1

Eigenlijk moest ik lachen, maar ik liet me uiteraard niet kennen. Sophie zat helemaal rechts beneden in de collegezaal en gunde me geen blik waardig. Sinds ons akkefietje in Club Montreux hadden we elkaar niet meer gesproken. Ik vond dat zij mij moest bellen en zij vond uiteraard dat ik haar moest bellen. Normaal gesproken zaten we altijd op de bovenste rij, zo ver mogelijk uit de buurt van de docent, maar vandaag zat Sophie demonstratief op de eerste rij.

Ik graaide mijn telefoon uit mijn tas. Op een schaal van 1 tot 10, hoe pissig ben je dan? Bericht verstuurd.

Nieuwsgierig keek ik toe hoe Sophie haar telefoon uit haar broekzak probeerde los te wurmen. Een paar seconden later trilde die van mij. 11!

Grinnikend tikte ik een nieuw bericht in. Kan ik het goedmaken? Bericht verstuurd.

Alleen met een grote bak Ben & Jerry’s. Ik kreeg er meteen nog een sms’je achteraan. Chocolate Fudge Brownie image En nu kappen met dat gesms.

‘Ze heeft hem er ingeluisd, die ongelooflijke trut,’ zei Sophie pissig.

‘Nou ja, ik weet het niet, wat hoopt ze er dan mee te bereiken?’

‘Weet ik veel, dat hij met haar trouwt?’ antwoordde Sophie kortaf en ze nam een trek van haar sigaret.

‘Dat had hij sowieso wel gedaan, daar hoefde ze dus echt niet zwanger voor te raken.’

‘Oké, dan heeft ze hem er misschien niet ingeluisd, maar het is en blijft een achterbakse doos. Maar goed, wat ik je dus al dagen wil vertellen, is…’ De heldergroene ogen van Sophie begonnen te stralen en haar stem klonk plotseling heel hoog en opgewonden. ‘Ik heb die avond nog even met Carsten gesproken en hij had me iets heel interessants te vertellen.’

‘Wat dan?’ vroeg ik nieuwsgierig.

‘Hij vertelde me dat Julius nogal onder de indruk was van jullie nachtje samen.’

‘Julius onder de indruk?’ herhaalde ik langzaam terwijl mijn ademhaling bij het horen van zijn naam alleen al heel even stokte.

Ik keek Sophie onderzoekend aan.

‘Ja, ja, hij schijnt het geregeld over je gehad te hebben en hij is speciaal naar Club Montreux gekomen omdat hij hoopte dat jij er zou zijn.’

‘Neem je me nu zwaar in de maling?’ vroeg ik licht geïrriteerd.

‘Nee echt, ik zweer het.’

‘Jij beweert dus dat Julius onder de indruk was en speciaal voor mij naar Club Montreux is gekomen?’ bracht ik totaal verbouwereerd uit.

‘Yep,’ antwoordde Sophie en ze blies met een vrolijke blik in haar ogen kringetjes met haar rook.

Dit kon niet waar zijn, dit kon gewoon echt niet waar zijn. Ik staarde Sophie met een blik vol afschuw aan.

‘Wat is er nou, ik dacht dat je het geweldig zou vinden?’ vroeg ze stomverbaasd.

Ik voelde hoe mijn gezicht steeds meer vertrok en ik stond gehaast op, om een seconde later weer met een aanzwellend rotgevoel te gaan zitten. Beschaamd staarde ik naar de met kruimels bezaaide tafel. ‘Ik heb het verpest, Soph, ik heb het echt zo ongelooflijk zwaar verknald,’ mompelde ik met een trillende stem.

‘Ach welnee joh. De volgende keer dat je hem ziet, doe je gewoon wel gezellig tegen hem en dan is hij in no time helemaal vergeten dat je zo achterlijk deed.’

‘Nee, dat bedoel ik niet.’

‘Wat bedoel je dan?’ klonk het ongeduldig.

‘Ik heb minutenlang voor zijn neus met Roderick staan zoenen.’

