DE DOODSSCHREEUW

Terwijl de bandieten elkaar van plezier op de schouders sloegen, slaagde Joe er eindelijk in iets te ondernemen. Door zijn hoofd van links naar rechts te rukken en in de vuile lap te bijten, was het hem gelukt zijn mond vrij te maken. Meteen begon hij te gillen: 'Help! Help! Help!'
De bandieten begonnen te vloeken. Een van hen sprong op Joe toe, gaf hem een klap en sloot de mond van de jongen met zijn hand. Maar Joe beet als een wilde in die hand en schreeuwde weer zo hard als hij kon.
De schurk aan het stuurwiel gaf opeens meer gas. Een man in de politieboot riep wantrouwend: 'Wat heeft dat te betekenen?'
'Houd je kop dicht!' siste de bandiet tegen Joe. 'Of ik vermoord je!' De andere schurk zei niets, maar gaf nog meer gas. 'Er achteraan!' schreeuwde een man aan boord van de politieboot. 'Het zijn de schurken!'
De achtervolging werd onmiddellijk ingezet.
Joe en Frank konden nog niets zien, maar aan de geluiden hoorden ze, dat de politieboot dichtbij was.
'We zouden er zonder een schram zijn afgekomen, als die jonge rat zijn kop had gehouden, ' mopperde de man aan het roer. 'Ik zou hem graag zijn nek omdraaien. '
'Ik zou hem liever in de rivier gooien, ' antwoordde de ander. 'Kom me eerst even helpen. Jij kent de rivier beter dan ik. Steek het licht aan. Doe iets. '
De mannen begonnen ruzie te maken, zoals meestal gebeurt als er iets verkeerd is gegaan.
Frank en Joe hoorden een schot; een kogel floot hoog over de boot heen.
'Ze schieten!' zei Ben angstig.
'En ze lopen in!' antwoordde Zeke. 'Stuur de boot naar de kant. '
'Heeft geen zin. De kant is hier zo steil, dat we toch niet aan land kunnen komen. '
Zeke vloekte. Er klonk weer een schot. De politieboot kwam snel dichterbij.
'Ik geloof, dat we ons maar beter over kunnen geven, ' kreunde Ben.
'Ik word liever levend gearresteerd dan dood. '
'Lafaard!'
'We hebben geen schijn van kans meer!'
Hij had gelijk, want de politieboot kwam op gelijke hoogte en een barse stem riep: 'Stoppen of we schieten!'
Ben gehoorzaamde. Hij sloot de motor af en liet de boot uitlopen. 'Handen omhoog!'
Een agent sprong van de politieboot in de boot van de schurken. Hij liet de straal van zijn zaklantaarn over de gezichten van de schurken glijden.
'Nee, maar!' zei hij. 'Indian Ben en Zeke Peters! Op heterdaad betrapt, hè? Wie zijn dit hier?'
Hij boog zich over de Hardy's, die op de bodem van de boot lagen.
Frank en Joe werden bevrijd en kregen gelegenheid te vertellen wat hen was overkomen. De drie agenten uit de politieboot waren verontwaardigd en zwoeren, dat de bandieten voor deze ontvoering zouden boeten. De twee mannen werden allang verdacht van allerlei diefstallen, maar waren er steeds opnieuw in geslaagd aan de greep van de politie te ontkomen.
De Hardy's gingen niet terug naar het Purdy-huis. Ze werden door de politie naar huis gebracht met dezelfde wagen, waarin Indian Ben en Zeke Peters naar de gevangenis werden overgebracht. De jongens waren erg benieuwd, wat de schurken die avond in het Purdy-huis hadden gedaan, maar ze hoorden er die avond niets meer over.
'Kom morgenochtend maar naar het bureau, ' zei een van de agenten, toen de jongens voor hun huis uitstapten. 'De commissaris zal de arrestanten ondervragen en als we wat te weten komen, kunnen we dat misschien tegen jullie vertellen. ' Daar moesten de jongens het mee doen.
