6

Mira en Sophie kennen elkaar al hun hele leven. Hun moeders zijn beste vriendinnen en raakten bijna tegelijk zwanger. Mira is dan ook slechts drie dagen ouder dan Sophie. Op de middelbare school waren de twee onafscheidelijk: waar de een was, was de ander. Ik was in de brugklas altijd een beetje bang voor Sophie. Met haar scherpe tong en haar aparte gevoel voor humor was ze ongelooflijk onvoorspelbaar. Je wist nooit hoe ze zou reageren en daarom was je voortdurend op je hoede, want van het ene op het andere moment kon ze je genadeloos hard voor schut zetten. Maar al snel had ik door dat Sophie ook echt een zachtaardige kant had, al moest je daar soms verdomd goed naar zoeken.

Mira en Sophie leken overigens voor geen meter op elkaar. Qua uiterlijk niet, maar zeker ook niet wat karakters betreft. Mira was buitengewoon aantrekkelijk, maar ze was ook nog eens lief. Te lief. Mira zag, overigens tot grote ergernis van Sophie, zelfs in de meest verrotte persoonlijkheid nog talrijke positieve eigenschappen. Je kon eigenlijk wel zeggen dat wat Sophie te veel had, Mira te weinig had, en andersom. Toch was er nog nooit een onvertogen woord gevallen tussen de twee hartsvriendinnen, maar dat kon elk moment veranderen.

‘Ik was echt van plan om jullie meteen te bellen nadat ik klaar was in die zaak. Wat een toeval, hè? Ja, ik was even met mijn zus mee, die gaat natuurlijk ook trouwen. Echt zo apart dat ik dan uitgerekend jullie tegenkom,’ zei Mira met een zenuwachtig lachje en ze staarde ongemakkelijk voor zich uit.

Inmiddels waren we bij mijn huis aangekomen en we ploften neer op de bank.

‘Dat heb je nu al minstens tien keer gezegd, maar ik heb liever dat je nu eindelijk eens vertelt waarom je terug bent en vooral waarom je ons niet van tevoren hebt verteld dat je überhaupt terug zou komen,’ zei Sophie kortaf. ‘Er is toch niets ergs gebeurd?’ vroeg ze vervolgens en haar stem klonk opeens een stuk liever.

Mira voelde zich overduidelijk niet op haar gemak en staarde verdrietig voor zich uit. ‘Miertje?’ vroeg ik bezorgd. ‘Wat is er nou toch allemaal, lieverd?’

Mira keek me met tranen in haar ogen aan, maar bleef zwijgen.

‘Sinds wanneer ben je dan terug?’ vroeg ik op zachte toon, in een poging meer informatie te vergaren.

‘Ik ben vanochtend pas geland,’ antwoordde Mira. Ze tuurde met een treurige blik naar de grond.

‘Hè? Dus je hebt nog helemaal niet geslapen? Je zult wel kapot zijn!’ riep Sophie uit.

Mira gaf geen antwoord en bleef naar de grond staren. Sophie en ik keken elkaar een paar seconden met een vragende blik in onze ogen aan.

‘Maar waarom ben je dan teruggekomen, Mier?’ probeerde ik nogmaals voorzichtig.

Ze zuchtte diep en de tranen rolden langzaam over haar wangen naar beneden. ‘Omdat ik alles verpest heb, alles,’ zei ze zacht en ze begon aandoenlijk hard te huilen.

‘Wat heb je dan verpest, meis?’ vroeg ik bezorgd. Ik liep naar haar toe en sloeg mijn beide armen troostend om haar heen.

‘Alles,’ huilde Mira. ‘Echt alles.’ Met een afwezige blik pakte ze een sigaret uit het pakje van Sophie.

‘Je bent toch gestopt?’ vroeg ik verbaasd.

‘Ja, en nu ben ik weer begonnen,’ antwoordde ze traag.