Sophie stikte zowat in haar koffie. ‘Je hebt wat? Waarom weet ik dat niet? Wanneer?’ krijste ze. Er verscheen vrijwel direct een enorm grote grijns op haar gezicht.

‘Nou ja, toen die avond in Club Montreux,’ antwoordde ik traag en met tegenzin. ‘Julius deed zo afstandelijk en terughoudend en toen ik hem vervolgens met een of andere blonde muts zag, kwam van het een gewoon het ander.’

Mijn toon was onverschillig, maar vanbinnen liet het me alles-, maar dan ook allesbehalve koud. Ik probeerde uit alle macht terug te denken aan die avond.

‘Wacht even, zeg je nou dat Julius stond te zoenen met een of ander blond grietje?’ vroeg Sophie stomverbaasd. Ze nam met gefronste wenkbrauwen een grote slok van haar koffie.

‘Nou nee, dat niet, maar eh, ze stonden samen,’ zei ik terwijl ik steeds zachter ging praten.

‘Ze stonden samen,’ herhaalde Sophie met een grijns van oor tot oor. ‘Nee natuurlijk, je hebt groot gelijk meid, hoe dúrft-ie. Oké, ik vat het even samen. Eerst heb je na ellenlange jaren van smachten en hunkeren eindelijk grandioze seks met die jongen. Maar wat doe jij? Je sluipt midden in de nacht stiekem z’n huis uit, zonder gedag te zeggen, zonder een briefje achter te laten, zonder je nummer te geven, en vervolgens doe je raar, arrogant en kortaf als je hem weer tegenkomt en als…’

Ik viel Sophie geïrriteerd in de rede. ‘Ik deed niet raar, arrogant en kortaf, hij deed koel en afstandelijk tegen mij.’

‘Ja, dat vind jij ja. Maar jij, lieve June, ziet wel vaker dingen die er niet zijn,’ antwoordde Sophie met een zuinig mondje. ‘En daarna dus,’ ging ze op theatrale toon verder, ‘daarna zie je hem staan met een ander meisje en ga jij meteen minutenlang voor zijn neus met die enorm irritante ex van je staan zoenen.’

Met een starre blik staarde ik Sophie aan. Ze keek strak terug. Een paar seconden lang tuurden we elkaar met een doordringende blik aan, om vervolgens bijna tegelijkertijd in een hysterische lachbui uit te barsten. Al snel liepen de tranen over onze wangen en Sophie bleef er zowat in hangen.

‘Het is echt niet grappig, Soph, echt niet,’ hikte ik van het lachen.

‘Nee, je hebt gelijk, het is helemaal niet grappig,’ antwoordde Sophie en ze gierde het uit.

Het duurde nog minuten voor we weer enigszins gekalmeerd waren. Sophie stak een sigaretje op en nam een slok van haar inmiddels koud geworden koffie.

‘En nu?’ vroeg ze op serieuze toon. ‘Wat ga je nu doen?’

‘Weet ik veel. Niets,’ antwoordde ik een beetje chagrijnig.

‘Natuurlijk ga je iets doen,’ zei Sophie vastbesloten. ‘Je moet het goedmaken met hem en ik weet precies hoe.’

Ik was tot op het bot verkleumd en verklaarde mezelf voor gek dat ik me had laten overhalen tot dit belachelijke, idiote plan. Waarom deed ik het eigenlijk ook, ik leek wel debiel. Abrupt kneep ik in mijn remmen en kwam piepend en met een schok tot stilstand. Geërgerd stapte ik van mijn fiets af en graaide mijn telefoon uit mijn tas. ‘En? En?’ klonk het hysterisch aan de andere kant van de lijn.

‘Ik ben er nog niet en ik ga ook niet,’ zei ik kortaf.

‘Je gaat wel,’ zei Sophie gedecideerd. ‘Het is echt een geniaal plan en ik ben niet voor niets uren met je gaan shoppen om de perfecte jurk te vinden.’

‘Het is geen jurk, het is een nachthemd,’ antwoordde ik nukkig.

‘Het is wel een jurk, echt, geloof me, dit is helemaal in, Paris Hilton liep laatst ook in zo’n nachthemdjurkje,’ zei Sophie vol overtuiging.

