ACHTERVOLGD
Tegen achten haalden de Hardy's hun sportwagentje uit de garage.
Het was nog schemerig en de jongens wilden pas naar het Purdy-huis
gaan als het helemaal donker was. Daarom reden ze eerst nog een
beetje in de stad rond.
Ze waren nog geen minuut onderweg, toen ze de ellendigste zeepkist
tegenkwamen, die de straten van Bayport ooit onveilig had gemaakt.
Jerry Gilroy, Tony Prito en Phil Cohen, drie vrienden van de
Hardy's, zaten als haringen in een ton in het rammelende, oude
ding, maar ze keken zo gelukkig alsof ze in een splinternieuwe
wagen zaten. 'We waren op weg naar jullie!' schreeuwde Jerry,
terwijl hij zijn karretje met piepende remmen liet stoppen. 'We
gaan allemaal naar een fuifje bij Chet Morton. We moesten jullie
ook uitnodigen. ' De Hardy's keken elkaar weifelend aan. Als ze
naar de fuif gingen, konden ze niet naar het Purdy-huis gaan, maar
ze konden geen behoorlijke uitvlucht verzinnen om de uitnodiging af
te slaan. 'We hebben nu juist wat anders te doen, ' zei Joe. 'Dat
kan nooit zo belangrijk zijn als een fuif!' zei Phil Cohen.
'Probeer maar geen smoesje te bedenken. Chet zou ons vermoorden,
als we zonder jullie aan kwamen zetten. '
'En wat zou Iola Morton zeggen?' vroeg Tony Prito. 'Ze drukte ons
op het hart, dat we Joe desnoods bij zijn haar mee moesten slepen.
'
Joe kreeg een kleur; zijn vrienden wisten maar al te goed, dat hij
een zwak had voor de knappe zuster van Chet Morton.
'En daar hebben we nog iemand, die wat te vertellen heeft!' riep
Jerr.
y 'Callie Shaw! Hé, Callie! Oe-hoe! Callie!'
Callie Shaw, een leuk meisje van een jaar of zestien met blond haar
en zachte, bruine ogen, stak haar hand op en kwam naar de wagens
toe. 'Hallo, Frank, ' zei ze. 'Hallo, jongens! Wat heeft al die
herrie te betekenen?'
'Een fuifje!' schreeuwde Jerry. 'Chet en Iola kregen het opeens in
hun hoofd een fuifje te geven. Frank moest jou komen halen, maar
hij is veel te verlegen om het je te vragen. Spring maar in zijn
wagen. ' Callie's ogen schitterden ondeugend, terwijl ze Frank
aankeek. 'Misschien wil een van de anderen me liever meenemen, '
zei ze met een uitgestreken gezicht.
'Natuurlijk!' brulden de anderen in koor. 'Kom maar bij ons,
Callie! Je mag met ons meerijden, maar dan mag je alleen maar met
ons drieën dansen. '
Frank sprong haastig uit zijn wagen.
'Neem me niet kwalijk, Callie, ' zei hij, 'maar vijf minuten
geleden wist ik van die hele fuif nog niets af. Anders had ik om
zes uur al bij je op de stoep gestaan. '
'Ik moest een boodschap doen voor mijn tante, ' zei Callie, terwijl
ze onder het gebrul van de anderen in de wagen van de Hardy's
stapte. 'Breng me even naar mevrouw Nelson als je wilt. Dan kan ik
mijn boodschap doen en meteen even naar huis bellen, dat ik later
kom. ' Mevrouw Nelson woonde niet ver uit de buurt en Callie was zo
klaar. Toen ze weer instapte, begon Frank aan de achtervolging van
de andere auto. Na een paar minuten haalde hij hem in, want Jerry
kon met de beste wil van de wereld niet harder rijden dan twintig
kilometer per uur.
Net toen ze een heel drukke straat overstaken, viel de motor van
Jerry's wagen stil.
'Natuurlijk weer op een prachtig moment!' gromde Jerry, terwijl hij
uitstapte om de motor weer met de slinger aan te draaien. Frank
reed naar de kant van de weg en stopte om Jerry te helpen. Een tram
moest voor Jerry blijven staan; de bel rinkelde heftig. Auto's, die
er ook niet langs konden, lieten hun claxon loeien. Agent Riley, de
steunpilaar van de politie van Bayport, kwam dichterbij.
