4

Met een nerveus gevoel stapte ik binnen bij café La Vie. Julius was druk in gesprek met een ontzettend knap meisje van ongeveer mijn leeftijd. Ik voelde me op slag een beetje jaloers worden.

Niet meteen zo bezitterig doen, het heeft heus niets te betekenen en misschien is het wel weer een nichtje van hem, dacht ik grinnikend. Hij zag me en zwaaide even naar me. Vrolijk liep ik op hem af, ik was blij om hem eindelijk weer te zien.

‘June, dit is Cécile, Cécile, dit is June,’ zei Julius op een opgewekte toon.

Ze knikte even vriendelijk naar me en gaf Julius vervolgens een zoen op zijn wang. ‘Nou, ik ga ervandoor lieverd, we spreken elkaar snel weer en houd me op de hoogte, hè?’ Met een aantal sierlijke passen liep ze het café uit.

‘En wie was dat?’ vroeg ik zo normaal mogelijk. ‘Laat me raden, je nichtje.’

Julius grijnsde en schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat was mijn ex-vriendinnetje,’ zei hij vrolijk.

‘O,’ zei ik zacht, terwijl mijn jaloezie met terugwerkende kracht kwam bovendrijven.

Het is heus niet zo dat ik standaard aan elke ex een hekel heb, zo sneu ben ik nu ook weer niet. Er is helemaal niets mis met een ex, zolang ze maar minder leuk is dan ik. Of op zijn minst een totaal ander type. Een verbijsterend knappe, hoogblonde ex bijvoorbeeld. Niets mis mee. Dan kun je jezelf tenminste nog voorhouden dat jullie zulke verschillende types zijn, dat je dus echt niet met elkaar vergeleken kunt worden. Maar deze Cécile, die leek eigenlijk verdacht veel op mij, alleen was zij dan net even wat knapper. Ze had ook lang donkerbruin haar met een lichte slag en grote donkerbruine ogen. We waren ongeveer even groot, even slank en ze had bijna dezelfde jas aan als ik. Alleen haar jas was mooier.

‘Het is al heel lang uit, hoor,’ zei Julius met een geamuseerde blik, alsof hij precies wist wat ik aan het denken was. ‘Maar zeg mij eens even fatsoenlijk gedag,’ ging hij verder. Hij trok me met een innemende blik naar zich toe en sloeg zijn armen stevig om me heen.

‘Wil je wat drinken?’ vroeg hij opgewekt en hij draaide zich half om naar de bar.

‘Ja, doe maar een breezertje,’ antwoordde ik.

‘Een breezertje?’ herhaalde Julius grijnzend. ‘Bestaat dat nog? En ben je daar niet een beetje te oud voor?’

‘Nou, doe dan maar een wijntje,’ zei ik snel. ‘Nee, nee wacht,’ zei ik beledigd. ‘Ik wil een breezer, hoezo ben ik daar te oud voor?’

Julius grinnikte. ‘Als jij een breezer wilt, krijg jij een breezer van me,’ zei hij stellig. ‘Maar wat krijg ik dan van jou?’ vervolgde hij langzaam en hij keek me verleidelijk aan. ‘Ik hoor dat vrouwen de gekste dingen doen in ruil voor een breezer.’

Ik moest lachen en wilde iets gevats terugzeggen, maar werd tegengehouden door zijn trillende mobieltje.

‘Mijn zus,’ zei Julius na afloop van het gesprek.

‘Je zus?’ vroeg ik verbaasd. ‘Heb jij een zus? Dat wist ik helemaal niet.’

‘Jij weet wel meer niet van mij,’ zei Julius grinnikend.

‘Nou, jij weet anders ook een hoop niet van mij,’ antwoordde ik ietwat beledigd.

‘O, maar ik weet heel veel van jou,’ zei Julius met een ondeugend lachje. ‘Ik weet bijvoorbeeld dat je heel lief kunt slapen, met een heel tevreden gezichtje, alleen die snurkgeluidjes, tja, dat is toch wel wat minder.’