‘Ja, maar ik ben Paris Hilton niet, hè.’

‘Nee, jij bent nog veel mooier,’ klonk het lachend. ‘Ga nou maar gewoon, wat heb je nou te verliezen?’

Zo’n beetje alles, dacht ik pissig, terwijl ik ophing zonder te groeten en met tegenzin op mijn krakende fiets stapte. O, lekker was dat, begon het ook nog te regenen.

Met de seconde werd ik nerveuzer. Misschien was hij wel niet thuis, zou je net zien. Ik staarde naar mijn blote benen. Het was hartje winter en terwijl iedereen thuis aan de warme choco zat, bevond ik me op de fiets in een ultradun, zwartkanten jurkje, dat verdacht veel weg had van een nachthemd.

Ik dacht terug aan het belachelijke plan van Sophie. ‘Je trekt een sexy regenjas aan met helemaal niets eronder,’ klonk haar stem op samenzweerderige toon in mijn hoofd. ‘En als hij dan opendoet, dan kijk je hem zwoel aan en bied je je excuses aan voor dat incidentje met Roderick. Je legt uit hoe of wat en ondertussen maak je langzaam knoopje voor knoopje je jas los. Geloof me, June, dat is echt de ultieme mannendroom, gegarandeerd dat je morgenochtend naast hem wakker wordt.’

Het was het meest bespottelijke plan dat ik ooit gehoord had en ik vroeg me dan ook ernstig af naar wat voor soort films Sophie in vredesnaam keek als ik er niet bij was. Maar na flink wat roseetjes en een peptalk waar menig mental coach nog een puntje aan kon zuigen, had Sophie me dan toch zover gekregen dat ik, gekleed in een ‘jurkje’ en regenjas, op weg was naar Julius.

‘Straks doet hij de deur niet open als hij ziet dat ik het ben,’ mompelde ik zacht, terwijl mijn gedachten heel langzaam afdwaalden naar die ene, meer dan geweldige nacht, vol passie, in december.

‘This little dress? Or this one?’ Sophie had me uitgenodigd voor een feest bij Duco, haar nieuwste aanwinst, maar zoals altijd had ik weer eens niets om aan te trekken. Waarom heb ik nou zulke kleine borsten? Zuchtend keek ik in de spiegel.

Op mijn twaalfde was ik echt uitzinnig van vreugde: eindelijk kreeg ik borsten. Elke dag stond ik mijn opkomende erwtjes te bewonderen voor de spiegel. Hoe groot zouden ze worden? Vast enorm!

Op mijn veertiende moest ik met tegenzin toegeven dat dubbel D wellicht iets te ambitieus was, maar met een goed gevulde C nam ik dan ook nog wel genoegen. Ik was pas veertien, mijn borstomvang zou ongetwijfeld nog explosief toenemen, toch?

Op mijn achttiende kreeg ik ruzie met de verkoopster die bij hoog en laag beweerde dat ik cup A had. Een blinde kon toch zien dat ik in het bezit was van een kleine cup B!

Geïrriteerd probeerde ik mijn beha goed te schuiven. ‘Bijna vierentwintig en nog altijd mierentietjes,’ zuchtte ik moedeloos. Briljante uitvinding hoor, zo’n push-upbeha, maar als er niets up te pushen valt, wat heb je er dan aan? Ik staarde naar mijn veel te lege beha. Misschien moest ik er nog wat in doen? Iets kleins, iets zachts.

Peinzend keek ik de kamer rond. Wattenschijfjes! Dat ik daar nu nooit eerder aan gedacht had. Zorgvuldig passend en metend, propte ik in opperste concentratie een flink aantal wattenschijfjes in mijn beha en draaide triomfantelijk wat rondjes voor de spiegel. Niet slecht, niet slecht, but there’s always room for more. Ik propte er nog minstens zes wattenschijfjes bij.