Sophie keek me met grote ogen aan en trok haar schouders vragend op.

Het sigaretje deed Mira blijkbaar goed, want ze werd op slag wat rustiger. ‘Ik heb het verpest,’ zei ze nogmaals. Haar stem klonk plotseling kalm en beheerst. ‘Het is uit tussen mij en Thomas.’

‘Uit?’ gilden Sophie en ik bijna tegelijkertijd stomverbaasd uit.

Mira en Thomas waren, zeer tegen de wens van haar oma in, al acht jaar een stelletje. Vijftien was ze pas toen ze hem tegen het lijf liep. In vergelijking met de familie van Mira zijn de ouders van Sophie nog net niet armlastig. Mira’s familie is al generaties lang stinkend rijk. Haar oma is eigenaar van Hoogenhuys Interieurdesign. Afgelopen decennia is het bedrijf explosief gegroeid en inmiddels hebben ze over de hele wereld goedlopende vestigingen. Mira’s gehele familie maakt onderdeel uit van deze winstgevende keten, of ze nu willen of niet.

De oma van Mira is het type Cruella de Vil, een werkelijk vreselijk onaangenaam mens, dat overal haar grote botoxneus in steekt, en dan het liefst in het leven van haar schoondochter, de betreurenswaardige moeder van Mira. Achter de schermen is zij het dan ook die het leven van haar kleindochter tot in het kleinste detail uitstippelt.

Dankzij haar oma kon Mira haar studie psychologie, die ze samen met ons in Leiden wilde volgen, op haar slanke buik schrijven. In plaats daarvan werd Mira tot haar grote verdriet (en tot woede van Sophie, die geen greintje begrip heeft voor Mira’s onderdanige houding) naar een of andere peperdure Business School in Amsterdam gestuurd.

Haar relatie met Thomas was haar oma vanaf het prille begin een grote doorn in het oog geweest. Eigenlijk had niemand er dan ook op gerekend dat het stand zou houden, maar tegen alle verwachtingen in waren ze een halfjaar geleden zelfs gaan samenwonen.

Een maand nadat Mira bij hem was ingetrokken, besloot ze, tot grote ontzetting van Thomas en op hevig aandringen van haar oma en in mindere mate moeder, in haar eentje vijf maanden naar Australië te gaan. Thomas zou haar vervolgens achternareizen en dan zouden ze samen nog twee maanden door Nieuw-Zeeland trekken.

Ik staarde Mira met grote ogen aan en kon werkelijk niet geloven dat het over was met Thomas.

‘Hoezo uit?’ vroeg Sophie met een stem vol onbegrip.

‘Hij stond opeens voor mijn neus,’ zei Mira op een vlakke toon.

‘Wie? Thomas?’

‘Ja, Thomas ja,’ antwoordde Mira met een trillende stem.

‘Maar hij zou toch pas over een week of zes komen?’ vroeg Sophie verbaasd.

‘Ja, dat dacht ik ook, maar opeens was hij er,’ zei Mira zacht en de tranen sprongen weer in haar ogen. ‘Hij wilde me verrassen,’ ging ze onrustig verder.

Ze stopte met praten, keek koortsachtig om zich heen en stond met een ongedurige blik in haar ogen op. ‘Sorry, maar ik moet echt even een wijntje. Heb je wijn in huis?’

‘Ik pak het wel even,’ zei ik gehaast. ‘Niet verder praten totdat ik er ben,’ gilde ik ongeduldig vanuit de keuken.

Ik kwam met drie glazen wijn de keuken uit stormen en plofte neer op de bank. ‘Nou, vertel,’ zei ik nieuwsgierig.

Mira nam een grote slok van haar wijn en pakte nog een sigaretje.

‘Hier, neem het hele pakje maar,’ zei Sophie, terwijl ze haar pakje ongeduldig naar Mira toe wierp en op de leuning van de bank ging zitten. Mira nam een paar flinke trekken en blies haar rook tergend langzaam uit.

