15

Mijn hart begon meteen sneller te slaan toen ik hem zag zitten. Hij zag er bijzonder aantrekkelijk uit, alsof hij extra goed zijn best had gedaan. Smetteloos wit overhemd, perfect zittende, donkerblauwe spijkerbroek. Simpel, maar doeltreffend.

Zijn ogen lichtten op toen hij me zag.

‘Heb je een nieuwe tas?’

‘Van Maik gekregen,’ zei ik zacht en ik ging tegenover hem zitten.

‘Ik heb alvast een drankje voor je besteld,’ zei hij op een rustige toon en hij schoof een Bacardi-cola naar me toe.

‘Je dacht dat ik wel wat alcohol kon gebruiken,’ zei ik met een flauw lachje.

‘Vertel me nu nog eens waarom we per se hier hebben we afgesproken?’ vroeg hij met een geamuseerde blik.

‘Nou, het leek me gewoon wat verstandiger,’ zei ik bedeesd.

‘Verstandiger?’

‘Nou ja, in een overvol café weet ik tenminste zeker dat ik niet tegen je ga schreeuwen. Het spijt me dat ik de vorige keer zo tegen je gegild heb,’ zei ik met een verontschuldigend lachje.

‘Nou, het is je vergeven,’ zei Julius met een speelse lach.

Er viel een wat ongelukkige stilte waarin hij langzaam met zijn telefoon speelde.

‘Heb je je broer nog gesproken?’ vroeg hij uiteindelijk. ‘Heel eventjes maar.’

‘Hoe ging het met hem?’

‘Hij was er kapot van,’ zei ik met een verdrietige stem.

‘Dat kan ik me voorstellen,’ klonk het oprecht.

‘Heb jij Maud nog gesproken?’ vroeg ik.

‘Nee, nee,’ zei Julius gehaast, terwijl hij me doordringend aankeek. ‘Ik had het nooit verborgen moeten houden voor je. Het spijt me echt. Als ik het kon terugdraaien, zou ik het zo doen. Op dat moment was ik ervan overtuigd dat ik er goed aan deed.’

Hij zweeg en staarde een moment voor zich uit. ‘Maar ik ben echt nooit met haar naar bed gegaan, nooit.’

‘Dat zou dus betekenen dat ze met nog iemand anders seks heeft gehad,’ zei ik zacht.

‘Dat zou het inderdaad betekenen,’ zei Julius op een zelfverzekerde toon en hij keek me recht in mijn ogen aan. ‘Denk je werkelijk dat ik in staat zou zijn om mijn verantwoordelijkheid voor een zwangerschap of kind op deze manier te ontlopen? Het is simpel: of Maud liegt, of ik. De vraag is dus wie jij gelooft. Geloof je haar of geloof je mij?’

Zijn donkerbruine ogen keken me strak aan. Elke vezel in mijn lijf wilde hem geloven, ik wilde niets liever dan mijn armen om hem heen slaan, alles vergeten en vergeven, alsof er nooit iets gebeurd was – maar ik kon dat niet zomaar.

Ongemakkelijk nam ik een slokje van mijn baco en keek hem zwijgend aan.

‘Je moet er nog over nadenken,’ zei Julius ietwat koel en hij nam met een bedenkelijke blik een slok van zijn bier.

‘Het is allemaal nogal verwarrend,’ zei ik zacht. ‘De een zegt dit, de ander zegt dat.’

‘Zíj zegt dit en ík zeg dat,’ zei Julius ijzig. ‘Maar ik begrijp wel dat je twijfelt,’ zei hij, met een blik waaruit overduidelijk bleek dat hij het helemaal niet begreep.

‘Ik ga even naar de wc,’ zei hij na een korte stilte met een vlakke stem.

Hij stond langzaam op en liep weg.

Met een enorm rotgevoel bleef ik achter. Deed ik nu zo moeilijk? Moest ik tegen hem zeggen dat ik hem geloofde, excuses aanvaard, zand erover? Twijfelend schoof ik mijn glas heen en weer.

