DE VIERDE

Arie was boos, meer nog, hij was woedend. Door hard te werken had hij promotie gemaakt. Goed, daar was niets op tegen. Men moest nooit te beroerd zijn om de handen te laten wapperen. Je zag trouwens niets anders om je heen. Allemaal mensen die de handen uit de mouwen staken... Tot voor kort had hij gedacht dat alleen invaliden, zij wier mouwen van kolbert of regenjas vanonder waren dicht-gespeld, de enige uitzondering waren maar nu wist hij wel beter. Na kennismaking met Geurt en Truut, de luitjes van de overkant met wie hij en zijn vrouw vriendschap hadden gesloten, was het hem duidelijk geworden dat er mensen in zijn direkte omgeving waren die geen moer behoefden te doen en toch riant leefden.

De eerste de beste avond, toen Geurt en Truut op bezoek waren had hij gevraagd, zo langs zijn neus weg: 'En, meneer Geurt, wat doet u voor de kost?' Een daverend gelach was het antwoord. Het bezoek had dubbel gelegen. Verbaasd hadden hij en zijn vrouw naar het schaterend echtpaar gekeken. Truut had in haar plezier zelfs de benen in de lucht gestoken en hij had mogen konstateren dat ze onder haar rok deugdelijk verpakt was in wit, ijzersterk katoen. Het lachen had tenslotte iets pijnlijks gekregen, vooral omdat het nog al lang duurde. Minstens een kwartier had hij, op de klok kijkend, moeten konstateren.

'Waarom lachen jullie toch zo na deze, o zo eenvoudige vraag van mijn man Arie?' had zijn vrouw tenslotte niet kunnen nalaten op te merken.

'Maar mens,' had Truut teruggeroepen, 'mijn man werkt helemaal niet. We hebben meer geld dan we opkunnen!'

'Wat!' had hij niet kunnen laten uit te roepen.

'Is dat zo? Zo, zo, zo...'

'Ach,' zei Geurt en even later: 'Je hebt werkpaarden en luxepaarden. Wij zijn luxepaarden.' Deze mededeling had hem niet weinig geschokt. Toch was het wel gezellig geworden. Niet die eerste avond. Toen hadden ze elkaar nog moeten leren kennen. Maar later, na enkele bezoeken. Geurt en Truut, kwamen altijd naar hen toe omdat ze er niet van hielden zelf bezoek te ontvangen. Truut had gezegd dat ze al dikwijls had moeten konstateren dat een heleboel mensen hondepoep aan hun schoenen hadden en dat kon je bijna niet meer uit je tapijten krijgen: 'En we hebben tapijten. De duurste!' had Truut uitgeroepen.

'Hondepoep op een bordje,' had hij gegrapt en ineens had hij een verschrikkelijke behoefte gekregen alleen met Truut te zijn om haar met een leren riem te geselen terwijl hij haar dwong het bordje leeg te eten. Een rare fantasie! Hij had het aan zijn vrouw verteld maar deze had niet geluisterd. Die zat maar te broeden op een plan al was het maar één keer een blik te slaan in de woning van Geurt en Truut.

Zelf ging hij ekstra op zijn fantasie letten. En inderdaad, overal op de straten zag hij het, de hopen der honden. Midden op de trottoirs, in de goten, op de rijwegen, overal hondepoep. Potverdorie. Hij was er helemaal voor. Er moesten steeds meer honden komen. De straten moesten met een dikke, laag uitwerpselen worden bedekt. En wat honden konden, nou, dat konden mensen ook!

Daarom kon het gebeuren dat hij, na overwerk in het donker terugkerend, zich op straat in een hoek neerliet en daar deed wat ook des mensen is. Lachend kwam hij dan thuis.

Zijn vrouw was het wel opgevallen dat er iets loos was met hem. 'Je gaat nooit meer naar het toilet,' had ze verbaasd gekonstateerd. Hij had er zich met een smoes vanaf gemaakt.

Maar ook met haar was er iets niet in de haak. Ze ging steeds later naar bed. Hij hoorde haar dan stampen en dansen in de voorkamer en als hij ging kijken dan stond ze, onder de lamp, zowat in d'r blote kont te swingen als de pest.