Tevreden borstelde ik mijn lange bruine haren. Ik kon soms echt nog zo verbaasd zijn over mijn eigen uiterlijk. Ik moet een jaar of vijftien geweest zijn toen Maik, mijn absolute held, ons leven binnenhuppelde. Maik was de nieuwste aanwinst van mijn moeder, althans dat dacht ze. De arme stakker zag in haar gewoon a new best friend. Mijn moeder had hem ontmoet op de huishoudbeurs en sindsdien waren de twee onafscheidelijk. Maik was eenvoudigweg geweldig. Hij was helaas naar Londen verhuisd, maar ik miste hem echt nog dagelijks. Maik verdiende bakken met geld op een of ander stoffig kantoor, maar was zijn roeping als fashiongoeroe zwaar misgelopen. Hij was wat je noemt een shopaholic pur sang. Elke cent gaf hij uit aan designerzooi. Hij vloog naar Milaan voor zijn slangenlederen laarzen en naar Parijs voor zijn hazelnootbruine haute-couturepakken. We dronken samen liters rooibosthee, waren werkelijk verslaafd aan chocoladerozijntjes en we konden echt uren praten over vrouwendingen, en over ‘mijn’ Julius natuurlijk. Hij huilde met me mee tijdens All You Need Is Love, kocht mijn allereerste handtasje en gaf me de beste stylingtips die iemand me ooit gegeven heeft. Ik kan me zijn meewarige blik nog goed herinneren toen hij mij voor het eerst zag in mijn okergele poging tot trui. Maik was natuurlijk overduidelijk homo, dat kon zelfs mijn moeder na een maand niet meer ontkennen. Dat gezicht van hem toen mijn moeder na een paar wijntjes opeens wel heel gezellig tegen hem aan kwam zitten. Hilarisch gewoon.

‘June, je bent er eindelijk,’ zei Sophie die avond opgewonden. ‘Ik probeer je de hele tijd al te bellen, maar je telefoon staat weer eens uit. Maar weet je wie er dus vanavond ook komt? Je raadt het echt nooit.’

‘Niels?’ vroeg ik bezorgd.

‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordde Sophie grinnikend.

‘O, gelukkig,’ zuchtte ik opgelucht.

‘Raad nou,’ klonk het ongeduldig. ‘Oké, ik zeg het wel,’ voegde ze er meteen grijnzend aan toe. ‘Julius. Julius komt vanavond.’

Mijn maag trok vrijwel direct krampachtig samen. Julius, de jongen waar werkelijk ieder meisje op school, maar ik toch wel tot op het gênante af, jarenlang, compleet, absoluut, volslagen smoorverliefd op was. Het laatste wat ik over hem had gehoord, was dat hij in Bangkok zat. Sinds wanneer was hij terug? Ik voelde me op slag misselijk worden van de zenuwen en begon koortsachtig door het afgeladen huis heen te lopen.

‘Wat ga je nou doen?’ vroeg Sophie, terwijl ze grinnikend achter me aan liep.

‘Ik heb echt nu een spiegel nodig, o shitzooi, ik had toch dat zwarte jurkje aan moeten trekken, ik zie er echt niet uit. Waar is de badkamer?’

‘Je ziet er prachtig uit, echt prachtig gewoon,’ zei Sophie lief. ‘Op de wc hangt trouwens ook een spiegel, kijk, hier.’

Ze duwde me glimlachend richting een sierlijke bruine deur in de hal van het overvolle huis. Bezet natuurlijk, just my luck.

‘Hé, wie er ook in zit, kun je alsjeblieft even opschieten?’ riep ik zwaar geïrriteerd. Ik bonsde een paar keer keihard op de deur.

‘Relax June, breathe in, breathe out,’ lachte Sophie.

‘Het is echt niet grappig,’ zei ik, nu ook half lachend.

‘Ik weet niet wat het is, maar echt, als ik Julius zie, dan krijg ik geen adem. Nee, ik meen het serieus, ik krijg het echt op slag benauwd. Dat lijf, heb je dat weleens goed bekeken?’ Ik rolde overdreven met mijn ogen. ‘Hemels, echt hemels. Die ogen, die mond, die lippen. Weet je wel hoe vaak ik door de jaren heen aan hem gedacht heb? Elke nacht in bed zag ik zijn goddelijke torso voor me en elke nacht fantaseerde ik hoe het zou zijn om…’

Er werd doorgetrokken. Hè hè, ein-de-lijk, slome idioot. De wc-deur ging met een zwaai open en twee prachtige, donkerbruine ogen keken me geamuseerd aan.