‘Hij stond dus ineens voor mijn neus,’ klonk het zacht. ‘Ik wist niet dat hij zou komen, anders was ik nooit…’ Haar stem brak.

‘Anders was je nooit wat?’ vroeg Sophie zo geduldig mogelijk, terwijl ik aan alles zag dat ze zo ongeduldig was dat ze bijna ontplofte.

‘Anders was ik nooit met Damiën naar bed gegaan,’ zei ze fluisterend.

Sophie viel bijna van de bank. ‘Met wie ben je naar bed gegaan?’ gilde ze uit.

‘Met Damiën,’ mompelde Mira en de tranen liepen over haar wangen.

‘Wie is in vredesnaam Damiën?’ vroeg Sophie.

Mira zei niets en nam nogmaals een grote slok wijn. Ik nam er ook maar een. Ik kon mijn oren werkelijk niet geloven. Die lieve onschuldige Mier, met een ander naar bed? Dat kon toch zeker niet waar zijn.

‘Damiën heb ik daar ontmoet,’ zei Mira zichtbaar opgelaten.

‘Wanneer dan? Waarom heb je er nooit iets over gezegd?’ vroeg ik verbaasd.

‘Ik weet het niet, ik durfde niet goed, ik dacht ook steeds dat het niets voorstelde en…’ Ze maakte haar zin niet af en nam nog een trekje van haar sigaret. ‘Ik heb hem een paar weken geleden ontmoet.’

‘Een paar weken geleden,’ herhaalde ik.

‘Was hij daar ook op vakantie?’ vroeg Sophie en haar ogen schitterden van nieuwsgierigheid.

‘Nee, nee, hij was er voor zaken. Ik heb hem tijdens een lunch ontmoet, er waren geen tafeltjes vrij en dus vroeg hij of hij naast mij mocht komen zitten. Ik hoorde aan zijn accent meteen dat hij Nederlands was.’

Ze nam een klein slokje van haar wijn, terwijl wij aan haar lippen hingen. ‘Ik vond hem eigenlijk direct aantrekkelijk. En hij mij blijkbaar ook, want de volgende dag kwam hij langs bij mijn hotel en daarna hebben we nog een paar keer afgesproken, en ja…’ Ze zweeg een paar tellen. ‘En ja, toen gebeurde het eigenlijk gewoon.’

‘En toen kwam Thomas als verrassing langs en heb je opgebiecht hoe of wat,’ zei ik op een toon alsof ik eindelijk doorhad wat er allemaal aan de hand was.

‘Nou nee, niet echt,’ zei Mira blozend. ‘Thomas stond ineens voor de deur en toen, nou ja, toen zag hij ons.’

‘Wat bedoel je daar precies mee?’ vroeg Sophie en ze keek Mira onderzoekend aan.

‘Nou ja, we waren bezig, zeg maar,’ stamelde Mira beschaamd.

Sophie sprong van de bank. ‘Je was bezig?’ proestte ze uit. ‘Nee, Mier, nu moet je echt ophouden, hoe bedoel je, je was bezig?’ vroeg Sophie en haar ogen begonnen te glanzen.

‘Was je aan het seksen?’ vroeg ik met een stem en blik vol ongeloof.

‘Ja,’ zei Mira gegeneerd. ‘We waren echt volop bezig en opeens keek ik recht in het gezicht van Thomas. Ik had hem niet eens horen binnenkomen.’

Sophie viel bijna om van het lachen. ‘Dat meen je niet, dat meen je niet!’ gierde ze uit.

‘En wat gebeurde er toen?’ vroeg ik. Ik kon echt niet geloven wat ik allemaal hoorde.

‘Thomas draaide zich meteen om en liep totaal in shock weg. Ik ben hem achterna gerend, maar het had geen zin.’

