12

‘Kan ik u helpen?’ klonk het chagrijnig.

‘O eh ja, goedemorgen, ik kom voor Maud Vermeer,’ zei ik met een zo krachtig mogelijke stem.

Een deftig uitziende receptioniste vroeg met een verveelde stem of ik een afspraak had.

‘Jazeker,’ zei ik op overtuigende toon.

‘Kamer achthonderdtwee,’ zei ze kortaf en ze tuurde naar haar beeldscherm. ‘De liften zijn defect, dus u zult gebruik moeten maken van ons trappenhuis. Het is op de achtste etage, kamer twee.’

Met een bonkend hart en zwetende handen liep ik de trappen op. Tjezus, hoeveel van die trappen waren er nog? Straks kreeg ik niet eens de kans meer om iets tegen Maud te zeggen, omdat ik al was bezweken aan een hartaanval. ‘Eindelijk, ik ben er,’ hijgde ik volledig uitgeput.

Met een air alsof ik er thuishoorde, liep ik door de kleurloze, grauwe gang. Kamer vijf, kamer vier, kamer drie, kamer twee, hier was het.

Ik gluurde voorzichtig door het raampje. Maud zat in de hoek van de kamer en leunde voorover op haar bureau. Ze staarde geconcentreerd naar het beeldscherm van haar computer. Haar kamer was groot en rommelig en voor zover ik kon zien, werkten er nog twee andere vrouwen.

Zachtjes klopte ik aan en opende tegelijkertijd met een zenuwachtig gevoel de piepende deur.

Maud keek stomverbaasd op. ‘June, wat doe jij nu hier? Er is toch niets met Jack?’

Haar collega’s keken nieuwsgierig op van hun werk en staarden me vragend aan.

Ik voelde me op slag ongemakkelijk. ‘Nee, nee, er is niets mis, ik eh, ik wou je alleen even spreken,’ zei ik en mijn stem klonk merkwaardig.

Maud stond gehaast op. ‘Ik loop even met je mee,’ zei ze zacht.

Haar grijze jurkje liet duidelijk zien dat haar buik een stuk gegroeid was. Het bezorgde me een naar gevoel om haar bolle buik te zien.

‘Wat is er dan, June?’ vroeg Maud met een nerveuze blik, terwijl we op de gang stonden. ‘Dit gaat toch zeker niet over mijn vrijgezellenfeest?’

Verbaasd keek ik haar aan. ‘Je vrijgezellenfeest?’ herhaalde ik traag.

‘Ben je hier omdat je niet bent uitgenodigd?’

‘Natuurlijk niet,’ zei ik geïrriteerd. ‘Wat kan mij jouw vrijgezellenfeest nou schelen, alsof ik daarvoor helemaal naar je werk zou komen.’

Maud schrok overduidelijk van mijn koude toon. ‘Loop even met me mee, June,’ fluisterde ze gehaast en ze keek even ongemakkelijk om zich heen.

‘Hier kunnen we ongestoord praten,’ zei ze zacht en ze trok de deur van een soort opslagruimte achter ons dicht. ‘Je ziet er eigenaardig uit, June. Gaat het wel goed met je?’

‘Ik heb weleens betere dagen gehad,’ antwoordde ik met een vlakke stem.

Er viel een lange, ongemakkelijke stilte. Maud maakte een onrustige indruk en streek een paar keer met haar hand langs haar buik. Ze staarde me met een gespannen blik aan.

‘Hoe gaat het met de baby?’ vroeg ik uiteindelijk koeltjes.

Maud keek me zenuwachtig aan. ‘Ja, goed, goed,’ stamelde ze.

‘Wat ga je hem eigenlijk vertellen?’

‘Vertellen?’ klonk het gejaagd.

‘Ja, later,’ zei ik met een koude stem. ‘Als hij er opeens achter zou komen dat zijn vader helemaal niet zijn vader is.’

Maud zette een wankele stap naar achter. Duidelijk van slag stamelde ze: ‘Hoe bedoel je, June? Ik begrijp je niet.’

‘Jij weet heel goed wat ik bedoel,’ zei ik traag en met een ijzige stem, terwijl ik haar met een minachtende blik aanstaarde.

‘June, werkelijk, wat is er in je gevlogen? Je gedraagt je zo vreemd vandaag,’ zei ze met een bloednerveus lachje.

‘Ga je het nu ook nog ontkennen?’ zei ik met een stem vol walging. ‘Doe geen moeite, ik weet alles. En niet alleen ik, Jack binnenkort ook.’

‘Ga je het hem vertellen?’ vroeg ze, opeens volledig in paniek.

‘Nee, dat mag jij doen.’

‘Je begrijpt het niet,’ zei Maud en haar stem begon te trillen. ‘Als Jack het weet, gaat hij bij me weg, dat weet ik zeker.’

‘Natuurlijk gaat hij bij je weg!’ zei ik met een overslaande stem.

‘Jack mag het niet weten,’ zei ze smekend en met een wanhopige blik in haar ogen.

