DE VERMISTE POSTZEGELS
'Weet je, waar ze zijn?' vroeg Applegate opgewonden. 'Ga ze dan
halen. Stel het geen ogenblik langer uit. Ik wil mijn postzegels
terug hebben!' Frank liep vlug naar de hal.
Hij zag de verplegers, die de oude Amos op een draagbaar naar de
ambulance droegen.
De gewonde protesteerde met zwakke stem: 'Laat me toch liggen. Ik
ga sterven. Laat me dan tenminste in vrede sterven. '
Een van de agenten volgde de draagbaar met de geboeide Jensen en
zijn medeplichtige.
'Een ogenblik, ' zei Frank tegen de agent. 'Ik zou graag nog even
een woordje met deze mannen wisselen. '
'Ga je gang, ' zei de agent.
Hij bracht de gevangenen terug naar de eetkamer.
Hurd Applegate, die Frank was gevolgd, wees met trillende vinger
naar Jensen.
'Jij hebt mijn postzegels gestolen!' riep hij. 'Waar heb je ze
verstopt?' Jensen deed net of hij nergens iets van wist. 'Ik weet
niet, waar je het over hebt, ' zei hij. Frank ging naar Jensen
toe.
'Dat weet je wel, want toen mijn broer en ik je op straat
aanhielden, beweerde je, dat je de postzegels van meneer Applegate
naar een expert in New York had gestuurd. '
'Dat is ook zo. '
'Je liegt. Je hebt de postzegels hier ergens verborgen. '
'Zoek ze dan maar, ' zei Jensen uitdagend. De politieagent keek hem
strak aan.
'Luister eens, beste man, ' zei hij, 'als je werkelijk postzegels
hebt gestolen, doe je er beter aan, ze terug te geven; anders zal
ik ervoor zorgen, dat je voor een jaar of drie extra de kast
ingaat. '
'Ik heb ze verbrand, ' gromde Jensen. Hurd Applegate kreunde
luid.
'Heb je mijn kostbare zegels verbrand?' schreeuwde hij. 'En ze
waren nog wel zo zeldzaam! Van sommige ervan bestond er maar één
exemplaar dat niet meer te vervangen is. ' Jensens maat begon te
spreken.
'Hij heeft ze niet verbrand, ' zei hij. 'Hij heeft ze hier in huis
verstopt. '
Jensen snauwde hem toe: 'Houd je kop, jij!'
'Jij kunt nu toch niets meer met de postzegels doen, ' verdedigde
de kerel zich. 'Geef ze liever terug. Dat helpt ons misschien nog
een beetje!'
'Waar zijn ze verstopt?' schreeuwde de oude Applegate. 'Waar?'
Jensens collega wees naar de grote, staande klok. 'Daarbinnen, '
zei hij.
Joe sprong naar de klok en rukte de deur open. Hij verdween in de
duistere gang.
Jensen wilde op zijn maat toevliegen, maar de agent hield hem
stevig in bedwang.
'Hou je koest!' zei hij dreigend.
Joe kwam in een heel klein kamertje, dat vol lag met werktuigen en
onderdelen. In een hoek zag hij een zwarte doos staan. Hij deed de
doos open.
Er zaten postzegels in.
Het waren niet alleen de postzegels van Hurd Applegate. De doos zat
vol postzegels, allemaal in enveloppen verpakt.
'Heb je ze?' vroeg Hurd Applegate, die Joe was gevolgd. 'Zijn ze
onbeschadigd?'
'Voor zover ik zien kan — ja, ' antwoordde Joe. Applegate haalde
een envelop uit de doos.
'Mijn postzegels!' riep hij uit. 'Mijn kostbare postzegels. Ik
dacht, dat ik ze nooit meer terug zou zien. Wat zit daarin?' vroeg
hij, terwijl hij naar de andere enveloppen wees.
'Nog meer postzegels, ' zei Joe, 'die waarschijnlijk van andere
verzamelaars werden gestolen. '
'Jazeker!' riep de gezel van Jensen. 'Dat was zijn hobby. Elk
ogenblik kwam hij weer aanzetten met een stel postzegels. '
'Je liegt!' schreeuwde Jensen.
'Het zal je erg moeilijk vallen, ' zei de agent, 'een verklaring te
geven voor de inhoud van die zwarte doos. '
Meneer Applegate was zo gelukkig als een kind met zijn postzegels,
die allemaal onbeschadigd waren.
'Dat zijn twee vliegen in één klap, ' zei Frank tevreden. 'Twee
opdrachten, die we op hetzelfde ogenblik tot een goed eind hebben
gebracht. '
'Nu zal ik heel wat rustiger kunnen slapen, ' zuchtte meneer
Dalrymple. 'En ik!' zei Hurd Applegate. 'Ik sliep geen seconde meer
sinds de diefstal van mijn postzegels. Vannacht was er ineens iets
dat me vertelde, dat mijn postzegels in dit huis waren te vinden en
ik ging meteen op weg om ze te zoeken. '
'En dat was ons geluk, ' zei Frank. 'Als u vijf minuten later was
gekomen, zouden Joe en ik door de tijdbom zijn gedood. '
'Daar had ik niets mee te maken!' riep Jensen. 'Ik heb geprobeerd
die gekke Amos tot andere gedachten te brengen, maar hij wilde niet
luisteren. '
'Je ging overal mee akkoord, ' merkte Joe op, 'want je sloot zelf
de tijdbom aan de klok aan. '
'Ik had het hart niet me tegen hem te verzetten, want hij bedreigde
me met de dood, als ik tegen zijn plannen inging. '
'Dat kun je allemaal tegen de rechter vertellen, ' zei de agent.
Hij vroeg verder aan Frank: 'Heb je deze mannen nog nodig?'
'Nee, we wilden alleen maar weten, waar de postzegels waren. '
'Akkoord!' zei de agent. 'Vooruit jullie!' en hij bracht de twee
bandieten naar de arrestantenwagen.
Meneer Dalrymple, Hurd Applegate en de Hardy's verlieten de woning.
De oude Applegate wist niet, wat hij moest doen om zijn blijdschap
te uiten. Hij pakte de handen van Frank en Joe steeds maar beet.
'Het is niet voor het eerst, dat jullie me uit de nood hielpen,
jongens, ' zei hij. 'Jullie horen nog van me, reken maar!'
'Ik zal jullie allemaal naar huis brengen, ' stelde de bankier
voor. 'Voorlopig kunnen we hier niets meer doen. '
Een brigadier van politie stond meneer Dalrymple toe, het huis af
te sluiten.
'Nu we twee benden uit deze woning hebben gehaald, ' zei hij, 'zal
er wel niemand meer in het huis zijn te vinden. '
Terwijl de ambulance en de arrestantenwagen wegreden, doofde meneer
Dalrymple overal de lichten, waarna hij het huis sloot. 'Nu, ' zei
hij opgewekt, 'zal ik tenminste ongestoord in dit huis kunnen
werken. '
Meneer Dalrymple's wagen stond voor de woning geparkeerd, maar ook
de Hardy's hadden hun wagen en boden aan meneer Applegate naar huis
te brengen, zodat meneer Dalrymple direct naar huis kon gaan.
'Goed, ' zei hij. 'Ik kom morgen naar Bayport. Ik zal wel het een
en ander over Amos Wandy tegen de politie moeten vertellen. Daarna
kom ik dan naar jullie toe. '
De Hardy's dachten niet, dat meneer Dalrymple veel over de
krankzinnige uitvinder zou moeten vertellen. 'Hij zal morgen niet
meer leven, ' zei Frank.