonlijk niet weten hoe de ene robot van de andere kan worden onderscheiden.'

'En nu zou ik graag de eerste getuige laten voorkomen,' zei de verdediger. 'Professor Ninheimer, wilt u zo goed zijn?'

'Wat zegt u?' vroeg rechter Shane verbaasd. 'Wilt u de eiser als getuige laten optreden?'

'Jawel, edelachtbare.'

'Ik hoop dat u begrijpt dat u dan aan grotere beperkingen gebonden zult zijn dan wanneer u een getuige van de tegenpartij aan een kruisverhoor zou onderwerpen.'

'Mijn enige doel is het onthullen van de waarheid, edelachtbare,' zei de verdediger rustig. 'Ik wilde hem alleen maar een paar beleefde vragen stellen.'

'Nou, dat moet dan maar,' zei rechter Shane weifelend. 'Gaat uw gang.'

Ninheimer nam in de getuigenbank plaats en werd eraan herinnerd dat hij nog steeds onder ede stond. Hij maakte een nog nerveuzere indruk dan de dag daarvoor. Ja, hij keek zelfs angstig om zich heen. De verdediger daarentegen keek hem bijzonder welwillend aan.

'Dr. Ninheimer, u eist een bedrag van zevenhonderdvijftigduizend dollar van mijn cliënt, niet waar?'

'Dat is inderdaad het ... eh ... bedrag.'

'Dat is een heleboel geld, professor.'

'Ik heb zeer veel schade geleden.'

'Maar toch zeker niet voor een dergelijk bedrag, professor Ninheimer. Het gaat hier tenslotte om enkele passages in een boek. Misschien waren het zeer ongelukkige passages, maar het komt wel meer voor dat er boeken verschijnen waarin fouten voorkomen.'

Ninheimers neusvleugels begonnen te trillen. 'Meneer! Dit boek vormde de climax van mijn wetenschappelijke carrière. En wat gebeurt er? Het wekt de indruk dat ik een wetenschappelijke knoeier ben, een verdraaier van de gezichtspunten van mijn geëerde collega's en medewerkers, een aanhanger van ... eh ... verouderde opvattingen. Mijn reputatie als man van de wetenschap is volkomen naar de maan! Nooit zal ik meer met opgeheven hoofd een vergadering van geleerden kunnen betreden - geheel afgezien van de uitslag van dit proces. Aan mijn carrière, waaraan ik mijn hele leven heb gewijd, is een eind gekomen. Het doel van het leven, ja ... eh ... de zin van mijn leven is totaal vernietigd!'

De verdediger had niet geprobeerd hem in de rede te vallen, maar staarde afwezig naar zijn vingertoppen. 'Maar professor Ninheimer!' zei hij tenslotte. 'U kunt op uw leeftijd toch niet verwachten dat u, laten we zeggen de rest van uw leven honderdvijftigduizend dollar zult verdienen en toch verwacht u een bedrag dat vijfmaal zo groot is!'

'Wat ik wilde zeggen is dat het niet om de rest van mijn leven gaat,' vervolgde Ninheimer nog meer geëmotioneerd dan tevoren. 'Ik zal God weet hoeveel generaties lang door sociologen worden beschouwd als een ... eh ... volslagen idioot of een maniak. Mijn werkelijke prestaties zullen begraven of genegeerd worden - niet alleen tot de dag van mijn overlijden, maar tot in alle eeuwigheid. Er zullen altijd mensen zijn die niet zullen willen geloven dat het een robot was die veranderingen in mijn boek heeft aangebracht...'

Het was op dit moment dat de robot zich uit zijn stoel verhief. Susan Calvin maakte geen aanstalten om het te verhinderen. Ze bleef zitten en staarde recht voor zich uit. De verdediger zuchtte.

Easy's melodieuze stem kwam duidelijk over. 'Ik wil graag iedereen duidelijk maken dat ik inderdaad bepaalde passages heb ingevoerd in de drukproeven die niet in overeenstemming leken met de oorspronkelijke inhoud ...'

Zelfs de aanklager was zo beduusd door de aanblik van een robot van twee meter die de rechtbank toesprak dat hij vergat te interrumperen. Toen hij eindelijk tot bezinning kwam, was het te laat.