Mijn oog viel op zijn mobieltje. Zal ik kijken, dacht ik, maar ik voelde me bij voorbaat al schuldig. Als je hem niet vertrouwt, wat doe je hier dan, dacht ik boos. Maar aan de andere kant, hij heeft al eerder tegen je gelogen, wie zegt dat hij nu niet weer tegen je liegt. Hoe vaak heeft je vader wel niet tegen je moeder gelogen? Jij hebt altijd gezegd dat jij je nooit zo in de maling zou laten nemen, nooit.

Snel griste ik zijn telefoontje van tafel en bekeek zijn berichten. Mijn hart sloeg over: er stond een sms’je van Maud tussen. Ik moet je spreken, x Maud. Overstuur klapte ik zijn telefoon dicht en graaide mijn spullen bij elkaar. Dus toch, dus toch.

‘Waar ga je nou heen?’ klonk het verbaasd.

‘Ik ga weg,’ siste ik woedend.

‘Waarom? Wat is er gebeurd?’

‘Ik heb het sms’je van Maud gelezen,’ zei ik kwaad.

‘Heb je in mijn telefoon gekeken?’ klonk het verontwaardigd.

‘Ja, en dat is maar goed ook. Ik vraag echt tien minuten geleden nog of je haar gesproken hebt en je liegt gewoon weer tegen me,’ zei ik met een stem vol ongeloof.

Woedend liep ik naar buiten.

‘June, verdomme, wacht nou even!’ zei hij boos. ‘Je vroeg of ik haar had gesproken en ik heb nee gezegd, want ik heb haar ook niet gesproken. Zij heeft mij ge-sms’t, ik heb er niet op gereageerd. Met iemand die in staat is om zulke dingen te verzinnen, valt niet te praten, dus ik zag het nut er niet van in om af te spreken.’

‘Tuurlijk, tuurlijk,’ zei ik spottend. ‘Ik was er echt bijna ingetrapt. Bijna, wat ben ik blij dat ik naar mijn intuïtie heb geluisterd.’

‘Dus je gelooft me niet,’ zei Julius koeltjes. ‘Je gelooft Maud in plaats van mij?’

‘Als je het per se zo wilt stellen, ja, dan geloof ik Maud in plaats van jou,’ zei ik kil, terwijl ik hem recht in zijn ogen keek.

‘Oké, duidelijk,’ zei hij kalm. Hij draaide zich met een koude blik in zijn ogen om en liep met grote passen naar zijn auto.

‘Je had hem moeten tegenhouden,’ zei Sophie zuchtend. ‘Waarom heb je hem laten gaan?’

‘Waarom geloof jij alles wat hij zegt?’ vroeg ik lichtelijk geïrriteerd.

‘Waarom geloof jij geen woord van wat hij zegt? Het spijt me, lieverd, maar ik vind zijn uitleg wederom heel geloofwaardig.’

‘Nou, ik niet,’ antwoordde ik koppig.

‘En we weten allebei waarom niet,’ klonk het voorzichtig.

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou ja. Wil je dat ik eerlijk ben?’

‘Uiteraard.’

‘Tja, soms lijk je gewoon een beetje… Hoe moet ik dat zeggen? Je bent soms gewoon allesbehalve objectief. Alsof je lang geleden besloten hebt dat alle mannen onbetrouwbare honden zijn en dat ze je allemaal zullen bedriegen en kwetsen.’

‘Wat tot nu toe ook altijd is uitgekomen,’ zei ik somber.

‘Maar dat bedoel ik dus: dat weet je helemaal niet zeker. Maar jij trekt zo ongelooflijk snel je conclusies, en altijd negatieve conclusies.’

‘Misschien heb je ook wel gelijk,’ zei ik zacht. Ik begon me steeds rotter te voelen. ‘Denk je dat hij de waarheid sprak over dat sms’je?’ vroeg ik vertwijfeld.

‘Ja, ik denk het wel,’ zei Sophie vol overtuiging. ‘Het klinkt gewoon heel aannemelijk allemaal, maar jij bekijkt alles door een gekleurde bril. Julius is Julius, hij is niet je vader,’ zei ze voorzichtig en ik voelde de tranen in mijn ogen branden.