'Mijn gymnastiek,' noemde ze het. Hij begreep niet waarom die toeren voor het raam moesten geschieden. 'Doe dan de gordijnen dicht,' had hij haar gewaarschuwd maar zij had slechts naar de overkant gewezen en inderdaad, iedereen was al naar bed. Wat hij echter niet opmerkte was de hevig opgloeiende askegel van de sigaar of sigaret van Geurt die elke avond voor zijn raam met de zeekijker postvatte.

Zo groeiden beide echtparen naar elkaar toe. Ze werden intiemer met elkaar en vertelden elkaar hun hartsgeheimen. Als vanzelf kwam tenslotte een zekere spanning in hun gesprekken toen konfïdenties op seksueel gebied een rol gingen spelen. Het was, merkwaardig genoeg, Truut die hiermee begon. 'Hoe vaak doen jullie het eigenlijk?' had ze eens en pardoes op een avond gevraagd. Een genante stilte was gevallen en ook Truut was even rood geworden. Ze had dit niet zo bedoeld. Ze had willen zeggen: 'Hoe vaak doen jullie samen de afwas' omdat ze met Geurt hierover onenigheid had gehad. Maar iedereen, zijzelf inkluis, had er wat anders achter gezocht. Waarom? Niemand wist het. Natuurlijk had Truut er wel eens aan gedacht. Wanneer je vaak met elkaar omging, dan ging je onwillekeurig vergelijken. Eikaars inboedel en liefhebberijen. En dan kon ook de seks wel eens binnensluipen. Begrijpelijk want Truut voelde zich zo langzamerhand tekort gedaan. Geurt gaf er niks meer om en liet haar 's avonds in bed links liggen. Ze had nog nooit zoveel rust gehad. En juist die rust begon haar dwars te zitten. Goed, ze was geen jonge meid meer maar daarom had ze nog wel haar behoeftes! Wel niet meer zo vaak als vroeger maar als ze het had, gewoon spontaan uit zichzelf heet werd, dan was dat veel heviger dan toen wanneer ze achttien was. Op straat keken de jongemannen niet meer van haar op. Alleen zo nu en dan een oudere heer of iemand uit een laag milieu, wendde de blik nog wel eens naar haar. En ze vond het stom. Je kon er als oudere vrouw natuurlijk niet meer zo hip en kogel bijlopen als de meisjes maar ze wist zeker, ja, ze was er van overtuigd, dat menige jongeman het avontuur van haar leven zou kunnen bezorgen. Wat gaf het als je huid niet meer zo gaaf was en strak om het vlees sloot. Wat gaf het dat borsten en dijen een ietwat lubberden. Dat daar kon iets omvamen! Ze wist dat ze zo'n trotse vleesboom de baas kon. Tot aan de wortel mocht de piek naar binnen. En ze zou hem binnenhouden! Haar vagina zou de stronk omklemmen. Reken maar van yes! Truut vond deze gedachten ontuchtig en probeerde ze te verdringen. Dat mocht je toch niet denken! Wanneer ze voorbij een kerk ging met zo'n ijzer-sterke, verweerde Madonna aan de muur, dan kreeg ze een kleur omdat haar dan de hete gedachten te binnen schoten. En nu was haar opnieuw iets ontsnapt. Dat was ook de schuld van Geurt want die was zo enthousiast over de buurvrouw dat hij de hele dag over haar liep te praten. Ze keek naar de buurvrouw. Wat zou die hebben wat zij niet had? Zeker een snee overdwars.

Buurvrouw redde de zaak. 'Tijd voor een borreltje!... Help je even mee, Truut met inschenken?' In de keuken kwam buurvrouw er op terug. 'Wat bedoelde je ermee?'

'Wat?' hield Truut zich onschuldig en morste met de Martini.

'Nou... Hoe vaak of wij het deden?'

' Ach niks,' deed Truut stug. Wat moest ze er ook verder van zeggen? Hoe meer ze er om heen draaide hoe meer ze zich blootgaf.

