18

‘Lieve schatten, in tegenstelling tot jullie verwende nesten heb ik niet zo’n fijne creditcard tot mijn beschikking, dus kunnen jullie me alsjeblieft nog een keer vertellen waarom we per se helemaal hier gaan winkelen?’ vroeg ik verbaasd, terwijl Sophie gapend de PC Hooftstraat insloeg.

‘Omdat je hier eenvoudigweg de mooiste jurken hebt,’ antwoordde Mira.

‘Ja, en ook de duurste,’ mompelde ik.

‘Dat valt reuze mee, er is overal sale,’ zei Sophie vrolijk.

‘Ik kan echt niet geloven dat ik zo stom ben geweest,’ zei Mira en ze maakte hoofdschuddend haar sigaret uit.

‘Ik ook niet,’ antwoordde Sophie, ‘maar wees nou maar blij dat je van die sukkel af bent.’

‘Ja, dat is ook zo, maar ik vind het gewoon echt zo verschrikkelijk rot dat ik Thomas voor zo’n ongelooflijke eikel zoveel pijn heb gedaan,’ zei Mira met een schuldbewuste stem.

‘Nou volgens mij heeft Thomas het je wel vergeven,’ zei ik grinnikend. ‘Ik hoorde dat jullie het heel gezellig gehad hebben vannacht.’

‘Dat viel reuze mee. Ik ben wel met hem mee naar huis gegaan, maar er is verder niets gebeurd. Hij kan niet vergeten wat zich heeft afgespeeld in Australië en eerlijk gezegd kan ik het hem ook echt niet kwalijk nemen,’ antwoordde Mira met een droevige blik.

‘Ach ja, voor hem tien anderen,’ zei Sophie laconiek. ‘Je was toch al op hem uitgekeken, dus wat boeit het.’

Mira gaf geen antwoord en staarde uit het raam.

‘Je bent toch op hem uitgekeken?’ vroeg ik verbaasd.

‘Ik eh, ik weet het niet,’ klonk het ongemakkelijk.

‘Wil je hem terug?’ riep Sophie verbaasd uit.

‘Ja, ik wil hem terug, ik wil hem echt zo ongelooflijk graag terug,’ zei Mira bijna fluisterend. ‘Toen ik hem gisteren zag en ik naast hem zat op de bank, toen besefte ik opeens hoe erg ik hem gemist heb. Ik ben zo stom geweest, zo ongelooflijk stom. En hij vergeeft het me echt nooit. Natuurlijk heeft hij nog een zwak voor me, dat geeft hij zelf ook toe, maar hij wil niets meer met me. Het komt echt nooit meer goed.’

De tranen schoten in haar ogen en ze staarde verdrietig naar de grond.

‘Ach, lieverd,’ zei ik troostend en ik legde mijn hand even op haar schouder.

‘Maar ja, over een tijdje voel ik me vast wel weer wat beter,’ zei ze zacht, terwijl ze haar tas met een geforceerde glimlach opraapte en haar portier opende.

‘Een paar nieuwe schoenen verzacht de pijn vast ook wel een beetje,’ grinnikte Sophie en ze stak haar arm door die van Mira.

‘Een heel klein beetje dan,’ lachte Mira en ze trok de rits van haar jas dicht.

‘Wauw, moet je die ene schoen zien,’ riep Sophie verlekkerd uit en ze bekeek met een smachtende blik de uitnodigende etalage van Mulberry.

‘Zie jij nou al wat leuks, trouwens?’ vroeg Mira en ze zette zuchtend drie chique tassen vol net aangeschafte kleding voor zich neer.

‘Zullen we onze aankopen anders even in de auto zetten, Mier?’ vroeg Sophie.

‘Dat hoeft niet joh, ik help jullie wel met dragen,’ zei ik zacht. Ik nam gehaast een paar tassen van Mira en Sophie over.

‘Wat een gaaf jurkje heb ik net gekocht, hè,’ zei Sophie opgewekt.

‘En ik ben echt dolblij dat ze die laarsjes nog in mijn maat hadden.’

‘Ja, echt zo jammer dat ze die niet meer in mijn maat hadden,’ verzuchtte Mira. ‘Maar ja, die ik net heb aangeschaft zijn ook echt meer dan geweldig.’