Toen ze langs de korte oprit naar huis liepen, zagen ze licht branden in de woonkamer en dat herinnerde hen er opeens aan, dat tante Gertrude óók nog bestond.
'Lieve help!' zei Joe. 'Ze zit nog op ons te wachten. '
'Om ons voor de zoveelste keer een zedepreek te geven, wed ik, ' zei Frank met een zucht.
In het licht dat naar buiten straalde bleven de jongens even staan om naar hun kleren te kijken. Ze zagen er verschrikkelijk uit en dat was helemaal niet te verbazen. Ze hadden niet alleen in een smerige kelder rondgedwaald en waren niet alleen dwars door allerlei struiken gerend, maar hadden bovendien nog in de olie en het vuil op de bodem, van een verwaarloosde boot gelegen.
'Ik zie eruit als een landloper, ' zei Frank, terwijl hij probeerde zijn jasje een beetje af te kloppen. 'Maar ik heb één grote troost — jij ziet er nog veel erger uit!'
Heel voorzichtig slopen ze naar de voordeur.
Zonder ook maar één geluidje te maken, deden ze de deur open en gleden als schaduwen door de gang.
'Misschien kunnen we ongemerkt op onze kamer komen, ' fluisterde Frank.
'Dat denk je maar!' snerpte tante Gertrude, die in de deuropening van de woonkamer verscheen.
De jongens verstijfden. Tante Gertrude zag eruit als een godin der wraak.
'Kom hier!' beval ze scherp.
De jongens gehoorzaamden.
'Nu moeten jullie voor eens en altijd begrijpen, ' begon ze nog voor de jongens bij de woonkamer waren gekomen, 'dat ik er genoeg van heb, dat jullie hele nachten buiten blijven. Toen ik jong was... ' Ze onderbrak zichzelf. Ze sloeg haar hand voor haar mond en ze sperde haar ogen wijd open. Ten slotte kreeg ze haar stem terug en gilde: 'Jullie kleren ! Lieve deugd! Jullie kleren! 'Ja, we zijn wel een beetje vuil, tantetje, ' gaf Frank toe. 'Een beetje vuil}' riep tante Gertrude uit. 'Ze staan stijf van de smerigheid! Zijn dat de schone kleren, die jullie gisteren hebben aangetrokken? Moet je dat toch zien! Waar hebben jullie gezeten? Zo lang ik leef, heb ik nog nooit zulke vreselijke smerige lorren gezien!' Ze liet zich hulpeloos in een stoel vallen en misschien voor het eerst van haar leven was ze voor meer dan een halve minuut sprakeloos. Maar dit duurde niet lang. Tante Gertrude beheerste zich en begon de jongens te begraven onder zo'n stroom van verwijten en verwensingen, dat ze niet alleen haar uithoudingsvermogen bewonderden, maar vooral haar woordenschat, want ze viel niet één keer in herhalingen. 'Ik doe mijn best!' jammerde ze. 'Ik doe alles wat een mens kan doen om jullie als jonge heren op straat te laten komen en wat is het resultaat? Dat jullie nog erger zijn dan boeven! Hoe is het mogelijk, dat jullie arme moeder nog geen beroerte heeft gekregen van jullie slordigheid? Daar snap ik geen jota van. Waar zijn jullie geweest? En wat hebben jullie gedaan? Geef antwoord!'
'We hebben een paar havenschuimers gearresteerd!' zei Joe. 'Havenschuimers gearresteerd?' echode tante Gertrude verachtelijk. 'Jullie zien er eerder uit, alsof jullie zelf in handen van die havenschuimers zijn gevallen. ' De goede tante Gertrude had er geen idee van, dat ze de spijker op de kop had geslagen. De jongens bogen hun hoofden. 'Lieve help! Jullie zijn de meest onverantwoordelijke jongelui die ik ooit heb gezien. Ga naar je kamer en meteen naar bed. Ik zal morgen die vuile kleren eens van dichterbij bekijken. '
De jongens gingen gehoorzaam naar hun kamer; veel te blij, dat ze aan het sermoen van tante Gertrude konden ontsnappen, voordat haar een paar kleinigheden te binnen zouden schieten, waarover ze nog niets had gezegd.