‘Hij was echt woedend,’ zei ik beschaamd. ‘Ik heb hem echt zwaar gekwetst.’

‘Maak het dan goed met hem, nu meteen, bel hem op, ga langs, mail hem desnoods, maar doe iets!’ riep Sophie.

‘O, hij is thuis, ik zie hem online komen op Hyves,’ zei ik met een zenuwachtig gevoel.

‘Mooi, dan kun je bij hem langsgaan. Is veel beter, ook wat betreft goedmaakseks en zo,’ grinnikte ze. ‘Nou, ik ga je hangen, bel me als je geweest bent, oké?’

‘Oké, lieverd, bedankt weer, ik spreek je later.’

Nerveus staarde ik naar mijn computer. Straks wilde hij helemaal niet meer met me praten. Hoe kon ik nou zo achterlijk zijn om te zeggen dat ik Maud eerder geloofde dan hem.

Mijn aandacht werd getrokken door nieuw geplaatste foto’s van Hyvers. Alleen maar foto’s van Maud. Wat heeft die trut belachelijk veel nieuwe foto’s geplaatst, dacht ik nieuwsgierig. Foto’s januari. Foto’s december, foto’s november, foto’s oktober, foto’s september, foto’s augustus. Zes nieuwe fotomappen. Heeft ze niets beters te doen? November, rond die tijd moet ze zwanger geraakt zijn, misschien staat lover nummer drie wel op die foto’s, dacht ik gespannen.

Met een zenuwachtig gevoel klikte ik haar mapje met novemberfoto’s aan. Maud en Yvonne, Maud met haar moeder, Maud met Jack, Maud feestend met vriendinnen. Mijn hart stopte met kloppen.

Maud lachend in de armen van Julius in een of ander café. ‘Het was in de zomer, we hebben alleen gezoend, daarna heb ik haar nooit meer gezien,’ galmden zijn woorden door mijn hoofd.

Woedend smeet ik mijn telefoon door de kamer. Ik had gelijk, verdomme, ik had gelijk.

‘Heb je hem nou al gevraagd naar die foto?’

‘Ik wil het er niet meer over hebben, Soph,’ antwoordde ik kortaf.

‘Oké, oké, ik hou mijn mond wel. Wat een leuke naam trouwens hè, Max? Lekker pittig,’ zei Sophie, terwijl we het Neerlandt binnenliepen.

‘O, ik vind het altijd zo leuk om een pasgeboren baby’tje te bewonderen. Maar ik wil hem echt niet vasthouden, hoor, straks laat ik hem vallen,’ zei ik opgewonden. ‘Hoe laat is het bezoekuur nu ook alweer precies?’

‘Van drie tot vier,’ antwoordde Sophie.

‘Hm, het is pas halfdrie, we zijn wel wat aan de vroege kant.’

‘Nou en joh, daar doen ze heus niet moeilijk over. Die Mira, gewoon al voor de derde keer tante, het is wel een vruchtbare familie,’ grinnikte Sophie.

‘Wat is haar achternaam ook alweer?’

‘Is het niet gewoon Van Swieten? Volgens mij heeft ze haar meisjesnaam gehouden,’ antwoordde ik, terwijl ik de naambordjes op de kamers afspeurde.

‘Hier is het,’ zei Sophie vrolijk en ze duwde me een kleine kamer in.

In de kamer stonden twee ziekenhuisbedden, maar er was maar één bed in gebruik. Er was niemand te bekennen, maar in een klein doorzichtig wiegje lag een toch best groot baby’tje als een roosje te slapen.

‘Ach kijk, daar ligt-ie,’ zei Sophie enthousiast en we stapten nieuwsgierig op het wiegje af.

‘Wat een, wat een eh, mooi ventje,’ bracht ik ongemakkelijk uit.

‘Wat is hij lelijk!’ riep Sophie met grote ogen uit.

Nu zijn pasgeboren baby’s wel vaker lelijk en dat trekt na een paar weekjes wel bij, maar dit baby’tje was echt lelijk, spuuglelijk zelfs.

‘Hij heeft ook zoveel haar op zijn gezicht,’ zei ik zacht.