‘In je nakie?’ krijste Sophie en ze stikte nog altijd van het lachen.

‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Mira een tikkeltje geïrriteerd. ‘En ik vind het fijn voor je dat je het blijkbaar zo amusant vindt, maar als je het niet erg vindt, zie ik er de lol niet van in.’

Pissig nam ze een flinke slok van haar wijn en staarde met een geërgerde blik voor zich uit.

‘Sorry, sorry,’ brulde Sophie, ‘ik zal er niet meer om lachen.’ Maar ze had haar zin nog niet uitgesproken of ze lag alweer helemaal in een deuk. De tranen stroomden inmiddels over haar wangen en ik moest mijn uiterste best doen om mijn eigen lach in te houden.

‘Heb je nog wel met Thomas kunnen praten?’ vroeg ik met een zo ernstig mogelijke stem.

‘Ja, dat wel, maar hij wilde nergens meer naar luisteren. Hij was echt zó verschrikkelijk kwaad, ik heb hem nog nooit zo meegemaakt.’ Mira staarde zwijgend voor zich uit. ‘Hij zei dat hij het me nooit zou vergeven en dat hij voor altijd die beelden voor zich zou blijven zien. Hij was er echt, echt helemaal kapot van.’

‘Ach, Miertje toch,’ zei ik en ik legde mijn hand eventjes troostend op haar rug.

‘Over wat voor beelden hebben we het dan eigenlijk precies?’ vroeg Sophie, nog altijd met een grote grijns op haar gezicht. ‘Lagen jullie onder de dekens?’ ging ze verder. ‘Of kreeg hij jullie echt frontaal in beeld?’

Bij haar laatste woorden schoot ze weer vol in de lach en hoe hard ik het ook probeerde, het lukte me echt niet meer om mijn lach in te houden.

‘Sorry, Mier, sorry, echt, sorry dat ik lach,’ hikte ik.

Mira keek ons woedend aan. Sophie lag half op de tafel van het lachen en ik produceerde allerlei vreemde geluiden omdat ik zo ontzettend moest lachen en dit tegelijkertijd uit alle macht probeerde tegen te houden.

‘Het is echt, echt niet grappig,’ zei Mira beledigd. Ze stond op en begon heen en weer te lopen in de woonkamer. ‘En om je nieuwsgierigheid te bevredigen, we lagen niet onder de lakens.’

‘Ze lagen niet onder de lakens,’ herhaalde Sophie stikkend van het lachen. ‘Wat was je dan aan het doen, zat je boven op hem of zo?’

Mira gaf geen antwoord, maar haar gezicht werd knalrood en haar beschaamde blik sprak boekdelen.

‘Ze zat boven op hem!’ brulde Sophie.

‘Dit meen je niet, hou op, alsjeblieft!’ gilde ik het uit.

Steeds als we bijna gekalmeerd waren, begon een van ons weer hysterisch te lachen en trok de ander genadeloos mee in een oorverdovend lachsalvo. Sophie lag inmiddels languit op de grond van het lachen en schoof steeds meer onder de tafel. En ik lag huilend op de bank met mijn gezicht in een paar kussens gedrukt, in de hoop mijn lachbui op die manier te kunnen smoren.

‘Sorry, Mier, het spijt ons echt,’ zei Sophie met een krampachtig ingehouden lach, nadat we na een minuut of tien eindelijk een klein beetje waren gekalmeerd.

‘Mier? Miertje?’

Sophie en ik kwamen tegelijkertijd omhoog. Mira was nergens meer te bekennen.

‘Wat ben je weer laat,’ zuchtte mijn moeder. ‘Nou, kom erin, iedereen zit al op je te wachten.’

