HET GEZICHT VOOR HET RAAM
Pas toen de oude man naar het telefoontoestel greep, dat op het
bureau stond, merkten de jongens, dat er een telefoon in de kamer
was. De oude man belde de centrale op en vroeg verbinding met een
nummer in Lakeside.
Terwijl hij op de verbinding wachtte, keerde hij zich tot de
Hardy's. 'Nu, ' zei hij, 'zullen jullie iets meemaken, wat jullie
nog nooit hebben meegemaakt. Dalrymple zal vliegen, zonder te
vermoeden, dat hij zijn dood tegemoet vliegt. '
Na een poosje kwam de verbinding tot stand. En die was zo duidelijk
en in de kamer was het zo stil, dat de jongens de stem van meneer
Dalrymple konden horen. 'Ja, met Dalrymple. ' De krankzinnige
grijnsde.
'Meneer Dalrymple? U spreekt met Frank Hardy. ' De Hardy's staarden
met uitpuilende ogen naar de gek, want hij had de stem zo volmaakt
geïmiteerd, dat iedereen zich wel moest vergissen. Het was helemaal
niet vreemd, dat de bankier zich ook vergiste en antwoordde:
'Hallo, Frank. Wat is er aan de hand? Ik heb gehoord, dat jullie me
vandaag kwamen opzoeken. Jammer genoeg ben ik de hele dag de stad
uit geweest. '
'We wilden u op de hoogte brengen van een prettig nieuwtje, meneer
Dalrymple, ' antwoordde de gek, nog steeds met de stem van Frank.
'Is 't werkelijk?'
'Ja, wij hebben de oplossing gevonden van alle raadsels. '
'Mooi zo! Wat hebben jullie ontdekt?'
'Kunt u even hier naartoe komen?' vroeg Amos. 'Mijn broer en ik
zijn in het Purdy-huis en we hebben u nodig. '
'Nu?' vroeg meneer Dalrymple verbaasd. 'Weten jullie wel hoe laat
het is?'
'Ja, maar we hebben u onmiddellijk nodig, meneer Dalrymple. Het
gaat om een dringende kwestie. '
Even aarzelde de bankier met zijn antwoord.
Dan zei hij: 'Goed, jongens, als het nodig is, kom ik. Binnen een
half uur kunnen jullie me verwachten. '
'Prachtig, meneer Dalrymple, ' zei de oude man. 'U kunt u
voorbereiden op een geweldige verrassing. '
Terwijl hij de hoorn weer op het toestel legde, begon hij op zijn
krankzinnige wijze te lachen.
'Een verrassing!' riep hij. 'Haha, een pracht van een verrassing!'
Hij liep heen en weer door de kamer en wist zich geen raad van
plezier, omdat zijn list succes had gehad. Ongetwijfeld had de
bankier zich volkomen om de tuin laten leiden door Amos' imitatie
van Franks stem. 'Hij komt! Binnen een half uur kunnen we hem
verwachten. Hij zal door mijn helpers worden overmeesterd en samen
met jullie op de dood komen wachten. ' Hij v/reef in zijn handen
van louter genoegen en ging verder: 'Ook hij zal naar het tikken
van de klok komen luisteren. ' Lachend en dansend van de voorpret
ging de oude man de kamer uit en de jongens hoorden hem naar boven
gaan.
Onmiddellijk begonnen de Hardy's te wringen en te trekken om een
arm of been vrij te krijgen. De klok sloeg twee uur. Ze hadden nog
een uur te leven. De gek en zijn helpers konden elk ogenblik
terugkomen. De proppen zaten stevig in hun mond en ze schaafden hun
polsen en enkels toen ze probeerden de touwen los te trekken. Frank
had een mes in zijn zak. Als hij dat te pakken kon krijgen, zou het
hem misschien lukken zichzelf vrij te maken. Zijn handen waren
gebonden, achter zijn rug. Hij probeerde zijn achterzak te bereiken
om zijn mes te pakken, maar dat lukte vooreerst niet. Pas een hele
tijd later kreeg hij de knoop van de zak te pakken. Hij probeerde
niet nog dieper te reiken, maar begon zijn achterzak
binnenstebuiten te trekken tot hij zijn mes kon voelen. Joe
concentreerde zich intussen op de touwen om zijn polsen. Hij had de
indruk gekregen, dat die minder stevig waren gebonden dan zijn
enkels, maar het lukte hem toch niet ze los te trekken. Frank kreeg
zijn mes te pakken. Hij hield het stevig tussen twee vingers en
probeerde het open te knippen. Hij brak een paar nagels, zonder het
mes open te krijgen. Hij kon zijn handen niet voldoende bewegen.