'Nee, ik vind het wel belangrijk!' hield buurvrouw haar voor. 'Als vriendin heb ik gewoon het recht te weten wat je dwars zit. Komt Geurt zo weinig bij je?' Ze had haar armen om Truuts schouders gelegd en deze kon alleen maar knikken omdat ze juist een kaaskoekje in de mond had gestoken.

'Ja,' zei de buurvrouw nadenkend. 'Dat is gek hé met die mannen. Mijn Arie voel ik ook nooit meer eens.'

'Oh nee!' had Truut niet kunnen nalaten uit te roepen. Dus buurvrouw zat met dezelfde problemen.

'En dan moet je weten,' ging de buurvrouw, al doende met tappen verder, 'dat ik er best wel eens behoefte aan heb!;.. Ik weet niet hoe het met jou is maar ik voel me nog lang niet oud en afgedaan!' Truut veerde op onder deze eerlijke bekentenis. Zo was het toch ook met haar!

'Oh, wat fijn van je!' riep ze uit.

'Wat?' wilde de buurvrouw weten.

'Nou eh... Dat het met jou... Nou, ik bedoel...' Ze stotterde weer. Daar had ze sinds haar meisjestijd nooit meer last van gehad.

'Oh, een goed nummertje maken?' deed buurvrouw nuchter. 'Ja, mens, dat is heel gewoon. Alleen die kerels schijnen er niks meer in te zien.'

'Misschien kunnen zij niet meer,' opperde Truut en drukte uitjes op de toast.

'Had je gedacht!... Lekker type ben jij, zeg!' Buurvrouw keek haar verbaasd aan. 'Ik weet toevallig dat Arie nog terdege een erektie kan hebben!'

'Oh ja?... Nou, ik weet het niet hoor hoe het met...'

'Maar mens! Je bent toch onnozel!' kreet buurvrouw het uit. 'Je moet maar eens opletten!'

'Hoe?' wilde ze weten. Ze had er nooit bij Geurt op gelet.

'Doe maar net of je slaapt. Of kom zachtjes de kamer in wanneer je man denkt dat je weg bent. Kan je lachen wat de heren dan uitspoken!'

'Toch niet.. Ze schrok bij die gedachte. Haar Geurt haar...

'Ze bedriegen ons bij het leven!' ging buurvrouw verder nadat ze een kroonkurk met haar tanden van een fles bier had gewipt. 'Niet met een andere vrouw maar...' Buurvrouw maakte een vuist, bracht deze ter hoogte van haar buik en maakte er toen bewegingen mee. 'Daarmee, begrijp je!'

Truut knikte. Het weinig genante gebaar had haar toch al blozende wangen nu dieppaars gemaakt, de kleur van langdurig gekookte rode kool. '...En dat is zonde!' vond buurvrouw. 'Die wil ik best hebben. Nog steeds, mag ik wel zeggen.'

'Misschien vinden ze ons niet mooi genoeg meer?' opperde Truut.

'Ben je gek mens!' De buurvrouw lachte hartelijk. 'Ik weet niet hoe het met jou staat maar ik weet gewoon dat mijn poes nu op haar best is. En pas nu ook ben ik in staat om aldaar de spieren te gebruiken. Ik weet zeker dat elke man die maar eenmaal goed uithaalt de partij van zijn leven .blaast!'

'Wat? Jij ook!' kon Truut niet nalaten uit te roepen én ze vertelde dat zij er precies zo over dacht. 'Maar wat moeten we doen?' vroeg ze op het laatst.

'Heb je op mijn Arie gelet?' vroeg buurvrouw. Nee, dat had Truut niet. Waarom zou ze ook.

'Die pist bijna in zijn broek als hij je ziet,' antwoordde buurvrouw op haar eigen vraag. 'En jouw Geurt, nou, het is omdat hij zo'n wijd kruis in zijn broek heeft want daar

Staat me een kaars bij die meneer als hij me alleen maar wikt!' Het was moeilijk voor Truut maar tenslotte was ze overtuigd. En inderdaad, als die mannen nou alleen nog maar op vreemd tippelden? Wat gaf het ook. Ze waren geen kinderen meer en het had niets met huwelijkse trouw te maken toen ze met de buurvrouw plannen ging smeden. Er stond de heren der schepping heel wat te wachten!