'Vooruit, " zei hij, 'trek die wagen direct van de tramrails af.
'
'Waarom, beste agent?' vroeg Phil Cohen. 'We bleven hier juist
staan om eens naar die mooie huizen te kijken. '
'Kom nou, ' zei Riley gemoedelijk. 'Jullie veroorzaken een
verkeersopstopping. '
'Hé!' schreeuwde een dikke man in een dure slee. 'Sleep dat wrak
van de weg en gooi het in een vuilnisbak. '
De Hardy's grinnikten. Jerry stond zwetend met de slinger te
ploeteren. De slinger schoot ineens met een klap terug en Jerry
sloeg tegen de grond.
Een tweede tram stopte achter de eerste en belde even luidruchtig.
De straat stond vol auto's. Agent Riley verloor zijn geduld. Hij
zette zijn schouder tegen de achterkant van de wagen en probeerde
hem vooruit te duwen.
Ineens sprong de wagen als een opgeschrikt veulen weg. Jerry kon
nog net met een fantastische snoeksprong het vege lijf redden.
Agent Riley greep wild in de lucht en viel plat op zijn buik over
de tramrails.
Tony Prito dook naar het stuur van de wagen en gilde: 'Ik kan niet
rijden! Kijk uit! Ik kan niet rijden! Help!'
De Hardy's renden kronkelend van het lachen achter de wagen aan,
die van de ene kant van de weg naar de andere vloog. Een oud
heertje met een stapel pakjes onder de arm, sprong weer op het
trottoir, waar hij net afgestapt was en schrok zo, dat hij al zijn
pakjes liet vallen. Tony en Phil deden wat ze konden om de wagen in
bedwang te houden, maar ze konden niet beletten, dat het ding tegen
de trottoirband opvloog en een fruitstalletje schepte zodat al het
kostelijke fruit over de straat rolde.
De trams belden, de auto's toeterden, agent Riley schudde zijn
vuist, het oude heertje sputterde verontwaardigd en de
fruitverkoper jammerde de hele buurt bij elkaar — de herrie was
niet te beschrijven. Ten slotte speelde Phil Cohen het klaar de
wagen te laten stoppen, net toen het ding in een telegraafpaal
wilde klimmen. Jerry Gilroy rende naar zijn wagen toe en klom weer
achter het stuur. 'Er zal in elk geval weer eens over ons gepraat
worden, ' zei hij grijnzend, terwijl de wagen weer hortend en
stotend op gang kwam. Even later kwamen ze aan de boerderij van de
Mortons en ze zagen dat de andere jongens en meisjes er al
waren.
De fuif was zowat een half uurtje aan de gang, en Joe danste net
met Iola, toen hij een tik op zijn schouder voelde. Het was Frank,
die met Callie Shaw voorbij danste.
'Kom na deze dans naar de veranda, ' zei Frank.
Joe knikte.
'Wat is er aan de hand?' vroeg Iola. 'Je gaat toch niet weg,
hè?'
'Ik denk het wèl, ' zei Joe. 'We hebben wat op te knappen. ' Iola
trok een lipje. 'Kan dat niet wachten?'
'Dat hangt van Frank af. '
Even later waren Frank en Joe samen op de veranda. 'We moeten
maken, dat we wegkomen, ' zei Frank. 'We hebben tegen meneer
Dalrymple gezegd, dat we hem zouden helpen en als we deze avond
laten voorbijgaan, kunnen we de verloren tijd nooit meer inhalen.
Het is nu donker genoeg om even naar het Purdy-huis te gaan; we
kunnen hier altijd terugkomen, als we niets ontdekken. ' Hoewel de
Hardy's liever nog wat gebleven waren, gingen ze met stille trom
weg. Chet Morton hing natuurlijk weer de clown uit. Met een deken
over zijn schouders en een stokoude paraplu in zijn hand liep hij
als een koorddanser over een streep, die hij op de grond getrokken
had. De Hardy's hoorden de anderen gieren, terwijl ze het donker
inliepen.