'Ze had ons weer eens te pakken, ' zei Joe met een diepe zucht, toen hij zich begon uit te kleden. 'Als er ridderorden verdiend konden worden met het uitfoeteren van jongens, zou tante Gertrude ze beslist allemaal hebben. Jongens, jongens, wat ging ze tekeer!'
'Een echt gezellige avond, ' zei Frank. 'Onze kleren zijn reddeloos verloren, tante Gertrude heeft ons weer eens laten merken hoe ze over ons denkt en — wij staan weer met volkomen lege handen te kijken. '
'De havenschuimers zijn gearresteerd — ik bedoel, twee leden van de bende. '
'Ja, maar de politie zal de rol, die wij hebben gespeeld, wel vergeten. Weet je nog, wat er gebeurde, toen wij de schuilplaats van de gestolen spullen hadden ontdekt? Onze namen werden gewoon doodgezwegen. Trouwens — wat het mysterie van het Purdy-huis betreft, zijn we geen stap verder gekomen. ' Joe deed het licht in de kamer uit.
'Ik wilde, dat we maar een verklaring vonden voor die vreselijke kreten, ' zei hij. 'Het is niet te geloven, dat die door een mens werden uitgestoten. '
Frank sliep al half en zei niets terug.
De volgende dag kreeg Joe de verklaring, waar hij om gevraagd had. Onmiddellijk na het ontbijt, dat ze gebruikten onder een stroom van verwijten van tante Gertrude, die 's nachts weer nieuwe energie had opgedaan, gingen de Hardy's naar het politiebureau. Ze waren nieuwsgierig om te horen of de arrestatie van de havenschuimers misschien licht had geworpen op een paar duistere punten. Nog voor ze bij het bureau van de agent van dienst waren gekomen, hoorden de Hardy's een zware stem. 'Zo, zo! En hoe gaat het met jullie vandaag?'
Ze draaiden zich om en zagen rechercheur Smuff, die de deur van zijn kantoor toevallig open had en nu in de deuropening bleef staan. Hij had een dikke sigaar in zijn hoofd en zag er bijzonder tevreden uit — tevreden met de gang van zaken in het algemeen en met zichzelf in het bijzonder.
'Goedemorgen, meneer Smuff, ' zei Frank. 'Is er nog nieuws?'
'Alles is in orde, voor zover ik weet, ' grijnsde de rechercheur. 'Hoe gaat het met jullie? Ik denk, dat jullie wel erg blij waren, toen jullie gisteren in jullie mandje konden kruipen.
'Ja, we waren wel een beetje moe, ' gaf Frank toe, 'maar toch waren we blij, dat we konden helpen met de arrestatie van de havenschuimers. '
'Helpen bij die arrestatie?' echode Smuff schijnbaar verbaasd. 'Als ik me niet vergis, waren jullie hopeloos overgeleverd aan die havenschuimers, tot wij op het toneel verschenen. '
'Wanneer verscheen u op het toneel, rechercheur?' vroeg Joe.
'Ik had de leiding van de operatie in handen, ' zei Smuff met een weids gebaar, dat de hele wereld insloot. 'Een man kan niet op zeven plaatsen tegelijk zijn. Ja, ja, het was een geluk voor jullie, dat we net op tijd kwamen. Een groot geluk. Het was goed werk van ons, al zeg ik het zelf. '
De Hardy's barstten bijna van verontwaardiging over Smuff's zelfinge nomenheid, maar ze konden zich op dat moment niet goed verdedigen. Ze waren immers hulpeloos geweest op het ogenblik, dat ze door de politie waren bevrijd.
Ze moesten Smuff deze tijdelijke triomf gunnen. 'De arrestanten hebben alles verteld, ' verklaarde de rechercheur. 'Hebben ze bekend?'
'Ze hebben alles verteld. '
'Waren zij de dieven, die de buit in het Purdy-huis hadden opgeslagen?'