‘Mijn moeder vermoordt me echt,’ grinnikte Sophie. ‘Maar goed, het duurt nog minstens een maand voor ze erachter komt en tegen die tijd is mijn vader weer in het land.’

’Is dit geen leuk jurkje voor je?’ riep Mira enthousiast uit en ze duwde me naar binnen bij Valentino. De meest geweldige jurken keken me stralend aan.

‘O god, die is echt prachtig,’ riep ik bewonderend uit en ik liep kwijlend op een fluweelzacht, olijfgroen jurkje af.

‘En ook nog eens in de uitverkoop,’ zei Mira vrolijk.

‘En jouw maat. Pas hem even,’ zei Sophie, ‘hij staat je vast geweldig.’

Enthousiast liep ik naar de paskamers. Wat is het hier chic, dacht ik ietwat geïntimideerd, dit is wel even wat anders dan de Mango of de Zara.

Mijn blik viel op het prijskaartje: negenhonderdvijfenzestig euro en dat in de uitverkoop van de uitverkoop, no way, dacht ik verbijsterd. Daar kon ik twee maanden mijn huur van betalen. ‘Dat is dus echt veel en veel te duur,’ mompelde ik teleurgesteld.

‘Heb je hem al aan?’ vroeg Sophie ongeduldig.

Voorzichtig trok ik de jurk over mijn hoofd. Ik wilde op zijn minst zien hoe dit juweeltje me stond.

‘Wow, hij staat je echt prachtig,’ riep Mira uit.

‘Dit is echt de mooiste jurk ooit,’ zei Sophie bewonderend. ‘Je moet hem echt nemen.’

‘Ik zou wel willen, maar hij is echt veel te duur,’ fluisterde ik teleurgesteld, in Mira’s oor zodat de verkoopster me niet kon horen. Met een spijtige blik draaide ik nog een rondje voor de spiegel.

‘Ik kijk morgen nog wel even in de stad,’ zei ik tegen Sophie, die druk bezig was om al hun aankopen in de steeds kleiner wordende achterbak te proppen.

‘Ja, moet je doen, ze hebben daar vast wel een leuk jurkje hangen en anders ga ik wel met je mee. Gezellig,’ klonk het vrolijk.

‘O jongens, ik moet nog heel even pinnen,’ riep Mira plotseling uit. ‘Ik ben echt zo terug.’

‘Wat blijft ze lang weg? De pin zit toch aan de overkant,’ zei ik na een tijdje op ongeduldige toon.

‘Ik weet het ook niet. Misschien is ze een bekende tegengekomen,’ antwoordde Sophie gapend. ‘Ik ga vanavond vroeg naar bed, ben echt doodmoe van al dat geshop.’

‘Kijk, daar heb je haar. Heeft ze nou weer wat gekocht?’ riep ik verbaasd uit. ‘Wat een koopziek mormel is het toch ook.’

Mira kwam breeduit lachend op ons af met een grote tas in haar handen geklemd.

‘Tadaa,’ riep Mira uit en ze trok het schitterende olijfgroene Valentino-jurkje uit haar tas omhoog.

‘Heb je die jurk gekocht?’ zei ik op verraste toon.

‘Ja,’ antwoordde Mira. ‘Is hij niet prachtig?’

‘Zeker, zeker,’ zei ik zacht en ik voelde me stiekem toch wat jaloers worden. Ik had die jurk echt dolgraag willen hebben en nu moest ik toekijken hoe hij in Mira’s overvolle kast kwam te hangen.

‘Ik denk ook echt dat hij me geweldig zal staan,’ zei Mira.

‘Heb je hem niet gepast dan?’ vroeg ik verwonderd.

‘Nee, niet nodig. Hij is namelijk niet voor mij,’ zei ze met een ondeugend lachje. ‘Alsjeblieft lieverd, die krijg je van ons. Heel veel plezier ermee.’

Met een grote grijns overhandigde ze me de jurk.

‘Berg hem maar snel weer op in de tas, anders wordt hij straks nog vies,’ grinnikte Sophie.

‘Doe normaal!’ riep ik verbijsterd uit. ‘Weten jullie wel hoe duur die jurk is? Dat kan ik echt niet aannemen.’