Ninheimer was met een vertrokken gezicht uit zijn stoel opgerezen. 'Verdomme! Je hebt bevel gekregen om je mond te houden over...' Half verstikt wist hij zichzelf te vermannen.

Easy zweeg eveneens. De aanklager was nu ook opgestaan en eiste een schorsing.

Rechter Shane sloeg wanhopig met zijn voorzittershamer op de tafel. 'Stilte! Stilte! Misschien bestaat er alle reden om de zaak te schorsen, maar ik eis van dr. Ninheimer dat hij de zin afmaakt waarmee hij is begonnen. Ik heb hem duidelijk horen zeggen dat de robot bevel had gekregen om ergens zijn mond over te houden. In uw vorige verklaringen was er nergens sprake van een dergelijk bevel, professor!'

Ninheimer keek de rechter sprakeloos aan.

'Hebt u robot EZ-27 bevel gegeven iets te verzwijgen of niet?'

'Edelachtbare ...' begon Ninheimer schor, maar kon niet verder praten.

De stem van de rechter klonk scherp. 'Hebt u bevel gegeven de bedoelde passage in te voegen en de robot daarna bevel gegeven er zijn mond over te houden?'

De aanklager maakte hier opgewonden bezwaar tegen, maar hij werd in de rede gevallen door Ninheimer. 'Ach, wat doet het er ook nog toe! Ja! Ja! Dat heb ik gedaan!' riep hij en liep naar de uitgang. Daar werd hij tegengehouden door de parketwacht en ging hij met het hoofd in de handen op een van de laatste banken zitten.

'Het is duidelijk dat robot EZ-27 hier als een soort truc naar toe is gebracht. Afgezien van het feit dat deze truc een dwaling van het recht heeft weten te voorkomen, zal ik de verdediger veroordelen wegens ongehoorzaamheid aan de rechtbank. Het is boven alle twijfel verheven dat de eiser een voor mij totaal onbegrijpelijke misdaad heeft begaan die geleid heeft tot zijn eigen ondergang.'

 

Dr. Susan Calvin liet zich aandienen bij dr. Ninheimer in diens flat in University Hall. De jonge ingenieur die haar er met zijn wagen naar toe had gebracht, bood aan met haar mee naar boven te gaan, maar ze keek hem spottend aan. 'Dacht je soms dat hij me zal aanvallen? Wacht hier maar op me.'

Ninheimer was alles behalve in de stemming om wie dan ook aan te vallen. Hij was bezig met het pakken van zijn koffers, hopend dat hij zou kunnen verdwijnen voordat de negatieve uitslag van het proces openbaar zou zijn gemaakt.

Hij keek Susan Calvin op een vreemde, uitdagende manier aan. 'Komt u me soms waarschuwen dat er een tegenproces tegen mij zal worden aangespannen? Als dat zo is, halen jullie er toch niets uit. Ik heb geen baan, geen geld en geen toekomst meer. Ik kan zelfs de kosten van het proces niet betalen.'

'Als u soms sympathie zoekt,' zei Susan ijzig, 'hoeft u die van mij niet te verwachten. Het is allemaal uw eigen schuld. Tegen u zal evenwel geen proces worden aangespannen. Wij zullen zelfs ons best doen te voorkomen dat u de gevangenis indraait wegens meineed. Wraakzuchtig zijn we niet.'

'O, dat is dus de reden waarom ik niet in verzekerde bewaring ben gesteld! Ik begreep het al niet,' antwoordde Ninheimer nijdig. 'Maar één ding begrijp ik niet!' voegde hij eraan toe. 'Waarom bent u verbitterd? U hebt toch uw zin gekregen?'

'Gedeeltelijk,' antwoordde Susan. 'De universiteit zal Easy in dienst houden tegen een aanmerkelijk hogere huur. Bovendien zal de publiciteit die door de rechtszitting is veroorzaakt verscheidene plaatsingen mogelijk maken zonder dat de kans bestaat dat zich opnieuw moeilijkheden voordoen.'

'Waarom bent u dan naar mij toegekomen?'