'Inderdaad. Ik had die twee rekels al een hele tijd in de gaten, maar kon niet genoeg bewijzen verzamelen om ze in staat van beschuldiging te stellen. Maar ik heb ze natuurlijk in de gaten gehouden en ik liet ze net zolang met rust, tot ze zichzelf ophingen. Goed werk, mag ik wel zeggen. Heel goed werk. '
Rechercheur Smuff keek de jongens vol verwachting aan, alsof hij een complimentje van hen verwachtte.
'Ze schenen niet te weten, dat het Purdy-huis was gekocht door meneer Dalrymple, ' ging hij verder, toen de jongens bleven zwijgen. 'Daarom sloegen ze de gestolen spullen daar op. Ze gingen gisteren naar het huis terug om een paar dingen te halen, die ze op een geheime plaats hadden verborgen en die de politie niet had kunnen vinden. '
'Wie was het, die zo hard schreeuwde?' vroeg Frank. 'De mannen gingen op de vlucht, omdat iemand in het huis een onmenselijke gil gaf. ' Rechercheur Smuff grijnsde, zodat zijn sigaar bijna uit zijn mond viel. 'O, dat\' zei hij. 'Ja, dat was natuurlijk een raadsel voor jullie, maar ik begreep meteen, wie de gil gaf en waarom. Het was Indian Ben, die een van mijn mannen door een raam naar binnen zag kijken en hem op de vlucht wilde jagen. '
'Indian Ben?'
'Ja, natuurlijk. Hij is voor driekwart Indiaan en heeft nog veel gewoonten van zijn voorouders. De schreeuw, die hij gaf, was de doodskreet van zijn stam en hij deed dat elke keer, als er iemand in de buurt van het huis opdook. Meestal had hij succes met die kreet, want hij joeg er de nieuwsgierigen door op de vlucht. '
Rechercheur Smuff glimlachte tegen de Hardy's, zoals een grootvader tegen zijn jongste kleinkind zou hebben geglimlacht. 'Ja, ja, de zaak is opgelost — met kreten en al, ' vervolgde hij. 'Ik ben blij, dat we jullie nog net op het laatste nippertje konden helpen. Als jullie nog eens aan een zaak beginnen — geef mij dan een seintje; dan kan ik jullie tenminste helpen, als het nodig is. ' Dat was te veel voor de Hardy's, die zich met een ruk van de zelfingenomen rechercheur afkeerden.
'Die dikke, zelfingenomen blufkop!' zei Joe heftig. 'Als wij er niet bij waren geweest, zouden de bandieten ontsnapt zijn en dat weet hij net zo goed als wij. '
'De zaak is ook nog lang niet helemaal opgelost, ' zei Frank zacht. 'Als de dieven niet wisten, dat meneer Dalrymple de woning had gekocht, kunnen ze ook niet aansprakelijk zijn voor de doodsbedreigingen, die in de geheime kamer werden neergelegd. We hebben nog een beetje voorsprong op Smuff en we zullen die voorsprong zo goed mogelijk uitbuiten. We zullen Smuff bewijzen, dat hij heel weinig reden heeft om zo op te scheppen. '
'En of!' zei Joe.
'Stel je voor!' zei Frank. 'We moeten hem de volgende keer in vertrouwen nemen. Dan kan hij ons tenminste helpen, als het nodig is. '
'Nou ja, hij krijgt niet vaak een kans om trots op zichzelf te zijn. Maar hoogmoed komt voor de val. '
'Wie het laatst lacht, lacht het best, ' knikte Frank. 'Hoe dan ook — ik had nooit aan die verklaring voor de kreten in het Purdy-huis gedacht. Een Indiaan, die zijn doodskreet slaakt om de mensen af te schrikken. Nou, ik moet toegeven, dat de kreet mijn bloed elke keer in mijn aderen deed stollen. '
'Het was in geen geval de Indiaan, die de doodsbedreigingen in de geheime kamer achterliet, ' zei Frank. 'Laat Smuff maar genieten van zijn triomf. Als wij de oplossing van dat raadsel vinden, zullen zijn ogen van verbazing uit zijn dikke kop rollen!'