‘Je zult wel moeten, want hij mag niet meer geruild worden,’ zei Mira glimlachend. ‘Het is als schrale troost bedoeld. Die afschuwelijke bruiloft kunnen we niet tegenhouden, maar als je dan toch moet gaan, dan maar in de meest geweldige jurk ever,’ lachte Sophie.

‘Het is een cadeau en een cadeau mag je niet weigeren, dat is zeer onbeleefd,’ zei Mira streng.

Nog altijd stomverbaasd staarde ik naar mijn jurk en vervolgens naar de grijnzende gezichten van Sophie en Mira.

‘Ik weet echt niet wat ik moet zeggen. Moest ik daarom per se mee naar de PC? Ik vind het zo ongelooflijk lief van jullie. O, mijn jurk is zo verschrikkelijk mooi, ik kan echt niet wachten tot mijn moeder hem ziet.’

‘Je hebt toch zeker geen nieuwe jurk aan?’ vroeg mijn moeder verbaasd.

‘Hoe bedoel je?’ antwoordde ik ietwat verontwaardigd.

‘Heeft Jack je niets verteld?’

‘Nee,’ zei ik nieuwsgierig. ‘Wat valt er te vertellen dan?’

‘Maud heeft speciaal een jurk voor je laten maken, als verrassing.’

‘Als verrassing?’ riep ik uit met een hoofd als een oorwurm.

‘Ja, hij is echt prachtig. Ik dacht dat je het wist, Jack heeft de jurk hier gisteren langsgebracht. Jij, Muriël en Yvonne hebben alle drie dezelfde jurk aan.’

‘Hoezo in vredesnaam?’ vroeg ik nors.

‘Omdat dat leuk is,’ zei mijn moeder opgewekt. ‘En niet zo nors doen meteen, je hebt die jurk nog niet eens gezien.’

Opgewonden liep mijn moeder naar de tafel. ‘Kijk, kijk,’ riep ze enthousiast, ‘is hij niet beeldig?’

Uit een chique kledinghoes kwam een werkelijk spuuglelijke, oudroze jurk met truttige, witte kanten biesjes tevoorschijn.

Het vod zat net zo lelijk als dat hij eruitzag. Aan de bovenkant zat hij veel en veel te strak, wat ook logisch is als iemand zonder je maten op te nemen een jurk op maat laat maken. De onderkant daarentegen zat allesbehalve strak, maar dat was ook onmogelijk omdat het om zo’n afgrijselijk ballonjurkje ging. Enorm schattig voor een kind van drie, maar ik zag eruit alsof mijn achterwerk opeens explosief gegroeid was en ik mezelf uit alle macht in een veel te klein en veel te kort jurkje had gepropt. Dan heb ik het nog niet eens over die afschuwelijke, witte kanten omabiesjes, die zonder logica of systeem volledig willekeurig op die jurk waren gestikt.

‘Heeft ze die jurk zelf gemaakt?’ riep ik ontzet uit. ‘Dit trek ik echt niet aan.’

‘Hè, June, wat doe je nou vervelend,’ zei mijn moeder geërgerd. ‘Je broer gaat trouwen en jij bent alleen maar aan het zeuren.’

Diep teleurgesteld keek ze me aan en ze liep vervolgens met een verdrietig gezicht naar de keuken. Met trillende handen begon ze de vaatwasser uit te ruimen. Ik voelde me op slag schuldig. Mijn moeder had zich zo verheugd op deze dag en nu zat ik het voor haar te verpesten.

Zuchtend staarde ik in de spiegel naar mijn afschuwelijke spiegelbeeld. Ik kon wel gillen, maar er zat echt maar een ding op. Met pijn in mijn hart nam ik afscheid van mijn prachtige, olijfgroene Valentino-jurkje en verruilde het voor Mauds afstotelijke roze creatie.

‘Sorry mam,’ zei ik zacht, terwijl ik naast haar kwam staan met een verontschuldigende glimlach. ‘Kijk, ik heb de jurk aan gehouden en hoe langer ik ernaar kijk, hoe mooier hij wordt,’ zei ik zo opgewekt mogelijk, maar ik vroeg me wanhopig af hoe ik deze dag in hemelsnaam door moest komen.