Vol afschuw viel ik hem in de rede. ‘Ik snurk helemaal niet. Ik snurk niet, toch?’ vroeg ik.

Julius ging onverstoord verder. ‘Maar dat snurken is nog het minst erge. Zo weet ik bijvoorbeeld ook dat je een bloedhekel hebt aan topless zonnen en dat je buitenproportioneel kwaad wordt als iemand bezorgd vraagt hoe het met je gaat als je huilend de zee uit komt.’

Ik kreeg een knalrood hoofd. ‘Kun je je dat nog herinneren?’ stamelde ik vol schaamte terwijl mijn gedachten terugschoten naar die ene rampzalige nacht in Salou, waarin ik tot mijn grote schrik opeens oog in oog stond met Julius.

Op mijn zeventiende had mijn moeder Mr. Wrong weer eens aan de haak geslagen. Dit keer eentje die dol was op culturele hoogstandjes, en dus vertrok ons nieuwbakken gezinnetje met de auto naar een exotisch oord dat Salou heette. Wat een avontuur. Met vier volwassenen in een Opel Kadett naar Spanje was al niet echt mijn idee van vakantie vieren, maar vier volwassenen met een inboedel waar je een hele kringloopwinkel mee kunt vullen, was echt complete waanzin.

Stiefpapa nummer zes nam zelfs een tv met schotelantenne mee naar de camping. Het meest bizarre vond ik nog wel dat ik er pertinent van overtuigd was dat hij de enige gek zou zijn met zoveel spullen, maar nee, met hele aanhangwagens vol kwamen ze de camping op en af rijden. Ik kon mijn ogen niet geloven, wat bezielde die mensen in hemelsnaam?

Na een week of twee had ik mijn steeds bruiner wordende buik meer dan vol van heel dat campinggebeuren. Overdag vermaakte ik me nog wel bij het subtropisch zwemparadijs of slapend op het strand, maar die avonden, hou op, schei uit.

Het absolute dieptepunt vormde toch wel de minidisco. Meestal vind ik kleine peutertjes en kleutertjes innemend schattig, echt waar, maar die kinderen daar waren stuk voor stuk gruwelijk irritant en spuuglelijk. Bijster intelligent waren ze trouwens ook niet. Avond na avond kregen ze dezelfde ergerlijke melodietjes en danspasjes voorgeschoteld van het bruisende animatieteam, bestaande uit één dolenthousiaste en, hoe kan het ook anders, zeer slecht Engels sprekende Duitser. Maar van al die hinderlijke exemplaartjes, was er slechts eentje die het na kon doen, maar ja, dat was dan ook een klein, swingend, geadopteerd Afrikaantje. De ouders vonden het prachtig. Ontroerde moeders, vaders die elke beweging filmden en elke misstap op camera vastlegden. Moeder Natuur had het toch weer mooi voor elkaar. Bij de geboorte van je kind maak je blijkbaar een stofje aan, waardoor je volledig blind bent voor alle imperfecties van je schaapjes. En gelukkig maar, want anders zouden de kindertehuizen wel erg vol zitten.

Mijn humeur ging er overduidelijk niet op vooruit en om niet compleet depressief te worden van dit trieste aangezicht en mogelijke toekomstbeeld, besloot ik tijdens onze laatste nacht in Viva España te vluchten in het bruisende uitgaansleven van het pittoreske Salou. Jack moest noodgedwongen met me mee om me te beschermen tegen al dat rondvliegend testosteron, maar sinds de scheiding van mijn ouders verkeerde hij in een soort apathische, comateuze toestand. Het zou nog jaren duren voor hij weer ontwaakte.

In de taxi probeerde ik uit alle macht een gesprek met hem aan te knopen, maar hij was veel te druk bezig met een of ander geestdodend computerspelletje. Eenmaal aangekomen werd zijn aandacht al snel getrokken door de groengekleurde lichtjes van een flipperkast, die naast de ingang van een van de vele drukbezochte automatenhallen was gestald. Die kreeg ik dus echt met geen mogelijkheid meer mee.