Ze reden terug door Bayport en toen ze de kustweg opdraaiden, zei
Joe kalm: 'Let eens op die wagen, die achter ons zit. ' Frank keek
in de achteruitkijkspiegel.
Een zware, logge wagen volgde hen op een afstand van ongeveer
zestig meter.
'Wat is er met die wagen, Joe?'
'Hij zat al achter ons aan, toen we Chets woning verlieten. '
'Bedoel je, dat we gevolgd worden?'
'Dat weet ik niet. Rijd een beetje rond, dan weten we het meteen. '
Frank sloeg de eerste de beste zijweg in, nam toen weer de eerste
zijstraat en reed ten slotte terug naar de kustweg. De logge wagen
zat nog steeds achter hen aan.
'Daar houd ik niet van, ' zei Frank. 'Zou meneer Dalrymple tegen
iemand gezegd hebben dat we voor hem aan 't werk zijn?'
'Dan zou hij zijn eigen glazen ingegooid hebben, ' zei Joe. 'Kijk,
een eindje verder is de weg niet meer verlicht. We zullen een
zijweggetje indraaien en eens kijken wat die wagen wil. '
Frank drukte het gaspedaal op de plank en de sportwagen vloog
vooruit. Ze verloren de andere wagen snel uit het gezicht. Toen ze
een donkere zijlaan zagen, reed Frank er achteruit in, doofde de
lichten en zette de motor af. Ze wachtten.
Ze hoefden niet lang te wachten, want even later reed de andere
wagen voorbij. De wagen reed nog steeds vrij langzaam. De
inzittenden schenen de sportwagen van de Hardy's niet te zien.
In het licht van het instrumentenbord konden de Hardy's vaag de
inzittenden onderscheiden.
Frank gaf zijn broer een por in de ribben.
'Commissaris Collig!' fluisterde hij.
'En rechercheur Smuff!'
'Heb je ooit van je leven zo iets meegemaakt?' vroeg Frank
verbijsterd. Commissaris Collig was het hoofd van de politie in
Bayport en de logge, niet erg snuggere, maar vlijtige rechercheur
Smuff was zijn rechterhand.
'Waarom volgen ze ons?' vroeg Frank verontwaardigd. 'Misschien
heeft meneer Dalrymple aan hen ook gevraagd een onderzoek in te
stellen?'
'Ze denken, dat wij iets weten, dat zij nog niet weten. Als wij dan
iets bereiken, nemen ze de zaak over. En dan zeggen ze natuurlijk,
dat zij de oplossing gevonden hebben. '
Goed dat we het weten, nu kunnen we ze in de gaten houden, ' zei
Joe. 'Weet je wat? We zullen de wagen hier laten staan en te voet
verder gaan. Het Purdy-huis is hier vlakbij. '
'Wacht eens even!' zei Frank. 'Ik geloof, dat die wagen terugkomt.
' De jongens wachtten en een paar seconden later zagen ze inderdaad
de koplichten van een wagen dichterbij komen. 'Trek je pet dieper
in je ogen, ' zei Joe.
De jongens maakten zich zo klein mogelijk, toen de wagen naderde.
Frank tuurde van onder de rand van zijn sportpet naar de wagen, die
heel langzaam reed, zodat de inzittenden de sportwagen wel moesten
zien.
Rechercheur Smuff hing uit de wagen en tuurde strak naar de auto
van de Hardy's.
'Als hij ons herkent, heeft hij betere ogen dan ik dacht, '
mompelde Frank.
De politiewagen reed nog een meter of zestig verder en bleef toen
aan de kant van de weg staan.
'We zullen ze krijgen, ' zei Frank. 'We blijven hier staan, tot ze
weer weggaan. '
Af en toe keken ze naar de rode achterlichten van de politiewagen.
'We kunnen net zo geduldig zijn als zij, ' mompelde Joe. Ten slotte
schenen Collig en Smuff tot de conclusie te komen, dat ze lang
genoeg gewacht hadden. De politiewagen startte en verdween uit het
gezicht.
'Laten we meteen opstappen!' zei Frank. 'Misschien is het een truc
van ze en komen ze binnen een paar minuten terug. Kom mee!'