Mijn moeder wierp me een dankbare blik toe en begon zenuwachtig uit het raam te staren. Na een paar minuten begon ze bijna op en neer te springen.

‘Daar heb je je broer, daar heb je je broer,’ gilde mijn moeder op gespannen toon en ze tuurde krampachtig door het keukenraam naar buiten.

‘O Jack, lieverd,’ zei mijn moeder, bijna in tranen. ‘Je ziet er echt prachtig uit.’

‘Jij ook mam en jij ook, June,’ zei hij zenuwachtig, waardoor ik concludeerde dat nervositeit blijkbaar je gezichtsvermogen aantast.

‘Waar is papa?’

‘Die is nog boven, hij komt zo. Is het niet geweldig dat we dit als gezin mogen meemaken!’ riep mijn moeder dolgelukkig uit.

Ja, echt dolletjes, dacht ik bloedchagrijnig.

Een halfuur later vertrok het circus richting het ouderlijk huis van Maud. Mijn moeder slaagde erin om ruim twintig minuten achter elkaar op hysterische en onsamenhangende wijze in mijn oor te tetteren.

‘O, ik ben toch zo benieuwd,’ klonk het voor de vierde keer op zenuwachtige toon en mijn moeder kneep haar tas bijna fijn. ‘Zijn we er al bijna?’

‘Ze wonen hier om de hoek, en zo bijzonder is haar jurk niet. Even potsierlijk als de jurk die ik nu aan heb,’ antwoordde ik kortaf en ik leunde nors achterover op de achterbank.

Mijn moeder wierp me een vermanende blik toe en wilde net iets zeggen, toen ze werd onderbroken door mijn vader, die enthousiast uitriep: ‘O, ik zie ze al hoor, ik zie ze al!’

Met fikse tegenzin keek ik op. Het statige ouderlijk huis was prachtig versierd met schitterende bloemenkransen, zijdezachte linten en chique, pastelkleurige ballonnen. De immens grote voortuin was volledig bedekt met stralende dahlia’s in werkelijk alle kleuren van de regenboog. Het geheel maakte een sprookjesachtige indruk en ook haar deftige ouders zagen er echt fantastisch uit. Blijkbaar heeft ze haar wanstaltige smaak van een vreemde, dacht ik verbaasd.

Jack stond gespannen te wachten. Met een onrustige blik in zijn ogen wiebelde hij wat heen en weer op zijn benen.

Een paar minuten later werd iedereen muisstil. Heel langzaam kwam Maud met een nerveuze blik van een ronde houten trap naar beneden gedaald. Sinds ons hatelijke gesprek op haar werk, had ik haar niet meer gezien. Wat was haar buik gegroeid, echt ongelooflijk.

Ze had tranen in haar ogen en Jack ook. Iedereen om me heen eigenlijk, nu ik er eens goed op lette. Ongemakkelijk staarde ik naar de grond. Ze moesten verdomme eens weten.

‘Wat ben je stil,’ fluisterde mijn moeder bezorgd.

‘Ik heb een beetje last van hoofdpijn,’ mompelde ik met een verontschuldigend lachje.

Het was steenkoud in de kerk en er heerste een uitbundige, opgewonden sfeer. Aan de rechterkant zat de familie van Maud, duidelijk herkenbaar door de chique kleurrijke hoedjes die op de hoofden van de dames prijkten.

Aan de linkerkant zat mijn familie, duidelijk herkenbaar door het ontbreken van wat voor hoofddeksel dan ook.

Een nerveus ogende violist begon prachtig te spelen en iedereen stond verwachtingsvol op. De zware, eikenhouten kerkdeuren gingen tergend langzaam open.

Met een groeiende knoop in mijn maag staarde ik naar de ingang. Daar stond Maud, arm in arm met haar trotse, ontroerde vader. Ze had wederom tranen in haar ogen en ondanks haar gedrochtelijke jurk zag ze er adembenemend mooi uit. Misschien was hij toch iets minder gedrochtelijk dan ik dacht.