Ik zie ze weleens zitten, van die mensen die helemaal alleen naar de bioscoop gaan of die helemaal alleen in een restaurant zitten. Op zich niks mis mee. Ik ben echter zo’n type dat opzettelijk te laat komt in een restaurant of bar, zodat mijn vriendinnen er al zijn en ik niet in mijn eentje aan een tafeltje hoef te zitten. Als ik al in de situatie beland dat ik alleen ben, ga ik standaard zitten bellen met iemand, gewoon om me een houding te geven.

Maar je in Salou ‘alleen’ voelen is werkelijk een illusie: binnen vijf seconden werd ik al aangesproken door een toch wel zeer aantrekkelijke propper. De Blacklight, daar moest ik zijn. ‘Free entrance, free cocktail, just give them this card,’ zei hij met een grappig Frans accent en een ondeugende twinkeling in zijn ogen. Mais oui, als alle mannen zo appetijtelijk zijn als jij, dan ga ik een heel plezierige avond tegemoet, dacht ik vrolijk.

Zo nonchalant mogelijk liep ik de Blacklight binnen. Binnen tien minuten stond ik al weer buiten. Wist ik veel dat uitgerekend die nacht Europa’s grootste, vetste en heetste schuimparty bezig was. Dat had die monsieur Pierre dus mooi even weggelaten in zijn relaas. Een schuimparty is het absolute walhalla voor kansloze, puisterige pubertjes. In no time voelde ik dan ook twee grijpgrage handjes op mijn lieftallige derrière, een vieze, harige klauw op mijn onderrug en iets ondefinieerbaars tussen mijn benen. Even had ik nog de hoop dat ik werd betast door een Italiaanse halfgod, maar binnen een straal van twee meter zag ik tot mijn afschuw alleen maar etterende Duitse puistenkoppen die me met een brede grijns aankeken.

Een paar hitsige Pedro’s die voor de uitgang een sigaretje aan het roken waren, wenkten naar me dat ze me wel even zouden helpen met al dat vieze schuim op mijn lichaam. Ik dacht het niet, Pedro. Ik was wel wanhopig, maar zo wanhopig nu ook weer niet.

Ik liep met een dromerige blik naar het strand. Mijn jurkje plakte aan mijn met schuim besmeurde lijf, maar ik voelde het niet. Het geluid van de zee had een magnetische uitwerking op me. Na een oncharmante worsteling met mijn natte, kleverige outfit, waarbij ik mezelf hartgrondig vervloekte dat ik me altijd per se in een maatje S moest wurmen, rende ik zo blij als een kind richting de aanlokkelijke golven.

Yes, eindelijk, dít was pas vakantievieren. In de verte romantische lichtjes van aangrenzende dorpjes, boven me een schitterende sterrenhemel met een sprookjesachtige maan en heerlijk met mijn blote kont in de meer dan uitnodigende zee. Nou ja, bloot, bloot, uiteraard hield zo’n slimme meid als ik wel haar ondergoed aan. Je zou natuurlijk net zien dat er een groep jongens neerplofte.

Een seconde later plofte er inderdaad een groep jongens neer. ‘Shitzooi, heb ík natuurlijk weer. En nog Nederlanders ook,’ mompelde ik zwaar geïrriteerd. Ik was echt zo blij en opgelucht dat ik niet poedelnaakt de zee in was gedoken.

Ze gaan vast wel weer weg, dacht ik ongeduldig. Muisstil bleef ik in het water dobberen, vijf minuten, tien minuten, een kwartier, een halfuur. Maar nee, het zag er totaal niet naar uit dat ze van plan waren om weer snel te vertrekken. Blegh, ik had het koud, ik voelde me ellendig en ik wilde naar huis. Wanneer vertrokken die eikels in hemelsnaam?

Natuurlijk waren er ook vrouwen die dit als de ultieme kans zouden zien om hun goddelijke lijf te showen. Maar ik behoorde niet tot die vrouwen, daar had ik uiteraard veel te veel klasse voor. Het feit dat ik een spuuglelijke slip met een niet matchende, oude slobberbeha aanhad, speelde misschien ook enigszins mee.