‘Dag June.’

Schiet me dood nu, please, maak me alsjeblieft af, dacht ik.

‘O eh, hoi Julius.’

‘June, kom je nog van de wc af?’ vroeg Sophie gierend van het lachen.

‘Is-ie weg?’

‘Ja, hij is weg.’

‘Waar is-ie dan?’

‘Weet ik veel, hij zal wel ergens binnen zijn. Maar kom je als-je-blieft van de wc af, inmiddels zijn ze al in de tuin aan het pissen.’

‘Ik durf niet, ik vind het zo gênant.’

‘Ja, maar door jezelf in de plee op te sluiten, wordt het echt niet minder gênant. Kom nu maar gewoon naar buiten.’

‘Oké, maar ik ga wel meteen naar huis.’

‘Ja, gezellig June,’ klonk het geïrriteerd. ‘Je kunt toch wel blijven, ik ken hier ook bijna niemand, het zijn allemaal vrienden van Duco, erg fijn als jij dan ook nog eens weggaat.’

‘Oké, oké, ik blijf wel, maar als je me zoekt dan ben ik in de keuken, want ik ga dus echt niet meer naar binnen.’

Dat had ik nou altijd al gewild, een feestje in andermans keuken doorbrengen. Charming. Het was nog belachelijk koud ook. Chagrijnig staarde ik naar het vieze aanrecht.

‘Doe mij maar een wijntje,’ gilde een van Duco’s vrienden vanaf de gang de keuken in. Pak lekker zelf, sukkel. Kon ik hier ook nog eens de ober gaan uithangen. Met tegenzin pakte ik een fles wijn van de grond en begon op onhandige wijze de kurk uit de fles te halen.

‘Zal ik dat even doen?’ klonk het opeens naast me. Zonder op te kijken, wist ik wie er naast me stond. Ik kreeg het op slag benauwd. Normaal doen June, normaal doen.

‘O, ja, fijn,’ zei ik met mijn normaalste stem en ik gaf de kurkentrekker aan Julius, maar ontweek krampachtig zijn blik.

Tot mijn schaamte zag ik dat mijn hand trilde. Snel verstopte ik hem achter mijn rug.

‘Heb je het een beetje naar je zin?’ klonk het kalm.

‘Eh ja hoor, eh, jij ook?’ hakkelde ik met een vuurrood hoofd. Fijn, nu dacht hij ook nog eens dat ik een spraakgebrek had.

Gegeneerd staarde ik voor me uit.

‘Ik heb het prima naar mijn zin, maar mijn avond zou nog vele malen beter worden als jij zo eens even gezellig naast me komt zitten.’

Stomverbaasd draaide ik mijn gezicht naar hem toe en ik was nog net op tijd om te zien hoe Julius met een geamuseerde blik in zijn ogen de keuken weer uit liep.

Een seconde later stormde Sophie met een grote grijns op haar gezicht de keuken in. ‘Was dat nou Julius die ik uit de keuken zag komen?’

‘Eh ja,’ antwoordde ik enigszins verward.

‘En? Wat zei hij?’ vroeg Sophie ongeduldig.

‘Hij wilde… hij wilde geloof ik dat ik naast hem kom zitten,’ antwoordde ik beduusd. Met een bedenkelijke blik staarde ik in de steeds groter wordende ogen van Sophie.

‘Hij wilde wat? Wat doe je dan nog hier, doos, ga naar binnen.’

‘Ja maar Soph, hij meent het vast niet,’ zei ik op onzekere toon. ‘Het is vast een of ander dom geintje.’

‘Natuurlijk is het geen dom geintje,’ antwoordde Sophie geërgerd. ‘June, alsjeblieft zeg. Jaren, echt jaren hoor ik je over die jongen. Julius dit, Julius dat, Julius zus, Julius zo. Dan krijg je de kans en dan sta je hier in de keuken afwassertje te spelen, echt ongelooflijk. Je gaat nu naar binnen of ik praat echt nooit meer met je.’