Jack keek zenuwachtig toe hoe zijn toekomstige vrouw met elke sierlijke pas steeds dichterbij kwam. Hij zag er gespannen, maar zielsgelukkig uit: zijn hele gezicht straalde.

Sniffend gaf mijn moeder een zakdoekje aan me. Dank je, mam, maar die heb ik vandaag niet nodig, dacht ik met een intens rotgevoel.

Een charismatische pastoor van ver in de zestig begon op een rustgevende toon te praten. Het leek alsof zijn verhaal geen begin en geen einde had, maar misschien kwam dat ook wel doordat ik maar met een half oor luisterde.

Maud zat schuin voor me, haar jurk bedekte het grootste gedeelte van een ouderwets eiken kerkbankje. Zittend leek haar buik nog kolossaler. Ik keek met lede ogen toe hoe Jack haar hand vasthield en deze liefkozend streelde met zijn duim. Hij zag er smoorverliefd uit.

Alsjeblieft, laat het kind van hem zijn, dacht ik verdrietig, laat het alsjeblieft van hem zijn.

‘Je moet naar voren,’ siste mijn moeder opeens en ze porde me ongeduldig in mijn zij.

In onze identieke, suikerzoete jurkjes schreden Muriël en ik richting het bruidspaar. Laat die jurk bij mij alsjeblieft niet zo lelijk staan als bij haar, dacht ik wanhopig, terwijl Muriël en ik elkaar zwijgend opnamen en zij waarschijnlijk exact hetzelfde dacht. Jack lachte even lief en bemoedigend naar me en zelfs Maud deed een poging tot een lach, maar onderbrak die inspanning abrupt toen ik haar een korte, onopvallende, maar zeer doeltreffende dodelijke blik toewierp.

Zenuwachtig gingen ze staan. Een schattig, klein meisje van een jaar of twee met prachtige donkerbruine krullen kwam met een verlegen lachje de ringen brengen. Met een opgewonden blik namen Jack en Maud de ringen in ontvangst.

Over een paar tellen is hij voor eeuwig aan haar verbonden, dacht ik onrustig, en ik keek naar de grond om niet te hoeven zien hoe hij de ring om haar vinger schoof.

Plotseling begon iedereen hard te lachen. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en keek op.

De ring paste niet goed meer om Mauds opgezwollen vinger. Met een vrolijke blik en een komisch gebaar schoof Maud de ring grinnikend om haar pink. Ze stond op het punt om Jacks ring bij hem aan zijn vinger te schuiven, maar van het ene op het andere moment vertrok haar gezicht en ze greep volkomen in paniek naar haar buik.

‘Wat is er, wat is er?’ riep Jack geschrokken uit.

Maud trok lijkbleek weg en haar moeder kwam bezorgd op haar af rennen. Ze stond nog altijd voorover gebukt en maakte een naar, kermend geluid.

Mijn hart bonkte in mijn keel. Dit zag er allesbehalve goed uit.

‘Mijn vliezen, mijn vliezen zijn gebroken,’ riep Maud plotseling kreunend uit. ‘Het is echt nog veel te vroeg.’

Ik kon werkelijk niet geloven wat er gebeurde en stond als versteend toe te kijken. ‘Mam, ik ben nog geen zeven maanden,’ huilde ze wanhopig en ze keek met een radeloze blik om zich heen.

Binnen een paar seconden was iedereen volledig in paniek. ‘Maud, ga onmiddellijk liggen,’ riep een aangesnelde tante. ‘Ze heeft weeën, o god, ze heeft weeën,’ klonk het panisch.

‘Ze moet meteen naar het ziekenhuis.’

Mijn ouders keken gelaten toe hoe Maud kermend van angst en pijn op de grond lag. Met een ongerust gevoel ging ik naast mijn moeder staan.

‘Het is mijn schuld, ik word gestraft,’ fluisterde Maud wanhopig tegen Jack.

‘Rustig lieverd, stil maar, alles komt goed.’ Hij aaide zachtjes over haar hoofd.

‘De baby, Jack,’ kreunde ze snikkend, ‘het is nog veel te vroeg, hij is nog veel te klein.’

‘Waar blijft die ambulance verdomme?’ riep haar vader gespannen uit, terwijl hij met forse passen naar buiten wilde lopen, maar zich bedacht en ontredderd naast zijn vrouw bleef staan.