‘Nou, zeg dat. Het lijkt wel een aap,’ zei Sophie. ‘Ik was ook niet mooi als baby, maar dit slaat alles.’

‘Zal zij dat nu ook vinden?’ vroeg ik.

‘Nee natuurlijk niet,’ antwoordde Sophie. ‘Moeders vinden hun kind altijd de mooiste van de wereld.’

Met een wat verbaasd gezicht kwam er een verpleegster naar binnen gelopen. ‘Komen jullie voor mevrouw Van Swieten?’ vroeg ze ietwat nors.

‘Ja,’ antwoordde ik zacht.

‘Die is verhuisd naar kamer driehonderdzes. Jullie zijn eigenlijk wat te vroeg, maar vooruit,’ vervolgde ze. ‘Deze kleine man gaat even met mij mee. Wij gaan jou eens even wassen, hè kereltje,’ zei ze vriendelijk.

Ietwat ongemakkelijk liepen we naar kamer driehonderdzes. Mira stond zo trots als een pauw naast het bed van haar zojuist bevallen oudste zus.

‘Hé, zijn jullie ook al zo lekker vroeg,’ grinnikte ze. ‘Ze zijn Max even aan het badderen, hij wordt hier zo heen gebracht.’

‘Gefeliciteerd,’ zeiden Sophie en ik bijna in koor en we overhandigden onze cadeautjes aan Annette.

‘Ik ga heel even kijken waar mama blijft,’ zei Mira en ze liep gehaast naar de gang.

‘We hebben hem al gezien, hoor,’ zei Sophie. ‘Echt een heel mooi ventje,’ vervolgde ze met een uitgestreken gezicht.

Uit alle macht probeerde ik mijn lach in te houden.

‘O, hebben jullie hem al gezien!’ riep Annette uit. ‘Vond hij het fijn om gewassen te worden?’

‘Ze stonden op het punt om hem te gaan wassen, dus ik weet het niet. Maar inderdaad, echt een wolk van een baby,’ zei ik zacht.

‘En wat heeft hij al lekker veel haar, hè,’ ging Sophie onverstoord verder. ‘Daar ga je het echt nog zwaar mee krijgen, al die verliefde vrouwen die achter hem aan gaan zitten.’

Een wat oudere verpleegster rolde het wiegje met de baby de kamer in. Klaarwakker en hysterisch krijsend was het jong zo mogelijk nog lelijker. Het onooglijke aapje werd naast het bed van Annette gerold. Heel even bekeek ze haar zoontje, maar vervolgens richtte ze haar blik weer op ons.

Verbaasd keken Sophie en ik elkaar aan.

‘O, kun je mijn telefoon even geven?’ vroeg Annette en ze wees naar haar trillende toestel.

‘Ja, ja tuurlijk,’ zei ik en ik overhandigde het mobieltje. Het mismaakte wanproduct was inmiddels opgehouden met krijsen en was weer in slaap gevallen.

Sophie kwam wat dichter tegen me aan staan. ‘Ze vindt het ook een gedrocht,’ fluisterde ze bezorgd in mijn oor. ‘Ze kijkt niet op of om naar hem.’

‘Nee, ik heb het door. Dat is echt niet goed voor het hechtingsproces,’ zei ik bezorgd.

Na een paar minuten hing Annette op en staarde voor zich uit.

‘Ik voel me best fit,’ zei ze opgewekt. ‘Het was zo gepiept, drie uurtjes en hij was er.’ Nog altijd had ze totaal geen interesse in haar baby. Het afzichtelijke ventje begon weer te krijsen.

Met een rotgevoel staarde ik naar het kleine, behaarde mormel. Oké, hij ziet er werkelijk niet uit, maar hij heeft wel liefde nodig, dacht ik bezorgd.

Voorzichtig tilde ik hem op en hij begon direct nog harder te krijsen.

‘Kom maar mannetje, kom maar,’ zei ik troostend. ‘Jij wilt naar je mama, hè, ja, dat mag wel hoor, ventje, jouw mama is dol op jou,’ zei ik op een kinderlijk toontje.

‘Hier,’ zei ik zacht en ik legde het lelijke misbakseltje in de armen van Annette.