Na nog eens een kwartier rondgedobberd te hebben, was ik het werkelijk zo zat, dat ik besloot dat er echt niets anders op zat dan uit het water te komen. Oké, plan A: zo snel mogelijk uit de zee komen, quasi-onverschillig mijn jurk aantrekken, Oost-Indisch doof zijn voor eventuele stompzinnige opmerkingen en sneller dan het licht richting een taxi rennen. O ja, natuurlijk ook eerst nog even langs die automatenhal om die comateuze broer van me op te pikken. Plan B: eh… verdorie, ik had helemaal geen B. O wacht, plan B. Als ik nou eens heel zachtjes deed, dan zouden ze misschien niet eens merken dat ik de zee uit sloop. Briljant June, briljant. Het ei van Columbus was er niets bij.

Ik was de zee nog niet uit of ik werd overvallen door een scherpe, bijtende pijn aan de zijkant van mijn voet. Geen idee waar ik in stond, maar ik had echt belachelijk veel pijn. Gehaast boog ik voorover om naar mijn voet te kijken, maar voor ik het doorhad, werd ik genadeloos hard omvergeworpen door een woeste, beukende golf. Hoestend en proestend kwam ik boven water.

Opeens zat ik er helemaal doorheen. Wat een ongelooflijk ellendige rotnacht ook echt, die rotcamping, die gore zee en dat kloterige Salou, welke idioot gaat er dan ook midden in de nacht in die ranzige zee zwemmen, verdomme, verdomme, dacht ik woedend, terwijl mijn voet hevig begon te bloeden. Zoals het een fatsoenlijk, niet vloekend meisje betaamt, begon ik uiteraard onbedaarlijk te snikken, te sniffen en een enkele keer zielig mijn neus op te halen.

Elke poging om ongezien van het strand af te komen, was door mijn kinderachtige gejank uiteraard volkomen om zeep geholpen. Dus kom maar op met je rotopmerkingen, kom maar op met je seksistische onderbroekenlol, lach me maar uit, bespot me maar, kom maar, kom maar, kom maar, dacht ik woedend, terwijl mijn arme voet met de seconde meer pijn deed.

Maar de grappen en stompzinnige opmerkingen bleven tot mijn grote verbazing uit en in plaats daarvan hoorde ik opeens een wel zeer bekende stem zeggen: ‘Are you okay?’

Volledig in shock staarde ik in het bijzonder fraaie, zongebruinde, bezorgde gezicht van Julius. Hij zag er zoals altijd werkelijk fantastisch uit. Ik zag er ook geweldig uit: mijn mascara zat op mijn kin, mijn haar hing als twee ranzige zoute slierten op mijn schouders, ik had lingerie aan waar zelfs mijn stokoude, halfblinde oma nog niet dood in gevonden wilde worden en ik was aan het janken als een klein kind, echt een plaatje. Het allerergste was misschien nog wel dat ik sinds mijn twaalfde hopeloos verliefd was op deze woest aantrekkelijke man in wording, maar dat ik hem blijkbaar in al die jaren nog geen milliseconde was opgevallen, want hij sprak Engels tegen me.

‘Is this yours?’ hoorde ik vervolgens met een licht geamuseerde stem zeggen.

Vol afgrijzen staarde ik naar het zwarte object dat Julius in zijn handen had. Was dat…? Ik kon en wilde mijn ogen niet geloven.

In zijn handen pronkte mijn doorweekte, afgeleefde slobberbeha. Met een kop als een tomaat schoot mijn blik naar mijn borsten. Twee spierwitte tietjes lachten vriendelijk terug.

‘Ehhh,’ wist ik nog net oncharmant uit te brengen met een hoofd dat inmiddels paars was geworden van schaamte. Snel griste ik het ding uit zijn handen en mompelde een onverstaanbaar ‘thank you’. Dat ook zijn handen welgevormd waren, viel me tussen de schaamte door natuurlijk wel nog even op.