‘Rustig blijven, Maud,’ zei haar tante op kalme toon. ‘De ambulance kan elk moment komen.’

Met haar ogen gesloten lag Maud in elkaar gedoken op de grond. Ze fluisterde van alles tegen Jack, die haar hand beet had en haar bemoedigend toesprak. Mauds familie stond volledig van slag toe te kijken. Het schattige bruidsmeisje dat een paar minuten geleden nog zo opgewekt de ringen had gebracht, zat nu huilend bij haar moeder op schoot.

Mijn familieleden hielden zich voornamelijk afzijdig en stonden achter in de kerk op nerveuze toon met elkaar te praten. Een paar ooms keken onrustig uit naar de ambulance.

‘Hij komt eraan, hij komt eraan,’ riep een van hen plotseling met luide stem en ik hoorde met een angstig gevoel aan hoe het verontrustende geluid van de sirene steeds dichterbij kwam.

Compleet in paniek werd Maud afgevoerd naar het ziekenhuis, haastig gevolgd door haar bezorgde ouders.

‘Kom, we gaan naar het ziekenhuis,’ zei mijn moeder gespannen. Ze begon met een koortsachtige blik onze jassen bij elkaar te graaien. Ik bleef zwijgend zitten.

‘June, kom, we gaan.’

‘Ik eh, ik ga niet mam, ik…’ Ik staarde ongemakkelijk naar de grond.

Mijn moeder kwam naast me zitten. ‘Luister June, ik weet niet wat zich heeft afgespeeld tussen jou en Maud en ik hoef het ook niet te weten.’

Ik keek mijn moeder stomverbaasd aan.

‘Ik ben je moeder, moeders weten dat soort dingen,’ zei mijn moeder zacht. ‘Maar je broer heeft je nu nodig.’

Ik ontweek mijn moeders blik en probeerde uit alle macht mijn tranen weg te knipperen.

Met een zachte blik in haar ogen overhandigde mijn moeder me een zakdoekje. Ze pakte mijn hand beet. ‘Kom liefje, we gaan,’ fluisterde ze resoluut in mijn oor en ze trok me langzaam omhoog.

Met wankele benen liep ik door het gangpad achter mijn ouders aan. Mauds prachtige bruidsboeket lag treurig op de grond. Het gaf me een naar en onaangenaam gevoel. Ik wilde het oprapen en meenemen, maar mijn moeder trok me gehaast mee en met een doffe, akelige klap vielen de eikenhouten kerkdeuren achter me in het slot.

Het leek werkelijk een eeuwigheid te duren voor we eindelijk nieuws kregen.

‘Ze kunnen het niet meer tegenhouden,’ zei Mauds vader geëmotioneerd. ‘De baby komt eraan.’

‘Mijn god, het is echt nog veel te vroeg,’ fluisterde mijn moeder in paniek en ze begon onrustig heen en weer te lopen op de gang.

De uren tikten zenuwslopend langzaam weg. Af en toe werden we opgeschrikt door een verpleegster die ons zo goed mogelijk op de hoogte probeerde te houden, maar verder was het onheilspellend stil en heerste er een gespannen, bedrukte sfeer.

‘Daar heb je Jack,’ zei mijn vader plotseling op bloednerveuze toon.

Onrustig stonden we op, mijn handen trilden van spanning en mijn maag trok zich krampachtig samen.

‘Het is een meisje,’ zei Jack met tranen in zijn ogen. ‘Ze is zo klein, maar zo ontzettend perfect.’ Zijn stem brak en hij moest zijn tranen wegslikken.

‘Ze ligt op de Intensive Care, ze, eh, ze weten nog niet of ze het gaat redden.’

‘O, lieverd,’ zei mijn moeder, terwijl de tranen over haar wangen stroomden.

‘Hoe heet ze, jongen?’ vroeg mijn vader met een vreemde stem.

‘Rozemarijn. Roosje,’ antwoordde Jack geëmotioneerd.

‘Een prachtige naam,’ zei ik zacht en ik sloeg mijn armen troostend om hem heen. ‘Ze redt het Jack, echt,’ fluisterde ik bemoedigend in zijn oor.