'Omdat ik nog niet alles heb bereikt wat ik wilde. Ik wil weten waarom u zo'n hekel aan robots hebt. Zelfs als u deze zaak gewonnen zou hebben, zou uw reputatie geruïneerd zijn. Het geld dat u ontvangen zou hebben zou daar niets aan veranderd hebben!'

'Bent u ook geïnteresseerd in het menselijk brein, dr. Calvin?' vroeg Ninheimer ijzig.

'Voor zover de reacties daarvan het welzijn van de robots aangaan, ja,' antwoordde dr. Calvin. 'En daarom heb ik dan ook psychologie gestudeerd.'

'Voldoende om mij voor de gek te houden!'

'Dat was niet zo moeilijk,' zei Susan zonder spot in haar stem. 'Het moeilijke was het zo te doen dat Easy er niet onder zou lijden.'

'Net iets voor u om minder bezorgd over een mens dan over een robot te zijn.' Hij keek met verachting op haar neer.

Het liet haar onbewogen. 'Dat lijkt maar zo, dr. Ninheimer. Alleen door bezorgd te zijn over robots kun je werkelijk bezorgd zijn over het lot van de mens van de eenentwintigste eeuw. Als u roboticus zou zijn, zou u begrijpen wat ik bedoel.'

'Ik weet voldoende van robotica af om het niet te willen zijn!'

'Pardon, u hebt er één boek over gelezen! Dat betekent dat u er niets van afweet. Misschien hebt u eruit gelezen dat je een robot een heleboel kunt opdragen, zelfs om een boek te vervalsen, als het maar op de juiste manier gebeurt. U wist ook dat het niet mogelijk is om een robot te bevelen alles te vergeten, zonder het risico te lopen dat het ontdekt wordt en daarom kreeg hij het bevel om helemaal zijn mond te houden. U dacht dat dat veilig zou zijn, maar u vergiste zich.'

'Bent u dan door zijn stilzwijgen achter de waarheid gekomen?'

'Dr. Ninheimer, u bent een amateur en daarom hebt u de sporen van uw daad niet helemaal kunnen uitwissen.'

'Heeft deze discussie enige zin?'

'Voor mij wel,' antwoordde Susan Calvin. 'Ik wil u namelijk laten begrijpen hoe verkeerd u onze robot beoordeeld hebt. U bracht Easy tot zwijgen door hem te vertellen dat u uw baan zou verliezen als hij zijn mond voorbij zou praten. Dit veroorzaakte een neiging tot zwijgen in hem - een neiging die sterk genoeg bleek tegen aanvallen, maar als we erop hadden gestaan dat hij zou spreken, zouden wij zijn hersens hebben beschadigd. Tijdens uw getuigenverklaring hebt u zelf tegenkrachten in hem opgeroepen. U zei namelijk dat door het feit dat de mensen zouden denken dat niet een robot, maar ú de omstreden passages in het boek had geschreven, u veel en veel meer dan alleen maar uw betrekking zou verliezen. Nee, u zou uw reputatie, uw zelfrespect, uw levensdoel verliezen. Nee, ze zouden u zelfs na uw dood vergeten. Dit alles bouwde een sterke tegenkracht in Easy op en daarom verbrak hij het bevel om te zwijgen...'

'Mijn God,' zei Ninheimer en wendde zijn blik af.

Susan Calvin was onverbiddelijk. 'Begrijpt u wel waarom hij heeft gesproken? Niet om u aan te klagen. Nee, om u te verdedigen, te beschermen! Het kan mathematisch worden aangetoond dat hij op het punt stond de schuld op zich te nemen voor uw misdaad, om te ontkennen dat u er ook maar iets mee te maken had. Hij kon niet anders en wel omdat hij moest gehoorzamen aan de Eerste Wet. Hij stond op het punt te gaan liegen, zichzelf leed te berokkenen. Dat alles was van minder belang dan de schade die u zou worden aangedaan. Als u werkelijk iets van robots of van robotica had begrepen, had u hem aan het woord gelaten, maar ik wist dat u hem niet begreep en dat heb ik de verdediger duidelijk kunnen maken. U was ervan overtuigd dat de robot zou reageren als een menselijk wezen en zichzelf ten koste van u zou verdedigen, maar door uw eigen dramatische uitval hebt u uzelf vernietigd ...'