Mijn verjaardag was pas woensdag, maar mijn moeder wilde hem per se dit weekend vieren. Overigens woonde ik al vier jaar niet meer bij mijn moeder, maar in mijn poppenhuisje kon je echt niet zoveel familie kwijt. Het liefst wilde ik mijn verjaardag stilletjes aan me voorbij laten gaan, maar mijn moeder stond erop dat we het bij haar thuis zouden vieren. Om eerlijk te zijn verdacht ik haar ervan dat ze het stiekem gewoon gezellig vond om al haar broers en zussen weer te zien. Ze zag ze eigenlijk nooit, behalve dan op speciale gelegenheden, waar mijn verjaardag klaarblijkelijk onder viel. Maar eerlijk is eerlijk, mijn moeder wist wel hoe je een feestje moest geven. Het zag er allemaal geweldig uit, de sfeer zat er goed in en iedereen leek zich uitstekend te vermaken.

‘Sorry dat ik zo laat ben,’ hoorde ik opeens hijgend naast me. ‘Maar echt alles zat tegen, mijn auto wilde niet starten en mijn fiets had een lekke band en toen duurde het uren voor die rottram eindelijk kwam en… nou ja, in elk geval, I’m here. En wat is het hier pokkendruk zeg, ik dacht dat ik veel familie had, maar jij slaat alles.’

Lachend keek ik op. ‘Geeft niets, schat, ik ben allang blij dat je er bent. Heb jij Mier nou al gesproken? Ik heb haar echt al twintig keer gebeld, maar ze neemt niet op.’

Sophie schudde haar hoofd. ‘Nee, als ik haar bel, neemt ze ook niet op.’ Ze wierp me even een schuldbewuste blik toe.

‘Ach, het komt wel goed,’ zei ik op geruststellende toon.

‘Is je moeder trouwens dronken of zo?’ grinnikte Sophie.

‘Hoezo?’ vroeg ik bezorgd, terwijl ik haastig probeerde te ontdekken waar mijn moeder uithing.

‘Nou ja, ik weet niet, ze deed zo aanhankelijk,’ grijnsde Sophie.

‘O shit, nee hè, dan is ze inderdaad dronken, ze gaat alleen aan mensen hangen als ze te veel op heeft,’ zei ik met een beschaamde lach.

‘Heb je Julius trouwens uitgenodigd?’

‘Nee, natuurlijk niet,’ lachte ik. ‘Die zou zich echt doodvervelen hier. Nou ja, voor de vorm heb ik het natuurlijk wel gevraagd, maar ik wist toch al dat hij niet zou kunnen, want hij zit in Brussel voor z’n werk.’

‘Hij is wel vaak weg, hè?’ Sophie keek me vragend aan en probeerde tegelijkertijd een half plakje cake in één keer in haar mond te proppen. ‘Wat doet hij precies?’

‘Ik heb echt geen flauw idee,’ zei ik met een verontschuldigend lachje. ‘Hij heeft het me wel verteld, maar het klonk allemaal zo saai en complex dat ik het weer vergeten ben. Iets met financial management in elk geval.’

‘Heb je het nog gehad over dat ene wat hij zei?’

‘Welk ene?’ vroeg ik, terwijl ik dondersgoed wist wat ze bedoelde.

‘Nou ja, over wat hij tegen je heeft gezegd, dat je niet verliefd op hem moet worden,’ zei Sophie zacht.

‘Nee, nee,’ zei ik onverschillig, ‘het is er nog niet echt van gekomen. Maar ik zal het binnenkort wel even vragen.’

Ik kreeg op slag een rotgevoel in mijn buik. Afgelopen weken was het eenvoudigweg geweldig geweest met Julius, maar zijn woorden hadden als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd gehangen.

‘Lieve mensen,’ klonk het opeens. ‘Ik wil graag even wat zeggen als dat mag.’ Mijn moeder, die overduidelijk te veel op had, ging in het midden van de kamer staan. Jack keek me grijnzend aan. ‘Ik wilde het eigenlijk kort houden, maar nu ik hier toch sta…’ zei mijn moeder met rode koontjes en een veel te luide stem. ‘Ik wil namelijk iets vertellen over mijn allerliefste dochter, June. Nu heb ik er maar een, dus vandaar dat het mijn allerliefste is.’