Aarzelend liep ik de keuken uit. Mijn hart klopte in mijn keel en het angstzweet brandde onder mijn zorgvuldig geschoren oksels. O nee, straks stink ik naar zweet, dacht ik beschaamd. Ik wilde meteen weer rechtsomkeert maken, maar Sophie versperde met een streng gezicht de weg. ‘Naar binnen jij,’ siste ze me toe.

Het was belachelijk druk binnen en de woonkamer stond werkelijk blauw van de rook. Ik had, zoals altijd eigenlijk, het gevoel alsof iedereen naar me keek. Niet naar de grond kijken, niet naar de grond kijken, zei ik tegen mezelf. Kijk maar gewoon een beetje onverschillig om je heen.

Vanuit mijn ooghoek zag ik Julius op de grond zitten. Wat was hij toch indrukwekkend knap, niet te geloven. Dat gezicht, dat lijf. Hij was slechts vier jaar ouder dan ik, maar ik voelde me op slag een klein meisje als ik hem zo zag zitten. O nee, hij keek mijn kant op. Normaal kijken, rechtop staan, niet friemelen, niet giechelen, niet wiebelen, borsten vooruit, anders leek het al helemaal nergens op.

Julius maakte een korte wenkbeweging met zijn arm. Was dat naar mij? Er stond toch niet toevallig iemand achter me? Zou weer echt een actie voor mij zijn, dat ik dacht dat hij het tegen mij had en dat ik plots vanaf links werd ingehaald door een of ander hoogblond mokkel.

Quasinonchalant probeerde ik even achterom te kijken. Gelukkig, er stond niemand achter me. Ik draaide me zo onverschillig mogelijk weer terug en wierp een achteloze blik op Julius, die tot mijn schaamte uit alle macht zijn lach probeerde in te houden. O shit, hij had gezien dat ik achterom keek. Had ik natuurlijk weer.

Ik haalde diep adem. Oké, daar gaat-ie dan, nu of nooit. Met een gemaakt glimlachje liep ik zijn richting uit en ik ging zo elegant mogelijk naast hem op de grond zitten.

‘Zo June, daar zitten we dan eindelijk.’ Weer die geamuseerde blik.

Niet staren June, niet staren.

‘Eh, ja, daar zitten we dan,’ zei ik met een stem die totaal niet klonk als de mijne. Ik nam nog maar eens een goede slok wijn. Net toen ik een briljant onderwerp wilde aansnijden, iets in de trant van dat het zo koud was buiten, kwam Carsten aangelopen.

‘Hé Juul, zullen we zo gaan dan, man? Ik pak onze jassen wel even.’

Lekker was dat. Zat ik net één seconde naast hem, ging hij weg.

‘Heb je anders zin om mee te gaan, June?’

Mee te gaan? Waarheen in vredesnaam, dacht ik zenuwachtig.

‘Heb ik zin om mee te gaan?’ herhaalde ik met een debiel stemmetje. ‘Eh, waarheen dan eigenlijk?’

‘Naar huis,’ zei Julius terwijl hij me diep in mijn ogen keek.

‘Naar huis,’ herhaalde ik.

‘Ga je alles herhalen wat ik zeg?’ vroeg Julius en hij keek me wederom met een geamuseerde blik aan.

‘Ga ik alles herhalen wat je zegt, eh… nee, natuurlijk niet,’ zei ik met een nog achterlijker stemmetje. Kom op, June, gedraag je in hemelsnaam, je lijkt wel een kind van twaalf.

‘En ga je mee?’ klonk het nogmaals.

‘Natuurlijk gaat ze mee,’ klonk het opeens vanaf de andere kant. ‘Ik pak haar jas wel even.’

Met een brede grijns kwam Sophie met mijn jas aangelopen. Terwijl ze hem in mijn handen propte, fluisterde ze, natuurlijk net iets te hard: ‘Ik wil álles weten, je belt me morgen meteen, alles, June, elk woordje, elk zinnetje, elk standje.’ En bij het woord standje proestte ze het uit van het lachen.