VOORWOORD



ALLEN HEIL! EN HIER DE BIJL...

In het midden der zestiger jaren, droeg ik bij regenachtig weder de toen juist populair wordende plastic boterhamzakjes over de sokken daar er geen geld was mijn doorgelopen zolen te repareren. Déze periode is de meteorologische geschiedenis overigens ingegaan als een tijd met een wel heel overdreven neerslag.

De lamp hing dus voorover, goede raad was duur en ik had de grootste moeite in het onderhoud van mij en de mijnen te voorzien. Het grote sukses moest toen nog komen. Zo nu en dan had ik een betrekking maar mijn relatie met de werkgever wilde maar niet vlotten. Natuurlijk, ook ik had kunnen aankloppen bij de sociale voorzieningen maar iets in mijn karakter verzette zich - en zou dat blijven doen, ook toen het niet meer nodig was - daartegen. In tegenstelling tot de zo langzamerhand algemene opinie, vind ik het immers niet vanzelfsprekend dat de samenleving ons dient te onderhouden wanneer we daar zelf niet toe in staat zijn; waarbij ik mij haast een uitzondering te maken voor zieken, gebrekkigen en ouden van dagen. Veel natuurlijker is het wanneer mensen in moeilijkheden door buren en weldadigheidsverenigingen worden geholpen. Dat is goed voor de onderlinge verhouding die ons doet beseffen van elkaar afhankelijk te zijn. Solidariteit, nietwaar. Het is daarbij zonder meer aangenaam wel te doen en hiervoor een gestameld woord, een dankbare blik, een krachtige handdruk te oogsten. Als een niet geringe bijkomstigheid weet men dan meteen waar de hulp blijft. Maar goed, genoeg hierover. Ik zou anders eens bij voorbaat uw simpatie kunnen verspelen...

Als de nood het hoogst is, dan is zelfs een onzindelijk toilet welkom. En deze schrijver aksepteerde vanuit het verre België het als uit de hemel vallende verzoek om tegen goed geld onder pseudoniem enige zgn. 'galante' of 'realistische' boeken te schrijven. Porno dus.

Nu was dit genre lektuur in Nederland toendertijd verboden. Er stonden forse boetes op het verhandelen van o.a. geschreven pornografie en bij recidive volgde zelfs gevangenisstraf. We kunnen ons dat vandaag niet meer voorstellen - o nee? - maar toen was het een heimelijke handel die slechts plaatsvond in minder geventileerde achterafzaakjes en ongure krantekiosken en de lezer/es diende dikke bedragen neer te tellen voor erbarmelijk uitgegeven boeken. De sex werd duur betaald!

Om te beginnen stelde ik mij op de hoogte wat men nu eigenlijk met porno bedoelde. Mijn konklusie was dat je, voor alles, hieronder slecht geschreven boeken moest verstaan. En verder diende met grote volhardendheid want regelmaat, de geslachtsdelen genoemd en geroemd te worden. Pneumatische lektuur, dat was het. Wanneer je de benamingen voor 's mens intieme delen verwisselde voor bijv. wat alzo in broodjeswinkels wordt aangeboden dan verschoof er niets, behalve dan dat men zich plotseling de tranen van het lachen uit de ogen kon wissen. En hiermee was ik meteen op het spoor van de zwakheid van dit genre; grapjes waren taboe. Humor blijkt dodelijk voor de sex! Nu, toen was het verder een fluitje van een cent. Mede omdat het verhaal zélf van grote onbenulligheid diende te zijn, schreef ik, steeds in een lang weekeinde, een fors aantal sex-romans. Ik startte dan vrijdagsmiddags om een uur of twee en zondagsavonds rond tien uur was de roman klaar. De daarop volgende maandagochtend nam ik een der eerste treinen naar Antwerpen, leverde het manuskript in en verdween weer spoorslags met het zo broodnodige geld.

Wat waren wij in die tijd gelukkig! Ieder weekeinde was het feest. Huilend van het lachen deed de gehele familie mee met het bedenken van sterke verhalen. En dan nog geld toe! Kom er eens om. Zo'n arbeidsvreugd is maar voor weinigen weggelegd.

Helaas, zoveel geluk kan nooit lang duren. In eerste instantie verkochten mijn pornoromans als broodjes. Kennelijk werd mijn geluid in dit genre als meeslepend ervaren. Maar op den duur kon ik het steeds minder laten erotische passages met absurditeiten en veel gelach op te blazen. En al spoedig ervoer het publiek mijn aandeel in deze markt nog slechts als onttoverend - zal ik maar zeggen. Door voortdurend van pseudoniem te verwisselen kon ik. de groeiende onvree nog even omzeilen maar ik mag zeggen, en de tussenhandel die veel geld in deze bissniss verdiende erkent dit grimmig, dat ik met mijn sex-boeken in belangrijke mate heb mogen bijdragen in het definitief verzieken van deze zijde van de pornomarkt.

De tijden gaan voort. Veel zal politie en justitie nu een zorg zijn. Als je maar niet harder dan honderdtwintig rijdt. Voor mijn pornoromans werden in het antikwariaat inmiddels steeds hogere bedragen betaald. Wat dat betreft bleek er weinig veranderd. Mijn uitgevers smeekten mij tenslotte om tot bundeling en heruitgave over te gaan. En zie, want wie ben ik, daar is alsnog geschied wat ik nooit voor mogelijk had gehouden; alsnog waait dit kelderproza de officiële boekhandel binnen. Onkruid vergaat niet...

Eerst verscheen, in mei 1982, bij de Amsterdamse uitgever Peter van der Velden een bundeling onder de titel Pornotaria. De hierin opgenomen boeken heb ik geschreven met het beeld van de kantoorbediende, de kleine ambtenaar en een zee van handelsreizigers voor ogen. In dit boek, Een hete ijssalon, heb ik mij meer gericht tot de man en vrouw op de werkvloer en de vele intellektuelen want van laatstgenoemden is bekend dat het ze, mits in het verborgene, niet ordinair genoeg kan toegaan. Ik wens eenieder die dit boek nu in handen houdt, enige genoeglijke uren toe en wil hier eindigen met de woorden van die nog steeds betreurde, grote Zuid-Afrikaanse staatsman Paul Krüger: Alles sal reg kom. Ook bananen...'