Ik vond het totaal niet grappig, maar haar broers en zussen lagen helemaal in een deuk. Mijn moeder werd afgeleid door het geluid van de bel. ‘Kan iemand even opendoen? Jij, Dirk? Als je tenminste voor een seconde afscheid kunt nemen van dat bierflesje van je.’ Ze lachte hard om haar eigen flauwe grap.

Sophie sloeg het tafereeltje geamuseerd gade en gaf me opeens een harde por in mijn rug. ‘Daar heb je Julius,’ siste ze met een grote grijns op haar gezicht. Geschrokken staarde ik naar de gangdeur. Daar stond Julius, handjes schuddend met mijn oom en geamuseerd kijkend naar mijn moeder. O, please mam, houd alsjeblieft je mond. Met een benauwd gezicht keek ik naar het enthousiasme van mijn moeder en het zweet brak me aan alle kanten uit.

‘Ik zie haar tegenwoordig niet zo vaak meer, hoor, mijn kleine meid. Ze komt eigenlijk alleen maar langs om haar vuile was te brengen,’ zei mijn moeder en ze keek me gemaakt boos aan. Ze hield haar adem een paar seconden in en ze was niet de enige. Met een opgelaten gevoel staarde ik haar aan.

‘Nou, dan zal ik je de komende jaren wel helemaal nooit meer zien,’ ging ze verder met een stralende lach, ‘want woensdagochtend wordt deze bij je bezorgd. Gefeliciteerd, lieve schat van me.’ Mijn moeder overhandigde me glimlachend een folder van een witgoedzaak. Een hypermoderne wasmachine was een aantal keer met een rode stift omcirkeld.

‘Een wasmachine?’ riep ik blij uit en ik sprong opgelucht op. ‘Wat lief, wat een enorm groot cadeau. Dank je wel, mam.’

Opgewekt gaf ik mijn moeder drie zoenen. Daar ben ik nog goed mee weggekomen, wie weet wat ze nog allemaal had uitgekraamd, dacht ik en ik slaakte een zucht van verlichting.

Ik wilde net met een nerveus gevoel op Julius afstappen, toen mijn vader opeens opstond en me even apart nam. ‘Als je het goed vindt, wil ik ook graag even iets zeggen. Het is tenslotte voor het eerst in jaren dat ik van de partij ben op je feestje.’ Hij keek me even met een warme blik aan.

‘Natuurlijk, pap,’ zei ik zacht en ik hoopte dat het niet te lang zou duren. Met een zenuwachtige blik keek ik naar Julius, die aan de andere kant van de kamer stond. Een tikkeltje ongeduldig keek ik mijn vader aan.

‘Maak je geen zorgen, June, ik zal het kort houden,’ zei hij glimlachend. ‘Je moet een jaar of tien geweest zijn toen je moeder en ik gingen scheiden.’

‘Zeven,’ verbeterde ik hem zachtjes.

‘O, zeven,’ herhaalde hij met een lachje. ‘En om eerlijk te zijn, het lijkt wel gisteren dat je zeven was. Opeens ben je vierentwintig, helemaal volwassen, helemaal opgegroeid, kijk je nu toch eens voor me staan, mijn mooie dochter. Wat heb ik veel gemist van je, hè?’ zei mijn vader op verontschuldigende toon.

Ik lachte even terug en haalde mijn schouders op als teken dat hij zich niet druk moest maken over die verloren jaren.