‘Het spijt me Maud, maar als jij het niet vertelt, dan doe ik het,’ zei ik koeltjes en zonder een greintje medelijden. ‘Wie is het eigenlijk? Met wie heb je hem bedrogen?’

Maud keek me zwijgend aan en haar gezicht werd met de seconde bleker. ‘Als je het hem vertelt, maak je alles kapot!’ schreeuwde ze opeens woedend. ‘Wie denk je wel niet dat je bent, om je zo met mijn leven te bemoeien!’

Haar ogen spuwden vuur en ze begon gespannen heen en weer te lopen van archiefkast naar archiefkast.

‘Wanneer ga je het hem vertellen?’ vroeg ze met blinde paniek in haar ogen.

‘Zo snel mogelijk.’

‘Zo snel mogelijk? En de bruiloft dan?’

‘De bruiloft?’ riep ik vol ongeloof. ‘Je denkt toch zeker niet dat ik toelaat dat mijn broer met jou gaat trouwen?’

‘Je verwoest mijn leven!’ krijste Maud en ze keek me ziedend van woede aan. ‘Je maakt alles kapot, alles.’

Haar stem en gezichtsuitdrukking waren nu bijna hysterisch. Krampachtig liep ze heen en weer en haar blik werd steeds grimmiger. Na wat een eeuwigheid leek te duren, stond ze stil en draaide zich met een nare, giftige blik naar me om.

‘Vertel je hem dan ook,’ zei ze op een kille toon, ’vertel je hem dan ook meteen dat Julius de mogelijke vader is?’ Met een hatelijke uitdrukking staarde ze me aan.

‘Je liegt,’ zei ik honend. ‘Denk je dat ik hier intrap? Dit is echt zo doorzichtig.’ Met een arrogante oogopslag keek ik haar recht in haar ogen aan.

‘Is dat zo?’ antwoordde Maud spottend, terwijl haar ogen gevaarlijk begonnen te glanzen. ‘Als ik lieg, vertel mij dan eens hoe het kan dat ik precies weet hoe zijn huis eruitziet? Donkergrijze bank, twee zwarte fauteuils, een tekening van Salvador Dalí aan de muur.’ Ze zweeg en wierp me een hooghartige blik toe. ‘Moet ik doorgaan?’ vroeg ze op een denigrerend toontje.

‘Dus je bent in zijn huis geweest,’ zei ik zo onverschillig mogelijk, terwijl mijn lijf zich vulde met een angstig en misselijk gevoel. ‘Dat maakt hem niet meteen de vader van je kind.’

Maud liet een smalend lachje horen. ‘Nee, dat niet nee,’ zei ze spottend. ‘Maar het feit dat ik precies weet dat jouw geliefde Julius onder zijn navel een minuscuul litteken heeft, wel.’

Volledig van slag staarde ik haar aan.

‘Jij maakt mijn leven kapot, ik het jouwe,’ zei ze langzaam en ze keek me met een ijskoude blik recht in mijn ogen aan.

‘Je liegt, je…’

Voor ik mijn zin kon afmaken, hoorden we plotseling het geluid van vallend papier. ‘Wie is daar?’ gilde Maud woedend uit.

Een gezette vrouw van een jaar of vijftig, met vuurrode wangen, kwam stamelend achter een van de archiefkasten vandaan. ‘Excuseer me,’ mompelde ze en ze maakte zich haastig uit de voeten.

‘Ze heeft alles gehoord!’ gilde Maud, volledig in paniek. ‘Dat is de grootste roddeltante die er op aarde rondloopt en ze heeft alles gehoord. Wat heb je gedaan?’ riep ze wanhopig uit en ze keek me woedend aan.

Met een ruk draaide ik me om en liep naar de deur.

‘Waar ga je heen?’ siste Maud panisch. Ze greep mijn arm beet. ‘Ga je naar Jack?’

Ze zei nog veel meer, maar ik hoorde haar niet meer. Volledig verward liep ik de gang door en rende als een bezetene alle trappen af naar beneden.

Voor ik het doorhad was ik buiten, waar de miezerige regen was overgegaan in een hevige stortbui. Druipnat en compleet ondersteboven stond ik bij de bushalte. De tranen liepen over mijn wangen, maar ik voelde het niet, ik kon alleen maar wezenloos voor me uit staren.

‘June lieverd, stap in,’ hoorde ik opeens. ‘June?’

Door mijn tranen heen keek ik in het bezorgde gezicht van Mira. Ze stapte gehaast uit en duwde me achterin de auto.

‘We waren toevallig in de buurt,’ zei Sophie, terwijl ze me via haar achteruitkijkspiegel een knipoog gaf.

‘Wat zie je eruit, meis, gaat het wel met je?’ vroeg Mira geschrokken.

Zwijgend staarde ik voor me uit.

‘June, gaat het wel? Wat heeft dat rotwijf allemaal tegen je gezegd?’ zei Sophie boos en bezorgd tegelijk.

‘Laat haar maar even,’ zei Mira fluisterend. ‘Het komt later wel.’