'Ik hoop dat die robot u vandaag of morgen de nek omdraait!' zei Ninheimer nijdig.

'Stelt u zich niet zo aan!' zei Susan. 'Kom, legt u mij nu eens uit waarom u het allemaal gedaan hebt.'

Er verscheen een verwrongen, humorloze grijns op Ninheimers gezicht. 'U wilt dat ik mijn geest bloot leg om uw intellectuele nieuwsgierigheid te bevredigen. In ruil daarvoor zal ik dan niet vervolgd worden, niet waar?'

'U kunt het formuleren zoals u wilt,' zei Susan op effen toon, 'maar legt u het mij nu maar uit!'

'Zeker opdat u later beter gewapend zult zijn tegen anti-robot-acties?'

'Inderdaad.'

'Laat ik u eens wat vertellen,' zei Ninheimer. 'Volgens mij bent u niet in staat menselijke motiveringen te begrijpen. En weet u waarom niet? Omdat u zelf een machine bent - verpakt in een menselijke huid!'

Hij haalde met moeite adem, maar er klonk geen aarzeling in zijn stem en hij deed ook geen moeite meer om zich exact uit te drukken.

'Al meer dan tweehonderdvijftig jaar lang vervangt de machine de mens na eerst het handwerk verdrongen te hebben. Aardewerk rolt uit vormen en persen. Kunstwerken zijn vervangen door prullen die aan de lopende band worden vervaardigd. Noem dat voor mijn part "vooruitgang". De kunstenaar moet zich beperken tot abstracties, tot het uitbeelden van ideeën. De machine doet de rest.

Denkt u dat de pottenbakker tevreden is met uitsluitend geestelijke creaties? Denkt u dat hij de aanraking met de klei niet mist, het groeien van de vorm onder zijn handen - het samenwerken van de hand én de geest. Gelooft u niet dat het groeien van de vorm niet als een "feedback" werkt en daardoor de vormconceptie kan veranderen en verbeteren?'

'U bent geen pottenbakker,' zei Susan Calvin.

'Ik ben een creatief kunstenaar! Ik ontwerp en bouw artikelen en boeken. Dat is meer dan het in juiste volgorde rangschikken van gedachten en woorden. Als dat alles was, zou niemand er plezier aan beleven.

Een boek moet vorm krijgen in de handen van de schrijver. Je moet letterlijk zien hoe de hoofdstukken zich ontwikkelen en groeien; zien hoe ze beginnen af te wijken van de oorspronkelijke conceptie. Er bestaat zoiets als het lezen van drukproeven en het verbeteren van bepaalde woorden en zinnen.

In ieder stadium van het spel ontstaan er honderden contactpunten tussen iemand en zijn werk en dat contact is prettig en vergoedt iemand, meer dan wat ook, het werk dat hij aan zijn schepping moet besteden. Uw robot neemt ons dat allemaal af!'

'Dat doet een schrijfmachine ook. En een drukpers. Bent u soms voor het met de hand kopiëren en illustreren van manuscripten?'

'Schrijfmachines en drukpersen hebben ons iets ontnomen, maar uw robots ontnemen ons alles. Uw robots corrigeren nu onze drukproeven en vroeg of laat zullen ze het schrijven van ons overnemen, het opzoeken van bronnen, het nalezen en selecteren van passages, ja, misschien zelfs het vormen van conclusies uit bestaande gegevens. En wat blijft er dan voor ons geleerden over? Niet meer dan één ding: het bedenken van de bevelen die aan robots moeten worden gegeven. Ik wil de wereld van de toekomst dit besparen en dat was mij meer waard dan mijn reputatie. Ja, dat was de reden waarom ik koste wat kost US Robots wilde vernietigen!'

'Het stond van tevoren vast dat het zou mislukken,' zei Susan.

'Ik heb in ieder geval mijn best gedaan,' antwoordde Ninheimer.

Susan Calvin draaide zich om en liep weg. Ze deed haar best om ieder gevoel van sympathie voor deze gebroken man te onderdrukken. Ze slaagde er maar gedeeltelijk in.