‘Maar er zijn ook echt nog veel dingen die ik wel heb meegekregen,’ ging mijn vader verder. ‘Zo weet ik nog goed hoe vreselijk onzeker je vroeger was. Je durfde nooit ergens alleen naar binnen, we moesten altijd met je mee. Je moeder had het flink te stellen met je. Niets was goed: je figuur niet, je kleding niet, je kapsel niet. En ach, in dat laatste moest ik je eigenlijk wel gelijk geven,’ zei hij grinnikend en hij gaf me even een knipoog. ‘Maar ik heb je gelukkig nooit bij het politiebureau hoeven oppikken en er stonden, de hemel zij dank, geen rijen scootertjes bij je moeder voor de deur. En daar was, zoals je begrijpt, vooral je vader erg dankbaar voor. Ja, dat weet jij niet, June, maar die vader van jou, die heeft echt vaak geïnformeerd hoor, bij je moeder, hoe het zat met de mannen in je leven.’

Julius kwam met een nieuwsgierige blik naast ons staan. ‘Alle vaders hier zullen beamen dat je je direct na de geboorte van je dochter al zorgen maakt over het moment dat je kleine meid zich op het vrijerspad begeeft.’ Mijn vader lachte even hartelijk, terwijl mijn aandacht volledig uitging naar Julius en mijn hart steeds sneller begon te kloppen.

‘Maar steeds als ik je moeder belde, dan gaf ze mij godzijdank hetzelfde geruststellende antwoord. June heeft geen vriendje, maar ze is wel nog steeds verliefd op… ach hemel, hoe heette die jongen nu ook alweer waar je zo hevig van onder de indruk was?’

Ik verschoot van kleur.

‘Nou, ik kan even niet op zijn naam komen. Maar wat was je vreselijk weg van de jongen. Volgens mij was je twaalf toen je het voor het eerst over hem had en toen je achttien was, had je het nog steeds over de jongeman. Hè, verdorie, hoe heette hij nu ook alweer?’

Mijn vader keek me vragend aan. Ik haalde met een steeds roder hoofd en een niet al te snuggere blik mijn schouders op en deed net alsof ik werkelijk geen flauw idee had.

‘Och ja, het schiet me ineens te binnen, Julian! Julian,’ zei mijn vader met een zelfvoldane lach en hij keek me ter bevestiging even vragend aan. Ik knikte instemmend en keek met een bijzonder ongemakkelijk gevoel naar Julius, die met een geïnteresseerde en bijzonder geamuseerde blik naar mijn vader luisterde.

‘Ik zal me even voorstellen,’ zei mijn vader toen hij Julius’ aanwezigheid opmerkte. ‘Ik ben Robert, de vader van deze jongedame.’

‘Julius Hillenaer,’ klonk het vriendelijk.

‘Julius, hij heette Julius, niet Julian!’ riep mijn vader triomfantelijk uit en hij schudde Julius de hand. ‘Toch zeker niet deze Julius?’ vroeg mijn vader verbaasd en hij wierp me een onderzoekende blik toe.

‘Nee, nee, dat was een andere Julius,’ zei ik met een knalrood hoofd.

Mijn vader ging onverstoord verder. ‘Nou June, ik kan je vertellen, je hebt van je vader een gelukkig man gemaakt. Ik ben je zeer dankbaar dat ik niet elke maand kennis hoefde te maken met weer een andere Pietje, Jantje of Klaasje.’

‘Zoals mijn vader,’ grinnikte Sophie, die inmiddels ook naast ons was komen staan.

‘Ja, jij hebt die arme vader van jou flink wat grijzen haren bezorgd, inderdaad,’ beaamde mijn vader en hij keek Sophie lachend aan. ‘Goed, ik heb beloofd het kort te houden, al heb ik daar wat moeite mee. Maar ik kan uiteraard niet afronden zonder je cadeau. Het leek me het beste dat ik je zelf iets laat uitzoeken, dus alsjeblieft, koop er iets leuks van.’

Hij sloeg zijn arm om me heen en overhandigde me met een glimlach een kleine envelop. ‘Ik hou van je, meisje,’ klonk het zacht en liefdevol in mijn oor.