‘Wat doe je nou?’ riep ze uit.

‘Hij wil graag bij zijn mama zijn,’ zei ik voorzichtig, terwijl Mira op dat moment de kamer weer kwam inlopen.

‘Kijk eens wie we hebben meegebracht?’ riep ze vrolijk uit. De moeder van Mira duwde met een trotse blik een klein wiegje de kamer in. Het meest schattige baby’tje ooit lag heerlijk tevreden te slapen en maakte heel zachte smakgeluidjes.

‘Denken jullie dat dit mijn baby is?’ vroeg Annette. ‘Dit kind is van die vrouw naast me, stelletje sufkoppen!’ gierde ze het uit.

Met het schaamrood op mijn kaken legde ik het wanstaltige aapje snel weer terug in zijn wiegje.

Een paar minuten later werd een monsterlijke vrouw van een jaar of twintig de kamer binnen gerold.

Heel voorzichtig hevelde ze zichzelf over van haar rolstoel naar haar bed. ‘Hallo mannetje,’ zei ze liefdevol tegen het mismaakte ventje. ‘Wat ben je mooi, wat ben je toch mooi,’ zei ze vol trots.

‘Is het altijd zo heet hier?’ hijgde ik met mijn ogen dicht.

‘Het is een sauna, dus meestal wel ja,’ lachte Mira.

‘Nou, het is ook niet echt mijn ding, hoor,’ zei Sophie puffend. ‘Ga echt out van die hitte, hoelang moeten we nog?’

‘Nog een minuut of tien,’ antwoordde Mira grinnikend.

‘Is het eigenlijk een gemengde sauna?’

‘Nee, volgens mij niet,’ antwoordde Mira nog altijd lachend.

‘Mooi, dan kan die ellendige handdoek tenminste af,’ kreunde Sophie.

‘Had je dat niet eerder kunnen zeggen?’ hijgde ik en ik rukte mijn handdoek eveneens van me af.

‘Wat is er, Miertje?’ vroeg ik na een tijdje.

‘Niets, hoezo?’

‘Nou, ik weet het niet, je eh, je kijkt zo naar me.’

‘O eh, sorry,’ klonk het ongemakkelijk. ‘Het viel me alleen op…’ Mira brak haar zin af en beet wat op haar lip. ‘Wat viel je op?’

‘Nou eh, het viel me alleen op dat jullie helemaal kaal zijn,’ zei Mira, duidelijk niet op haar gemak.

Ik kwam met een ruk overeind. ‘Je gaat toch niet zeggen dat jij daar haar hebt, hè?’ zei ik met een vies gezicht.

‘Nee, nee,’ zei Mira zacht en ze schoof ongemakkelijk heen en weer in haar handdoek. ‘Nou ja, een beetje dan,’ gaf ze schoorvoetend toe. ‘Ik heb een klein streepje.’

‘Een streepje?’ riep ik uit. ‘Een streepje? Dat kan echt niet, Mier, dat is echt so last year, nietwaar, Sophie?’

‘Pfff, het was vijf jaar geleden al not done, een streepje, werkelijk Mier, dat is echt zo passé. Maar als je je morgen gaat scheren, wel even met de haarrichting mee,’ voegde Sophie hoofdschuddend en op een bloedserieuze toon toe.

‘Ik moet jullie trouwens nog wat vertellen,’ zei Mira met een onrustige blik in haar ogen, terwijl we heerlijk ontspannen in een verwarmd buitenbad aan het ronddobberen waren. ‘Damiën is getrouwd.’

‘Is hij getrouwd?’ riep ik vol afschuw uit.

‘Dat meen je niet?’ zei Sophie stomverbaasd.

‘Ja, ik meen het wel. En voor jullie met allemaal vooroordelen gaan strooien, hij heeft het me zelf verteld en ik heb er vrede mee.’

‘Je hebt er vrede mee?’ herhaalde ik vol ongeloof.

Sophie zwom met grote slagen op Mira af. ‘Oké, begin even bij het begin. Hoelang weet je dit al?’