In no time had ik mijn beha weer aan, maar doordat mijn push-upkussentjes zich volledig volgezogen hadden met zee-water, hing het versleten onding zo’n beetje op mijn navel. Oké, nu die ellendige rotjurk aan en wegwezen hier, dacht ik met een kop als een biet. Waar had ik in hemelsnaam mijn spullen neergelegd?

‘Hé, jij bent toch June?’ klonk het opeens vanaf de andere kant. Julius keek stomverbaasd op en ik wilde niets liever dan onder de eerste de beste steen wegkruipen. Een van zijn eveneens aantrekkelijke vrienden kwam op ons af rennen en herhaalde zijn vraag nog eens: ‘Jij bent toch June, jij zat ook op het Luthercollege, toch?’

Stilte. Nog meer stilte. Twee paar ogen staarden me afwachtend aan.

‘Eh, ja,’ stamelde ik ten slotte nauwelijks verstaanbaar.

‘Aha, dus je bent Nederlands,’ zei Julius, wederom met een licht geamuseerde stem, en zijn blik bleef minstens vijf seconden hangen bij mijn werkelijk spuuglelijke slip.

‘Ja, Einstein, ik ben Ne-der-lands, maar ik moet nu echt weg,’ zei ik zwaar chagrijnig, terwijl ik zonder iemand aan te kijken zo snel mogelijk als een kreupele van het strand af strompelde. Beschaamd keek ik nog even naar mijn slip. Wasie echt zo erg? Ja, hij was echt heel erg. O, wat ongelooflijk gênant.

‘Natuurlijk kan ik het me nog herinneren,’ zei Julius met een speelse lach en hij nam grinnikend een slok van zijn bier. ‘Hoe zou ik dat nu kunnen vergeten?’

‘Maar je hebt er nooit meer iets over gezegd,’ zei ik beschaamd.

‘Je hebt er ook nooit om gevraagd,’ klonk het geamuseerd. ‘Mijn zus zit overigens in Frankrijk. Ze werd verliefd op een vakantievriendje en is sinds een jaar of drie vertrokken. En ze…’

‘Hé, Julius,’ riep een wat mollig, boers meisje opeens.

‘Eline, hoe is het met jou dan?’ vroeg Julius enthousiast. ‘Ik heb je al een tijdje niet gezien.’

‘Nee klopt, ik ben hier al maanden niet meer geweest.’ Met een nieuwsgierig gezicht keek ze mijn kant op. Julius merkte het op en stelde ons aan elkaar voor.

‘Dit is Eline, mijn oude buurmeisje,’ zei Julius opgewekt. ‘En dit is June, een vriendin van me.’

‘Een vriendin?’ vroeg ik zo normaal mogelijk toen het boerse kind weer verdwenen was.

Julius keek me peinzend aan. ‘Ja, daar hebben we het nog niet echt over gehad, hè,’ zei hij op kalme toon.

Mijn hartslag nam à la minute explosief toe. Hij kwam wat dichter bij me staan en sloeg zijn armen om me heen. ‘Je moet niet verliefd op me worden, June. Afgesproken?’

Zijn stem klonk zacht en hij keek me lief en teder aan. Ik zei niks, ik wilde van alles zeggen en van alles vragen, maar er kwam geen zin, geen woord en zelfs geen geluid over mijn lippen.

Onderwerp: Gaat alles goed met je???

Van: June van der Burgh ([email protected])

Verzonden: 2 februari 2008 18:01:09

Aan: Mira van Swieten ([email protected])

Hello darling,

Ik heb je al een tijdje niet meer gehoord! Gaat het wel goed met je? Ik mis je verhalen! Ik vertelde Sophie trouwens nog dat apenverhaal van je, ze kwam echt niet meer bij van het lachen. We missen je wel hoor, lieverd! Hoop dat alles goed gaat met je! Spreek je hopelijk snel?!

PS Jack gaat ook trouwen en ik ben getuige, leuk hè!

X June