Eindelijk knipte het lemmet uit het mes, maar op hetzelfde ogenblik
hoorden de jongens opnieuw de krankzinnige lach van de oude Amos.
De gek stond in de deuropening.
'Dat dacht ik wel, ' zei hij knikkend. 'Dat dacht ik wel. Jongens
lopen altijd met messen in hun zak. '
Hij liep naar Frank toe en graaide het mes uit zijn handen.
'Zo, zo, had je het al open gekregen? Nooit versagen, schijnt jouw
devies te zijn, hè? Maar ik verwachtte zo iets, weet je?'
Hij knipte het mes dicht en liet het in zijn zak glijden. Daarna
liep hij naar Joe en doorzocht zijn zakken, tot hij ook zijn mes
had gevonden.
'Nu kunnen jullie weer een ander middel bedenken om te ontsnappen,
' grinnikte Amos, 'maar ik denk, dat het heel moeilijk zal zijn. De
man, die jullie gebonden heeft, is vroeger zeeman geweest en wie
kan er beter knopen leggen dan een zeeman?' Grinnikend verliet hij
de kamer voor de tweede keer. Frank en Joe hadden de moed verloren.
Op het ogenblik, dat ze weer hoop hadden gekregen, had de oude man
die de bodem ingeslagen. Ze konden niets meer bedenken om te
ontsnappen. Buiten hoorden ze opnieuw het rommelen van de donder.
Met grote tussenpozen werd de kamer helder verlicht door een
bliksemflits. Regen kletterde tegen de ruiten. De wind huilde rond
het oude huis. De klok tikte regelmatig.
De Hardy's staarden naar de wijzers, die nu kwart voor drie
aanwezen. 'We moeten iets doen!' schoot het door Franks hoofd. Als
het hun niet lukte te ontsnappen voor Dalrymple in het huis
arriveerde, zou hij ook worden overvallen en als slachtoffer vallen
van de wraak van een waanzinnige.
Elke seconde verkortte de tijd, die de jongens nog konden
gebruiken. De zware bom lag voor hun voeten op de grond, dreigend,
uitdagend. Opeens hoorden ze een geluid bij het raam.
Frank draaide zijn hoofd vlug om en hij voelde zijn hart bonzen,
toen hij de man zag, die zijn gezicht tegen het raam drukte en naar
binnen probeerde te kijken.
Hij keek gauw naar Joe. Het gezicht van zijn jongere broer liet
duidelijk zien, dat hij het gezicht ook had gezien.
Toen Frank weer naar het raam keek, was het gezicht verdwenen.
Daarop keerde het weer terug.
Het was een wit, vertrokken gezicht met van verbazing uitpuilende
ogen. Het gezicht was vervormd door het beregende glas, maar toch
herkenden de jongens het.
Zelfs in hun wildste dromen hadden ze zich nooit voor kunnen
stellen, dat ze juist dat gezicht zouden zien. Wat kwam die man
juist nu in de buurt van het Purdy-huis zoeken? Het gezicht
verdween en iemand begon aan de sluiting van het raam te prutsen.
Het raam ging heel langzaam omhoog. De felle wind sloeg naar binnen
en bracht de regen mee. Twee handen klemden zich om de vensterbank.
Een man klom naar binnen. 'Wat doen jullie hier?' vroeg hij
stomverbaasd. 'Wat heeft dit allemaal te betekenen?'
Frank wilde antwoorden, maar het spreekt vanzelf, dat de prop in
zijn mond het hem niet mogelijk maakte.
De wijzers van de klok wezen nu vijf voor drie aan.
'Hoe is het mogelijk? Hoe is het mogelijk?' herhaalde de
redder.
Het was Hurd Applegate.