‘Ik weet het sinds gisteren. Ik kon zien dat hij zich ergens zorgen over maakte. Na aandringen kwam het hoge woord eruit,’ zei Mira zacht. ‘Het eh, het gaat niet goed met zijn huwelijk, ze hebben al jarenlang problemen, maar hij kan niet bij haar weg.’

‘Nee, dat kunnen ze nooit,’ zei Sophie spottend en ze staarde Mira vol onbegrip aan.

‘Hè Soph, doe niet gelijk zo irritant, laat me even uitpraten,’ klonk het geïrriteerd. ‘Zijn vrouw zit namelijk in een rolstoel, ze heeft een auto-ongeluk gehad. Sindsdien is ze zwaar depressief. Hun problemen waren al lang voor het ongeluk aanwezig, maar hij wil haar niet alleen achterlaten. Ze heeft hem nodig. Hij heeft het een paar jaar terug wel geprobeerd, maar toen heeft ze een zelfmoordpoging gedaan.’

‘En dat vertelt hij je nu pas, omdat…?’ vroeg ik kritisch.

‘Hij was bang om me kwijt te raken,’ zei Mira verdedigend. ‘Hij is al eerder verliefd geweest op een andere vrouw en zij is er meteen vandoor gegaan toen ze hoorde dat hij getrouwd was.’

‘En terecht!’ riep Sophie uit. ‘Mira, alsjeblieft zeg, dit geloof je toch zeker zelf niet.’

‘Natuurlijk geloof ik het wel, Damiën is een van de eerlijkste, meest oprechte personen die ik ken. Hij zit in een enorm lastige situatie en ik begrijp heel goed dat hij zijn vrouw niet alleen achter wil laten. Ze wonen niet eens meer in hetzelfde huis, zij woont in een aangepaste woning, maar hij gaat wel elke dag bij haar op bezoek. Gewoon puur vriendschappelijk.’

Met een koppige blik zwom Mira naar de overkant.

‘Maar Miertje, stel nu dat het echt zo is, hoe zie je jullie toekomst dan voor je?’ vroeg ik zacht. ‘Je wilt toch zeker niet eeuwig the other woman zijn?’

‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordde Mira. Ze dobberde met een koppige uitdrukking op haar gezicht in het water rond. ‘Hij gaat echt wel bij haar weg, ze moet alleen eerst wat sterker worden. Het gaat ook steeds iets beter met haar, ze wordt steeds minder afhankelijk van hem,’ zei ze stellig.

‘Is die lachende vrouw die naast hem staat op Hyves, zijn vrouw?’

‘Ja, maar dat is een heel oude foto, nog van voor het autoongeluk.’

Met een norse blik zwom Sophie naar Mira toe. ‘Wat een prachtige verhalen, Miertje. Jammer dat er geen woord van waar is. Vertel eens, ben je al vaak bij hem thuis geweest?’

‘Ik heb hem een keer thuis afgezet,’ zei Mira zacht.

‘Maar je bent dus nooit binnen geweest?’

‘Zijn huis werd verbouwd, het was steeds een enorme zooi,’ antwoordde ze ongemakkelijk.

‘O, Mira toch, heb je je hersenen in Australië achtergelaten?’ riep Sophie vol ongeloof uit.

‘Oké, prima, dan geloof je me niet,’ zei Mira koeltjes en ze klom met een zuur gezicht het water uit.

‘En jij? Geloof jij me wel?’ vroeg ze met een vreemde stem.

‘Eh, nou ja, ik weet het niet, het eh, het klinkt allemaal wel een beetje verdacht,’ hakkelde ik ongemakkelijk.

‘Nou, lekker dan, van je vriendinnen moet je het hebben,’ zei Mira geïrriteerd. Ze draaide zich om en liep boos weg.

‘Ongelooflijk,’ zei Sophie pissig en ze dook met een chagrijnig gezicht onder water. Na met een diepe frons op haar gezicht twee baantjes gezwommen te hebben, draaide Sophie zich naar me om.

‘Oké, dit vraagt om drastische maatregelen. Ik pik je om zes uur op,’ riep ze chagrijnig vanaf de overkant van het bad. Ze trok zichzelf omhoog aan de trapleuning om met een nors gezicht richting de kleedkamers te vertrekken.